Het Plan Structuurplan Amsterdam - Kiezen voor stedelijkheid - Bond van Volkstuinders
←
→
Transcription du contenu de la page
Si votre navigateur ne rend pas la page correctement, lisez s'il vous plaît le contenu de la page ci-dessous
Woord vooraf Het structuurplan ‘Kiezen voor stedelijkheid’ is een plan voor de stad Amsterdam. In het besef dat de stad steeds meer deel zal gaan uitmaken van een regionaal stedelijk netwerk, zijn de opgaven en oplossingen meer dan voorheen in regionaal perspectief geplaatst en afgestemd met onze buur- gemeenten en de provincie Noord-Holland. Het structuurplan van Amsterdam is daarmee een belang- rijk onderdeel van het nieuwe streekplan Noord-Holland Zuid. Dit structuurplan bestrijkt de periode tot en met 2010. Het ruimtelijk beleid zoals in het plan beschre- ven is gericht op die periode, maar vormt voor een deel ook een aanzet tot ontwikkelingen die door- lopen in de periode daarna (functiemenging, intensivering et cetera). Het plan bevat echter geen uit- spraken over locaties die na 2010 in ontwikkeling zullen komen. Alleen voor het gebied Amstel – AMC wordt een uitzondering gemaakt. Het structuurplan kondigt een ontwikkelingsstrategie aan en schetst de opgave voor een verkenning van de transformatiemogelijkheden na 2010. Ook het kaartmateriaal bestrijkt de periode tot 2010. Als het gaat om veranderingen in de stad, is dit structuurplan ambitieus. De stad is en blijft een popu- laire plek om te wonen, te werken en te recreëren. Daarom kiest de stad voor stedelijkheid, voor opti- maal gebruik van de ruimte en het mengen van verschillende functies. Tot 2010 zal de Amsterdamse woningvoorraad door vele woningbouwprojecten met enige tienduizenden woningen toenemen. Dat betekent vaak herbestemmen en herschikken van de bestaande ruimte en de bestaande functies. De bouwprojecten zijn opgenomen in het Amsterdamse Programma voor Ruimtelijke Investeringen. De plankaart van het structuurplan geeft aan waar in de periode tot en met 2010 kan worden ge- woond, gewerkt en gerecreëerd en langs welke wegen en spoorlijnen het verkeer wordt afgewikkeld. Wanneer woningen worden ontwikkeld op locaties waar nu andere activiteiten plaatsvinden, bijvoor- beeld bedrijvigheid, dan zijn er doorgaans middelen en alternatieve locaties nodig om herbestemming mogelijk te maken. Amsterdam is dan afhankelijk van actieve medewerking van rijk en provincie. Bij het rijk gaat het vooral om geld voor transformaties van het stedelijke gebied, terwijl van de provincie Noord-Holland wordt verwacht dat zij alternatieve locaties regelt in haar streekplan en de aanleg van benodigde infrastructuur mogelijk maakt. Naast het ruimtelijke structuurplan zal ook een sociaal structuurplan (‘Structuurplan voor Sociaal’) worden opgesteld. Het doel van dat document is een visie te presenteren die richtinggevend is voor ontwikkelingen in het sociale domein van de stad. Ook daarbij zijn het idee van de netwerkstad en de keuze voor stedelijkheid uitgangspunt. Er zal veel gaan veranderen in de stad. Het gaat niet alleen om het uitvoeren van reeds bekende projecten zoals de stedelijke vernieuwing van het naoorlogse woongebied, de aanleg van IJburg of de Zuidas, maar ook om nieuwe ontwikkelingen zoals de transformatie van de Noordelijke IJoever West en van de werkgebieden Amstel I, II en III. Kiezen voor stedelijkheid is kiezen voor de stad. Dat bete- kent meer ruimte voor het wonen, in gemengde milieus en hoge dichtheden. Dat betekent voldoende ruimte voor gevarieerde bedrijvigheid, voor een hoog voorzieningenniveau, voor groen, water en openbare ruimte van hoge kwaliteit en voor een betere bereikbaarheid. Het betekent ook een stad met een sterke positie en sterke relaties in het regionale netwerk. Namens B&W van Amsterdam, D.B. Stadig Wethouder Ruimtelijke Ordening
Inhoudsopgave Inleiding 7 Stedelijkheid 7 Regio 7 Vorm van het nieuwe structuurplan 7 Plan en status 8 Indeling van het structuurplan 8 Aanvullende toetsingskaders 9 Nadere uitwerkingen 9 1 Ontwikkelingen en opgaven in vogelvlucht 13 1.1 Ontwikkelingen 13 1.2 Opgave voor Amsterdam 15 1.3 Opgave voor de regio 16 2 Toekomstperspectief stad en regio 19 2.1 Visie op Amsterdam 19 2.2 Visie op de regio 20 3 Randvoorwaarden 23 3.1 Hoofdwater- en groenstructuur 23 3.2 Hoofdnetten infrastructuur 25 3.3 Reserveringen infrastructuur 26 3.4 Locatiebeleid 27 3.5 Hoogbouw 29 3.6 Milieuhindercontouren 29 3.7 Kleinschalige bedrijvigheid 31 4 Ruimtelijke structuur 33 4.1 Structuurlaag 1: water en groen 33 4.2 Structuurlaag 2: weg-, rail- en kabelinfrastructuur 34 4.3 Structuurlaag 3: milieutypen 36 5 Spreiding en programmering 41 5.1 Algemeen 41 5.2 Wonen 42 5.3 Kantoren 44 5.4 Detailhandel 44 5.5 Bedrijven 45 5.6 Maatschappelijke functies 47 5.7 Parkeergarages/transferia 50 6 Gebiedsvisies 53 6.1 Binnenstad en gordels 53 6.2 IJburg en Zeeburgereiland 54 6.3 Noord en Waterland 55 6.4 Westelijke Tuinsteden, A10-West en Nieuwe-Meerzone 57 6.5 Amsterdam Zuidoost 58 6.6 Amstelscheg 59 6.7 Zuidas en Buitenveldert 59 6.8 Westpoort 60
7 Nadere uitwerkingen 63 7.1 Structuurplanuitwerking Westrand 63 7.2 Ontwikkelingsstrategie Amstel – AMC 65 Toelichting op het kaartblad 69
Inleiding Wat kan een stad als Amsterdam anders dan ‘kiezen voor stedelijkheid’? Toch is dat niet zomaar de titel van dit structuurplan. De keuze voor stedelijkheid komt voort uit de constatering dat Amsterdam zich samen met de omliggende kernen verder ontwikkelt tot een samenhangend stedelijk netwerk op regionaal niveau. Dit proces is een aantal jaren aan de gang en Amsterdam is al onderdeel van een netwerk, waar bijvoorbeeld Schiphol, de IJmond en Almere ook deel van uitmaken. Daarom geeft de gemeente de voorkeur aan de netwerkstad als ruimtelijk ont- wikkelingsmodel voor de regio. Hoe werkt zo’n stad? Mensen wonen in plaats A, een traditioneel, gedetailleerd, zich binnen de werken in gemeente B en recreëren in gebied C. gemeentegrenzen afspelend structuurplan. Het grootste deel van de dagelijkse verplaatsingen, Dit structuurplan heeft daarom een andere vorm activiteiten, contacten en transacties speelt zich af gekregen. Het plan kent meer betekenis toe aan de op regionaal niveau. Niet alles gebeurt meer in de samenhang tussen ruimtelijke ontwikkelingen in de stad. Uiteraard zijn er ook relaties met een veel stad en die in de regio. De visie op Amsterdam is groter gebied: de Deltametropool (de grote steden ook gebaseerd op wat zich op regionale schaal zal van de Randstad en het Groene Hart tezamen), de of (volgens Amsterdam) zou moeten afspelen. Maar rest van Nederland en internationaal. Met de juiste daarmee is het structuurplan geen regionaal plan sturing kan de netwerkstad sterker worden, meer