THEMATISCH VERSLAG 04 - JAARVERSLAG 2019 Betreffende de werking van de markt voor groenestroom-certificaten en garanties van oorsprong - Brugel
←
→
Transcription du contenu de la page
Si votre navigateur ne rend pas la page correctement, lisez s'il vous plaît le contenu de la page ci-dessous
THEMATISCH JAARVERSLAG 2019 Betreffende de werking VERSLAG van de markt voor 04 groenestroom- certificaten en garanties van oorsprong
Inhoudstafel 1 Afkortingen 4 2 Samenvatting – markante feiten 5 3 Productiepark groene stroom 6 3.1 Balans eind 2019 6 3.2 Jaarlijkse evolutie van het FV- en WKK-park 11 4 Productie van gecertificeerde groene stroom 18 THEMATISCH 5 De groenestroomcertificaten als ondersteuning van de productie van groene stroom 22 VERSLAG 04 5.1 Werking van het systeem 5.1.1 Algemeen principe 5.1.2 Certificering van de installaties 22 22 23 JAARVERSLAG 2019 5.1.3 Klachten en beroep tegen beslissingen van BRUGEL 23 5.2 Uitreiking van groenestroomcertificaten aan de producenten 24 5.3 Markt van de groenestroomcertificaten 28 Betreffende de werking van de 5.3.1 Globale evolutie van de marktactiviteit 28 markt voor groenestroom- 5.3.2 Gedetailleerde evolutie van de marktactiviteit in de quotuminleveringsperiode certificaten en garanties 2019 30 van oorsprong 5.4 Quotuminlevering van groenestroomcertificaten door de leveranciers 34 5.5 Kostprijs van het systeem voor de consument 36 6 De garanties van oorsprong als traceerbaarheidsinstrument voor groene stroom 38 6.1 Context 38 6.2 Uitreiking van garanties van oorsprong 39 6.3 Levering van groene stroom 39 6.4 Online tool Greencheck 42 7 Projecties 44 7.1 GSC-aanbod 44 7.2 Verbruik 45 7.3 Marktevenwicht 45 8 Bijlagen 46 Bekijk het jaarverslag online 8.1 Wetteksten en beslissingen 46 http://annual-report-2019.brugel.brussels 8.2 Cijfertabellen 48 2 BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong
Figuren Figuur 1: Aantal installaties en geïnstalleerd vermogen eind 2019, uitgesplitst per technologie 7 Figuur 24: Kalender van de transacties 33 Figuur 2: Uitsplitsing van het FV-productiepark eind 2019 volgens het type houder en de Figuur 25: Quotuminlevering GSC’s 2019 per leverancier 34 vermogenscategorie 8 Figuur 26: Evolutie van de GSC-portefeuilles van de marktactoren tijdens het einde Figuur 3: Uitsplitsing van het FV-productiepark eind 2019 volgens de vermogenscategorie 9 van de quotuminleveringsperiode 35 Figuur 4: Uitsplitsing van het WKK-productiepark eind 2019 volgens het type houder en de Figuur 27: Maximale kostprijs van het GSC-systeem voor de consument 37 vermogenscategorie van de installatie 10 Figuur 28: Levering groene stroom aangetoond door GO’s 39 Figuur 5: Evolutie van de financiële stimulansen voor FV 11 Figuur 29: Energiebronnen en geografische oorsprong van de in het BHG ingevoerde Figuur 6: Evolutie van de financiële stimulansen voor de warmtekrachtkoppelingsinstallaties 12 GO’s in de periode 2011-2019 40 Figuur 7: Evolutie van het in werking gestelde (IWG) en buiten werking gestelde (BWG) Figuur 30: Resultaat van een opzoeking in de tool Greencheck 42 vermogen en het gecumuleerde geïnstalleerde vermogen voor de FV- en Figuur 31: Visualisatie van de oorsprong van GO’s via de tool Greencheck 43 WKK-installaties, uitgesplitst volgens de vermogenscategorie 14 Figuur 8: Evolutie van het in werking gestelde en buiten werking gestelde vermogen en van het gecumuleerde geïnstalleerde vermogen van de fotovoltaïsche en warmtekrachtkoppelingsinstallaties, uitgesplitst volgens het type technologie 16 Figuur 9: Geproduceerde groene stroom in de periode 2010 - 2019 19 Tabellen Figuur 10: Groene stroom geproduceerd door de keten FV, verdeeld volgens de vermogenscategorie 19 Tabel 1: Park voor de productie van groene stroom dat eind 2019 in werking was 6 Figuur 11: Groene stroom geproduceerd door de keten WKK, verdeeld volgens de Tabel 2: Analyse van het volume en de prijzen van de transacties 28 vermogenscategorie 20 Tabel 3: GSC’s op de markt en leveranciersrekeningen na QI 36 Figuur 12: Aandeel productie groene stroom ten opzichte van het totale elektriciteitsverbruik Tabel 4: Percentage groene energie aangegeven door de verschillende leveranciers en in het gewest 21 aangetoond door GO’s 41 Figuur 13: Werking van de markt en GSC-stromen 22 Tabel 5: Impact van de gezondheidscrisis op het aantal in te leveren GSC’s 45 Figuur 14: Certificeringsprocedure 23 Tabel 6: Uitsplitsing van het FV- en WKK-productiepark eind 2019 volgens het type Figuur 15: GSC’s uitgereikt voor de productieperiodes 2010 – 2019 24 houder en de vermogenscategorie van de installatie 48 Figuur 16: GSC’s uitgereikt aan de FV-keten volgens de vermogenscategorie van de installaties 25 Tabel 7: Evolutie van het FV-vermogen [kWp] in gebruik, uitgesplitst volgens de Figuur 17: GSC’s uitgereikt aan de keten WKK volgens de vermogenscategorie van vermogenscategorie 49 de installaties 25 Tabel 8: Evolutie van het WKK-vermogen [kW] in gebruik, uitgesplitst volgens de Figuur 18: Evolutie van de gemiddelde toekenningsgraad per technologie in de vermogenscategorie 50 periode 2010-2019 26 Tabel 9: Evolutie van het in gebruik genomen PV- & WKK-vermogen [kW], Figuur 19: Uitgereikte GSC’s volgens het type houder 27 uitgesplitst volgens het soort technologie 52 Figuur 20: Globale evolutie van de volumes en de marktprijzen tijdens de laatste zes jaar 29 Tabel 10: Groene stroom geproduceerd in de periode 2010 – 2019 54 Figuur 21: Gedetailleerde evolutie van de volumes en de marktprijzen in de Tabel 11: GSC’s toegekend voor de productieperiodes 2010 – 2019 54 quotuminleveringsperiode 2019 30 Tabel 12: Ingeleverde quota van 2005 tot 2019 55 Figuur 22: GSC-verkoop volgens de prijs per GSC 31 Tabel 13: GSC-quota per leverancier (QI 2019) 55 Figuur 23: Transacties volgens het aantal verkochte GSC’s 32 Tabel 14: Energiebronnen en geografische oorsprong van de in het BHG ingevoerde GO’s in de periode 2011-2016 56 BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong 3
1 Afkortingen VME Vereniging van mede-eigenaars AIB Association of Issuing Bodies VC Vermenigvuldigingscoëfficiënt WKK Warmtekrachtkoppeling GSC Groenestroomcertificaat DB Database GO Garantie van oorsprong kW Kilowatt kWp Kilowattpiek MW Megawatt MWh Megawattuur Wettelijke grondslag FV Fotovoltaïsch De ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bepaalt in haar artikel 30bis §2, 7°, ingevoegd door artikel 56 van de ordonnantie van 14 december 2006, wat volgt: BHG Brussels Hoofdstedelijk Gewest “… BRUGEL is bekleed met een adviesopdracht ten aanzien van de overheid over de organisatie en de werking van de gewestelijke energiemarkt enerzijds, en met een QI Quotuminlevering algemene toezicht- en controleopdracht inzake de toepassing van de hiermee verband houdende ordonnanties en besluiten anderzijds. BRUGEL is belast met de volgende opdrachten: 7° het goedkeuren, elk jaar, van het verslag over de werking van de markt van de groene certificaten en de garanties van oorsprong, dat wordt opgesteld ten behoeve van de Regering ...” De werking van de markt voor groenestroomcertificaten en de garanties van oorsprong wordt beheerst door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 december 2015 betreffende de promotie van groene elektriciteit, hierna het “besluit groene elektriciteit” genoemd. Voorts stelt het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 december 2015, hierna het “besluit quota” genoemd, de jaarlijkse quota van de groenestroomcertificaten tot in het jaar 2025 vast. 4 BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong
