Activiteiten Rapport 2016 - BEWEGING VOOR INTERNATIONALE SOLIDARITEIT Vzw MOUVEMENT POUR LA SOLIDARITE INTERNATIONALE Asbl - aclvb

 
CONTINUER À LIRE
Activiteiten Rapport 2016 - BEWEGING VOOR INTERNATIONALE SOLIDARITEIT Vzw MOUVEMENT POUR LA SOLIDARITE INTERNATIONALE Asbl - aclvb
BEWEGING VOOR
INTERNATIONALE SOLIDARITEIT Vzw

        MOUVEMENT POUR
LA SOLIDARITE INTERNATIONALE Asbl
         ____________________

    Activiteiten Rapport
            2016
Activiteiten Rapport 2016 - BEWEGING VOOR INTERNATIONALE SOLIDARITEIT Vzw MOUVEMENT POUR LA SOLIDARITE INTERNATIONALE Asbl - aclvb
Table des matières

1      BIS-MSI-MIS .................................................................................................................... 3
    1.1 Inleiding en evolutie van het jaar 2016 .................................................................... 3
    1.2 Huidige meerjarenprogramma 2015-2016 ............................................................... 5
    1.3 Zuid-Noord-Zuid uitwisseling ................................................................................... 6
    1.4 Interne publicaties: Artikels Vrijuit over onze partnerwerking in het zuiden .... 7
    1.5 Externe publicaties ..................................................................................................... 7
    1.6 Vormingen/Seminaries .............................................................................................. 7
    1.7 Partner Acties 2016 .................................................................................................... 8
       1.7.1 Zuid-Afrika: SACCAWU .................................................................................... 8
       1.7.2 Zuid-Afrika: COSATU ...................................................................................... 10
       1.7.3 Burundi ............................................................................................................... 12
       1.7.4 Burkina-Faso ...................................................................................................... 14
       1.7.5 Sénégal ............................................................................................................... 16

                                                             2
Activiteiten Rapport 2016 - BEWEGING VOOR INTERNATIONALE SOLIDARITEIT Vzw MOUVEMENT POUR LA SOLIDARITE INTERNATIONALE Asbl - aclvb
1 BIS-MSI -MIS

1.1 INLEIDING EN EVOLUTIE VAN HET JAAR 2016
Het jaar 2016 stond grotendeels in het teken van de uitwerking en planning van de nieuw
meerjarenprogramma 2017-2021 van de vzw BIS. Gezien de nieuw regelgeving en voortdurende
aanpassingen van de wetgeving rond ontwikkelingssamenwerking moest wij de volgende stappen
afwerking om zelfs een te programma op 30/09/2016 te mogen indienen bij de overheid (Directie
Generaal Development (DGD):

Gemeenschappelijke Context Analyse (GCA)

   -   Wij moesten naast de Gemeenschappelijke Context Analyse (GCA) van het jaar 2016, ook een
       Gemeenschappelijke Strategische Kader bij de overheid indienen op 30/04/2016. Hiertoe heeft
       de Minister voor OS een wijzing tot de Wet (16/06/2016) en Koninklijke Besluit (11/09/2016)
       laten publiceren in de staatsblad. Dit GSK kader werd evenals de GCA door de groep van 9
       Belgische niet gouvernementele actoren, werkzaam op het thematische domein van waardig
       werk uitgevoerd. Als groep waren wij ook de enige die een thematische GSK wouden
       uitvoeren, alle andere actoren hebben deelgenomen aan geografische GSK’s. Hiervoor
       moesten wij wel de vooraf toestemming van de Minister bekomen. De GSK werd bij de
       overheid ingediend op 30/04/2016 en vervolgens vindt er een strategische dialoog plaats mid
       juni. Op 26/07/2016 heeft de minister laten weten dat de kader was goedkeurt. Past na
       goedkeuring van dit kader krijgen wij de toestemming om een programma bij de overheid in
       te dienen. De overheid voorziet jaarlijks een strategische dialoog om de aanbevelingen zoals
       ontvangt op dialoog van 10/06/2016 te overlopen en algemene feedback te krijgen over de
       verloopt van:
           o de opvolging van de nagestreefde strategische doelen en van de impact;
           o de lessen die uit de uitvoering van de programma’s zijn getrokken en hun gevolgen
               voor het GSK;
           o de opvolging van de concretisering van de complementariteit en de synergieën en de
               daarmee verbonden leerprocessen;
           o de opvolging van de integratie van transversale thema’s als bedoeld in artikel 11, §2
               van de wet;
           o de analyse van de opportuniteit om de inhoud van het GSK aan te passen en, indien
               van toepassing, de formulering van aanbevelingen aan de minister betreffende de
               aanpassing van de programma’s;
           o de opvolging van de aandachtspunten die tijdens de beoordeling van het GSK
               geïdentificeerd zijn.
       Om dit proces in goede banen te leiden in de ganse sector, heeft de koepels (11.11.11) en
       federaties beslist om een verbindingsgroep op te richten. De vzw BIS werd aangeduid als de
       vertegenwoordiger voor de 3 vakbonden in dit werkgroep.

