Het Plan Structuurplan Amsterdam - Kiezen voor stedelijkheid - Bond van Volkstuinders

 
CONTINUER À LIRE
Het Plan Structuurplan Amsterdam - Kiezen voor stedelijkheid - Bond van Volkstuinders
Structuurplan Amsterdam
Kiezen voor stedelijkheid

1      Het Plan

2003
Het Plan Structuurplan Amsterdam - Kiezen voor stedelijkheid - Bond van Volkstuinders
Het Plan Structuurplan Amsterdam - Kiezen voor stedelijkheid - Bond van Volkstuinders
Woord vooraf

        Het structuurplan ‘Kiezen voor stedelijkheid’ is een plan voor de stad Amsterdam. In het besef dat de
        stad steeds meer deel zal gaan uitmaken van een regionaal stedelijk netwerk, zijn de opgaven en
        oplossingen meer dan voorheen in regionaal perspectief geplaatst en afgestemd met onze buur-
        gemeenten en de provincie Noord-Holland. Het structuurplan van Amsterdam is daarmee een belang-
        rijk onderdeel van het nieuwe streekplan Noord-Holland Zuid.

        Dit structuurplan bestrijkt de periode tot en met 2010. Het ruimtelijk beleid zoals in het plan beschre-
        ven is gericht op die periode, maar vormt voor een deel ook een aanzet tot ontwikkelingen die door-
        lopen in de periode daarna (functiemenging, intensivering et cetera). Het plan bevat echter geen uit-
        spraken over locaties die na 2010 in ontwikkeling zullen komen. Alleen voor het gebied Amstel – AMC
        wordt een uitzondering gemaakt. Het structuurplan kondigt een ontwikkelingsstrategie aan en schetst
        de opgave voor een verkenning van de transformatiemogelijkheden na 2010. Ook het kaartmateriaal
        bestrijkt de periode tot 2010.

        Als het gaat om veranderingen in de stad, is dit structuurplan ambitieus. De stad is en blijft een popu-
        laire plek om te wonen, te werken en te recreëren. Daarom kiest de stad voor stedelijkheid, voor opti-
        maal gebruik van de ruimte en het mengen van verschillende functies. Tot 2010 zal de Amsterdamse
        woningvoorraad door vele woningbouwprojecten met enige tienduizenden woningen toenemen.
        Dat betekent vaak herbestemmen en herschikken van de bestaande ruimte en de bestaande functies.
        De bouwprojecten zijn opgenomen in het Amsterdamse Programma voor Ruimtelijke Investeringen.
        De plankaart van het structuurplan geeft aan waar in de periode tot en met 2010 kan worden ge-
        woond, gewerkt en gerecreëerd en langs welke wegen en spoorlijnen het verkeer wordt afgewikkeld.

        Wanneer woningen worden ontwikkeld op locaties waar nu andere activiteiten plaatsvinden, bijvoor-
        beeld bedrijvigheid, dan zijn er doorgaans middelen en alternatieve locaties nodig om herbestemming
        mogelijk te maken. Amsterdam is dan afhankelijk van actieve medewerking van rijk en provincie. Bij het
        rijk gaat het vooral om geld voor transformaties van het stedelijke gebied, terwijl van de provincie
        Noord-Holland wordt verwacht dat zij alternatieve locaties regelt in haar streekplan en de aanleg van
        benodigde infrastructuur mogelijk maakt.

        Naast het ruimtelijke structuurplan zal ook een sociaal structuurplan (‘Structuurplan voor Sociaal’)
        worden opgesteld. Het doel van dat document is een visie te presenteren die richtinggevend is voor
        ontwikkelingen in het sociale domein van de stad. Ook daarbij zijn het idee van de netwerkstad en de
        keuze voor stedelijkheid uitgangspunt.

        Er zal veel gaan veranderen in de stad. Het gaat niet alleen om het uitvoeren van reeds bekende
        projecten zoals de stedelijke vernieuwing van het naoorlogse woongebied, de aanleg van IJburg of de
        Zuidas, maar ook om nieuwe ontwikkelingen zoals de transformatie van de Noordelijke IJoever West
        en van de werkgebieden Amstel I, II en III. Kiezen voor stedelijkheid is kiezen voor de stad. Dat bete-
        kent meer ruimte voor het wonen, in gemengde milieus en hoge dichtheden. Dat betekent voldoende
        ruimte voor gevarieerde bedrijvigheid, voor een hoog voorzieningenniveau, voor groen, water en
        openbare ruimte van hoge kwaliteit en voor een betere bereikbaarheid. Het betekent ook een stad
        met een sterke positie en sterke relaties in het regionale netwerk.

        Namens B&W van Amsterdam,

        D.B. Stadig
        Wethouder Ruimtelijke Ordening
Het Plan Structuurplan Amsterdam - Kiezen voor stedelijkheid - Bond van Volkstuinders
Het Plan Structuurplan Amsterdam - Kiezen voor stedelijkheid - Bond van Volkstuinders
Inhoudsopgave

            Inleiding                                                   7
            Stedelijkheid                                               7
            Regio                                                       7
            Vorm van het nieuwe structuurplan                           7
            Plan en status                                              8
            Indeling van het structuurplan                              8
            Aanvullende toetsingskaders                                 9
            Nadere uitwerkingen                                         9

        1   Ontwikkelingen en opgaven in vogelvlucht                   13
            1.1 Ontwikkelingen                                         13
            1.2 Opgave voor Amsterdam                                  15
            1.3 Opgave voor de regio                                   16

        2   Toekomstperspectief stad en regio                          19
            2.1 Visie op Amsterdam                                     19
            2.2 Visie op de regio                                      20

        3   Randvoorwaarden                                            23
            3.1   Hoofdwater- en groenstructuur                        23
            3.2   Hoofdnetten infrastructuur                           25
            3.3   Reserveringen infrastructuur                         26
            3.4   Locatiebeleid                                        27
            3.5   Hoogbouw                                             29
            3.6   Milieuhindercontouren                                29
            3.7   Kleinschalige bedrijvigheid                          31

        4   Ruimtelijke structuur                                      33
            4.1 Structuurlaag 1: water en groen                        33
            4.2 Structuurlaag 2: weg-, rail- en kabelinfrastructuur    34
            4.3 Structuurlaag 3: milieutypen                           36

        5   Spreiding en programmering                                 41
            5.1   Algemeen                                             41
            5.2   Wonen                                                42
            5.3   Kantoren                                             44
            5.4   Detailhandel                                         44
            5.5   Bedrijven                                            45
            5.6   Maatschappelijke functies                            47
            5.7   Parkeergarages/transferia                            50

        6   Gebiedsvisies                                              53
            6.1   Binnenstad en gordels                                53
            6.2   IJburg en Zeeburgereiland                            54
            6.3   Noord en Waterland                                   55
            6.4   Westelijke Tuinsteden, A10-West en Nieuwe-Meerzone   57
            6.5   Amsterdam Zuidoost                                   58
            6.6   Amstelscheg                                          59
            6.7   Zuidas en Buitenveldert                              59
            6.8   Westpoort                                            60
Het Plan Structuurplan Amsterdam - Kiezen voor stedelijkheid - Bond van Volkstuinders
7   Nadere uitwerkingen                       63
    7.1 Structuurplanuitwerking Westrand      63
    7.2 Ontwikkelingsstrategie Amstel – AMC   65

    Toelichting op het kaartblad              69
Het Plan Structuurplan Amsterdam - Kiezen voor stedelijkheid - Bond van Volkstuinders
Inleiding
                 Wat kan een stad als Amsterdam anders dan ‘kiezen voor stedelijkheid’? Toch is dat niet zomaar

                 de titel van dit structuurplan. De keuze voor stedelijkheid komt voort uit de constatering dat

                 Amsterdam zich samen met de omliggende kernen verder ontwikkelt tot een samenhangend

                 stedelijk netwerk op regionaal niveau. Dit proces is een aantal jaren aan de gang en Amsterdam

                 is al onderdeel van een netwerk, waar bijvoorbeeld Schiphol, de IJmond en Almere ook deel

                 van uitmaken. Daarom geeft de gemeente de voorkeur aan de netwerkstad als ruimtelijk ont-

                 wikkelingsmodel voor de regio.