geworden. Het blijft een plan van en voor de zijn dan de som der delen. De verschillende onder- gemeente, met een geldingsduur tot 2010. delen kunnen elkaar aanvullen door zich vooral te richten op hun eigen kwaliteiten. Voor Amsterdam Vorm van het nieuwe structuurplan is dat stedelijkheid. ‘Kiezen voor stedelijkheid’ is Dit structuurplan zoekt oplossingen voor proble- dus niet alleen de titel, maar ook het motto van dit men van nu en straks. Dat is niet alleen zichtbaar in nieuwe structuurplan. de gemaakte keuzes, maar ook in de manier waar- op sturing aan het beleid wordt gegeven. Door de Stedelijkheid toenemende maatschappelijke dynamiek volstaat Een structuurplan is een ruimtelijk plan voor de een gedetailleerd ruimtelijk plan niet meer en kan stad. Dat betekent weliswaar dat veel uiteenlopen- het zelfs belemmerend werken, zo leert de ervaring de beleidsonderwerpen aan bod komen, maar uit de afgelopen periode. Ook speelt mee dat de alleen voor zover die onderwerpen ruimtelijke overheid tegenwoordig slechts één van de partijen implicaties hebben. Amsterdam is de meest uit- is die bijdragen aan de ruimtelijke ontwikkeling van gesproken, meest stedelijke stad in de regio. de stad. De gemeente heeft daarom gekozen voor Amsterdam bloeit en heeft, zoals veel andere grote een globaal en flexibel structuurplan over de steden in Europa, in de afgelopen 10 jaar een nieuw, hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling. Die herwonnen elan gekregen. De snelle ontwikkeling hoofdlijnen moeten een regisserend en sturend van informatie- en communicatietechnologie heeft effect hebben én voldoende ruimte laten voor al de betekenis van de stad als ontmoetingsplaats die andere partijen. Dit plan biedt ruim baan aan (een belangrijke voorwaarde voor stedelijkheid) acties en ambities. De gemeente beoogt dat geenszins verminderd. Het tegendeel is eerder ‘Kiezen voor stedelijkheid’ wordt vertaald in con- waar. Het lijkt daarom vanzelfsprekend dat Amster- crete plannen en vervolgens leidt tot uitvoering. dam zich binnen zijn netwerk richt op stedelijkheid Niet alleen toezicht achteraf, maar ook sturen en als meest kenmerkende kwaliteit. Dat heeft invloed stimuleren vooraf. op de ontwikkelingen en opgaven voor Amsterdam Dit structuurplan kent geen indeling per stadsdeel. op allerlei gebied. Een gebiedsgerichte aanpak staat voorop, waarbij gebieden zijn gekozen op basis van een gezamen- Regio lijke opgave. ‘Grensoverschrijdende’ problemen en Diverse studies en rapporten voorspellen mogelijke kansen krijgen zo meer aandacht. Ook de verschil- ruimtelijke ontwikkelingen die niet meer passen in lende sectoren worden in dit plan niet in aparte Structuurplan Amsterdam 1 Het Plan Inleiding 7
Proces en procedure Na het vaststellen door het College van burgemeester Het ontwerpstructuurplan Amsterdam is na vast- en wethouders van Amsterdam van de Voortgangs- stelling door het College formeel ter visie gelegd. rapportage Structuurplan in februari 2000 is gestart Op deze ter visielegging zijn bijna 125 verschillende met het opstellen van een nieuw structuurplan. In zienswijzen ingediend. Deze zienswijzen zijn geana- september 2000 is de Discussienotitie Structuurplan lyseerd en beantwoord in de Nota van Beantwoording Amsterdam uitgebracht. Deze is breed ambtelijk en ontwerpstructuurplan ‘Kiezen voor stedelijkheid’ maatschappelijk besproken, zowel binnen als buiten (concept 18 september 2002). Op de openbare hoor- de gemeente. De resultaten zijn verwerkt in de Visie zitting van de raadscommissie Stedelijke Ontwikke- op Hoofdlijnen van mei 2001. Ook die werd door het ling en Waterbeheer van 2 oktober 2002 hebben de College vrijgegeven voor discussie en overleg met indieners hun zienswijzen mondeling kunnen dezelfde partners. De Visie op Hoofdlijnen is sterk toelichten. Op basis van de tervisielegging en het georiënteerd op de regio en op de lange termijn en horen van de commissie (30 oktober 2002) is het vormde de Amsterdamse inbreng voor het nieuw op ontwerpstructuurplan aangepast, voorgedragen in te stellen streekplan Noord-Holland Zuid. De resul- B&W en voor een tweede termijn in de commissie taten van het overleg zijn verwerkt in het concept- besproken (8 januari 2003). Naar aanleiding van die ontwerpstructuurplan van oktober 2001. Het overleg commissiebehandeling is het plan nog aanzienlijk over het conceptontwerp is gevoerd met dezelfde gewijzigd, werd het opnieuw in B&W en de maatschappelijke en ambtelijke partners, maar betrof commissie gebracht en is het vervolgens vastgesteld bovendien het zogenaamde artikel 10 overleg (BRO). in de Amsterdamse gemeenteraad (16 april 2003). Ook werd een inspraakavond gehouden. De resulta- Het vastgestelde plan zal worden voorgedragen aan ten van het overleg zijn verwerkt in het ontwerp- Gedeputeerde Staten van Noord-Holland om het structuurplan en samengevat en geanalyseerd in de vast te stellen als uitwerking van het streekplan notitie ’Resultaten van het overleg en besluitvorming Noord-Holland Zuid voor het grondgebied van de door B&W’ die gelijk met het ontwerpstructuurplan Gemeente Amsterdam. is uitgebracht. hoofdstukken behandeld. Ze komen integraal aan Indeling van het structuurplan bod in de visie, bij spreiding en programmering, bij Centraal in deel I, Het Plan, staat het toekomst- de ontwikkeling van ruimtelijke structuren, in de perspectief voor de hoofdlijnen van de regionale en vorm van randvoorwaarden en bij de deelgebieden. stedelijke ruimtelijke ontwikkeling. Dat perspectief wordt nader uitgewerkt in randvoorwaarden, in Plan en status beleid voor spreiding en programmering, in een Het structuurplan dient als beleids- en toetsings- visie op de ontwikkeling van ruimtelijke structuren, kader voor bestemmingsplannen binnen de in een visie op verschillende gebiedsdelen van de gemeentegrenzen. De gemeente Amsterdam en stad en, ten slotte, in opgaven voor nadere uit- de provincie hebben bij de instelling van de stads- werkingen van het plan. Het plan gaat vergezeld delen afspraken gemaakt over beleidsvrijheid. van een kaartblad, vooral ter toetsing van bestem- Om de bestuurlijke positie van de centrale stad te mingsplannen. Hierop staan de plankaart, drie kaar- versterken krijgt dit structuurplan de status van ten met randvoorwaarden en een kaart met de situ- streekplan. Gedeputeerde Staten stellen het plan atie 2002. Zie voor meer informatie de ‘Toelichting vast als nadere uitwerking van het streekplan op het kaartblad’ achterin. Noord-Holland Zuid voor het grondgebied van In deel II, De Toelichting, wordt het toekomstper- Amsterdam. Hiermee wordt het structuurplan inte- spectief onderbouwd. De begrippen netwerkstad graal onderdeel van dat streekplan. Het zal boven- en stedelijkheid krijgen een uitwerking op basis van dien, als nadere uitwerking van het streekplan, aan diverse studies die de gemeente Amsterdam heeft de regioraad van het Regionaal Orgaan Amsterdam laten verrichten door onder meer de Universiteit worden voorgelegd. van Amsterdam. Verder worden maatschappelijke In het algemeen geldt dat wanneer voorstellen en ruimtelijke ontwikkelingen geschetst. De keuzes voor nieuw ruimtelijk beleid afwijken van het vast- die de visie op stad en regio bepalen, worden ver- gestelde structuurplan, een nieuw structuurplan volgens expliciet onderbouwd. In deel III wordt een nodig is of voor de desbetreffende gebieden een overzicht gegeven van het overleg dat is gevoerd structuurplanherziening vereist is, inclusief de daar- over dit structuurplan. Daarnaast zijn de resultaten bij behorende procedures van inspraak en besluit- van de tervisielegging integraal opgenomen. vorming. 8 Inleiding 1 Het Plan Structuurplan Amsterdam