2 Samenvatting – markante feiten Overeenkomstig de bepalingen van het besluit “quota”1 Na de quotuminlevering 2018 was er nog een voorraad van bijzonder genereus is, werd dit segment felbegeerd door de is het GSC-quotum voor het jaar 2019 gelijk aan 9,2%. 120.148 GSC’s op de markt. Ondanks de toename van het markt. Van de 49 warmtekrachtkoppelingsinstallaties die in Dit houdt in dat alle leveranciers samen in het totaal GSC-quotum is de voorraad met 77% gestegen en bereikte 2019 werden gecreëerd, hebben 28 een elektrisch vermogen 450.526 GSC’s moeten afleveren. De uitreikingen en die 212.876 GSC’s na de QI 2019. dat kleiner is dan of gelijk aan 15 kWe. de quotuminleveringsverplichtingen hebben tot een recordactiviteit op de markt geleid. Er werden bijna Na een gedetailleerde analyse, en overeenkomstig Het gecumuleerd vermogen is er wel met slechts 1,3 MWp 613.816 GSC’s verkocht voor een totale waarde van meer dan de kwalitatieve studie betreffende het systeem van op vooruitgegaan, aangezien in 2019 geen enkele € 57 miljoen. ondersteuning van de productie van hernieuwbare energie warmtekrachtkoppeling met een vermogen van meer in het BHG die in april 2020 is verschenen2, meent BRUGEL dan 200 kWe werd geïnstalleerd en meerdere installaties De leveranciers hebben geen bijzondere druk ervaren dat de markt in de quotuminleveringsperiode 2019 geen buiten werking zijn gesteld op het einde van hun om hun quota te bereiken, daar de GSC-markt stabiel structureel deficit heeft gekend en dat op korte termijn geen subsidiabiliteitsperiode. is geweest tijdens de hele quotuminleveringsperiode. structurele maatregelen moeten worden genomen. Het verschil tussen de kwartalen, wat betreft het aantal Het totale vermogen van de installaties voor de verkochte GSC’s, was minder uitgesproken dan tijdens de Het ondersteuningsniveau dat in 2019 van kracht was productie van groene stroom is tussen 2018 en 2019 vorige boekjaren. voor de fotovoltaïsche installaties, is het niveau dat is met 31 MW gestegen tot 213 MW, met inbegrip van de vastgelegd in het besluit “groene stroom” van 17 december verbrandingsoven. Deze groei wordt bijna uitsluitend door De eenvoudige gemiddelde prijs is stabiel gebleven 2015. Installaties met een vermogen lager dan 5 kWp en in de fotovoltaïsche sector gegenereerd. tijdens de hele quotuminleveringsperiode, op een werking gesteld vanaf 1 februari 2016 hebben recht op 3 niveau van ongeveer € 94,5. Het prijsniveau van € GSC’s/MWh. Grotere installaties ontvangen op hun beurt De productie van groene stroom door het geheel van 100 per GSC werd meermaals bereikt tijdens de hele een uitreikingsgraad van 2,4 GSC’s/MWh. Daar de gewogen de installaties bedroeg bijna 342 GWh in 2018, wat quotuminleveringsperiode maar wel minder vaak dan gemiddelde prijs van de GSC’s voor het hele jaar 2019 gelijk overeenkomt met 7% van de totale levering in het gewest. tijdens het vorige boekjaar. De waargenomen maximale prijs was aan € 94, vertaalden deze uitreikingsniveaus zich in Wanneer enkel de elektriciteit uit louter hernieuwbare bedroeg € 105,35 per GSC, ofwel een daling met € 11,75 ten gemiddelde ondersteuningsniveaus van € 282 en € 226 per bronnen in aanmerking wordt genomen – dus zonder opzichte van de maximale prijs die in 2018 werd bereikt. geproduceerde MWh. warmtekrachtkoppeling op aardgas – daalt dit aandeel tot Die maximale prijs werd geregistreerd tijdens het derde 4,4%. kwartaal, in de week van 8 juli 2019. Wat betreft de nieuwe installaties werd in 2019 meer dan 29 MWp fotovoltaïsche energie geïnstalleerd, wat heeft geleid De levering van groene stroom die is geattesteerd met Alle leveranciers zijn erin geslaagd te voldoen aan hun tot een totaal gecumuleerd geïnstalleerd vermogen aan FV garanties van oorsprong (GO) is in 2019 gestegen tot 53,63%. quotuminleveringsverplichting voor 2019, wat een totale van meer dan 120 MWp. BRUGEL ontving meer dan 2,6 miljoen GO’s van leveranciers, kostprijs van € 18,7 vertegenwoordigde voor de mediane voor 72% voor hydraulische bronnen en voor 66% afkomstig consument in Brussel. Daar, op het vlak van warmtekrachtkoppeling, de coëfficiënt uit Frankrijk, Noorwegen, Italië en IJsland. voor de warmtekrachtkoppelingsinstallaties op aardgas in collectieve woningen met een vermogen tot 15 kWe 1 Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 december 2015 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 november 2012 tot vastlegging van de quota van groenestroomcertificaten voor het jaar 2013 en volgende. 2 BRUGEL, Advies 298 betreffende de studie en de ontwikkeling van het ondersteuningssysteem voor installaties voor de productie van hernieuwbare energie BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong 5
3 Productiepark groene stroom 3.1 Balans eind 2019 Tabel 1 bevat het aantal en het vermogen, uitgesplitst Tabel 1: Park voor de productie van groene stroom dat per technologie, van de installaties voor de productie van eind 2019 in werking was groene stroom in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die Aantal Vermogen gecertificeerd zijn of waarvan de certificeringsperiode [-] [%] [kW] [%] lopende is3 op dit moment4, die eind 2019 in gebruik waren Fotovoltaïsche energie 6.153 96,3% 119.894 7 56,3% en aanspraak kunnen maken op groenestroomcertificaten. WKK 235 3,7% 41.901 19,7% De drie technologieën die eind 2019 in het Brussels WKK biogas 2 0,0% 3.104 1,5% Hoofdstedelijk Gewest aanwezig waren, zijn fotovoltaïsche WKK vloeibare biomassa 7 0,1% 827 0,4% installaties, warmtekrachtkoppeling en de stoomturbines WKK aardgas 226 3,5% 37.970 17,8% gekoppeld aan de afvalverbrandingsoven5. De Gemeentelijke 1 0,02% 51.000 24,0% warmtekrachtkoppelingsinstallaties zijn ingedeeld in drie afvalverbranding categorieën op basis van de brandstof die ze voedt: aardgas, biogas of vloeibare biomassa in de vorm van koolzaadolie. Totaal 6.389 100% 212.795 100% Zoals aangegeven in tabel 1 en geïllustreerd in Bovendien is het gemiddelde vermogen van Figuur 16 zijn de meeste installaties voor de productie een FV-installatie veel lager dan dat van een van groene stroom die eind 2019 in het Brussels warmtekrachtkoppelingsinstallatie. De FV-installaties Hoofdstedelijk Gewest waren gevestigd, FV-installaties vertegenwoordigen dan wel 96,3% van het totale aantal (6.153 installaties, hetzij 96,3 %). De rest bestaat uit installaties, maar produceren slechts 56,3% van het totale warmtekrachtkoppelingsinstallaties (235 installaties, ofwel in werking gestelde vermogen. We wijzen er wel op dat 3,7%) en een afvalverbrandingsoven voor het gemeentelijk het aandeel van fotovoltaïsche energie in het totale afval. De meeste warmtekrachtkoppelingsinstallaties die geïnstalleerde vermogen blijft toenemen; het bedroeg eind 2019 in werking zijn, maken gebruik van aardgas als slechts 50,2% eind 2018. primaire energiebron (226 op 235), 7 werken op vloeibare biomassa en 2 op biogas. 