     Hoe werkt zo’n stad? Mensen wonen in plaats A,              een traditioneel, gedetailleerd, zich binnen de
     werken in gemeente B en recreëren in gebied C.              gemeentegrenzen afspelend structuurplan.
     Het grootste deel van de dagelijkse verplaatsingen,         Dit structuurplan heeft daarom een andere vorm
     activiteiten, contacten en transacties speelt zich af       gekregen. Het plan kent meer betekenis toe aan de
     op regionaal niveau. Niet alles gebeurt meer in de          samenhang tussen ruimtelijke ontwikkelingen in de
     stad. Uiteraard zijn er ook relaties met een veel           stad en die in de regio. De visie op Amsterdam is
     groter gebied: de Deltametropool (de grote steden           ook gebaseerd op wat zich op regionale schaal zal
     van de Randstad en het Groene Hart tezamen), de             of (volgens Amsterdam) zou moeten afspelen. Maar
     rest van Nederland en internationaal. Met de juiste         daarmee is het structuurplan geen regionaal plan
     sturing kan de netwerkstad sterker worden, meer             geworden. Het blijft een plan van en voor de
     zijn dan de som der delen. De verschillende onder-          gemeente, met een geldingsduur tot 2010.
     delen kunnen elkaar aanvullen door zich vooral te
     richten op hun eigen kwaliteiten. Voor Amsterdam        Vorm van het nieuwe structuurplan
     is dat stedelijkheid. ‘Kiezen voor stedelijkheid’ is        Dit structuurplan zoekt oplossingen voor proble-
     dus niet alleen de titel, maar ook het motto van dit        men van nu en straks. Dat is niet alleen zichtbaar in
     nieuwe structuurplan.                                       de gemaakte keuzes, maar ook in de manier waar-
                                                                 op sturing aan het beleid wordt gegeven. Door de
Stedelijkheid                                                    toenemende maatschappelijke dynamiek volstaat
     Een structuurplan is een ruimtelijk plan voor de            een gedetailleerd ruimtelijk plan niet meer en kan
     stad. Dat betekent weliswaar dat veel uiteenlopen-          het zelfs belemmerend werken, zo leert de ervaring
     de beleidsonderwerpen aan bod komen, maar                   uit de afgelopen periode. Ook speelt mee dat de
     alleen voor zover die onderwerpen ruimtelijke               overheid tegenwoordig slechts één van de partijen
     implicaties hebben. Amsterdam is de meest uit-              is die bijdragen aan de ruimtelijke ontwikkeling van
     gesproken, meest stedelijke stad in de regio.               de stad. De gemeente heeft daarom gekozen voor
     Amsterdam bloeit en heeft, zoals veel andere grote          een globaal en flexibel structuurplan over de
     steden in Europa, in de afgelopen 10 jaar een nieuw,        hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling. Die
     herwonnen elan gekregen. De snelle ontwikkeling             hoofdlijnen moeten een regisserend en sturend
     van informatie- en communicatietechnologie heeft            effect hebben én voldoende ruimte laten voor al
     de betekenis van de stad als ontmoetingsplaats              die andere partijen. Dit plan biedt ruim baan aan
     (een belangrijke voorwaarde voor stedelijkheid)             acties en ambities. De gemeente beoogt dat
     geenszins verminderd. Het tegendeel is eerder               ‘Kiezen voor stedelijkheid’ wordt vertaald in con-
     waar. Het lijkt daarom vanzelfsprekend dat Amster-          crete plannen en vervolgens leidt tot uitvoering.
     dam zich binnen zijn netwerk richt op stedelijkheid         Niet alleen toezicht achteraf, maar ook sturen en
     als meest kenmerkende kwaliteit. Dat heeft invloed          stimuleren vooraf.
     op de ontwikkelingen en opgaven voor Amsterdam              Dit structuurplan kent geen indeling per stadsdeel.
     op allerlei gebied.                                         Een gebiedsgerichte aanpak staat voorop, waarbij
                                                                 gebieden zijn gekozen op basis van een gezamen-
Regio                                                            lijke opgave. ‘Grensoverschrijdende’ problemen en
     Diverse studies en rapporten voorspellen mogelijke          kansen krijgen zo meer aandacht. Ook de verschil-
     ruimtelijke ontwikkelingen die niet meer passen in          lende sectoren worden in dit plan niet in aparte

Structuurplan Amsterdam   1 Het Plan                                                                   Inleiding    7
Het Plan Structuurplan Amsterdam - Kiezen voor stedelijkheid - Bond van Volkstuinders
Proces en procedure
     Na het vaststellen door het College van burgemeester        Het ontwerpstructuurplan Amsterdam is na vast-
     en wethouders van Amsterdam van de Voortgangs-              stelling door het College formeel ter visie gelegd.
     rapportage Structuurplan in februari 2000 is gestart        Op deze ter visielegging zijn bijna 125 verschillende
     met het opstellen van een nieuw structuurplan. In           zienswijzen ingediend. Deze zienswijzen zijn geana-
     september 2000 is de Discussienotitie Structuurplan         lyseerd en beantwoord in de Nota van Beantwoording
     Amsterdam uitgebracht. Deze is breed ambtelijk en           ontwerpstructuurplan ‘Kiezen voor stedelijkheid’
     maatschappelijk besproken, zowel binnen als buiten          (concept 18 september 2002). Op de openbare hoor-
     de gemeente. De resultaten zijn verwerkt in de Visie        zitting van de raadscommissie Stedelijke Ontwikke-
     op Hoofdlijnen van mei 2001. Ook die werd door het          ling en Waterbeheer van 2 oktober 2002 hebben de
     College vrijgegeven voor discussie en overleg met           indieners hun zienswijzen mondeling kunnen
     dezelfde partners. De Visie op Hoofdlijnen is sterk         toelichten. Op basis van de tervisielegging en het
     georiënteerd op de regio en op de lange termijn en          horen van de commissie (30 oktober 2002) is het
     vormde de Amsterdamse inbreng voor het nieuw op             ontwerpstructuurplan aangepast, voorgedragen in
     te stellen streekplan Noord-Holland Zuid. De resul-         B&W en voor een tweede termijn in de commissie
     taten van het overleg zijn verwerkt in het concept-         besproken (8 januari 2003). Naar aanleiding van die
     ontwerpstructuurplan van oktober 2001. Het overleg          commissiebehandeling is het plan nog aanzienlijk
     over het conceptontwerp is gevoerd met dezelfde             gewijzigd, werd het opnieuw in B&W en de
     maatschappelijke en ambtelijke partners, maar betrof        commissie gebracht en is het vervolgens vastgesteld
     bovendien het zogenaamde artikel 10 overleg (BRO).          in de Amsterdamse gemeenteraad (16 april 2003).
     Ook werd een inspraakavond gehouden. De resulta-            Het vastgestelde plan zal worden voorgedragen aan
     ten van het overleg zijn verwerkt in het ontwerp-           Gedeputeerde Staten van Noord-Holland om het
     structuurplan en samengevat en geanalyseerd in de           vast te stellen als uitwerking van het streekplan
     notitie ’Resultaten van het overleg en besluitvorming       Noord-Holland Zuid voor het grondgebied van de
     door B&W’ die gelijk met het ontwerpstructuurplan           Gemeente Amsterdam.
     is uitgebracht.

    hoofdstukken behandeld. Ze komen integraal aan           Indeling van het structuurplan
    bod in de visie, bij spreiding en programmering, bij         Centraal in deel I, Het Plan, staat het toekomst-
    de ontwikkeling van ruimtelijke structuren, in de            perspectief voor de hoofdlijnen van de regionale en
    vorm van randvoorwaarden en bij de deelgebieden.             stedelijke ruimtelijke ontwikkeling. Dat perspectief
                                                                 wordt nader uitgewerkt in randvoorwaarden, in
Plan en status                                                   beleid voor spreiding en programmering, in een
    Het structuurplan dient als beleids- en toetsings-           visie op de ontwikkeling van ruimtelijke structuren,
    kader voor bestemmingsplannen binnen de                      in een visie op verschillende gebiedsdelen van de
    gemeentegrenzen. De gemeente Amsterdam en                    stad en, ten slotte, in opgaven voor nadere uit-
    de provincie hebben bij de instelling van de stads-          werkingen van het plan. Het plan gaat vergezeld
    delen afspraken gemaakt over beleidsvrijheid.                van een kaartblad, vooral ter toetsing van bestem-
    Om de bestuurlijke positie van de centrale stad te           mingsplannen. Hierop staan de plankaart, drie kaar-
    versterken krijgt dit structuurplan de status van            ten met randvoorwaarden en een kaart met de situ-
    streekplan. Gedeputeerde Staten stellen het plan             atie 2002. Zie voor meer informatie de ‘Toelichting
    vast als nadere uitwerking van het streekplan                op het kaartblad’ achterin.
    Noord-Holland Zuid voor het grondgebied van                  In deel II, De Toelichting, wordt het toekomstper-
    Amsterdam. Hiermee wordt het structuurplan inte-             spectief onderbouwd. De begrippen netwerkstad
    graal onderdeel van dat streekplan. Het zal boven-           en stedelijkheid krijgen een uitwerking op basis van
    dien, als nadere uitwerking van het streekplan, aan          diverse studies die de gemeente Amsterdam heeft
    de regioraad van het Regionaal Orgaan Amsterdam              laten verrichten door onder meer de Universiteit
    worden voorgelegd.                                           van Amsterdam. Verder worden maatschappelijke
    In het algemeen geldt dat wanneer voorstellen                en ruimtelijke ontwikkelingen geschetst. De keuzes
    voor nieuw ruimtelijk beleid afwijken van het vast-          die de visie op stad en regio bepalen, worden ver-
    gestelde structuurplan, een nieuw structuurplan              volgens expliciet onderbouwd. In deel III wordt een
    nodig is of voor de desbetreffende gebieden een              overzicht gegeven van het overleg dat is gevoerd
    structuurplanherziening vereist is, inclusief de daar-       over dit structuurplan. Daarnaast zijn de resultaten
    bij behorende procedures van inspraak en besluit-            van de tervisielegging integraal opgenomen.
    vorming.