Aanvullende toetsingskaders Wanneer een aanvullend toetsingskader? Voor functies die in het bijzonder aandacht of Aanvullende toetsingskaders zijn vooral relevant bescherming nodig hebben, is of komt meer gede- waar en wanneer sprake is van: tailleerd beleid met aanvullende regels (Aanvullend • uitgesproken kwetsbare functies of gebieden die via Toetsingskader). Bij toetsing van plannen worden het ruimtelijke beleid bescherming nodig hebben ook deze aanvullende toetsingskaders geraad- tegen ongewenste ontwikkelingen en waar het pleegd. In het structuurplan worden aanvullende nieuwe (globale) structuurplan of andere bestaande toetsingskaders aangekondigd voor het nieuwe, wettelijke kaders die bescherming onvoldoende tevens in regionaal verband vast te stellen locatie- bieden; beleid en het hoogbouwbeleid. Het aanvullend • beleidsterreinen die vragen om een meer verfijnde toetsingskader Hoofdgroenstructuur (5 juni 2002) regelgeving in de ruimtelijke sfeer dan het nieuwe behorende bij het structuurplan ‘Amsterdam Open (globale) structuurplan mogelijk maakt (of met Stad’ (1996) wordt ook op dit structuurplan van andere wettelijke kaders worden geregeld), maar die toepassing verklaard, uitgezonderd de groene noodzakelijk is voor het doen slagen van het in het elementen die uit de hoofdgroenstructuur zijn ver- structuurplan voorgestane ruimtelijke beleid. wijderd en met inbegrip van de elementen die in dit structuurplan aan de hoofdgroenstructuur zijn Uiteraard is niet geheel te overzien of zich in de na- toegevoegd. bije toekomst, naast de reeds geselecteerde onder- De ervaring met aanvullende toetsingskaders leert werpen (hoogbouwbeleid, locatiebeleid), nieuwe dat een striktere afbakening gewenst is welk beleid onderwerpen aandienen die een aanvullend wél en welk beleid níet met een aanvullend toet- toetsingskader vereisen. Daarbij zouden dezelfde singskader kan worden vastgesteld. Met het nieuwe criteria moeten gelden als hier genoemd. Boven- structuurplan wordt bovendien een globaler ruimte- dien geldt dat B&W een concrete opdracht moeten lijk beleid beoogd. Het zou dus vreemd zijn geven een aanvullend toetsingskader op te stellen en wanneer tegelijkertijd voor van alles en nog wat dienen de aanvullende toetsingskaders relevant te gedetailleerde aanvullende toetsingskaders worden zijn op de schaal en termijn van het structuurplan. opgesteld. Dat neemt overigens niet weg dat rele- Mogelijke voorbeelden zijn nieuw gemeentelijk vante beleidsnota’s, die na inwerkingtreding van dit beleid over cultuurhistorie of geluidshinder. structuurplan door de gemeenteraad worden vast- gesteld, net als vroeger in de afwegingen worden betrokken. kelingsstrategie (voor de zone Amstel – AMC). Waarom een structuurplanuitwerking? Voor de Nadere uitwerkingen Westrand is al een visie op hoofdlijnen gemaakt, De belangrijkste acties na de vaststelling van het maar een ruimtelijke vertaling van de visie is nodig. structuurplan zijn het opstellen van één structuur- De uitwerkingsbevoegdheid biedt de gelegenheid planuitwerking (voor de Westrand) en één ontwik- om het structuurplan uit te werken overeenkomstig Afwijkingen en reikwijdte Een globaal structuurplan heeft een grotere flexibi- en Waterbeheer uit de Gemeenteraad en na advies liteit dan een gedetailleerd plan. Binnen het beleids- van de Amsterdamse Planologische Commissie, kader bestaat ruimte voor interpretatie. Wanneer die conform de in het streekplan genoemde categorieën. ruimte geboden is en vervolgens gekozen wordt voor Dit besluit is een advies aan Gedeputeerde Staten die een bepaalde interpretatie, dan telt dat niet als ‘afwij- gelijktijdig met een besluit over goedkeuring van het ken’. Voor onderdelen van het ruimtelijk beleid kan bestemmingsplan of naar aanleiding van een bouw- het gewenst zijn nadere, gedetailleerde beleidsregels plan, een beslissing nemen vast te leggen. Dat kan met aanvullende toetsings- over de afwijking van de streekplanuitwerking. kaders. De provincie wordt in een vroegtijdig stadium over In het streekplan Noord-Holland Zuid zijn verschil- mogelijke toepassing van de afwijkingsbevoegdheid lende categorieën beleidsuitspraken aangegeven met geïnformeerd. Het streekplan Noord-Holland Zuid een bijpassende (van lichte tot zware) procedure. kent geen concrete beleidsbeslissingen binnen de Besluitvorming over afwijkingen vindt in eerste grenzen van het Amsterdamse deel. Dat betekent instantie plaats op gemeentelijk niveau. Burgemeester dat de vraag of er eventueel sprake is van beleids- en wethouders nemen een besluit tot afwijking, na beslissingen waaraan een Milieu Effect Rapportage behandeling in de Commissie Stedelijke Ontwikkeling gekoppeld moet worden hier niet aan de orde is. Structuurplan Amsterdam 1 Het Plan Inleiding 9
de in het plan opgenomen regels. Het ontwerp van de uitwerking zal vier weken ter visie worden gelegd, waarin een inspraakavond zal worden geor- ganiseerd. Na vaststelling door de gemeenteraad zal de uitwerking aan Gedeputeerde Staten worden voorgelegd, zodat zij het uitwerkingsplan kunnen vaststellen als herziening van het streekplan Noord- Holland Zuid. Waarom een ontwikkelingsstrategie? De zone Amstel – AMC zal de komende decennia ingrijpend veranderen, maar de aard, inrichting en uitkomsten van de transformatieprocessen moeten met betrok- ken partijen nader worden uitgewerkt. De resulta- ten van de ontwikkelingsstrategie verkrijgen pas status na een raadsbesluit. Uitvoering van voorstel- len die afwijken van wat met dit structuurplan is vastgesteld vergen een herzien of nieuw structuur- plan. 10 Inleiding 1 Het Plan Structuurplan Amsterdam
Structuurplan Amsterdam 1 Het Plan 11
De ontwikkeling van de stad zet door met onder meer de aanleg van IJburg.