3 Als een installatie niet geregistreerd is, is BRUGEL niet op de hoogte van haar bestaan. 4 Situatie op 6 april 2020. Er kunnen nog installaties die in werking werden gesteld vóór eind 2019 worden geregistreerd bij BRUGEL na het opstellen van dit verslag. 5 De enige door BRUGEL gecertificeerde windturbine-installatie is niet als zodanig vertegenwoordigd, omdat haar vermogen (2,4 kW) en haar productie (223 kWh in 2019) te klein zijn om op een relevante manier te worden opgenomen in alle grafieken en tabellen van dit verslag. 6 De gedetailleerde cijfers van elke grafiek van dit verslag zijn opgenomen in de bijlage ‘Cijfertabellen’. Ze zijn ook beschikbaar in bruikbaar formaat in een specifiek bestand in de rubriek ‘Statistieken’ op de website van BRUGEL. 7 Het gecumuleerde vermogen van de operationele installaties eind 2019 is lager dan het totaal dat in Tabel 9 met de in werking gestelde vermogens is vermeld, gezien het gecumuleerde vermogen dat buiten werking is gesteld, eind 2019 gelijk is aan 52 kWp. 6 BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong
Figuur 1: Aantal installaties en geïnstalleerd vermogen Figuur 2 toont de verdeling van de FV- en Zoals te zien in Figuur 3 bestaat het FV-park eind 2019 dus eind 2019, uitgesplitst per technologie warmtekrachtkoppelingsinstallaties volgens het type houder voornamelijk uit een groot aantal kleine installaties (80% (particulier of onderneming) en de vermogenscategorie8. van de installaties hebben een vermogen tussen 0 en 5 Terwijl 65% van de FV-installaties bij particulieren is terug kWp). Er zijn beduidend minder installaties met een groter WKK te vinden, vertegenwoordigen ze niet meer dan 11% van vermogen, maar die vertegenwoordigen wel het grootste aardgas het geïnstalleerd vermogen. Op te merken valt dat VME aandeel van het geïnstalleerde FV-vermogen. Installaties met 4% verkeerdelijk worden gelijkgesteld met ondernemingen een vermogen van meer dan 250 kWp vertegenwoordigen van de privésector. Omgekeerd vertegenwoordigen de slechts 2% van de installaties maar zijn goed voor 52% van FV-installaties van private en publieke vennootschappen, het geïnstalleerd vermogen. respectievelijk goed voor 32% en 3% van alle installaties, Fotovoltaïsche 89% van het geïnstalleerd vermogen. energie 96% Dit valt te verklaren door het feit dat 90% van de installaties bij particulieren een vermogen hebben dat kleiner is dan of gelijk aan 5 kWp. Op één uitzondering na zijn alle installaties met een vermogen van meer dan 36 kWp het eigendom van vennootschappen. Terwijl het gemiddeld vermogen van de Totaal: 6.389 installaties installaties van vennootschappen 49 kWp bedraagt, is dat van de installaties bij particulieren niet groter dan 3,4 kWp. WKK biogas 2% Gemeentelijke afvalverbranding 24% Fotovoltaïsche energie 56% WKK aardgas 18% Totaal: 212.795 kW 8 De in aanmerking komende vermogenscategorieën zijn die welke worden geacht in januari 2021 van kracht te worden. Bijgevolg verschillen ze van die van het jaarverslag 2018. BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong 7
Figuur 2: Uitsplitsing van het FV-productiepark eind 2019 volgens het type houder en de vermogenscategorie PV: 6.153 installaties PV: 3.972 installaties (Particulieren) PV: 2.181 installaties (Bedrijven) Openbare >250 kW onderneming 3% 5 - 36 kW 100 - 250 kW 4% Private 10% 6% onderneming 36 - 100 kW 32% 9% 5 - 36 kW 19% 0 - 5 kW Particulier 0 - 5 kW 62% 65% 90% PV: 119.894 kW PV: 13.380 kW (Particulieren) PV: 106.514 kW (Bedrijven) Particulier 0 - 5 kW 5 - 36 kW Openbare 11% 5 - 36 kW 5% 5% onderneming 19% 8% 36 - 100 kW 12% >250 kW 59% 100 - 250 kW Private 0 - 5 kW 19% onderneming 81% 81% 8 BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong
Figuur 3: Uitsplitsing van het FV-productiepark eind 2019 volgens de vermogenscategorie PV: 6.153 installaties PV: 119.894 kW 100 - 250 kW >250 kW 0 - 5 kW 36 - 100 kW 2% 2% 14% 3% 5 - 36 kW 5 - 36 kW 13% 6% 36 - 100 kW >250 kW 11% 52% 0 - 5 kW 100 - 250 kW 80% 17% In het geval van warmtekrachtkoppeling laat de database 6% van de installaties maar zijn ze goed voor 58% van het in haar huidige vorm niet toe de VME af te zonderen. geïnstalleerd vermogen. De hogere vermogenscategorie Ze worden dus verkeerdelijk gelijkgesteld met private (≥ 200 kWe) is in haar eentje goed voor meer dan vennootschappen en het aandeel van de installaties bij 78% van het geïnstalleerd vermogen terwijl de lagere particulieren wordt voorgesteld als gelijk aan nul. BRUGEL zal vermogenscategorie (≤ 15 kWe) slechts 3% van het zijn database proberen bij te werken opdat deze informatie geïnstalleerd vermogen vertegenwoordigt. opnieuw te vinden zal zijn in de toekomstige verslagen. De zes installaties met een vermogen van 5 kWe of minder Figuur 4 toont dat 39% van de zijn allemaal microwarmtekrachtkoppelingsinstallaties warmtekrachtkoppelingsinstallaties een vermogen heeft dat met een vermogen van bijna 5 kWe. De huishoudelijke kleiner is dan of gelijk aan 15 kWe, of een toename met 5% microwarmtekrachtkoppelingsinstallaties van het type tegenover eind 2018. Whispergen met een vermogen van 1 kW zijn van de markt verdwenen ten gevolge van gebreken van dit type Op vergelijkbare wijze met het FV-park vertegenwoordigen installaties en door een gebrek aan dienst na verkoop. installaties met een vermogen van meer dan 1 MWe slechts BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong 9
Figuur 4: Uitsplitsing van het WKK-productiepark eind 2019 volgens het type houder en de vermogenscategorie van de installatie WKK: 235 installaties WKK: 41.901 kW Openbare Openbare onderneming onderneming 16% 36% Private Private onderneming onderneming 84% 64% WKK: 235 installaties WKK: 41.901 kW > 1000 kW 0 - 5 kW 6% 3% 5 - 15 kW 200 - 1000 kW 3% 8% 15 - 50 kW 6% 5 - 15 kW 50 - 200 kW 36% > 1000 kW 50 - 200 kW 21% 58% 13% 200 - 1000 kW 15 - 50 kW 20% 26% 10 BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong
3.2 Jaarlijkse evolutie van het FV- en WKK-park De twee grafieken links in figuur 5 illustreren voor de 2018 is opgenomen in de vorige verslagen over de werking gedaald. Tussen 2014 en 2017 is het nieuw geïnstalleerde fotovoltaïsche installaties (FV) de driemaandelijkse evolutie van de markt van de groenestroomcertificaten en de vermogen gemiddeld elk jaar met 61% gestegen en zo van van de in werking gestelde vermogens en de jaarlijkse garanties van oorsprong. Dit verslag focust op de specifieke 2 MWp opgeklommen tot 9 MWp. Het heeft daarna een hoge vooruitgang van het gecumuleerde vermogen tot eind evoluties in de loop van 2019. vlucht genomen in 2018 met meer dan 23 geïnstalleerde 2019. Die zijn rechtstreeks verbonden met de evolutie van MWp, of een toename met 160% in vergelijking met het jaar de verschillende financiële stimulansen (premies, fiscale Na de laatste piek van inwerkingstellingen van vermogen 2017. In 2019 was er het hele jaar een volgehouden ritme voordelen en toekenning van GSC’s) zoals weergegeven in tijdens het derde kwartaal 2013 (bijna 17 MWp van inwerkingststellingen waardoor eer nieuw jaarrecord figuur 59. De contextuele analyse van de historiek tot eind geïnstalleerd), is het aantal nieuwe installaties drastisch werd gevestigd met meer dan 29 geïnstalleerd MWp. Figuur 5: Evolutie van de financiële stimulansen voor FV Premies en belastingvoordelen [% van de investering] 80 8 Vermenigvuldigingscoëfficiënt (VC) 70 7 60 6 50 5 40 4 30 3 20 2 10 1 0 0 2006-T1 2006-T3 2007-T1 2007-T3 2008-T1 2008-T3 2009-T1 2009-T3 2010-T1 2010-T3 2011-T1 2011-T3 2012-T1 2012-T3 2013-T1 2013-T3 2014-T1 2014-T3 2015-T1 2015-T3 2016-T1 2016-T3 2017-T1 2017-T3 2018-T1 2018-T3 2019-T1 2019-T3 Gewestelijke premie Belastingaftrek (particulieren) Belastingaftrek (bedrijven) GK ‘kleine’ FV GK ‘grote’ FV 9 ‘Kleine’ FV-installaties worden gelijkgesteld met installaties van minder dan 20 m² die, in het stelsel dat van kracht was vóór juli 2011, een VC genoten van 4. ‘Grote’ FV-installaties worden gelijkgesteld met installaties van meer dan 1.000 m² die, in het stelsel dat van kracht was vóór juli 2011, een VC genoten van 2. De installaties daartussen genieten, in het stelsel dat van kracht was vóór juli 2011, een VC tussen 4 en 2. BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong 11
Tot de factoren die deze stijging kunnen verklaren, behoren: heeft geleid tot een ontwikkeling van dit marktsegment, Voor de warmtekrachtkoppelingsinstallaties wordt de meer bepaald ten gevolge van de activiteit van derden- driemaandelijkse evolutie van de in werking en buiten • De vermindering van de installatiekosten; investeerders. De stijging was bijzonder uitgesproken werking gestelde vermogens en het gecumuleerde • De constante hoge uitreikingsgraad van GSC’s voor de in 2019, toen de markt onder 5 kWp een totaal van 6,2 vermogen geïllustreerd in de twee grafieken rechts in figuur installaties sinds 2013 en zelfs naar boven bijgesteld voor geïnstalleerd MWp bereikte, goed voor een toename met 7. De evolutie van de verschillende financiële stimulansen kleine installaties begin 2016; 271% tegenover 2018 en met 1.044% tegenover 2017. In wordt op haar beurt weergegeven in figuur 6. • Het vooruitzicht van een eventuele vermindering van de tegenstelling met de vorige jaren heeft het segment onder toekenningsgraad van GSC’s; 5 kWp op niet verwaarloosbare wijze (21%) bijgedragen • De stijging van de eenheidsprijs van een GSC. tot de globale groei van het geïnstalleerd FV-vermogen. Overigens blijven niet-residentiële installaties van meer Voor de fotovoltaïsche installaties met een vermogen dan 100 kWp het merendeel vertegenwoordigen van de van 5 kWp of minder, is de vermenigvuldigingscoëfficiënt toename van het geïnstalleerd FV-vermogen (64%). inderdaad gestegen van 1,32 naar 1,65 in februari 2016, wat Figuur 6: Evolutie van de financiële stimulansen voor de warmtekrachtkoppelingsinstallaties Premies en belastingvoordelen [% van de investering] 50 7 Vermenigvuldigingscoëfficiënt (VC) 45 6 40 35 5 30 4 25 3 20 15 2 10 1 5 0 0 2006-T1 2006-T2 2006-T3 2006-T4 2007-T1 2007-T2 2007-T3 2007-T4 2008-T1 2008-T2 2008-T3 2008-T4 2009-T1 2009-T2 2009-T3 2009-T4 2010-T1 2010-T2 2010-T3 2010-T4 2011-T1 2011-T2 2011-T3 2011-T4 2012-T1 2012-T2 2012-T3 2012-T4 2013-T1 2013-T2 2013-T3 2013-T4 2014-T1 2014-T2 2014-T3 2014-T4 2015-T1 2015-T2 2015-T3 2015-T4 2016-T1 2016-T2 2016-T3 2016-T4 2017-T1 2017-T2 2017-T3 2017-T4 2018-T1 2018-T2 2018-T3 2018-T4 2019-T1 2019-T2 2019-T3 2019-T4 Gewestelijke premie Belastingvermindering (kleine ondernemingen) VC WKK mede-eig. > 50kWe & < 200kWe VC WKK mede-eig.>50kWe Belastingvermindering (particulieren) VC WKK mede-eig. 15kWe &
Bij warmtekrachtkoppeling is het minder evident om de financiële stimulansen te verbinden aan de in gebruik genomen vermogens. Dat komt onder meer omdat de markt van de warmtekrachtkoppeling relatief stroef is en een vrij grote inertie vertoont. Aangezien de coëfficiënt voor de warmtekrachtkoppelingsinstallaties op aardgas in collectieve woningen met een vermogen tot 15 kWe bijzonder genereus is, werd dit segment felbegeerd door de markt. Van de 49 warmtekrachtkoppelingsinstallaties die in 2019 werden gecreëerd, hebben 28 een elektrisch vermogen dat kleiner is dan of gelijk aan 15 kWe. In tegenstelling met 2018, toen warmtekrachtkoppelingsinstallaties met een vermogen van meer dan of gelijk aan 200 kWe meer dan 69% van het geïnstalleerd vermogen vertegenwoordigden, werd er in 2019 geen enkele WKK-installatie met een vermogen van meer dan 200 kWe geïnstalleerd. Het vermogen dat in 2019 in dienst werd gesteld, is gelijk aan 1.652 kWe terwijl 378 kWe buiten dienst werd gesteld. De netto toename met 1.274 kWe van het gecumuleerd vermogen in warmtekrachtkoppeling is uitsluitend te danken aan de installaties met een vermogen kleiner dan 200 kWe. BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong 13
Figuur 7: Evolutie van het in werking gestelde (IWG) en buiten werking gestelde (BWG) vermogen en het gecumuleerde geïnstalleerde vermogen voor de FV- en WKK-installaties, uitgesplitst volgens de vermogenscategorie 17000 6.500 16000 Geïnstalleerd vermogen - WKK [kW] Geïnstalleerd vermogen - FV [kWp] 15000 5.500 14000 4.500 13000 12000 3.500 11.000 10.000 2.500 9.000 1.500 8.000 7.000 500 6.000 5.000 -500 4.000 -1.500 3.000 2.000 -2.500 1.000 0 -3.500 1000 kW - Ingebruikname > 1000 kW - Buitenwerkingstelling 14 BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong
130.000 44.000 42.000 120.000 40.000 Gecumuleerd vermogen - WKK [kW] Gecumuleerd vermogen - FV [kWp] 110.000 38.000 36.000 100.000 34.000 32.000 90.000 30.000 80.000 28.000 26.000 70.000 24.000 22.000 60.000 20.000 50.000 18.000 16.000 40.000 14.000 12.000 30.000 10.000 20.000 8.000 6.000 10.000 4.000 2.000 0 0 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 1999 2000 2001 2003 2004 2005 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 0 - 5 kW 5 - 36 kW 36 - 100 kW 100 - 250 kW > 250 kW 0 - 5 kW 5 - 15 kW 15 - 50 kW 50 - 200 kW 200 - 1000 kW > 1000 kW BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong 15