8     Inleiding                                                                   1 Het Plan   Structuurplan Amsterdam
Het Plan Structuurplan Amsterdam - Kiezen voor stedelijkheid - Bond van Volkstuinders
Aanvullende toetsingskaders                                        Wanneer een aanvullend toetsingskader?
     Voor functies die in het bijzonder aandacht of                Aanvullende toetsingskaders zijn vooral relevant
     bescherming nodig hebben, is of komt meer gede-               waar en wanneer sprake is van:
     tailleerd beleid met aanvullende regels (Aanvullend         • uitgesproken kwetsbare functies of gebieden die via
     Toetsingskader). Bij toetsing van plannen worden              het ruimtelijke beleid bescherming nodig hebben
     ook deze aanvullende toetsingskaders geraad-                  tegen ongewenste ontwikkelingen en waar het
     pleegd. In het structuurplan worden aanvullende               nieuwe (globale) structuurplan of andere bestaande
     toetsingskaders aangekondigd voor het nieuwe,                 wettelijke kaders die bescherming onvoldoende
     tevens in regionaal verband vast te stellen locatie-          bieden;
     beleid en het hoogbouwbeleid. Het aanvullend                • beleidsterreinen die vragen om een meer verfijnde
     toetsingskader Hoofdgroenstructuur (5 juni 2002)              regelgeving in de ruimtelijke sfeer dan het nieuwe
     behorende bij het structuurplan ‘Amsterdam Open               (globale) structuurplan mogelijk maakt (of met
     Stad’ (1996) wordt ook op dit structuurplan van               andere wettelijke kaders worden geregeld), maar die
     toepassing verklaard, uitgezonderd de groene                  noodzakelijk is voor het doen slagen van het in het
     elementen die uit de hoofdgroenstructuur zijn ver-            structuurplan voorgestane ruimtelijke beleid.
     wijderd en met inbegrip van de elementen die in
     dit structuurplan aan de hoofdgroenstructuur zijn             Uiteraard is niet geheel te overzien of zich in de na-
     toegevoegd.                                                   bije toekomst, naast de reeds geselecteerde onder-
     De ervaring met aanvullende toetsingskaders leert             werpen (hoogbouwbeleid, locatiebeleid), nieuwe
     dat een striktere afbakening gewenst is welk beleid           onderwerpen aandienen die een aanvullend
     wél en welk beleid níet met een aanvullend toet-              toetsingskader vereisen. Daarbij zouden dezelfde
     singskader kan worden vastgesteld. Met het nieuwe             criteria moeten gelden als hier genoemd. Boven-
     structuurplan wordt bovendien een globaler ruimte-            dien geldt dat B&W een concrete opdracht moeten
     lijk beleid beoogd. Het zou dus vreemd zijn                   geven een aanvullend toetsingskader op te stellen en
     wanneer tegelijkertijd voor van alles en nog wat              dienen de aanvullende toetsingskaders relevant te
     gedetailleerde aanvullende toetsingskaders worden             zijn op de schaal en termijn van het structuurplan.
     opgesteld. Dat neemt overigens niet weg dat rele-             Mogelijke voorbeelden zijn nieuw gemeentelijk
     vante beleidsnota’s, die na inwerkingtreding van dit          beleid over cultuurhistorie of geluidshinder.
     structuurplan door de gemeenteraad worden vast-
     gesteld, net als vroeger in de afwegingen worden
     betrokken.                                                     kelingsstrategie (voor de zone Amstel – AMC).
                                                                    Waarom een structuurplanuitwerking? Voor de
     Nadere uitwerkingen                                            Westrand is al een visie op hoofdlijnen gemaakt,
     De belangrijkste acties na de vaststelling van het             maar een ruimtelijke vertaling van de visie is nodig.
     structuurplan zijn het opstellen van één structuur-            De uitwerkingsbevoegdheid biedt de gelegenheid
     planuitwerking (voor de Westrand) en één ontwik-               om het structuurplan uit te werken overeenkomstig

     Afwijkingen en reikwijdte
     Een globaal structuurplan heeft een grotere flexibi-           en Waterbeheer uit de Gemeenteraad en na advies
     liteit dan een gedetailleerd plan. Binnen het beleids-         van de Amsterdamse Planologische Commissie,
     kader bestaat ruimte voor interpretatie. Wanneer die           conform de in het streekplan genoemde categorieën.
     ruimte geboden is en vervolgens gekozen wordt voor             Dit besluit is een advies aan Gedeputeerde Staten die
     een bepaalde interpretatie, dan telt dat niet als ‘afwij-      gelijktijdig met een besluit over goedkeuring van het
     ken’. Voor onderdelen van het ruimtelijk beleid kan            bestemmingsplan of naar aanleiding van een bouw-
     het gewenst zijn nadere, gedetailleerde beleidsregels          plan, een beslissing nemen
     vast te leggen. Dat kan met aanvullende toetsings-             over de afwijking van de streekplanuitwerking.
     kaders.                                                        De provincie wordt in een vroegtijdig stadium over
     In het streekplan Noord-Holland Zuid zijn verschil-            mogelijke toepassing van de afwijkingsbevoegdheid
     lende categorieën beleidsuitspraken aangegeven met             geïnformeerd. Het streekplan Noord-Holland Zuid
     een bijpassende (van lichte tot zware) procedure.              kent geen concrete beleidsbeslissingen binnen de
     Besluitvorming over afwijkingen vindt in eerste                grenzen van het Amsterdamse deel. Dat betekent
     instantie plaats op gemeentelijk niveau. Burgemeester          dat de vraag of er eventueel sprake is van beleids-
     en wethouders nemen een besluit tot afwijking, na              beslissingen waaraan een Milieu Effect Rapportage
     behandeling in de Commissie Stedelijke Ontwikkeling            gekoppeld moet worden hier niet aan de orde is.

Structuurplan Amsterdam    1 Het Plan                                                                      Inleiding        9
de in het plan opgenomen regels. Het ontwerp van
     de uitwerking zal vier weken ter visie worden
     gelegd, waarin een inspraakavond zal worden geor-
     ganiseerd. Na vaststelling door de gemeenteraad
     zal de uitwerking aan Gedeputeerde Staten worden
     voorgelegd, zodat zij het uitwerkingsplan kunnen
     vaststellen als herziening van het streekplan Noord-
     Holland Zuid.
     Waarom een ontwikkelingsstrategie? De zone
     Amstel – AMC zal de komende decennia ingrijpend
     veranderen, maar de aard, inrichting en uitkomsten
     van de transformatieprocessen moeten met betrok-
     ken partijen nader worden uitgewerkt. De resulta-
     ten van de ontwikkelingsstrategie verkrijgen pas
     status na een raadsbesluit. Uitvoering van voorstel-
     len die afwijken van wat met dit structuurplan is
     vastgesteld vergen een herzien of nieuw structuur-
     plan.

10    Inleiding                                             1 Het Plan   Structuurplan Amsterdam
Structuurplan Amsterdam   1 Het Plan   11
De ontwikkeling van de stad zet door met onder meer de aanleg van IJburg.
1               Ontwikkelingen en opgaven
                in vogelvlucht
                De Amsterdamse samenleving is voortdurend in ontwikkeling. Sinds het midden van de jaren

                tachtig neemt het aantal inwoners toe door natuurlijke groei, door afname van het aantal

                mensen dat de stad verlaat en door meer aanwas uit het buitenland. Het aandeel allochtonen

                zal verder toenemen, van ruim een derde nu tot meer dan de helft in het tweede kwart van

                deze eeuw.