1 Ontwikkelingen en opgaven in vogelvlucht De Amsterdamse samenleving is voortdurend in ontwikkeling. Sinds het midden van de jaren tachtig neemt het aantal inwoners toe door natuurlijke groei, door afname van het aantal mensen dat de stad verlaat en door meer aanwas uit het buitenland. Het aandeel allochtonen zal verder toenemen, van ruim een derde nu tot meer dan de helft in het tweede kwart van deze eeuw. 1.1 Ontwikkelingen laatste is niet eenvoudig. Op dit moment wordt de jaarlijks geplande bouwopgave niet gehaald. Het Bevolking en wonen in Amsterdam gaat overigens niet alleen om aantallen woningen. Naast aanwas uit traditionele immigratielanden Belangrijk is ook dat mensen vragen om meer neemt de migratie vanuit westerse geïndustriali- kwaliteit en variatie. Vraag en aanbod zijn nu niet seerde landen toe, in het kielzog van internationale goed in evenwicht. Er zijn veel kleine, goedkope, bedrijven en instellingen. Ook deze mensen bege- gestapelde huurwoningen in Amsterdam. Veel ven zich op de woningmarkt en zoeken veelal een mensen willen een betere en grotere woning in de goede, maar niet per se grote woning in een uit- stad en hebben er ook (in beperkte mate) geld gesproken stedelijke omgeving. Het stedelijk woon- voor. Maar omdat die woningen er onvoldoende milieu van Amsterdam staat in toenemende mate zijn, blijven deze mensen óf goedkoop wonen óf in de belangstelling van deze groepen. Dit woon- verhuizen ze, noodgedwongen, naar de regio. milieu, zoals dat zich grofweg binnen de ring mani- Daar worden wel grotere koopwoningen gebouwd. festeert, is uniek in Nederland, zowel in omvang, in Het ongewenste gevolg is een scheefgroei in het aantrekkingskracht, als in ontwikkelingspotentie. sociale evenwicht. Het beleid van stedelijke ver- Het is bij uitstek het gebied waar het stedelijk nieuwing, waarmee het naoorlogse woongebied wonen tot volle wasdom is gekomen, met bijbeho- van Amsterdam opnieuw wordt gestructureerd, rende hoge dichtheden en vierkante-meterprijzen. gaat daarom uit van woningen die groter zijn, vaker Maar er gaan ook mensen weg. Het gaat vooral om koopwoning zijn en een hogere kwaliteit hebben. gezinnen, meestal uit de middenklasse, die op zoek zijn naar een eengezinswoning in een rustige wijk. Vrije tijd, voorzieningen en leefcultuur Dit type woning en woonomgeving is in Amster- De welvaart van Amsterdammers is, net als van de dam maar beperkt voorhanden, maar wordt wel in andere Nederlanders, toegenomen. Tegelijkertijd ruime mate gebouwd in de regio, zoals in Almere zijn mensen mobieler geworden, individueler en is en de Haarlemmermeer. de stedelijke samenleving divers en multicultureel. Amsterdam is uitermate populair als woonplek. Dat leidt tot een grote diversiteit aan leefstijlen, Het aantal huishoudens in de stad neemt toe, maar zichtbaar in de openbare ruimte. steeds meer huishoudens bestaan tegenwoordig uit Amsterdam heeft een breed pakket aan voorzienin- een of twee personen. Die trend zal doorzetten. gen. In het dagelijkse gebruik gaat het vooral om Door de continue instroom van jongeren blijft hun winkels, sportmogelijkheden, volkstuinen, gezond- aandeel in Amsterdam hoog. In tegenstelling tot in heidszorg, onderwijs en religie. Al deze voorzienin- de rest van het land treedt in Amsterdam geen gen staan onder invloed van maatschappelijke ont- echte vergrijzing op. Wel zorgt de omvangrijke wikkelingen. Naast de meer algemene trend tot naoorlogse geboortegolf voor een toename van schaalvergroting, gaat het hier juist om de nood- het aandeel ouderen in de stad na of rond 2010. zaak tot schaalverkleining. Een andere belangrijke ontwikkeling is dat het De behoefte aan gevarieerde mogelijkheden voor ruimtegebruik per inwoner blijft toenemen. Een vrijetijdsbesteding groeit. Er zijn veel meer woning waarin in de jaren vijftig een gezin van vier uitgaansgelegenheden dan vroeger en ook het mensen woonde, blijkt nu nog maar net groot winkelbestand is ingrijpend veranderd. Pleinen, genoeg voor één persoon. Dit alles leidt tot een straten en parken in de stad worden intensiever en flinke bouwopgave voor Amsterdam en daarbij het gevarieerder gebruikt dan vroeger. bewaken van de continuïteit in het bouwen. Dat Groen is deels het decor voor activiteiten van de Structuurplan Amsterdam 1 Het Plan 1 Ontwikkelingen en opgaven in vogelvlucht 13
stedeling, maar is ook van belang vanwege met de de ICT. De economische ontwikkelingen hebben stad contrasterende kwaliteiten zoals rust, ruimte hun invloed op bedrijventerreinen. Het aandeel en planten- en dierenleven. kantoren neemt toe door de snelle groei van de Cultuur speelt een belangrijke rol, niet alleen van- tertiaire sector, de dienstverlening. Bovendien wege kunst met een grote K, maar ook door allerlei treedt er menging op met andere functies. activiteiten op buurtniveau en door broedplaatsen. De vraag naar droge en vooral natte (aan havens Deze laatste hebben het moeilijk, althans in de gelegen) bedrijventerreinen is groot en kan slechts binnenstad en vlak daar omheen, vanwege de hoge gedeeltelijk in Amsterdam worden opgelost. grondprijzen. Broedplaatsen hebben meer kans in zones die wachten op nieuwe ontwikkelingen en Mobiliteit en bereikbaarheid dit soort pioniers kunnen gebruiken, zoals de De mobiliteit is enorm toegenomen. Het autobezit Noordelijke IJoever. groeide net als de welvaart en wonen en werken Regionale en (inter)nationale voorzieningen in kwamen verder uit elkaar te liggen. Dit uit zich Amsterdam bevinden zich van oudsher in het stads- bijvoorbeeld in meer goederenvervoer, waarvoor centrum. Al geruime tijd is een ontwikkeling gaan- nieuwe concepten nodig zijn. De voor dit structuur- de waarbij diverse subcentra ruimte bieden aan plan uitgevoerde mobiliteitstoets maakt duidelijk functies die niet meer in de binnenstad passen. dat de zogenaamde scheefheid in de woon-werk- Dat proces strekt zich inmiddels uit tot ver in de balans het komend decennium alleen maar groter regio. Steeds vaker zullen voorzieningen van wordt. Ook het sociaal-recreatieve verkeer zorgt bovenlokaal niveau in de regio een plek vinden. voor extra mobiliteitsgroei. De ICT-ontwikkelingen Andere functies leveren daarentegen een belang- bieden geen oplossingen voor de mobiliteitsgroei. rijke bijdrage aan de stedelijke cultuur of gedijen In Amsterdam is beter grondgebruik rond zones en juist in de stad optimaal. Kiezen voor dat soort knooppunten van openbaar vervoer zeker kansrijk. functies is ook ‘kiezen voor stedelijkheid’. De auto moeten we echter niet vergeten. Want ook in deze gebieden leidt verdichting tot meer auto- Werken en economie verkeer. De omvang en aard van de maatregelen De Amsterdamse economie heeft zich het om het autoverkeer af te wikkelen zijn afhankelijk afgelopen decennium voorspoedig ontwikkeld (al van de verwachte verkeerstoename. Eisen van leef- blijkt dat er recentelijk toch veel bedrijven zijn ver- baarheid zijn hierbij richtinggevend. Wanneer de trokken). Ze is veelzijdig en er is een grote mate van Westrandweg en een verbinding tussen de A6 en vervlechting tussen de verschillende activiteiten. In A9 worden aangelegd, ontstaat een bijna complete toenemende mate hoort de regio hierbij. Naast tweede ring rond de stad die het mogelijk maakt Schiphol en de dienstensector spelen ook de de A10 een meer lokale functie te geven. Dat havens en de industrie een belangrijke rol. levert ruimte op voor bebouwing. In de regio is er veel werkgelegenheid bijgekomen. Het aanbod aan arbeidskrachten nam eveneens De ruimtelijke ontwikkeling van Amsterdam en toe. Dat aanbod heeft de hoeveelheid werk echter de netwerkstad niet kunnen bijbenen, vooral als het gaat om hoger De ruimtelijke structuur van Amsterdam is altijd in opgeleiden. Voor een deel worden deze plekken ontwikkeling. Amsterdam heeft zich ontwikkeld van opgevuld door mensen van buiten, die hier ook een stad in een relatief groene omgeving tot een moeten kunnen wonen. Voor een groter deel zal stad die het centrum vormt van een samenhangend Amsterdam zelf aan de vraag naar arbeidskrachten regionaal netwerk, een netwerkstad. Het functione- moeten voldoen door de arbeidsparticipatie onder ren van dat regionale netwerk is af te lezen aan het Amsterdammers te vergroten. Dat kan bijvoorbeeld hoge aantal dagelijkse verplaatsingen, transporten, door scholing en meer kinderopvang. transacties en contacten tussen steden, knooppun- Amsterdam ontwikkelt zich steeds meer tot het ten, (lucht)havens, werkgebieden, woonwijken en belangrijkste centrum in Nederland voor zakelijke recreatievoorzieningen. Goede verbindingen zijn en financiële diensten, informatie en telecommuni- daarom belangrijk. Binnen de netwerkstad zet catie. Deze tak wordt ‘nieuwe economie’ genoemd Amsterdam in op stedelijkheid en het realiseren van en wordt sterk beïnvloed door de ontwikkeling van intensieve en gemengde stedelijke milieus. Het informatie- en communicatietechnologie (ICT). beleid ‘optimalisering grondgebruik’, dat zich richt Deze bedrijven opereren op wereldschaal en heb- op intensivering én kwaliteitsverbetering, laat zien ben baat bij het aantrekkelijke stedelijke klimaat en hoe dergelijke milieus in de praktijk kunnen worden de gemengde milieus van Amsterdam voor hun gerealiseerd. In de rest van de regio is genoeg dagelijkse contacten en activiteiten. Voor Amster- geschikte ruimte te vinden voor wonen en werken dam liggen er grote kansen in de cluster rondom in lage dichtheden. De netwerkstad betekent dus 14 1 Ontwikkelingen en opgaven in vogelvlucht 1 Het Plan Structuurplan Amsterdam