De evolutie van het in werking gestelde en buiten werking Deze figuren groeperen de informatie die in de verschillende gestelde vermogen en van het gecumuleerde vermogen grafieken van figuur 7 is opgenomen. Ze maken onder meer van de FV- en warmtekrachtkoppelingstechnologieën wordt een goed onderscheid mogelijk tussen de verschillende weergegeven in de volgende figuren: installatiegolven voor FV- en WKK-installaties, en een vergelijking van de verschillende ketens. Tussen 2018 en 2019 is het geïnstalleerd vermogen gestegen met 30,6 MW, voornamelijk dankzij de FV-installaties (96%). Figuur 8: Evolutie van het in werking gestelde en buiten werking gestelde vermogen en van het gecumuleerde geïnstalleerde vermogen van de fotovoltaïsche en warmtekrachtkoppelingsinstallaties, uitgesplitst volgens het type technologie 17.500 16.500 15.500 14.500 13.500 12.500 11.500 Geïnstalleerd vermogen (kW) 10.500 9.500 8.500 7.500 6.500 5.500 4.500 3.500 2.500 1.500 500 -500 -1.500 -2.500 -3.500 1999-T4 2000-T1 2000-T4 2001-T4 2003-T1 2003-T4 2004-T3 2005-T2 2005-T4 2006-T2 2006-T3 2007-T1 2007-T2 2007-T3 2007-T4 2008-T1 2008-T2 2008-T3 2008-T4 2009-T1 2009-T2 2009-T3 2009-T4 2010-T1 2010-T2 2010-T3 2010-T4 2011-T1 2011-T2 2011-T3 2011-T4 2012-T1 2012-T2 2012-T3 2012-T4 2013-T1 2013-T2 2013-T3 2013-T4 2014-T1 2014-T2 2014-T3 2014-T4 2015-T1 2015-T2 2015-T3 2015-T4 2016-T1 2016-T2 2016-T3 2016-T4 2017-T1 2017-T2 2017-T3 2017-T4 2018-T1 2018-T2 2018-T3 2018-T4 2019-T1 2019-T2 2019-T3 2019-T4 Fotovoltaïsch - in gebruik genomen WKK aardgas - in gebruik genomen WKK aardgas - buiten gebruik gesteld WKK vloeibare biomassa - in gebruik genomen WKK vloeibare biomassa - buiten gebruik gesteld WKK biogas - in gebruik genomen 16 BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong
Puissance cumulée [kW] 0 5.000 10.000 15.000 20.000 25.000 30.000 35.000 40.000 45.000 50.000 55.000 60.000 65.000 70.000 75.000 80.000 85.000 90.000 95.000 100.000 105.000 110.000 115.000 120.000 125.000 130.000 135.000 140.000 145000 150.000 155.000 160.000 165.000 1999-T4 2000-T1 2000-T4 2001-T4 2003-T1 2003-T4 2004-T3 2004-T4 2005-T2 2005-T4 2006-T2 2006-T3 2007-T1 2007-T2 2007-T3 2007-T4 2008-T1 2008-T2 2008-T3 2008-T4 2009-T1 2009-T2 2009-T3 2009-T4 2010-T1 2010-T2 2010-T3 2010-T4 2011-T1 2011-T2 2011-T3 2011-T4 2012-T1 2012-T2 2012-T3 2012-T4 2013-T1 2013-T2 2013-T3 2013-T4 2014-T1 2014-T2 2014-T3 WKK aardgas 2014-T4 2015-T1 2015-T2 2015-T3 2015-T4 Fotovoltaïsch 2016-T1 2016-T2 2016-T3 2016-T4 2017-T1 2017-T2 2017-T3 2017-T4 2018-T1 WKK vloeibare biomassa 2018-T2 2018-T3 2018-T4 2019-T1 2019-T2 2019-T3 BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong 17 WKK biogas 2019-T4
4 Productie van gecertificeerde groene stroom Bij de analyse van de productie van groene stroom Met deze beide elementen moeten we rekening houden De productie van groene stroom afkomstig van de moet worden opgemerkt dat het gaat om de als we het verband willen bestuderen tussen het vermogen verbranding van gemeentelijk afval is tussen 2018 en 2019 elektriciteitsproductie die afkomstig is van gecertificeerde dat in werking is en de productie van groene stroom in gestegen met meer dan 6 GWh en overschreed voor het installaties waarvoor groenestroomcertificaten en/of eenzelfde jaar. eerst de drempel van 117 GWh. Haar aandeel in de totale garanties van oorsprong worden toegekend. Dit betekent productie van groene stroom daalt met meer dan 4% en dat enkel de productie van installaties waarvan de Samengevat zijn de cijfers betreffende de productie van vertegenwoordigt nog maar 34%. certificeringsprocedure met succes werd afgesloten en die groene stroom die in dit verslag zijn opgenomen, afkomstig hun productiecijfers hebben meegedeeld vóór dit verslag van een productiestaat die was gecertificeerd en ingediend Warmtekrachtkoppeling met aardgas boekte dan weer een werd opgesteld, hierin is opgenomen. Op het ogenblik dat op het ogenblik dat dit verslag werd opgesteld. Die cijfers significante toename met meer dan 22 GWh in 2019 en dit verslag werd opgesteld, waren deze twee voorwaarden kunnen nog wijzigen afhankelijk van de productiestaten die wordt daarmee de eerste bron voor de productie van groene niet altijd vervuld voor de installaties die vóór eind 2019 in BRUGEL zal ontvangen. stroom met 128 GWh. werking werden gesteld en die al hadden geproduceerd, want: We merken overigens op dat de definitie ‘groene stroom’ die Bovendien is de door fotovoltaïsche installaties in de ordonnantie10 is vermeld, ook de niet-hernieuwbare geproduceerde hoeveelheid stroom net als in 2018 gestegen • Er verstrijkt altijd een termijn tussen de inwerkingstelling warmtekrachtkoppeling met hoog rendement omvat, dus de met bijna 30%, meer bepaald van 22% tot 25% van de totale van een installatie en de certificering ervan door BRUGEL. warmtekrachtkoppeling op aardgas. productie aan groene stroom. Enerzijds hebben de beheerders van de installaties tijd nodig om de administratieve plichten te vervullen Figuur 9 toont de evolutie van de productie van groene De productie van de warmtekrachtkoppelingsinstallaties en hun certificeringsdossier samen te stellen als de stroom tussen 2010 en 2019, evenals een detail van met biogas vertoonde tot in 2018 een vrij stabiel installatie eenmaal in werking is, en anderzijds is er 2019. Ten behoeve van de leesbaarheid van de grafiek productieprofiel, daar er slechts één dergelijke installatie de behandelingstermijn van het dossier bij BRUGEL. met de evolutie 2010-2019 zijn de waarden voor in werking was in het BHG. Eind 2018 heeft een tweede Pas bij de certificering kennen we de startindex die in warmtekrachtkoppeling op aardgas en afvalverbranding op warmtekrachtkoppelingsinstallatie op biogas een aanmerking moet worden genomen voor het tellen van de de rechtse verticale as geplaatst. vergunning gekregen, wat leidde tot een toename met meer gecertificeerde groene stroom. dan 87% van de productie van groene stroom voor deze • Een deel van de productie wordt pas met een zekere De sterke stijging die werd vastgesteld tussen 2013 en keten. vertraging aangegeven. Dat kan te wijten zijn aan een 2014 van de elektriciteit geproduceerd op basis van de vergetelheid of aan andere redenen, maar feit is dat verbranding van gemeentelijk afval, is te danken aan het Tot slot is de productie van de sommige producenten hun cijfers niet systematisch feit dat deze elektriciteit garanties van oorsprong begon warmtekrachtkoppelingsinstallaties op vloeibare elk kwartaal meedelen. Daardoor is de aangegeven en te ontvangen vanaf het tweede kwartaal 2013, voor het biomassa met 6% gedaald in 2019 als gevolg van de momenteel gekende productie voor 2019 ook kleiner dan gedeelte elektriciteit afkomstig van de biomassafractie van buitendienststelling van 60 kW eind 2018. de werkelijke productie. het afval. 2014 is dus het eerste jaar waarin de productie van het volledige jaar als groene stroom werd geclassificeerd in de vorige verslagen. 10 Art. 2, 7° van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 18 BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong
Figuur 9: Geproduceerde groene stroom in de periode 2010 - 2019 2019: 342.322 MWh geproduceerd 140.000 420.000 WKK biogas 130.000 120.000 390.000 360.000 4% 110.000 330.000 100000 300.000 E [MWh]: Totaal 90.000 Fotovoltaïsch 270.000 25% E [MWh] 80.000 240.000 70.000 210.000 60.000 180.000 50.000 150.000 Gemeentelijke afvalverbranding 40.000 30.000 120.000 90.000 34% 20.000 60.000 10.000 30.000 WKK aardgas 0 0 37% 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 Fotovoltaïsch WKK vloeibare biomassa WKK biogas WKK aardgas Gemeentelijke afvalverbranding Totaal alle energiebronnen De gecombineerde stijgingen van de verschillende ketens Figuur 10: Groene stroom geproduceerd door de keten FV, verdeeld volgens de vermogenscategorie leidt tot een toename met 20% van de productie van groene stroom tussen 2018 en 2019. In totaal werd 342.322 MWh PV: 6.153 installaties 2019: 83.510 MWh geproduceerd gecertificeerde groene stroom, waarvan 214.478 MWh 100 - 250 kW (63%) uit louter hernieuwbare bronnen, geproduceerd in >250 kW 0 - 5 kW 36 - 100 kW 2% 2% 2019. Rekening gehouden met een elektriciteitsverbruik van 10% 2.036 kWh per jaar voor een Brusselse mediane klant zou 3% de productie van groene stroom de behoeften van 168.134 5 - 36 kW 5 - 36 kW huishoudens dekken. 13% 5% Zoals te zien is in figuur 10, produceerden fotovoltaïsche 36 - 100 kW installaties 83.510 MWh in 2019. Installaties van >250 kW 9% meer dan 100 kWp, die slechts 4% van de installaties 60% vertegenwoordigen, leverden 76% van deze productie. 0 - 5 kW 100 - 250 kW 80% 16% BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong 19
De vaststelling is ongeveer dezelfde voor Figuur 11: Groene stroom geproduceerd door de keten WKK, verdeeld volgens de vermogenscategorie warmtekrachtkoppelingsinstallaties. 66% van de productie aan groene stroom, in 2019 goed voor 141.247 MWh, werd Cogen: 235 installaties 2019: 141.247 MWh geproduceerd geleverd door installaties van meer dan 1MWe terwijl die niet meer dan 6% van de installaties vertegenwoordigen. 0 - 5 kW > 1000 kW 6% 3% 5 - 15 kW De evolutie van de productie van groene stroom per keten 200 - 1000 kW ten opzichte van het totale verbruik wordt getoond in 4% 8% 15 - 50 kW figuur 12. Parallel met de toename van de productie van 6% groene stroom is de totale levering van elektriciteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tussen 2018 en 2019 met 5 - 15 kW 3,7% gedaald tot 4.897.029 MWh. Bijgevolg is het aandeel 50 - 200 kW 36% > 1000 kW 50 - 200 kW dat wordt gedekt door de in het BHG geproduceerde groene 21% 60% 11% stroom met 1,4% gestegen, van 5,6 tot 7%. Dit percentage bedraagt 4,4% als enkel de groene stroom uit louter hernieuwbare bronnen in aanmerking wordt genomen. Een dergelijke groei was niet meer geregistreerd sinds 2013. 200 - 1000 kW 15 - 50 kW 13% 26% 20 BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong
Figuur 12: Aandeel productie groene stroom ten opzichte van het totale elektriciteitsverbruik in het gewest %8 Aandeel van het totale verbruik [%] 7 2,61% 6 2,22% 2,08% 5 1,99% 1,61% 4 1,30% 2,40% 1,56% 2,18% 3 2,21% 2,03% 2,12% 1,87% 2 1,76% 1,42% 1,71% 1 1,21% 1,25% 1,17% 0,85% 0,87% 0,97% 0,78% 0,10% 0,12% 0,40% 0 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 Fotovoltaïsch WKK vloeibare biomassa WKK biogas WKK aardgas Gemeentelijke afvalverbranding BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong 21
5 De groenestroomcertificaten als ondersteuning van de productie van groene stroom 5.1 Werking van het systeem 5.1.1 Algemeen principe Figuur 13: Werking van de markt en GSC-stromen Figuur 13 illustreert de werking van de markt van de groenestroomcertificaten (GSC). Aan de ene kant onderscheiden we de handelsstromen voor elektriciteit: Niet-groene groene en niet-groene producenten verkopen hun producenten geproduceerde elektriciteit aan de leveranciers, die ze op hun beurt doorverkopen aan de eindklanten. Aan de andere kant reikt BRUGEL aan de producenten van groene stroom GSC’s uit voor hun productie, voor zover Verkoop SC's de betrokken installatie gecertificeerd werd door BRUGEL. elektriciteit o pG Uitreiking rko Deze producenten verkopen hun GSC’s aan de leveranciers GSC's (of eventuele tussenpersonen), die ze nodig hebben Ve om hun jaarlijkse wettelijke plicht te vervullen, die erin bestaat om een bepaald aantal GSC’s in te leveren op het extranet van BRUGEL. Hoeveel GSC’s een leverancier precies moet inleveren bij BRUGEL, wordt berekend volgens een Leveranciers Inlevering GSC's: percentage, quotum genoemd, van zijn totale levering quotum (%) van x van MWh in het betrokken jaar. Als een leverancier geen of niet genoeg GSC’s inlevert ten opzichte van zijn wettelijke verplichting, legt BRUGEL een boete op van € 10011 per Levering: Facturatie: ontbrekend GSC. Uiteindelijk verhalen de leveranciers de x MWh kosten GSC's kosten van hun verplichting om quota in te leveren op het geheel van hun eindklanten. Elektriciteitsstroom We merken op dat de mogelijkheid om Waalse GSC’s in te voeren is geëindigd in mei 2015, na een periode van tien Eindklanten jaar. GSC-stroom 11 De boetes voor de niet-naleving van de quotuminleveringsverplichting worden in het Energiefonds van het gewest gestort. 22 BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong
5.1.2 Certificering van de installaties Na de indiening van het dossier heeft BRUGEL één maand ‘volledig’ verstuurd. Voor fotovoltaïsche installaties met de tijd om na te gaan of het dossier volledig is en aan alle een vermogen van minder dan 10 kWp wordt samen Om aanspraak te kunnen maken op GSC’s, moet een administratieve en technische vereisten voldoet. Indien met deze kennisgeving ‘volledig’ een conformiteitsattest installatie voor de productie van groene stroom vooraf nodig wordt bijkomende informatie gevraagd en begint verstuurd dat de certificering bevestigt en afsluit. Voor gecertificeerd zijn. Figuur 14 illustreert de fases van de een nieuwe termijn van één maand zodra deze informatie alle andere installaties heeft BRUGEL één maand tijd om certificeringsprocedure vanaf de indiening van het dossier. ontvangen is. In het andere geval wordt een kennisgeving het certificeringsbezoek af te leggen. Bij dit bezoek wordt nagegaan of de realiteit op het terrein overeenstemt met het dossier, worden de energiemeters verzegeld en worden Figuur 14: Certificeringsprocedure de meterstanden opgenomen. Als bij het bezoek geen onregelmatigheden worden vastgesteld, heeft BRUGEL nog Indiening eens één maand tijd om het conformiteitsattest te versturen nieuw dossier / dat de certificering bevestigt en afsluit. bijkomende stukken 5.1.3 Klachten en beroep tegen beslissingen van BRUGEL 1 maand Het gebeurt dat BRUGEL een klacht of een beroep moet behandelen tegen een van zijn beslissingen over de certificering en/of de toekenning van GSC’s. Kennisgeving Analyse Aanvraag In 2019 werden twee klachten behandeld. Certificering ontbrekende volledig OK dossier NOK stukken De eerste had betrekking op een verzoek tot teruggave van de GSC’s die waren uitgereikt aan een fotovoltaïsche FV ≤ 10 kWp installatie die op onrechtmatige wijze zou zijn verkocht 1 maand Ander alsook van de daarmee gepaard gaande inkomsten. De tweede klacht had betrekking op de verkoop van groenestroomcertificaten aan een leverancier en op het gebrek aan betaling daarvoor in weerwil van meerdere Certificerings- herinneringen. bezoek Daar het in beide gevallen ging om een betwisting die enkel betrekking had op de civiele rechten die niet uitdrukkelijk worden bekrachtigd in de ordonnanties tot 1 maand organisatie van de elektriciteits- en de gasmarkt noch in hun uitvoeringsbesluiten, en die bovendien paste in het kader van louter commerciële relaties, diende de Geschillendienst Certificering van BRUGEL zich onbevoegd te verklaren. Bijgevolg heeft BRUGEL geen enkel gevolg gegeven aan deze klachten. BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong 23
5.2 Uitreiking van groenestroomcertificaten aan de producenten De uitgereikte GSC’s zijn rechtstreeks verbonden met de Warmtekrachtkoppeling op biogas kreeg 67% aan GSC’s warmtekrachtkoppelingsinstallaties op vloeibare biomassa productie van de installatie, afhankelijk van de hoeveelheid extra, goed voor een toename met 1% in de totale uitreiking. met 4% gestegen, maar deze technologie vertegenwoordigt CO2 die wordt vermeden ten opzichte van de referentie- Tot slot is de uitreiking van GSC’s aan geen aanzienlijk percentage van het aantal uitgereikte GSC’s. installaties. Voor sommige technologieën en naargelang de datum van ingebruikname van de installatie worden Figuur 15: GSC’s uitgereikt voor de productieperiodes 2010 – 2019 op het basisresultaat van deze berekening echter 300.000 600.000 vermenigvuldigingscoëfficiënten (VC) toegepast om de 280.000 560.000 steun aan te passen aan de economische realiteit van CV octroyés par source d’énergie 260.000 520.000 de markt en een kader te creëren dat de investeringen 240.000 480.000 voldoende stimuleert. De invoering en evolutie van deze 220.000 440.000 VC’s worden weergegeven in figuur 5 (FV) en figuur 6 (WKK). 200.000 400.000 180.000 360.000 160.000 320.000 Figuur 15 toont de evolutie van de uitgereikte GSC’s per 140.000 280.000 technologie voor de productieperiodes 2010-2019. Het 120.000 240.000 aantal door BRUGEL toegekende GSC’s voor de groene 100.000 200.000 stroom die in 2019 werd geproduceerd, was gelijk aan 80.000 160.000 542.410, goed voor een toename met 94.194 GSC’s (+21%) in 60.000 120.000 vergelijking met 2018. 40.000 80.000 20.000 40.000 0 De verbrandingsoven kreeg 117.566 GSC’s, een aantal dat 0 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 nooit eerder werd bereikt sinds de inwerkingtreding van het Fotovoltaïsch WKK vloeibare biomassa WKK biogas WKK aardgas Gemeentelijke nieuwe besluit ‘groene stroom’ in februari 2016. Ondanks deze afvalverbranding Totaal van alle energiebronnen toename met 6% in vergelijking met 2018 daalt het aandeel toegekende GSC’s voor de verbrandingsoven met 3%. 542.410 Toegekende GSC’s WKK biogas Warmtekrachtkoppelingsinstallaties op aardgas kregen 4% 40.907 GSC’s extra in vergelijking met 2018 of een Gemeentelijke toename met meer dan 52%. Bijgevolg is het aandeel van afvalverbranding warmtekrachtkoppeling op aardgas ten opzichte van het 22% totale aantal toegekende GSC’s met 5% gestegen tot 22%. Voor de FV-installaties zet de stijging van het aantal toegekende GSC’s zich door. Na een toename met 18% in 2018 bedraagt deze stijging 15% in 2019. Ze vergezelt de Fotovoltaïsch ontwikkeling van het geïnstalleerd vermogen (+35% in 2018 en +32% in 2019). Bijgevolg blijven de FV-installaties het 52% WKK aardgas merendeel van de uitgereikte GSC’s binnenhalen. 22% 24 BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong
Figuur 16 toont dat FV-installaties met een vermogen Op het vlak van warmtekrachtkoppeling verschilt warmtekrachtkoppeling, terwijl ze niet meer dan 47% kleiner dan of gelijk aan 5 kWp 13% hebben binnengehaald de verdeling van uitgereikte GSC’s volgens de krijgen van de aan deze keten uitgereikte GSC’s. Dit van de 281.609 GSC’s die werden uitgereikt aan de FV- vermogenscategorieën (figuur 17) sterk van de distributie verschil valt te verklaren door het bestaan van een keten. Dit percentage ligt 3% hoger dan het aandeel van van de productie groene stroom volgens dezelfde vermenigvuldigingscoëfficiënt voor kleine installaties die de FV-productie groene stroom die dit segment levert categorieën (figuur 11). Installaties met een vermogen meer dan viermaal groter is dan die van grote installaties. (zie figuur 10) als gevolg van het bestaan van een hogere tussen 5 en 15 kWe die slechts 4% van de productie aan vermenigvuldigingscoëfficiënt voor de categorie met een groene stroom afkomstig van warmtekrachtkoppeling De combinatie van de gegevens van figuur 9 en figuur 15 geeft vermogen kleiner dan of gelijk aan 5 kWp. Installaties met leveren, krijgen 20% van de aan deze keten uitgereikte de gemiddelde toekenning per technologie, i.e. het aantal GSC’s een vermogen groter dan 250 kWp (2% van de installaties) GSC’s. Omgekeerd produceren installaties van meer per MWh dat werd toegekend voor deze technologie, waarvan haalden 60% binnen van de aan de FV-keten uitgereikte GSC’s. dan 1 MWe 66% van de groene stroom afkomstig van de evolutie wordt gegeven in figuur 18. Figuur 16: GSC’s uitgereikt aan de FV-keten volgens de vermogenscategorie Figuur 17: GSC’s uitgereikt aan de keten WKK volgens de vermogenscategorie van de van de installaties installaties PV: 6.153 installaties 218.609 GSC ’s uitgereikt met Cogen: 235 installaties Cogen: 41.901 kW betrekking tot de productie 2019 100 - 250 kW >250 kW 2% > 1000 kW 0 - 5 kW 36 - 100 kW 2% 0 - 5 kW 6% 3% 3% 13% 200 - 1000 kW 5 - 15 kW 5 - 36 kW 5 - 36 kW 8% 20% 13% 5% 5 - 15 kW 36% 36 - 100 kW 9% 50 - 200 kW 15 - 50 kW >250 kW > 1000 kW 12% 21% 47% 60% 100 - 250 kW 13% 50 - 200 kW 12% 0 - 5 kW 80% 15 - 50 kW 200 - 1000 kW 26% 9% BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong 25