1.1 Ontwikkelingen                                               laatste is niet eenvoudig. Op dit moment wordt de
                                                                 jaarlijks geplande bouwopgave niet gehaald. Het
Bevolking en wonen in Amsterdam                                  gaat overigens niet alleen om aantallen woningen.
     Naast aanwas uit traditionele immigratielanden              Belangrijk is ook dat mensen vragen om meer
     neemt de migratie vanuit westerse geïndustriali-            kwaliteit en variatie. Vraag en aanbod zijn nu niet
     seerde landen toe, in het kielzog van internationale        goed in evenwicht. Er zijn veel kleine, goedkope,
     bedrijven en instellingen. Ook deze mensen bege-            gestapelde huurwoningen in Amsterdam. Veel
     ven zich op de woningmarkt en zoeken veelal een             mensen willen een betere en grotere woning in de
     goede, maar niet per se grote woning in een uit-            stad en hebben er ook (in beperkte mate) geld
     gesproken stedelijke omgeving. Het stedelijk woon-          voor. Maar omdat die woningen er onvoldoende
     milieu van Amsterdam staat in toenemende mate               zijn, blijven deze mensen óf goedkoop wonen óf
     in de belangstelling van deze groepen. Dit woon-            verhuizen ze, noodgedwongen, naar de regio.
     milieu, zoals dat zich grofweg binnen de ring mani-         Daar worden wel grotere koopwoningen gebouwd.
     festeert, is uniek in Nederland, zowel in omvang, in        Het ongewenste gevolg is een scheefgroei in het
     aantrekkingskracht, als in ontwikkelingspotentie.           sociale evenwicht. Het beleid van stedelijke ver-
     Het is bij uitstek het gebied waar het stedelijk            nieuwing, waarmee het naoorlogse woongebied
     wonen tot volle wasdom is gekomen, met bijbeho-             van Amsterdam opnieuw wordt gestructureerd,
     rende hoge dichtheden en vierkante-meterprijzen.            gaat daarom uit van woningen die groter zijn, vaker
     Maar er gaan ook mensen weg. Het gaat vooral om             koopwoning zijn en een hogere kwaliteit hebben.
     gezinnen, meestal uit de middenklasse, die op zoek
     zijn naar een eengezinswoning in een rustige wijk.     Vrije tijd, voorzieningen en leefcultuur
     Dit type woning en woonomgeving is in Amster-               De welvaart van Amsterdammers is, net als van de
     dam maar beperkt voorhanden, maar wordt wel in              andere Nederlanders, toegenomen. Tegelijkertijd
     ruime mate gebouwd in de regio, zoals in Almere             zijn mensen mobieler geworden, individueler en is
     en de Haarlemmermeer.                                       de stedelijke samenleving divers en multicultureel.
     Amsterdam is uitermate populair als woonplek.               Dat leidt tot een grote diversiteit aan leefstijlen,
     Het aantal huishoudens in de stad neemt toe, maar           zichtbaar in de openbare ruimte.
     steeds meer huishoudens bestaan tegenwoordig uit            Amsterdam heeft een breed pakket aan voorzienin-
     een of twee personen. Die trend zal doorzetten.             gen. In het dagelijkse gebruik gaat het vooral om
     Door de continue instroom van jongeren blijft hun           winkels, sportmogelijkheden, volkstuinen, gezond-
     aandeel in Amsterdam hoog. In tegenstelling tot in          heidszorg, onderwijs en religie. Al deze voorzienin-
     de rest van het land treedt in Amsterdam geen               gen staan onder invloed van maatschappelijke ont-
     echte vergrijzing op. Wel zorgt de omvangrijke              wikkelingen. Naast de meer algemene trend tot
     naoorlogse geboortegolf voor een toename van                schaalvergroting, gaat het hier juist om de nood-
     het aandeel ouderen in de stad na of rond 2010.             zaak tot schaalverkleining.
     Een andere belangrijke ontwikkeling is dat het              De behoefte aan gevarieerde mogelijkheden voor
     ruimtegebruik per inwoner blijft toenemen. Een              vrijetijdsbesteding groeit. Er zijn veel meer
     woning waarin in de jaren vijftig een gezin van vier        uitgaansgelegenheden dan vroeger en ook het
     mensen woonde, blijkt nu nog maar net groot                 winkelbestand is ingrijpend veranderd. Pleinen,
     genoeg voor één persoon. Dit alles leidt tot een            straten en parken in de stad worden intensiever en
     flinke bouwopgave voor Amsterdam en daarbij het             gevarieerder gebruikt dan vroeger.
     bewaken van de continuïteit in het bouwen. Dat              Groen is deels het decor voor activiteiten van de

Structuurplan Amsterdam   1 Het Plan                                   1 Ontwikkelingen en opgaven in vogelvlucht   13
stedeling, maar is ook van belang vanwege met de              de ICT. De economische ontwikkelingen hebben
     stad contrasterende kwaliteiten zoals rust, ruimte            hun invloed op bedrijventerreinen. Het aandeel
     en planten- en dierenleven.                                   kantoren neemt toe door de snelle groei van de
     Cultuur speelt een belangrijke rol, niet alleen van-          tertiaire sector, de dienstverlening. Bovendien
     wege kunst met een grote K, maar ook door allerlei            treedt er menging op met andere functies.
     activiteiten op buurtniveau en door broedplaatsen.            De vraag naar droge en vooral natte (aan havens
     Deze laatste hebben het moeilijk, althans in de               gelegen) bedrijventerreinen is groot en kan slechts
     binnenstad en vlak daar omheen, vanwege de hoge               gedeeltelijk in Amsterdam worden opgelost.
     grondprijzen. Broedplaatsen hebben meer kans in
     zones die wachten op nieuwe ontwikkelingen en             Mobiliteit en bereikbaarheid
     dit soort pioniers kunnen gebruiken, zoals de                 De mobiliteit is enorm toegenomen. Het autobezit
     Noordelijke IJoever.                                          groeide net als de welvaart en wonen en werken
     Regionale en (inter)nationale voorzieningen in                kwamen verder uit elkaar te liggen. Dit uit zich
     Amsterdam bevinden zich van oudsher in het stads-             bijvoorbeeld in meer goederenvervoer, waarvoor
     centrum. Al geruime tijd is een ontwikkeling gaan-            nieuwe concepten nodig zijn. De voor dit structuur-
     de waarbij diverse subcentra ruimte bieden aan                plan uitgevoerde mobiliteitstoets maakt duidelijk
     functies die niet meer in de binnenstad passen.               dat de zogenaamde scheefheid in de woon-werk-
     Dat proces strekt zich inmiddels uit tot ver in de            balans het komend decennium alleen maar groter
     regio. Steeds vaker zullen voorzieningen van                  wordt. Ook het sociaal-recreatieve verkeer zorgt
     bovenlokaal niveau in de regio een plek vinden.               voor extra mobiliteitsgroei. De ICT-ontwikkelingen
     Andere functies leveren daarentegen een belang-               bieden geen oplossingen voor de mobiliteitsgroei.
     rijke bijdrage aan de stedelijke cultuur of gedijen           In Amsterdam is beter grondgebruik rond zones en
     juist in de stad optimaal. Kiezen voor dat soort              knooppunten van openbaar vervoer zeker kansrijk.
     functies is ook ‘kiezen voor stedelijkheid’.                  De auto moeten we echter niet vergeten. Want ook
                                                                   in deze gebieden leidt verdichting tot meer auto-
Werken en economie                                                 verkeer. De omvang en aard van de maatregelen
     De Amsterdamse economie heeft zich het                        om het autoverkeer af te wikkelen zijn afhankelijk
     afgelopen decennium voorspoedig ontwikkeld (al                van de verwachte verkeerstoename. Eisen van leef-
     blijkt dat er recentelijk toch veel bedrijven zijn ver-       baarheid zijn hierbij richtinggevend. Wanneer de
     trokken). Ze is veelzijdig en er is een grote mate van        Westrandweg en een verbinding tussen de A6 en
     vervlechting tussen de verschillende activiteiten. In         A9 worden aangelegd, ontstaat een bijna complete
     toenemende mate hoort de regio hierbij. Naast                 tweede ring rond de stad die het mogelijk maakt
     Schiphol en de dienstensector spelen ook de                   de A10 een meer lokale functie te geven. Dat
     havens en de industrie een belangrijke rol.                   levert ruimte op voor bebouwing.
     In de regio is er veel werkgelegenheid bijgekomen.
     Het aanbod aan arbeidskrachten nam eveneens               De ruimtelijke ontwikkeling van Amsterdam en
     toe. Dat aanbod heeft de hoeveelheid werk echter          de netwerkstad
     niet kunnen bijbenen, vooral als het gaat om hoger            De ruimtelijke structuur van Amsterdam is altijd in
     opgeleiden. Voor een deel worden deze plekken                 ontwikkeling. Amsterdam heeft zich ontwikkeld van
     opgevuld door mensen van buiten, die hier ook                 een stad in een relatief groene omgeving tot een
     moeten kunnen wonen. Voor een groter deel zal                 stad die het centrum vormt van een samenhangend
     Amsterdam zelf aan de vraag naar arbeidskrachten              regionaal netwerk, een netwerkstad. Het functione-
     moeten voldoen door de arbeidsparticipatie onder              ren van dat regionale netwerk is af te lezen aan het
     Amsterdammers te vergroten. Dat kan bijvoorbeeld              hoge aantal dagelijkse verplaatsingen, transporten,
     door scholing en meer kinderopvang.                           transacties en contacten tussen steden, knooppun-
     Amsterdam ontwikkelt zich steeds meer tot het                 ten, (lucht)havens, werkgebieden, woonwijken en
     belangrijkste centrum in Nederland voor zakelijke             recreatievoorzieningen. Goede verbindingen zijn
     en financiële diensten, informatie en telecommuni-            daarom belangrijk. Binnen de netwerkstad zet
     catie. Deze tak wordt ‘nieuwe economie’ genoemd               Amsterdam in op stedelijkheid en het realiseren van
     en wordt sterk beïnvloed door de ontwikkeling van             intensieve en gemengde stedelijke milieus. Het
     informatie- en communicatietechnologie (ICT).                 beleid ‘optimalisering grondgebruik’, dat zich richt
     Deze bedrijven opereren op wereldschaal en heb-               op intensivering én kwaliteitsverbetering, laat zien
     ben baat bij het aantrekkelijke stedelijke klimaat en         hoe dergelijke milieus in de praktijk kunnen worden
     de gemengde milieus van Amsterdam voor hun                    gerealiseerd. In de rest van de regio is genoeg
     dagelijkse contacten en activiteiten. Voor Amster-            geschikte ruimte te vinden voor wonen en werken
     dam liggen er grote kansen in de cluster rondom               in lage dichtheden. De netwerkstad betekent dus