dat er specialisatie plaatsvindt tussen de verschil- vervoer. Concentratie is juist in Amsterdam kansrijk. lende kernen van de regio, maar ook dat de regio De ontwikkelingen in de regio vragen om verbete- een compleet aanbod aan milieus en functies ringen in de regionale weg- en railinfrastructuur. nastreeft. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling Goede verbindingen zijn immers essentieel voor functies naar een andere regio door te verwijzen of een netwerkstad. te verplaatsen. Landschappen Transformatie en optimalisering van het stedelijk De regio heeft een aantal waardevolle landschap- grondgebruik pen. Het zijn grote, nog gave gebieden buiten de Het grondgebruik in de stad wordt al geruime tijd stedelijke concentraties, zoals Waterland, de duinen, geïntensiveerd op plekken die goed over weg en het Groene Hart en het Markermeer. Het concept rail bereikbaar zijn. Het betreft knopen en zones ‘stad in het landschap’ gaat op deze schaal nog op. die in een ring liggen rond de binnenstad en de Reeds lang wordt gestreefd naar het behoud van bebouwingsgordels daaromheen: Teleport Sloter- deze gebieden en dat zal de komende decennia dijk, de Omval en meer recentelijk de Zuidas en de niet anders zijn. De belangrijkste veranderingen zit- A10-West. Met nieuwe openbaarvervoerlijnen wor- ten dan in de noodzakelijke aanpassing van het den meer gebieden beter bereikbaar. De Noord/ watersysteem. Tussen de stedelijke onderdelen van Zuidlijn, met zijn toekomstige vertakkingen naar de netwerkstad liggen kleinere groene en blauwe agglomeratie en regio, speelt daarbij een belang- gebieden die onder druk staan, zoals Spaarnwoude rijke rol. De strategische betekenis van plekken en het IJmeer. Dit zijn elementen die tegenwoordig wordt niet alleen bepaald door de ligging. Ook de aangemerkt kunnen worden als ‘landschap in de ontwikkelingsfase is van belang. Zo zijn haven- en stad’. In de komende decennia zullen hier de struc- industriegebieden binnen de ringweg deels ver- turen worden versterkt door de aanleg van recrea- ouderd. De keuze is hier tussen óf ingrijpend her- tiegebieden, natuurgebieden en verbindende recre- structureren óf een complete functieverandering. atieve of ecologische zones. In ieder geval gaat het om transformaties die grote veranderingen inhouden. Ook woongebieden ver- 1.2 Opgave voor Amsterdam ouderen. De naoorlogse woongebieden hebben veel kwalitatief mindere woningen en een woon- De centrale opgave waar Amsterdam nu en de omgeving die niet meer aansluit bij de huidige komende decennia op ruimtelijk gebied voor staat, behoefte. is het versterken van het profiel in het regionale netwerk, ook om de regio in haar geheel te verster- Bouwen en verbindingen in de regio ken. Deze opgave bestaat uit de volgende thema’s. Veel bouwen in de stad betekent niet dat er in de regio niets hoeft te gebeuren. Daarvoor is het Het ontwikkelen van milieus die juist in Amsterdam benodigde aantal woningen, bedrijventerreinen kansen hebben en voorzieningen te groot. Op dit moment wordt Amsterdam biedt specifieke kansen aan milieus met weliswaar veel gebouwd in het kader van de Vierde bebouwing en omgeving van hoge kwaliteit, met Nota Extra (Vinex) en de actualisatie daarvan (Vinac), intensief grondgebruik, met menging van activitei- maar binnenkort is dat klaar. Het is de vraag op ten en met een optimaal openbaarvervoer- en fiets- welke plek in de regio nog ruimte voorhanden is netwerk. Om deze milieus te realiseren moeten voor grootschalige verstedelijking. Amsterdam ligt sommige bestaande woon- en werkgebieden wor- omgeven door waardevolle landschappen waar ver- den getransformeerd en nieuwe gebieden worden stedelijking niet gewenst is. Aan de westkant van ontwikkeld. Dat vergt ingrijpende en complexe de stad domineren de lucht- en zeehaven. Deze operaties. Tegelijkertijd moet de milieuhinder in de kennen al tijden een sterk groeiende ruimtebehoef- stad worden teruggedrongen. te. Behalve ruimtebeslag zorgen de luchthaven en Met de ontwikkeling van bedoelde milieus versterkt zeehaven voor milieuhinder. Dat werkt beperkend Amsterdam niet alleen zijn profiel. De stad voorziet voor wonen in een groot deel van de regio. De ook in een groot deel van de behoefte aan wonin- beste kansen voor grootschalige verstedelijking gen, kantoren en voorzieningen om te voorkomen bieden de grote polders, de Haarlemmermeer dat daarvoor (een veel groter) ruimtebeslag in de en Zuidelijk Flevoland. Hier zal ook het nodige regio noodzakelijk is. Voor werk dat zich niet laat gebouwd gaan worden. Verder is concentratie van mengen met activiteiten als wonen en recreëren verstedelijking binnen bestaand stedelijk gebied dé moeten locaties worden aangewezen, zowel in de opgave. Dat kost minder ruimte en concentraties stad als daar buiten. kunnen beter worden voorzien van goed openbaar Structuurplan Amsterdam 1 Het Plan 1 Ontwikkelingen en opgaven in vogelvlucht 15
Het op alle fronten vergroten van de bereikbaar- worden gekozen op grond van de specifieke heid van de stad kansen die de verschillende regionale kernen of Amsterdam moet zich blijven ontwikkelen als een gebiedsdelen bieden. Ook voor afzonderlijke acti- belangrijk knooppunt voor regionale, nationale en viteiten moet naar een spreiding worden gezocht internationale verbindingen. De bereikbaarheid die goed past bij de regio als geheel. Het stedelijke moet daarom worden vergroot door een gediffe- netwerk is daarbij leidend. rentieerde inzet van verschillende vervoerswijzen: In de regio zullen overigens ook voldoende goed- verkeer en vervoer over water, via de weg en rail en kope woningen gebouwd en behouden moeten per kabel. De mobiliteitsgroei is tot op zekere worden. hoogte onvermijdelijk, de opgave richt zich vooral op het kanaliseren van die groei. Het is van belang Het bieden van ruimte voor een verdere ontwik- stedelijke ontwikkeling en bereikbaarheid goed op keling van Schiphol elkaar af te stemmen. Uitbreiding en een betere Schiphol is van groot belang voor de Amsterdamse inzet van het openbaar vervoer in combinatie met regio als knooppunt van vervoer én als trekpleister de fiets (ketenmobiliteit) zijn sturend. Tegelijkertijd voor internationale topinstellingen en kantoren. zal de stad goed bereikbaar moeten blijven voor Binnen de grenzen die milieu en leefbaarheid automobilisten, maar uitbreiding van auto- stellen, moeten optimale voorwaarden worden infrastructuur blijft beperkt vanwege de leefbaar- geboden om de internationale positie van de lucht- heid. haven te versterken. Dat heeft betrekking op de toegestane hoeveelheid milieuhinder, de bereik- Het verhogen van de kwaliteit van water, groen baarheid en de ruimte voor luchthavengerelateerde en openbare ruimte activiteiten en infrastructuur. Amsterdam moet een balans vinden tussen het beschermen van waardevolle elementen van water, Groei van de zeehaven mogelijk maken groen en openbare ruimte én het ontwikkelen van Zeehaven en industrie vormen een van de pijlers kwaliteiten die het voortdurend veranderende leven van de economie. Omdat zij vooral gericht zijn op in de stad faciliteren. In bepaalde delen van verwerking, zijn de zeehaven verweven met andere Amsterdam zal de stad uitbreiden, wat ten koste economische pijlers. De opgave