Figuur 18: Evolutie van de gemiddelde toekenningsgraad per technologie in de periode 2010-2019 die van kracht zijn op de datum van haar indienststelling, beperken het aantal GSC’s dat aan deze installatie kan 7 worden uitgereikt tot 1 GSC per MWh netto geproduceerde elektriciteit voor het deel van het elektrisch vermogen boven Gemiddeld aantal toekenningen [GSC / MWh] 6 1 MWe. Deze wijziging van de regels voor de berekening van de uitreiking van GSC’s biedt een verklaring voor de daling van de uitreikingsgraad voor deze keten. 5 Overigens is de uitreikingsgraad hoger dan die voor warmtekrachtkoppelingsinstallaties op aardgas, daar de 4 verbranding van biogas CO2-neutraal is; de besparing inzake CO2 is dus groter dan bij aardgas. 3 Om dezelfde redenen worden voor warmtekrachtkoppelingsinstallaties op vloeibare biomassa 2 (koolzaadolie) meer GSC’s toegekend dan voor aardgas. Aangezien deze installaties een vermogen hebben dat niet hoger is dan 1 MWe, is hun toekenningsgraad niet begrensd 1 en is die in 2019 gelijk aan 2,9 GSC’s per MWh. 0 De gecombineerde evoluties van de verschillende 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 toekenningsgraden voor de technologieën FV en WKK resulteren in een lichte daling van de globale gemiddelde Fotovoltaïsch WKK vloeibare biomassa WKK biogas WKK aardgas Gemeentelijke afvalverbranding toekenningsgraad van 1,91 in 2018 naar 1,89 in 2019. De gemiddelde uitreikingsgraad voor de FV-installaties is De evolutie van de toekenningsgraad voor Figuur 19 toont de verdeling van de uitgereikte GSC’s blijven dalen, van 3,8 GSC’s per MWh in 2018 naar 3,4 in warmtekrachtkoppelingsinstallaties op biogas kent een volgens het type houder. Tijdens de QI-periode 2019 was 2019. Aangezien voor het FV-park dat van vóór midden 2011 lichte daling tot 1,84 GSC per MWh12. Tijdens de vorige jaren het aandeel aan particulieren uitgereikte GSC’s niet hoger dateert tot 7,27 GSC’s per MWh werden uitgereikt, daalt de was er slechts één warmtekrachtkoppelingsinstallatie op dan 7% terwijl het in 2018 nog gelijk was aan 12%. Deze gemiddelde toekenningsgraad geleidelijk, naarmate nieuwe biogas in werking in het BHG. Daar deze installatie in 2010 evolutie valt te verklaren door de daling met 2% van het installaties in werking worden gesteld waarvoor minder in werking werd gesteld en een elektrisch vermogen van percentage FV-installaties van minder dan 6 kWp op het GSC’s worden uitgereikt. meer dan 1 MWe heeft, is het aantal GSC’s dat eraan kan totale aantal FV-installaties. Dit cijfer moet echter met de worden uitgereikt, maximaal gelijk aan 2 GSC’s per MWh nodige omzichtigheid worden behandeld daar de VME’s, De gemiddelde toekenningsgraad voor netto geproduceerde elektriciteit. Eind 2018 werd een zoals hierboven gezegd, in het huidige stadium verkeerdelijk warmtekrachtkoppelingsinstallaties op aardgas bedraagt 0,9 tweede warmtekrachtkoppelingsinstallatie op biogas met worden meegerekend als private ondernemingen. in 2019. De stijgende tendens die in 2018 werd aangevat als een elektrisch vermogen van 2 MWe in werking gesteld. gevolg van de invoering van nieuwe coëfficiënten eind 2017, De regels voor de berekening van de uitreiking van GSC’s zet zich door. 12 De analyse van de productie voor 2019 van de installatie CHP00-0019 voor de uitreiking van GSC’s was nog niet afgerond op het ogenblik waarop het huidige verslag werd opgesteld. Bijgevolg werd daarmee geen rekening gehouden in de berekening van de uitreikingsgraad. 26 BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong
Figuur 19: Uitgereikte GSC’s volgens het type houder 600.000 500.000 Uitgereikte GSC 400.000 300.000 200.000 100.000 0 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 Private onderneming Openbare onderneming Particulier BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong 27
5.3 Markt van de groenestroomcertificaten 5.3.1 Globale evolutie van de marktactiviteit Na een significante groei met 18% tijdens de QI-periode Het gemiddeld aantal GSC’s per transactie is lichtjes gedaald, 2018 kende het aantal verkochte GSC’s een bescheidenere van 156 GSC’s in 2018 tot 151 GSC’s in 2019. Dit is het gevolg De volgende tabel toont de cijfergegevens van de GSC- toename van 4% tijdens de QI-periode 2019. van het feit dat het aandeel GSC’s dat werd uitgereikt aan transacties van de quotuminleveringsperiodes 2017, 2018 en warmtekrachtkoppelingsinstallaties met een vermogen 201913: kleiner dan of gelijk aan 15 kWe tussen 2018 en 2019 sterk is gestegen, van 9 tot 20%. Alle technologieën doorgenomen is het percentage GSC’s dat werd uitgereikt aan installaties met Tabel 2: Analyse van het volume en de prijzen van de transacties een laag vermogen gestegen, waardoor de transacties van kleine hoeveelheden GSC’s sterk zijn toegenomen. Kwartaal Aantal Totaal aantal verkochte Prijs / GSC; Eenvoudig Prijs / GSC; Gewogen Waarde van de transacties GSC’s gemiddelde14 gemiddelde15 transacties [€] De evolutie van het aantal verkochte GSC’s en van het 2017-T2 539 38.975 86,67 86,26 3.361.964 eenvoudige en gewogen gemiddelde van de prijzen wordt geïllustreerd in figuur 2016. 2017-T3 706 105.562 88,61 86,69 9.151.465 3.527 500.019 90,91 90,51 45.257.223 2017-T4 1.053 159.626 90,80 88,25 14.087.067 Tijdens de QI-periode 2019 is het aantal verkochte 2018-T1 1.229 195.857 94,20 95,26 18.656.727 GSC’s, net als in de voorbije jaren, gestegen in de loop 2018-T2 568 84.770 95,21 92,67 7.855.342 van de kwartalen naarmate de deadline van de periode 2018-T3 485 94.283 93,79 89,80 8.466.326 dichterbij kwam. Sinds 2017 echter neigt de balans naar 3.795 592.291 95,29 93,07 55.122.059 een evenwicht tussen het eerste en het tweede semester 2018-T4 1.375 202.768 95,78 94,66 19.193.529 van de quotuminleveringsperiode. Het percentage tijdens 2019-T1 1.367 210.471 95,37 93,16 19.606.862 het eerste semester verkochte GSC’s is achtereenvolgens 2019-T2 729 76.619 94,59 92,95 7.122.011 gestegen van 29% in 2017 over 30% in 2018 tot 37% in 2019. 2019-T3 981 153.083 94,53 93,65 14.336.395 Deze spreiding van de vraag naar GSC’s ging hand in hand 4.053 613.816 94,56 94,00 57.697.015 met een stabilisatie van de prijs van de GSC’s. Deze evolutie 2019-T4 1.199 180.368 94,41 93,02 16.777.620 getuigt van een zekere wil om te anticiperen vanwege de 2020-T1 1.144 203.745 94,72 95,52 19.460.988 leveranciers. 13 Een quotuminleveringsperiode X loopt van 1 april van het jaar X tot 31 maart van het jaar X+1 14 Deze prijs komt overeen met de gemiddelde prijs per transactie, waarbij elke transactie hetzelfde gewicht heeft. 15 Deze prijs komt overeen met de gemiddelde prijs per transactie, gewogen per aantal GSC’s per transactie. 16 Merk op dat de prijzen zijn gebaseerd op de informatie die de verkoper ons heeft meegedeeld bij het invoeren van de transactie. 28 BRUGEL • Jaarverslag 2019 • THEMATISCH VERSLAG 04 • Betreffende de werking van de markt voor groenestroomcertificaten en garanties van oorsprong
Vous pouvez aussi lire