14    1 Ontwikkelingen en opgaven in vogelvlucht                                   1 Het Plan   Structuurplan Amsterdam
dat er specialisatie plaatsvindt tussen de verschil-         vervoer. Concentratie is juist in Amsterdam kansrijk.
     lende kernen van de regio, maar ook dat de regio             De ontwikkelingen in de regio vragen om verbete-
     een compleet aanbod aan milieus en functies                  ringen in de regionale weg- en railinfrastructuur.
     nastreeft. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling            Goede verbindingen zijn immers essentieel voor
     functies naar een andere regio door te verwijzen of          een netwerkstad.
     te verplaatsen.
                                                              Landschappen
Transformatie en optimalisering van het stedelijk                 De regio heeft een aantal waardevolle landschap-
grondgebruik                                                      pen. Het zijn grote, nog gave gebieden buiten de
     Het grondgebruik in de stad wordt al geruime tijd            stedelijke concentraties, zoals Waterland, de duinen,
     geïntensiveerd op plekken die goed over weg en               het Groene Hart en het Markermeer. Het concept
     rail bereikbaar zijn. Het betreft knopen en zones            ‘stad in het landschap’ gaat op deze schaal nog op.
     die in een ring liggen rond de binnenstad en de              Reeds lang wordt gestreefd naar het behoud van
     bebouwingsgordels daaromheen: Teleport Sloter-               deze gebieden en dat zal de komende decennia
     dijk, de Omval en meer recentelijk de Zuidas en de           niet anders zijn. De belangrijkste veranderingen zit-
     A10-West. Met nieuwe openbaarvervoerlijnen wor-              ten dan in de noodzakelijke aanpassing van het
     den meer gebieden beter bereikbaar. De Noord/                watersysteem. Tussen de stedelijke onderdelen van
     Zuidlijn, met zijn toekomstige vertakkingen naar             de netwerkstad liggen kleinere groene en blauwe
     agglomeratie en regio, speelt daarbij een belang-            gebieden die onder druk staan, zoals Spaarnwoude
     rijke rol. De strategische betekenis van plekken             en het IJmeer. Dit zijn elementen die tegenwoordig
     wordt niet alleen bepaald door de ligging. Ook de            aangemerkt kunnen worden als ‘landschap in de
     ontwikkelingsfase is van belang. Zo zijn haven- en           stad’. In de komende decennia zullen hier de struc-
     industriegebieden binnen de ringweg deels ver-               turen worden versterkt door de aanleg van recrea-
     ouderd. De keuze is hier tussen óf ingrijpend her-           tiegebieden, natuurgebieden en verbindende recre-
     structureren óf een complete functieverandering.             atieve of ecologische zones.
     In ieder geval gaat het om transformaties die grote
     veranderingen inhouden. Ook woongebieden ver-            1.2 Opgave voor Amsterdam
     ouderen. De naoorlogse woongebieden hebben
     veel kwalitatief mindere woningen en een woon-               De centrale opgave waar Amsterdam nu en de
     omgeving die niet meer aansluit bij de huidige               komende decennia op ruimtelijk gebied voor staat,
     behoefte.                                                    is het versterken van het profiel in het regionale
                                                                  netwerk, ook om de regio in haar geheel te verster-
Bouwen en verbindingen in de regio                                ken. Deze opgave bestaat uit de volgende thema’s.
     Veel bouwen in de stad betekent niet dat er in de
     regio niets hoeft te gebeuren. Daarvoor is het           Het ontwikkelen van milieus die juist in Amsterdam
     benodigde aantal woningen, bedrijventerreinen            kansen hebben
     en voorzieningen te groot. Op dit moment wordt               Amsterdam biedt specifieke kansen aan milieus met
     weliswaar veel gebouwd in het kader van de Vierde            bebouwing en omgeving van hoge kwaliteit, met
     Nota Extra (Vinex) en de actualisatie daarvan (Vinac),       intensief grondgebruik, met menging van activitei-
     maar binnenkort is dat klaar. Het is de vraag op             ten en met een optimaal openbaarvervoer- en fiets-
     welke plek in de regio nog ruimte voorhanden is              netwerk. Om deze milieus te realiseren moeten
     voor grootschalige verstedelijking. Amsterdam ligt           sommige bestaande woon- en werkgebieden wor-
     omgeven door waardevolle landschappen waar ver-              den getransformeerd en nieuwe gebieden worden
     stedelijking niet gewenst is. Aan de westkant van            ontwikkeld. Dat vergt ingrijpende en complexe
     de stad domineren de lucht- en zeehaven. Deze                operaties. Tegelijkertijd moet de milieuhinder in de
     kennen al tijden een sterk groeiende ruimtebehoef-           stad worden teruggedrongen.
     te. Behalve ruimtebeslag zorgen de luchthaven en             Met de ontwikkeling van bedoelde milieus versterkt
     zeehaven voor milieuhinder. Dat werkt beperkend              Amsterdam niet alleen zijn profiel. De stad voorziet
     voor wonen in een groot deel van de regio. De                ook in een groot deel van de behoefte aan wonin-
     beste kansen voor grootschalige verstedelijking              gen, kantoren en voorzieningen om te voorkomen
     bieden de grote polders, de Haarlemmermeer                   dat daarvoor (een veel groter) ruimtebeslag in de
     en Zuidelijk Flevoland. Hier zal ook het nodige              regio noodzakelijk is. Voor werk dat zich niet laat
     gebouwd gaan worden. Verder is concentratie van              mengen met activiteiten als wonen en recreëren
     verstedelijking binnen bestaand stedelijk gebied dé          moeten locaties worden aangewezen, zowel in de
     opgave. Dat kost minder ruimte en concentraties              stad als daar buiten.
     kunnen beter worden voorzien van goed openbaar

Structuurplan Amsterdam   1 Het Plan                                    1 Ontwikkelingen en opgaven in vogelvlucht   15
Het op alle fronten vergroten van de bereikbaar-                   worden gekozen op grond van de specifieke
heid van de stad                                                   kansen die de verschillende regionale kernen of
     Amsterdam moet zich blijven ontwikkelen als een               gebiedsdelen bieden. Ook voor afzonderlijke acti-
     belangrijk knooppunt voor regionale, nationale en             viteiten moet naar een spreiding worden gezocht
     internationale verbindingen. De bereikbaarheid                die goed past bij de regio als geheel. Het stedelijke
     moet daarom worden vergroot door een gediffe-                 netwerk is daarbij leidend.
     rentieerde inzet van verschillende vervoerswijzen:            In de regio zullen overigens ook voldoende goed-
     verkeer en vervoer over water, via de weg en rail en          kope woningen gebouwd en behouden moeten
     per kabel. De mobiliteitsgroei is tot op zekere               worden.
     hoogte onvermijdelijk, de opgave richt zich vooral
     op het kanaliseren van die groei. Het is van belang       Het bieden van ruimte voor een verdere ontwik-
     stedelijke ontwikkeling en bereikbaarheid goed op         keling van Schiphol
     elkaar af te stemmen. Uitbreiding en een betere               Schiphol is van groot belang voor de Amsterdamse
     inzet van het openbaar vervoer in combinatie met              regio als knooppunt van vervoer én als trekpleister
     de fiets (ketenmobiliteit) zijn sturend. Tegelijkertijd       voor internationale topinstellingen en kantoren.
     zal de stad goed bereikbaar moeten blijven voor               Binnen de grenzen die milieu en leefbaarheid
     automobilisten, maar uitbreiding van auto-                    stellen, moeten optimale voorwaarden worden
     infrastructuur blijft beperkt vanwege de leefbaar-            geboden om de internationale positie van de lucht-
     heid.                                                         haven te versterken. Dat heeft betrekking op de
                                                                   toegestane hoeveelheid milieuhinder, de bereik-
Het verhogen van de kwaliteit van water, groen                     baarheid en de ruimte voor luchthavengerelateerde
en openbare ruimte                                                 activiteiten en infrastructuur.
     Amsterdam moet een balans vinden tussen het
     beschermen van waardevolle elementen van water,           Groei van de zeehaven mogelijk maken
     groen en openbare ruimte én het ontwikkelen van               Zeehaven en industrie vormen een van de pijlers
     kwaliteiten die het voortdurend veranderende leven            van de economie. Omdat zij vooral gericht zijn op
     in de stad faciliteren. In bepaalde delen van                 verwerking, zijn de zeehaven verweven met andere
     Amsterdam zal de stad uitbreiden, wat ten koste               economische pijlers. De opgave is om de mogelijk-
     gaat van groen, water en openbare ruimte. Het                 heden tot groei van deze activiteiten in de regio te
     gaat hier meestal om de stadsrand en daarmee                  benutten, maar ook om het bijbehorende ruimte-
     raken deze ontwikkelingen de groene scheggen.                 beslag en de milieuhinder zoveel mogelijk te con-
     Hier is de opgave om nieuwe of aangepaste struc-              centreren. Betere bereikbaarheid over water, weg
     turen op hun kwaliteiten te onderzoeken en het                en rail is een voorwaarde voor evenwichtige groei.
     verlies aan groen of water te compenseren door
     een hogere kwaliteit te bieden. In bepaalde delen         Het vergroten en differentiëren van de bereik-
     van de stad moet ruimte worden gezocht voor               baarheid van de regio
     waterberging. Veldsport en volkstuinen in de stad             De bereikbaarheid van de regio als internationaal
     moeten gerelateerd worden aan ontwikkelingen in               concurrerend leef- en vestigingsmilieu moet
     het vrijetijdsgedrag, eisen van leefbaarheid en de            worden vergroot. Er moeten daarom betere inter-
     behoefte aan efficiënter ruimtegebruik.                       nationale en nationale verbindingen komen.
                                                                   Versterking van het regionale (openbaar) vervoer is
1.3 Opgave voor de regio                                           uitermate dringend gezien de huidige achterstan-
                                                                   den en knelpunten. Daarnaast moet er in de regio
     De opgave voor Amsterdam hangt samen met de                   meer onderscheid komen in het soort en de mate
     opgave voor de regio. Wat Amsterdam betreft is                van bereikbaarheid, afgestemd op de gewenste
     de centrale opgave voor de regio het uitbouwen                stedelijke ontwikkeling van diverse gebiedsdelen.
     van de positie als internationaal concurrerend                Verschillende principes moeten voor deze opgave
     stedelijk leef- en vestigingsmilieu. Deze opgave              worden ingezet: het scheiden van vervoersstromen
     behelst de volgende thema’s.                                  (‘ontvlechting’), het met elkaar verbinden van ver-
                                                                   voersnetwerken op knooppunten en koppeling van
Het vergroten van de verscheidenheid in regio-                     stedelijke en infrastructurele ontwikkeling.
nale leef- en vestigingsmilieus                                    Bijzondere aandacht verdient het goederenvervoer
     De verscheidenheid aan leef- en vestigingsmilieus             dat naar verwachting een enorme groei zal door-
     in de regio moet worden vergroot door vooral zeer             maken.
     stedelijke en landelijke milieus te creëren. De loca-
     ties waar die milieutypen kunnen komen, moeten