is om de mogelijk- gaat van groen, water en openbare ruimte. Het heden tot groei van deze activiteiten in de regio te gaat hier meestal om de stadsrand en daarmee benutten, maar ook om het bijbehorende ruimte- raken deze ontwikkelingen de groene scheggen. beslag en de milieuhinder zoveel mogelijk te con- Hier is de opgave om nieuwe of aangepaste struc- centreren. Betere bereikbaarheid over water, weg turen op hun kwaliteiten te onderzoeken en het en rail is een voorwaarde voor evenwichtige groei. verlies aan groen of water te compenseren door een hogere kwaliteit te bieden. In bepaalde delen Het vergroten en differentiëren van de bereik- van de stad moet ruimte worden gezocht voor baarheid van de regio waterberging. Veldsport en volkstuinen in de stad De bereikbaarheid van de regio als internationaal moeten gerelateerd worden aan ontwikkelingen in concurrerend leef- en vestigingsmilieu moet het vrijetijdsgedrag, eisen van leefbaarheid en de worden vergroot. Er moeten daarom betere inter- behoefte aan efficiënter ruimtegebruik. nationale en nationale verbindingen komen. Versterking van het regionale (openbaar) vervoer is 1.3 Opgave voor de regio uitermate dringend gezien de huidige achterstan- den en knelpunten. Daarnaast moet er in de regio De opgave voor Amsterdam hangt samen met de meer onderscheid komen in het soort en de mate opgave voor de regio. Wat Amsterdam betreft is van bereikbaarheid, afgestemd op de gewenste de centrale opgave voor de regio het uitbouwen stedelijke ontwikkeling van diverse gebiedsdelen. van de positie als internationaal concurrerend Verschillende principes moeten voor deze opgave stedelijk leef- en vestigingsmilieu. Deze opgave worden ingezet: het scheiden van vervoersstromen behelst de volgende thema’s. (‘ontvlechting’), het met elkaar verbinden van ver- voersnetwerken op knooppunten en koppeling van Het vergroten van de verscheidenheid in regio- stedelijke en infrastructurele ontwikkeling. nale leef- en vestigingsmilieus Bijzondere aandacht verdient het goederenvervoer De verscheidenheid aan leef- en vestigingsmilieus dat naar verwachting een enorme groei zal door- in de regio moet worden vergroot door vooral zeer maken. stedelijke en landelijke milieus te creëren. De loca- ties waar die milieutypen kunnen komen, moeten 16 1 Ontwikkelingen en opgaven in vogelvlucht 1 Het Plan Structuurplan Amsterdam
Kwaliteitsverhoging van water, groen en landschap Opgave is om tegenwicht te bieden aan de voort- gaande versnippering en kwaliteitsvermindering van natuur en landschap in de regio. Dat vraagt duidelijke keuzes over gebieden die beschermd moeten worden en gebieden waar – in samenhang met verstedelijking – nieuwe kwaliteiten en land- schappelijke structuren moeten worden gereali- seerd. Daarbij zijn vooral verbindingen belangrijk. Opgave is verder om met aanpassingen aan de waterstaat een duurzaam antwoord te vinden op de waterproblemen in de regio. Deze aanpassingen moeten worden gebruikt om in hun algemeenheid kwalitatief hoogwaardige gebieden aan het regio- nale landschap toe te voegen. Structuurplan Amsterdam 1 Het Plan 1 Ontwikkelingen en opgaven in vogelvlucht 17
Het toekomstperspectief voor de Noordelijke IJoever betekent onder andere de transformatie van het Shell-terrein.
2 Toekomstperspectief stad en regio Hieronder worden de hoofdlijnen van de visie op de stad en de regio geschetst wat betreft de ruimtelijke ontwikkelingen tot 2010 en daarna. In de hoofdstukken hierna wordt deze visie nader uitgewerkt in randvoorwaarden, de gewenste ontwikkeling van ruimtelijke structuren, spreiding en programmering, gebiedsvisies en nadere uitwerkingen van het structuurplan. De visie op de regio, zoals hier geformuleerd, is de visie van de gemeente Amsterdam op haar omgeving en strookt met de gemaakte afspraken in Noordvleugelverband. In het streekplan Noord-Holland Zuid en eventueel andere streekplannen zal een visie op de regio formeel moeten worden vastgelegd. Dit valt buiten de bevoegdheid van de gemeente Amsterdam. 2.1 Visie op Amsterdam alternatieve ruimte aangeboden voor activitei- ten die niet met andere te mengen zijn. Het motto van het structuurplan is ‘kiezen voor • In de Westrandwegzone is woningbouw niet stedelijkheid’. De keuze voor de netwerkstad als mogelijk. Hier wordt (zij het tot op zekere hoog- ruimtelijk ontwikkelingsmodel op de regionale te) ruimte geboden voor werk dat zich niet met schaal maakt het noodzakelijk dat Amsterdam en woningbouw laat mengen. de andere steden in de regio zich inzetten voor hun • De binnenstad, delen van de 19de- en 20ste- specifieke kwaliteiten. Concreet resulteert dit voor eeuwse gordels en de geïntensiveerde over- Amsterdam in de onderstaande keuzes. Om deze gangszones gaan het grootstedelijke kerngebied keuzes op de lange termijn mogelijk te maken, zal vormen. Dit gebied is het best bereikbaar per er al vaak op de korte termijn aan gewerkt moeten openbaar vervoer en fiets, kent de hoogste worden: ruimtelijke ordening betekent tijdig antici- menging en intensiteit en kent veel variatie in peren op toekomstige ontwikkelingen. karakter. Er zijn zowel hoogwaardige woningen als internationale topinstellingen, -kantoren en In de stad worden vooral intensieve en gemeng- -voorzieningen. De overige bewoonde delen de stedelijke milieus gerealiseerd. van de stad zullen eveneens relatief hoge dicht- • De stad zal stedelijke milieus ontwikkelen van heden, menging en een goede bereikbaarheid een hoge kwaliteit, met hoge bebouwings- en hebben. De ruimte voor innovatieve, culturele gebruikersdichtheden, met veel functiemenging, en economische activiteiten zal hier worden ver- een optimale aansluiting op het openbaar ver- groot. In de Westelijke Tuinsteden en in Noord voer en een hoogwaardig fietsnetwerk. Dit leidt zullen stedelijke (deels regionale) centra tot ont- 2 tot beperking van energieverbruik en CO -uit- wikkeling komen met een belangrijke verzor- stoot. gende functie voor het desbetreffende gebied. • De belangrijkste gebieden voor deze intensive- • De ontwikkelingen en opgaven zoals beschre- ring en menging zijn het naoorlogse woongebied ven in hoofdstuk 1 en de afspraken die over de in West, Noord en Zuidoost en de overgangs- woningbouw in de periode 2010-2030 zijn zones van de stad rondom de ringweg A10, de gemaakt in Noordvleugelverband leiden naar A2 en de A4, en langs het IJ. huidige inzichten tot een bouwopgave voor • Bij die intensivering is het tevens de opgave om Amsterdam van zo’n 50.000 woningen in de de milieuhinder niet verder te laten toenemen. stad voor de desbetreffende periode. Dat betreft luchtvervuiling, geluidhinder en • Op basis van bovenstaande inzet zal naar ver- blootstelling aan gevaar. Voor de hierboven wachting aan die opgave kunnen worden genoemde overgangszones is het terugdringen voldaan. van milieuhinder zelfs een voorwaarde voor • Bovendien zullen veel werkgelegenheid en intensivering. Daarvoor zullen technisch com- voorzieningen in de stad tot ontwikkeling kun- plexe en kostbare ingrepen worden gedaan nen komen. Amsterdam krijgt daarmee een nog (overbouwingen en dergelijke) en wordt elders sterker stedelijk profiel binnen de regio. Structuurplan Amsterdam 1 Het Plan 2 Toekomstperspectief stad en regio 19