16    1 Ontwikkelingen en opgaven in vogelvlucht                                    1 Het Plan   Structuurplan Amsterdam
Kwaliteitsverhoging van water, groen en
landschap
     Opgave is om tegenwicht te bieden aan de voort-
     gaande versnippering en kwaliteitsvermindering
     van natuur en landschap in de regio. Dat vraagt
     duidelijke keuzes over gebieden die beschermd
     moeten worden en gebieden waar – in samenhang
     met verstedelijking – nieuwe kwaliteiten en land-
     schappelijke structuren moeten worden gereali-
     seerd. Daarbij zijn vooral verbindingen belangrijk.
     Opgave is verder om met aanpassingen aan de
     waterstaat een duurzaam antwoord te vinden op de
     waterproblemen in de regio. Deze aanpassingen
     moeten worden gebruikt om in hun algemeenheid
     kwalitatief hoogwaardige gebieden aan het regio-
     nale landschap toe te voegen.

Structuurplan Amsterdam   1 Het Plan                       1 Ontwikkelingen en opgaven in vogelvlucht   17
Het toekomstperspectief voor de Noordelijke IJoever betekent onder andere de transformatie van het Shell-terrein.
2                Toekomstperspectief stad en regio
                 Hieronder worden de hoofdlijnen van de visie op de stad en de regio geschetst wat betreft de

                 ruimtelijke ontwikkelingen tot 2010 en daarna. In de hoofdstukken hierna wordt deze visie

                 nader uitgewerkt in randvoorwaarden, de gewenste ontwikkeling van ruimtelijke structuren,

                 spreiding en programmering, gebiedsvisies en nadere uitwerkingen van het structuurplan.

                 De visie op de regio, zoals hier geformuleerd, is de visie van de gemeente Amsterdam op haar

                 omgeving en strookt met de gemaakte afspraken in Noordvleugelverband. In het streekplan

                 Noord-Holland Zuid en eventueel andere streekplannen zal een visie op de regio formeel

                 moeten worden vastgelegd. Dit valt buiten de bevoegdheid van de gemeente Amsterdam.

2.1 Visie op Amsterdam                                             alternatieve ruimte aangeboden voor activitei-
                                                                   ten die niet met andere te mengen zijn.
     Het motto van het structuurplan is ‘kiezen voor           •   In de Westrandwegzone is woningbouw niet
     stedelijkheid’. De keuze voor de netwerkstad als              mogelijk. Hier wordt (zij het tot op zekere hoog-
     ruimtelijk ontwikkelingsmodel op de regionale                 te) ruimte geboden voor werk dat zich niet met
     schaal maakt het noodzakelijk dat Amsterdam en                woningbouw laat mengen.
     de andere steden in de regio zich inzetten voor hun       •   De binnenstad, delen van de 19de- en 20ste-
     specifieke kwaliteiten. Concreet resulteert dit voor          eeuwse gordels en de geïntensiveerde over-
     Amsterdam in de onderstaande keuzes. Om deze                  gangszones gaan het grootstedelijke kerngebied
     keuzes op de lange termijn mogelijk te maken, zal             vormen. Dit gebied is het best bereikbaar per
     er al vaak op de korte termijn aan gewerkt moeten             openbaar vervoer en fiets, kent de hoogste
     worden: ruimtelijke ordening betekent tijdig antici-          menging en intensiteit en kent veel variatie in
     peren op toekomstige ontwikkelingen.                          karakter. Er zijn zowel hoogwaardige woningen
                                                                   als internationale topinstellingen, -kantoren en
In de stad worden vooral intensieve en gemeng-                     -voorzieningen. De overige bewoonde delen
de stedelijke milieus gerealiseerd.                                van de stad zullen eveneens relatief hoge dicht-
     •   De stad zal stedelijke milieus ontwikkelen van            heden, menging en een goede bereikbaarheid
         een hoge kwaliteit, met hoge bebouwings- en               hebben. De ruimte voor innovatieve, culturele
         gebruikersdichtheden, met veel functiemenging,            en economische activiteiten zal hier worden ver-
         een optimale aansluiting op het openbaar ver-             groot. In de Westelijke Tuinsteden en in Noord
         voer en een hoogwaardig fietsnetwerk. Dit leidt           zullen stedelijke (deels regionale) centra tot ont-
                                                    2
         tot beperking van energieverbruik en CO -uit-             wikkeling komen met een belangrijke verzor-
         stoot.                                                    gende functie voor het desbetreffende gebied.
     •   De belangrijkste gebieden voor deze intensive-        •   De ontwikkelingen en opgaven zoals beschre-
         ring en menging zijn het naoorlogse woongebied            ven in hoofdstuk 1 en de afspraken die over de
         in West, Noord en Zuidoost en de overgangs-               woningbouw in de periode 2010-2030 zijn
         zones van de stad rondom de ringweg A10, de               gemaakt in Noordvleugelverband leiden naar
         A2 en de A4, en langs het IJ.                             huidige inzichten tot een bouwopgave voor
     •   Bij die intensivering is het tevens de opgave om          Amsterdam van zo’n 50.000 woningen in de
         de milieuhinder niet verder te laten toenemen.            stad voor de desbetreffende periode.
         Dat betreft luchtvervuiling, geluidhinder en          •   Op basis van bovenstaande inzet zal naar ver-
         blootstelling aan gevaar. Voor de hierboven               wachting aan die opgave kunnen worden
         genoemde overgangszones is het terugdringen               voldaan.
         van milieuhinder zelfs een voorwaarde voor            •   Bovendien zullen veel werkgelegenheid en
         intensivering. Daarvoor zullen technisch com-             voorzieningen in de stad tot ontwikkeling kun-
         plexe en kostbare ingrepen worden gedaan                  nen komen. Amsterdam krijgt daarmee een nog
         (overbouwingen en dergelijke) en wordt elders             sterker stedelijk profiel binnen de regio.

Structuurplan Amsterdam   1 Het Plan                                          2 Toekomstperspectief stad en regio   19
De bereikbaarheid wordt verbeterd, zowel over                          regels wordt extra bescherming geboden. Ook op
de weg als per rail en water, en in directe samen-                     een lager schaalniveau zal er worden geïnvesteerd
hang met intensivering en de ontwikkeling van                          in een goede, stedelijke openbare ruimte.
centrummilieus.                                                    •   De visies op het water, groen en de openbare
     •     De intensivering en menging van het stedelijke              ruimte worden afgestemd op de intensivering
           gebied betekenen een uitbreiding van de                     van de stad en op de veranderende behoeften
           milieus met de karakteristiek van een centrum.              van de stedeling. Met gerichte impulsen zal de
           Deze ontwikkeling zal het sterkst plaatsvinden in           (gebruiks)kwaliteit van water, groen en open-
           goed per openbaar vervoer bereikbare zones en               bare ruimte worden verhoogd. Waterberging in
           bij knooppunten. Daarmee wordt een belang-                  de bestaande stad krijgt daarbij extra aandacht.
           rijke bijdrage geleverd aan het kanaliseren van         •   Het ruimtelijk model van Amsterdam met groe-
           de mobiliteitsgroei. Bovendien wordt zo de                  ne scheggen tussen bebouwde lobben blijft (in
           positie van Amsterdam te midden van de ande-                ieder geval tot 2010) behouden. Maar de
           re steden in de regio optimaal benut.                       scheggen worden verschillend behandeld,
     •     Het openbaar vervoer zal worden verbeterd                   afhankelijk van hun kwaliteiten, mogelijkheden
           door een uitbreiding van het metronet naar de               en de stedelijke ontwikkeling. Impulsen worden
           agglomeratie. Het voornemen is de kleine metro-             gegeven aan de Amstelscheg (vanwege de bij-
           ring tussen Isolatorweg en CS te voltooien,                 zondere waarde), aan de Westrand (vanwege de
           IJburg een metroverbinding te geven (de                     toenemende stedelijke druk) en de Diemerscheg
           Diemertak) en de Noord/Zuidlijn te verlengen                (vanwege de behoefte aan meer kwaliteit).
           naar Zaanstad en Schiphol. De tracékeuzes bij           •   Voor veldsport en tuinieren blijven in het stede-
           de doortrekking van de Noord/Zuidlijn lopen                 lijke gebied voorzieningen behouden en worden
           vooruit op kansen voor nieuwe stedelijke                    nieuwe voorzieningen opgenomen. Nieuwe
           ontwikkeling. Voor de lange termijn wordt een               technieken en andere organisatievormen zullen
           Oost/Westmetrolijn voorgesteld. Het tracé en                worden toegepast voor een efficiënter ruimte-
           de haalbaarheid vergen nog nadere studie.                   gebruik.
     •     Er moet een NS-station in de Watergraafsmeer
           komen bij het Science Park Amsterdam.               2.2 Visie op de regio
     •     Voor zones waar metro en trein hetzelfde
           gebied gaan bedienen, is het voorstel geen NS-      Het ontwikkelen van intensieve en gemengde
           stations toe te voegen. De aard van de stede-       stedelijke milieus in Amsterdam, en van subur-
           lijke ontwikkeling wordt aangepast aan de hië-      bane en landelijk-luxe milieus elders in de regio.
           rarchie en het karakter van de verschillende            •   Amsterdam benut zijn kansen om te voldoen
           vervoersknooppunten.                                        aan de groeiende vraag naar stedelijk en zeer
     •     In stedelijk gebied is het stimuleren van fiets-            stedelijk wonen. Dit betekent de keuze voor
           gebruik belangrijk. De kwaliteit van het fiets-             woonmilieus met meer grote woningen van
           netwerk wordt verbeterd.                                    hoge kwaliteit (huur en koop), maar in hoge
     •     De bereikbaarheid van de stad over de weg                   dichtheden, met veel voorzieningen, goed aan-
           vergt verbetering om de voorgestelde intensive-             gesloten op openbaar vervoer en met een fijn-
           ring mogelijk te maken. Met de ontwikkeling                 mazig fietsnetwerk. Verder zal de stad zowel
           van een tweede ring rond Amsterdam (door                    ruimte bieden aan de top van kantoren, voor-
           aanleg van de Westrandweg en de verbinding                  zieningen en instellingen als aan culturele en
           A6-A9) kan de ringweg A10 een meer lokaal                   economische activiteiten aan de basis.
           ontsluitende functie krijgen met behoud van de          •   Suburbane milieus (huis met tuin) zullen vooral
           huidige capaciteit. Radiale uitvalswegen zullen             elders in de regio een plek moeten krijgen. Het
           beter worden ingepast in het stedelijke weefsel,            verdient sterk de voorkeur om deze opgave te
           maar de huidige capaciteit moet op zijn minst               concentreren in een verdere groei van Almere.
           worden gehandhaafd.                                         In aanvulling hierop is de Bloemendalerpolder
     •     De bereikbaarheid over het water dient verbe-               een geschikte locatie en, op de langere termijn,
           terd te worden.                                             ook de Bollenstreek. In deze uitbreidingsgebie-
                                                                       den zullen aanzienlijk meer kantoren, bedrijven
De kwaliteit van water, groen en openbare ruim-                        en voorzieningen moeten worden gerealiseerd
te wordt vergroot in directe samenhang met de                          om de woon-werkbalans meer in evenwicht te
ontwikkeling van de stad en de stedelijke cultuur.                     brengen.
     •     De stad stelt een hoofdgroenstructuur en een            •   Landelijk-luxe milieus, waarbij in zeer lage dicht-
           hoofdwaterstructuur vast. Met aanvullende spel-             heden in het groen of aan het water wordt

20       2 Toekomstperspectief stad en regio                                         1 Het Plan   Structuurplan Amsterdam
gewoond, zullen eveneens vooral buiten                 Het vergroten van de bereikbaarheid in het
         Amsterdam moeten worden ontwikkeld.                    algemeen en in de zone Schiphol – Amsterdam –
     •   Ook in de regio zullen voldoende woningen              Almere in het bijzonder.
         voor mensen met lagere inkomens moeten wor-                •   In het wegenstelsel wordt meer differentiatie
         den aangeboden. Het is daarom nodig betaal-                    voorgesteld tussen ontsluiting en doorstroming.
         bare woningen toe te voegen en de bestaande                    In de railinfrastructuur (spoorwegen) is meer
         te behouden.                                                   hiërarchie gewenst in de netwerken en de
     •   Op knooppunten en zones in de regio waar                       stations. Snelle railverbindingen moeten worden
         verschillende vervoerswijzen bij elkaar komen                  uitgebreid (HSL, een snelle verbinding tussen de
         (multimodaal) moeten meer werkfuncties en                      Randstadsteden, het zogenaamde Rondje
         voorzieningen worden gerealiseerd.                             Randstad over bestaand spoor). Het regionaal
                                                                        openbaar vervoer dient te worden versterkt.
Het uitbouwen van Schiphol tot internationale                           De trein kan de regio als geheel beter gaan
hub en het ontwikkelen van logistieke en dienst-                        bedienen, de metro de Amsterdamse agglo-
verlenende functies die aan de luchthaven gere-                         meratie, terwijl vervoer per bus, minibus en
lateerd zijn.                                                           taxi over de hele linie moet toenemen.
     •   Schiphol moet de ruimte krijgen – binnen de                    Op multimodale knooppunten zijn betere over-
         aan de milieuhinder gestelde grenzen – om op                   stapmogelijkheden nodig tussen verschillende
         de huidige locatie te groeien tot een internatio-              vervoerswijzen. Het goederenvervoer over
         nale hub. Optimaal gebruik van het huidige vijf-               water en per spoor moet worden uitgebreid als
         banenstelsel is daarbij uitgangspunt. Door de                  alternatief voor de groei over de weg.
         groei zijn uitbreiding en een betere organisatie           •   De stadsuitbreiding in Zuidelijk Flevoland moet
         van infrastructuur in de regio en ver daarbuiten               beter bereikbaar worden over de weg door de
         noodzakelijk.                                                  aanleg van een wegverbinding tussen A6 en A9
     •   De groei van Schiphol legt beperkingen op aan                  en per rail door verdubbeling van de Flevo-
         woningbouw. Rondom de luchthaven wordt                         spoorlijn en de aanleg van de IJmeerlijn.
         door het rijk een gebied vastgesteld waar zeer             •   De ontwikkeling van en rondom Schiphol moet
         voorzichtig met woningbouw moet worden                         beter bereikbaar worden door het doortrekken
         omgegaan om de groei van de luchthaven niet                    van de Noord/Zuidlijn naar Schiphol/Hoofddorp,
         te blokkeren.                                                  de aanleg van de Westrandspoorlijn, de West-
     •   De aan de luchthaven gebonden bedrijvigheid                    randweg en tweede Coentunnel, en de Zuid-
         zal ruimte krijgen in een groter gebied. In de                 tangent.
         zone tussen Nieuw Vennep en het AMC zal het
         accent liggen op kantoren en topinstellingen, in       Het handhaven van de contrasten tussen stad en
         de zone tussen Nieuw Vennep en Westpoort op            land en het vergroten van de kwaliteiten van de
         logistieke terreinen. Ook op grotere afstand           grote landschappen.
         (Zuidelijk Flevoland) moet in ruimte voor                  •   De grote landschappen in de regio – de duinen,
         Schipholgebonden functies worden voorzien.                     Waterland, de Amstel- en Vechtstreek en het
                                                                        Markermeer – moeten worden beschermd en
Ontwikkeling van de zeehaven en concentratie                            hun kwaliteit moet worden verhoogd met
van milieubelastende bedrijvigheid rondom het                           gerichte investeringen. In het bijzonder geldt dit
Noordzeekanaal.                                                         voor zones die onder een grote verstedelijkings-
     •   Havens en industrie moeten ruimte krijgen voor                 druk staan zoals langs de N201 en de A2.
         verdere groei. Een hoge toegevoegde waarde                 •   In het landschap van veengebieden en droog-
         staat daarbij voorop. Locaties worden bij voorkeur             makerijen dient de waterstaat te worden aan-
         ontwikkeld in het Noordzeekanaalgebied.                        gepast. Dit resulteert in meer bergingsmogelijk-
         Milieuhindercontouren van lucht- en zeehaven                   heden voor het water, die ook kunnen worden
         kunnen elkaar hier overlappen. Nieuwe locaties                 benut om mogelijkheden voor landschaps-
         dienen tevens als alternatief voor milieuhinderlijke           beleving, natuurontwikkeling en recreatie te
         bedrijven binnen de ringweg A10 of uit de regio.               realiseren.
     •   De groei van de zeehaven noodzaakt tot het                 •   Voor de bufferzone tussen Haarlem en Amster-
         aanleggen van een tweede sluis bij IJmuiden.                   dam wordt voorgesteld een sterke landschaps-
         Onder meer voor de havens zullen weginfra-                     structuur te ontwikkelen, in samenhang met
         structuur (Westrandweg en tweede Coentunnel)                   nieuwe werkgebieden. Er moet worden geïn-
         en railinfrastructuur (Westrandspoorlijn) moeten               vesteerd in mogelijkheden voor natuur en recre-
         worden gerealiseerd.                                           atie.