De bereikbaarheid wordt verbeterd, zowel over regels wordt extra bescherming geboden. Ook op de weg als per rail en water, en in directe samen- een lager schaalniveau zal er worden geïnvesteerd hang met intensivering en de ontwikkeling van in een goede, stedelijke openbare ruimte. centrummilieus. • De visies op het water, groen en de openbare • De intensivering en menging van het stedelijke ruimte worden afgestemd op de intensivering gebied betekenen een uitbreiding van de van de stad en op de veranderende behoeften milieus met de karakteristiek van een centrum. van de stedeling. Met gerichte impulsen zal de Deze ontwikkeling zal het sterkst plaatsvinden in (gebruiks)kwaliteit van water, groen en open- goed per openbaar vervoer bereikbare zones en bare ruimte worden verhoogd. Waterberging in bij knooppunten. Daarmee wordt een belang- de bestaande stad krijgt daarbij extra aandacht. rijke bijdrage geleverd aan het kanaliseren van • Het ruimtelijk model van Amsterdam met groe- de mobiliteitsgroei. Bovendien wordt zo de ne scheggen tussen bebouwde lobben blijft (in positie van Amsterdam te midden van de ande- ieder geval tot 2010) behouden. Maar de re steden in de regio optimaal benut. scheggen worden verschillend behandeld, • Het openbaar vervoer zal worden verbeterd afhankelijk van hun kwaliteiten, mogelijkheden door een uitbreiding van het metronet naar de en de stedelijke ontwikkeling. Impulsen worden agglomeratie. Het voornemen is de kleine metro- gegeven aan de Amstelscheg (vanwege de bij- ring tussen Isolatorweg en CS te voltooien, zondere waarde), aan de Westrand (vanwege de IJburg een metroverbinding te geven (de toenemende stedelijke druk) en de Diemerscheg Diemertak) en de Noord/Zuidlijn te verlengen (vanwege de behoefte aan meer kwaliteit). naar Zaanstad en Schiphol. De tracékeuzes bij • Voor veldsport en tuinieren blijven in het stede- de doortrekking van de Noord/Zuidlijn lopen lijke gebied voorzieningen behouden en worden vooruit op kansen voor nieuwe stedelijke nieuwe voorzieningen opgenomen. Nieuwe ontwikkeling. Voor de lange termijn wordt een technieken en andere organisatievormen zullen Oost/Westmetrolijn voorgesteld. Het tracé en worden toegepast voor een efficiënter ruimte- de haalbaarheid vergen nog nadere studie. gebruik. • Er moet een NS-station in de Watergraafsmeer komen bij het Science Park Amsterdam. 2.2 Visie op de regio • Voor zones waar metro en trein hetzelfde gebied gaan bedienen, is het voorstel geen NS- Het ontwikkelen van intensieve en gemengde stations toe te voegen. De aard van de stede- stedelijke milieus in Amsterdam, en van subur- lijke ontwikkeling wordt aangepast aan de hië- bane en landelijk-luxe milieus elders in de regio. rarchie en het karakter van de verschillende • Amsterdam benut zijn kansen om te voldoen vervoersknooppunten. aan de groeiende vraag naar stedelijk en zeer • In stedelijk gebied is het stimuleren van fiets- stedelijk wonen. Dit betekent de keuze voor gebruik belangrijk. De kwaliteit van het fiets- woonmilieus met meer grote woningen van netwerk wordt verbeterd. hoge kwaliteit (huur en koop), maar in hoge • De bereikbaarheid van de stad over de weg dichtheden, met veel voorzieningen, goed aan- vergt verbetering om de voorgestelde intensive- gesloten op openbaar vervoer en met een fijn- ring mogelijk te maken. Met de ontwikkeling mazig fietsnetwerk. Verder zal de stad zowel van een tweede ring rond Amsterdam (door ruimte bieden aan de top van kantoren, voor- aanleg van de Westrandweg en de verbinding zieningen en instellingen als aan culturele en A6-A9) kan de ringweg A10 een meer lokaal economische activiteiten aan de basis. ontsluitende functie krijgen met behoud van de • Suburbane milieus (huis met tuin) zullen vooral huidige capaciteit. Radiale uitvalswegen zullen elders in de regio een plek moeten krijgen. Het beter worden ingepast in het stedelijke weefsel, verdient sterk de voorkeur om deze opgave te maar de huidige capaciteit moet op zijn minst concentreren in een verdere groei van Almere. worden gehandhaafd. In aanvulling hierop is de Bloemendalerpolder • De bereikbaarheid over het water dient verbe- een geschikte locatie en, op de langere termijn, terd te worden. ook de Bollenstreek. In deze uitbreidingsgebie- den zullen aanzienlijk meer kantoren, bedrijven De kwaliteit van water, groen en openbare ruim- en voorzieningen moeten worden gerealiseerd te wordt vergroot in directe samenhang met de om de woon-werkbalans meer in evenwicht te ontwikkeling van de stad en de stedelijke cultuur. brengen. • De stad stelt een hoofdgroenstructuur en een • Landelijk-luxe milieus, waarbij in zeer lage dicht- hoofdwaterstructuur vast. Met aanvullende spel- heden in het groen of aan het water wordt 20 2 Toekomstperspectief stad en regio 1 Het Plan Structuurplan Amsterdam
gewoond, zullen eveneens vooral buiten Het vergroten van de bereikbaarheid in het Amsterdam moeten worden ontwikkeld. algemeen en in de zone Schiphol – Amsterdam – • Ook in de regio zullen voldoende woningen Almere in het bijzonder. voor mensen met lagere inkomens moeten wor- • In het wegenstelsel wordt meer differentiatie den aangeboden. Het is daarom nodig betaal- voorgesteld tussen ontsluiting en doorstroming. bare woningen toe te voegen en de bestaande In de railinfrastructuur (spoorwegen) is meer te behouden. hiërarchie gewenst in de netwerken en de • Op knooppunten en zones in de regio waar stations. Snelle railverbindingen moeten worden verschillende vervoerswijzen bij elkaar komen uitgebreid (HSL, een snelle verbinding tussen de (multimodaal) moeten meer werkfuncties en Randstadsteden, het zogenaamde Rondje voorzieningen worden gerealiseerd. Randstad over bestaand spoor). Het regionaal openbaar vervoer dient te worden versterkt. Het uitbouwen van Schiphol tot internationale De trein kan de regio als geheel beter gaan hub en het ontwikkelen van logistieke en dienst- bedienen, de metro de Amsterdamse agglo- verlenende functies die aan de luchthaven gere- meratie, terwijl vervoer per bus, minibus en lateerd zijn. taxi over de hele linie moet toenemen. • Schiphol moet de ruimte krijgen – binnen de Op multimodale knooppunten zijn betere over- aan de milieuhinder gestelde grenzen – om op stapmogelijkheden nodig tussen verschillende de huidige locatie te groeien tot een internatio- vervoerswijzen. Het goederenvervoer over nale hub. Optimaal gebruik van het huidige vijf- water en per spoor moet worden uitgebreid als banenstelsel is daarbij uitgangspunt. Door de alternatief voor de groei over de weg. groei zijn uitbreiding en een betere organisatie • De stadsuitbreiding in Zuidelijk Flevoland moet van infrastructuur in de regio en ver daarbuiten beter bereikbaar worden over de weg door de noodzakelijk. aanleg van een wegverbinding tussen A6 en A9 • De groei van Schiphol legt beperkingen op aan en per rail door verdubbeling van de Flevo- woningbouw. Rondom de luchthaven wordt spoorlijn en de aanleg van de IJmeerlijn. door het rijk een gebied vastgesteld waar zeer • De ontwikkeling van en rondom Schiphol moet voorzichtig met woningbouw moet worden beter bereikbaar worden door het doortrekken omgegaan om de groei van de luchthaven niet van de Noord/Zuidlijn naar Schiphol/Hoofddorp, te blokkeren. de aanleg van de Westrandspoorlijn, de West- • De aan de luchthaven gebonden bedrijvigheid randweg en tweede Coentunnel, en de Zuid- zal ruimte krijgen in een groter gebied. In de tangent. zone tussen Nieuw Vennep en het AMC zal het accent liggen op kantoren en topinstellingen, in Het handhaven van de contrasten tussen stad en de zone tussen Nieuw Vennep en Westpoort op land en het vergroten van de kwaliteiten van de logistieke terreinen. Ook op grotere afstand grote landschappen. (Zuidelijk Flevoland) moet in ruimte voor • De grote landschappen in de regio – de duinen, Schipholgebonden functies worden voorzien. Waterland, de Amstel- en Vechtstreek en het Markermeer – moeten worden beschermd en Ontwikkeling van de zeehaven en concentratie hun kwaliteit moet worden verhoogd met van milieubelastende bedrijvigheid rondom het gerichte investeringen. In het bijzonder geldt dit Noordzeekanaal. voor zones die onder een grote verstedelijkings- • Havens en industrie moeten ruimte krijgen voor druk staan zoals langs de N201 en de A2. verdere groei. Een hoge toegevoegde waarde • In het landschap van veengebieden en droog- staat daarbij voorop. Locaties worden bij voorkeur makerijen dient de waterstaat te worden aan- ontwikkeld in het Noordzeekanaalgebied. gepast. Dit resulteert in meer bergingsmogelijk- Milieuhindercontouren van lucht- en zeehaven heden voor het water, die ook kunnen worden kunnen elkaar hier overlappen. Nieuwe locaties benut om mogelijkheden voor landschaps- dienen tevens als alternatief voor milieuhinderlijke beleving, natuurontwikkeling en recreatie te bedrijven binnen de ringweg A10 of uit de regio. realiseren. • De groei van de zeehaven noodzaakt tot het • Voor de bufferzone tussen Haarlem en Amster- aanleggen van een tweede sluis bij IJmuiden. dam wordt voorgesteld een sterke landschaps- Onder meer voor de havens zullen weginfra- structuur te ontwikkelen, in samenhang met structuur (Westrandweg en tweede Coentunnel) nieuwe werkgebieden. Er moet worden geïn- en railinfrastructuur (Westrandspoorlijn) moeten vesteerd in mogelijkheden voor natuur en recre- worden gerealiseerd. atie. Structuurplan Amsterdam 1 Het Plan 2 Toekomstperspectief stad en regio 21
De hoofdstructuren van water en groen zijn randvoorwaarden voor de verdere stedelijke ontwikkeling van Amsterdam.
3 Randvoorwaarden De mogelijkheden voor de ruimtelijke ontwikkeling van Amsterdam worden bepaald door het structuurplan, aanvullende toetsingskaders en andere Amsterdamse beleidsdocumenten met ruimtelijke implicaties. Verder is sprake van landelijke, provinciale of gemeentelijke wet- en regelgeving. Voordat de visie verder wordt uitgewerkt is het zinvol eerst aandacht te besteden aan de randvoorwaarden die uit beide categorieën zijn af te leiden. Randvoorwaarden die voortvloeien uit Amsterdamse Hoofdgroenstructuur beleidsdocumenten zijn: Er is een aanvullend toetsingskader opgesteld voor • hoofdwater- en groenstructuur; de hoofdgroenstructuur, behorende bij het • hoofdnetten infrastructuur; structuurplan ‘Amsterdam Open Stad’ (1996). Dit • reserveringen infrastructuur; aanvullende toetsingskader is ook van toepassing • locatiebeleid; op dit structuurplan ‘Kiezen voor stedelijkheid’, met • hoogbouw; inbegrip van de nieuwe elementen die in dit struc- • kleinschalige bedrijvigheid. tuurplan aan de hoofdgroenstructuur ten opzichte van 1996 worden toegevoegd en met uitzondering Vanuit landelijke en provinciale regelgeving zijn aan van de groene elementen die uit de hoofdgroen- de orde: structuur zijn verwijderd. Deze wijzigingen staan • milieuhindercontouren. beschreven in paragraaf 4.1, ‘Structuurlaag 1: water en groen’. 3.1 Hoofdwater- en groenstructuur De groengebieden in de hoofdgroenstructuur wor- den verdeeld in vijf clusters, die weer onderverdeeld De intensivering van het stedelijk grondgebruik, de zijn in 12 groentypen. In de nota ‘De hoofdgroen- stedelijke transformaties en herstructureringsopera- structuur geordend’ zijn de groentypen en de richt- ties vragen om extra aandacht voor de kwaliteit van lijnen om te bepalen welke ruimtelijke ontwikke- water en groen. Hieronder wordt ingegaan op de lingen binnen een groentype toegestaan zijn randvoorwaarden vanuit de hoofdgroenstructuur en omschreven. Het overzicht van groentypen staat in de hoofdwaterstructuur. Beide structuren zijn weer- schema 1. gegeven op de kaart ‘Groen en water 2010’. Voor de inhoudelijke visie wordt verwezen naar hoofd- stuk 4 (‘Ruimtelijke structuur’). Schema 1. Groentypen hoofdgroenstructuur Cluster Groentypen 1 Volkstuinen en sportparken Volkstuincomplexen, schoolwerktuinen, nutstuinen Sportparken Curiosa 2 Parken Historische parken Traditionele parken Traditionele parken (natuurrijk) Groene corridors/corridorparken Begraafplaatsen 3 Schakelparken en recreatiegebieden Divers 4 Natuurgebieden Ruigtegebieden 5 Landelijke gebieden Stadsrandpolders Structuurplan Amsterdam 1 Het Plan 3 Randvoorwaarden 23
klassen demping mogelijk uitbreiding mogelijk randvoorwaarde randvoorwaarde randvoorwaarde cultuurhistorisch / ecologisch waterhuishoudkundig stedenbouwkundig I Nee (Ja) (Structuurherstellend) n.v.t. n.v.t. II Nee Ja Ja (bij uitbreiding) n.v.t. n.v.t. III Ja Ja Ja Ja Ja Klasse I Klasse III • demping niet mogelijk; • demping mogelijk mits kwantitatief gecompenseerd en onder • uitbreiding mogelijk in de vorm van aanleg van nieuw water, struc- ruimtelijke en ecologische randvoorwaarden; tuurherstellend en/of historiserend van aard; • compensatie binnen hetzelfde watersysteem; • dit geldt voor water in de binnenstad, ‘beschermd stadsgezicht’. • uitbreiding mogelijk in de vorm van verbredingen en toe- voegingen; Klasse II • er worden voorwaarden gesteld aan de ruimtelijke kwaliteit (maat • demping niet mogelijk; en structuur) van de uitbreiding; • uitbreiding mogelijk in de vorm van verbredingen en toe- • er worden voorwaarden gesteld aan de ecologische gevolgen voor voegingen; de waterkwaliteit en voor natte ecologische verbindingszones; • er worden voorwaarden gesteld aan de ruimtelijke kwaliteit (maat • dit geldt voor het IJ, havens, zijkanalen, plassen en meren, waar en structuur) van de uitbreiding; door functieveranderingen enige flexibiliteit wenselijk is, maar • dit geldt voor natuurlijk ontstane veenstromen, zeekolken, kanalen, de structuur en de maat van het water ook een ruimtelijke (trek)vaarten en ringvaarten én ‘stedenbouwkundig water in de kwaliteitsdrager van het toekomstige gebied dient te zijn. wijk’ vanwege de hoge stedenbouwkundige, (stads)landschappe- Hiernaast is ook het handhaven van de natuurlijke kwaliteit van lijke en cultuurhistorische waarden. deze wateren van belang. Schema 2. Dempingsklassen in de hoofdwaterstructuur Bij de ontwikkelingen wordt een onderscheid natuurgebied naar sportpark). Over de inpasbaar- gemaakt tussen: heid of vervangbaarheid adviseert de Technische Adviescommissie Groen. Alle initiatieven in de I bouwinitiatieven en gebruiksverandering hoofdgroenstructuur die ter beoordeling of advies Inpasbare bebouwing is meestal kleinschalige aan B&W worden voorgelegd, gaan vergezeld van bebouwing die het specifieke groentype onder- een groenrapport. Hierin worden de verwachte steunt. Het bouwen van grotere vrijetijdsvoorzienin- effecten op de aanwezige groenwaarden beschre- gen is onder voorwaarden mogelijk in zogenaamde ven. ‘schakelparken’ en recreatiegebieden. Met deze grotere vrijheidsgraad wordt de mogelijkheid gebo- Hoofdwaterstructuur den de ruimtelijk verbrokkelde schakelparken meer In nieuwe stedenbouwkundige plannen wordt als eenheid te geven en voor elk schakelpark een norm aangehouden dat het oppervlak voor mini- eigen programma te ontwikkelen. Als voorwaarde maal 10 procent uit water bestaat. Voor alle wate- voor nieuwe initiatieven in een schakelpark geldt ren gelden de Waterstaatsverordeningen en keuren dat een masterplan voor het hele schakelpark ont- van de waterbeheerders. Dit houdt in dat demping is wikkeld moet worden. toegestaan mits kwantitatief wordt gecompenseerd. Daarnaast is in dit structuurplan, naar analogie van II verandering van groentype de hoofdgroenstructuur, een hoofdwaterstructuur Verandering van groentype kan ook gepaard gaan aangegeven (zie kaart ‘Groen en water 2010’). met bebouwing, tenminste wanneer die de groen- De hoofdwaterstructuur bevat structuurbepalende functie ondersteunt. Verandering van groentype wateren en wateren die vanuit ecologische, cultuur- binnen een cluster (bijvoorbeeld van volkstuin naar historische en waterhuishoudkundige redenen van sportpark) is minder ingrijpend dan verandering van gemeentelijk belang zijn. Deze moeten zoveel groentype tussen de clusters (bijvoorbeeld van mogelijk worden beschermd. In de hoofdwater- 24 3 Randvoorwaarden 1 Het Plan Structuurplan Amsterdam
Vous pouvez aussi lire