Structuurplan Amsterdam    1 Het Plan                                              2 Toekomstperspectief stad en regio   21
De hoofdstructuren van water en groen zijn randvoorwaarden voor de verdere stedelijke ontwikkeling van Amsterdam.
3                   Randvoorwaarden
                    De mogelijkheden voor de ruimtelijke ontwikkeling van Amsterdam worden bepaald door het

                    structuurplan, aanvullende toetsingskaders en andere Amsterdamse beleidsdocumenten met

                    ruimtelijke implicaties. Verder is sprake van landelijke, provinciale of gemeentelijke wet- en

                    regelgeving. Voordat de visie verder wordt uitgewerkt is het zinvol eerst aandacht te besteden

                    aan de randvoorwaarden die uit beide categorieën zijn af te leiden.

      Randvoorwaarden die voortvloeien uit Amsterdamse          Hoofdgroenstructuur
      beleidsdocumenten zijn:                                           Er is een aanvullend toetsingskader opgesteld voor
      • hoofdwater- en groenstructuur;                                  de hoofdgroenstructuur, behorende bij het
      • hoofdnetten infrastructuur;                                     structuurplan ‘Amsterdam Open Stad’ (1996). Dit
      • reserveringen infrastructuur;                                   aanvullende toetsingskader is ook van toepassing
      • locatiebeleid;                                                  op dit structuurplan ‘Kiezen voor stedelijkheid’, met
      • hoogbouw;                                                       inbegrip van de nieuwe elementen die in dit struc-
      • kleinschalige bedrijvigheid.                                    tuurplan aan de hoofdgroenstructuur ten opzichte
                                                                        van 1996 worden toegevoegd en met uitzondering
      Vanuit landelijke en provinciale regelgeving zijn aan             van de groene elementen die uit de hoofdgroen-
      de orde:                                                          structuur zijn verwijderd. Deze wijzigingen staan
      • milieuhindercontouren.                                          beschreven in paragraaf 4.1, ‘Structuurlaag 1: water
                                                                        en groen’.
3.1 Hoofdwater- en groenstructuur                                       De groengebieden in de hoofdgroenstructuur wor-
                                                                        den verdeeld in vijf clusters, die weer onderverdeeld
      De intensivering van het stedelijk grondgebruik, de               zijn in 12 groentypen. In de nota ‘De hoofdgroen-
      stedelijke transformaties en herstructureringsopera-              structuur geordend’ zijn de groentypen en de richt-
      ties vragen om extra aandacht voor de kwaliteit van               lijnen om te bepalen welke ruimtelijke ontwikke-
      water en groen. Hieronder wordt ingegaan op de                    lingen binnen een groentype toegestaan zijn
      randvoorwaarden vanuit de hoofdgroenstructuur en                  omschreven. Het overzicht van groentypen staat in
      de hoofdwaterstructuur. Beide structuren zijn weer-               schema 1.
      gegeven op de kaart ‘Groen en water 2010’. Voor
      de inhoudelijke visie wordt verwezen naar hoofd-
      stuk 4 (‘Ruimtelijke structuur’).

Schema 1. Groentypen hoofdgroenstructuur

   Cluster                                                     Groentypen

   1 Volkstuinen en sportparken                                Volkstuincomplexen, schoolwerktuinen, nutstuinen
                                                               Sportparken
                                                               Curiosa
   2 Parken                                                    Historische parken
                                                               Traditionele parken
                                                               Traditionele parken (natuurrijk)
                                                               Groene corridors/corridorparken
                                                               Begraafplaatsen
   3 Schakelparken en recreatiegebieden                        Divers
   4 Natuurgebieden                                            Ruigtegebieden
   5 Landelijke gebieden                                       Stadsrandpolders

Structuurplan Amsterdam           1 Het Plan                                                           3 Randvoorwaarden   23
klassen               demping mogelijk           uitbreiding mogelijk       randvoorwaarde              randvoorwaarde              randvoorwaarde
                                                                                  cultuurhistorisch /         ecologisch                  waterhuishoudkundig
                                                                                  stedenbouwkundig

      I                     Nee                        (Ja)                       (Structuurherstellend)      n.v.t.                      n.v.t.
      II                    Nee                        Ja                         Ja (bij uitbreiding)        n.v.t.                      n.v.t.
      III                   Ja                         Ja                         Ja                          Ja                          Ja

  Klasse I                                                                                Klasse III
  •         demping niet mogelijk;                                                        •   demping mogelijk mits kwantitatief gecompenseerd en onder
  •         uitbreiding mogelijk in de vorm van aanleg van nieuw water, struc-                ruimtelijke en ecologische randvoorwaarden;
            tuurherstellend en/of historiserend van aard;                                 •   compensatie binnen hetzelfde watersysteem;
  •         dit geldt voor water in de binnenstad, ‘beschermd stadsgezicht’.              •   uitbreiding mogelijk in de vorm van verbredingen en toe-
                                                                                              voegingen;
  Klasse II                                                                               •   er worden voorwaarden gesteld aan de ruimtelijke kwaliteit (maat
  •         demping niet mogelijk;                                                            en structuur) van de uitbreiding;
  •         uitbreiding mogelijk in de vorm van verbredingen en toe-                      •   er worden voorwaarden gesteld aan de ecologische gevolgen voor
            voegingen;                                                                        de waterkwaliteit en voor natte ecologische verbindingszones;
  •         er worden voorwaarden gesteld aan de ruimtelijke kwaliteit (maat              •   dit geldt voor het IJ, havens, zijkanalen, plassen en meren, waar
            en structuur) van de uitbreiding;                                                 door functieveranderingen enige flexibiliteit wenselijk is, maar
  •         dit geldt voor natuurlijk ontstane veenstromen, zeekolken, kanalen,               de structuur en de maat van het water ook een ruimtelijke
            (trek)vaarten en ringvaarten én ‘stedenbouwkundig water in de                     kwaliteitsdrager van het toekomstige gebied dient te zijn.
            wijk’ vanwege de hoge stedenbouwkundige, (stads)landschappe-                      Hiernaast is ook het handhaven van de natuurlijke kwaliteit van
            lijke en cultuurhistorische waarden.                                              deze wateren van belang.

Schema 2. Dempingsklassen in de hoofdwaterstructuur

            Bij de ontwikkelingen wordt een onderscheid                                        natuurgebied naar sportpark). Over de inpasbaar-
            gemaakt tussen:                                                                    heid of vervangbaarheid adviseert de Technische
                                                                                               Adviescommissie Groen. Alle initiatieven in de
            I bouwinitiatieven en gebruiksverandering                                          hoofdgroenstructuur die ter beoordeling of advies
            Inpasbare bebouwing is meestal kleinschalige                                       aan B&W worden voorgelegd, gaan vergezeld van
            bebouwing die het specifieke groentype onder-                                      een groenrapport. Hierin worden de verwachte
            steunt. Het bouwen van grotere vrijetijdsvoorzienin-                               effecten op de aanwezige groenwaarden beschre-
            gen is onder voorwaarden mogelijk in zogenaamde                                    ven.
            ‘schakelparken’ en recreatiegebieden. Met deze
            grotere vrijheidsgraad wordt de mogelijkheid gebo-                         Hoofdwaterstructuur
            den de ruimtelijk verbrokkelde schakelparken meer                                  In nieuwe stedenbouwkundige plannen wordt als
            eenheid te geven en voor elk schakelpark een                                       norm aangehouden dat het oppervlak voor mini-
            eigen programma te ontwikkelen. Als voorwaarde                                     maal 10 procent uit water bestaat. Voor alle wate-
            voor nieuwe initiatieven in een schakelpark geldt                                  ren gelden de Waterstaatsverordeningen en keuren
            dat een masterplan voor het hele schakelpark ont-                                  van de waterbeheerders. Dit houdt in dat demping is
            wikkeld moet worden.                                                               toegestaan mits kwantitatief wordt gecompenseerd.
                                                                                               Daarnaast is in dit structuurplan, naar analogie van
            II verandering van groentype                                                       de hoofdgroenstructuur, een hoofdwaterstructuur
            Verandering van groentype kan ook gepaard gaan                                     aangegeven (zie kaart ‘Groen en water 2010’).
            met bebouwing, tenminste wanneer die de groen-                                     De hoofdwaterstructuur bevat structuurbepalende
            functie ondersteunt. Verandering van groentype                                     wateren en wateren die vanuit ecologische, cultuur-
            binnen een cluster (bijvoorbeeld van volkstuin naar                                historische en waterhuishoudkundige redenen van
            sportpark) is minder ingrijpend dan verandering van                                gemeentelijk belang zijn. Deze moeten zoveel
            groentype tussen de clusters (bijvoorbeeld van                                     mogelijk worden beschermd. In de hoofdwater-

24            3 Randvoorwaarden                                                                                        1 Het Plan   Structuurplan Amsterdam
Vous pouvez aussi lire