Veranderende regelgeving en wettelijke kader

   -   Ondertussen, en maar enkele maanden voor de deadline om een programma binnen te dienen,
       heeft Minister De Croo ook de spelregels rond de indienen van een programma verander. Hij
       legt een aantal minimum drempels voor. Zo moeten bijvoorbeeld een programma, minimaal
       over een budget van 2 miljoen euro per jaar beschikken om direct bij de overheid te mogen
       worden binnen gediend. Gezien het totaal programma kosten van de vzw BIS ronde de
       840.000 euro per jaar belopen, konden wij dus geen meer eigen programma autonoom binnen
       dienen.

                                           3
-   Om bovengenoemde probleem op te lossen waren wij genoodzaakt om een samenwerking met
       andere factoren aan te gaan. Dit scenario is besproken op de vzw BIS RvB van 16/02/2016 en
       is er een mandaat aan de bestuurders geven om een samenwerkingspiste te onderzoeken.
       Hiertoe is een aantal consultaties met ACV en ABVV doorgegaan. Na een grondige interne
       analyse en op basis van een schriftelijk aanbod/voorstel tot samenwerking vanuit ACV heeft
       de bestuur van BIS beslist om een gemeenschappelijke meerjarenprogramma uit te werken in
       samenwerking met ACV (en hun instituut voor ontwikkelingssamenwerking, met namen
       IIAV) en de NGO, Wereldsolidariteit (WSM). Om dit allemaal in goede banen te leiden is er
       een redactie comité opgericht en veel tijd en energie zijn door de 3 actoren erin gestoken om
       de drie los staande programma’s tot één geheel te laten komen op een zeer korte periode. De
       Minister heeft immers een verder voorwaarden gekoppeld aan de indienen van een
       gezamenlijke programma, met namen dat dit intern coherent moest zijn.

Meerjarenprogramma 2017-2021

   -   Op 30/09/2016 dienden de vzw BIS, IIAV en WSM een gemeenschappelijke vijfjaren
       programma binnen van 55mijljoen euro, totaal over de 5 jaar periode, waarvan de vzw BIS
       voor 4,04 miljoen euro voor haar programma opnemen. De gezamenlijke programma bestaan
       uit 8 specifieke doelstellingen, waarvan doelstelling “4” betrekking heeft op het programma
       van de vzw BIS. Het programma heeft tot doel: “Versterkte vakbondspartners in Zuid-Afrika,
       Burundi en Senegal zijn instaat om sociale dialoog te laten bijdrage tot meer gunstige
       werkomstandigheden voor kwetsbare werknemers in de informele en formele economie, met
       focus op vrouwen en jongeren.” / “Les organisations syndicales partenaires en Afrique du Sud,
       au Burundi et au Sénégal sont capables d’améliorer le dialogue social pour contribuer à des
       conditions favorables de travail des travailleurs précaires dans l’économie formelle et
       informelle avec un accent sur les femmes et les jeunes
   -   Elk partner organisatie is verantwoordelijk om, in tegens telling tot de vorige
       meerjarenprogramma’s, nu gezamenlijk bij te dragen tot de behalen van dit één specifieke
       doelstelling. Hiertoe moet ze, over de 5 jaar werken op de volgende 3 resultaten:
           o Resultaat 1: Structurele en menselijke onderhandelingscapaciteiten voor/van de
                doelgroepen en verantwoordelijke bij de vakbondspartners zijn verstrekt
           o Resultaat 2: De representativiteit, interne participatie en financiële autonomie van de
                vakbondspartners zijn versterkt
           o Resultaat 3. Capaciteiten voor lobbywerk en politieke acties op nationaal, continentaal
                en internationaal niveau, van de vakbondspartners zijn i.s.m. inter-syndicale & andere
                pertinente actoren verstrekt
   -   Op 15/12/2016 ontvangen wij, de beoordelingsfiche vanuit DGD aangaande het
       gemeenschappelijke programma 2017-2021. Voor de deel met betrekking tot continent Afrika,
       waar de vzw BIS staat ingeschreven onder specifieke doelstelling 4, krijgen wij als groep een
       89/100 als beoordeling score. Op dit moment is het budget vastlegging nog niet gekend en zal
       past gekend zijn bij de Ministerieel Besluit die op 15/02/2017 door Minister De Croo zal
       worden ondertekend.

Screening en erkenning voor 10 jaar

   -   In het jaar 2016 is ook de screening door Deloitte doorgegaan, die aan de verschillende
       Belgische actoren een erkenning tot actor voor ontwikkelingssamenwerking moest geven. Op
       3/02/2016 bezoek een expert van Deloitte de vzw BIS om de expertise aangaande 9 domeinen
       af te toetsen en te beoordelen. Op 20/05/2016 ontvangt vzw BIS de beoordeling vanwege
       Deloitte met een slaagt cijfer van 85%. Op twee van de 9 domeinen gaf Deloitte aan dat BIS
       ruimte voor verdieping moet inbouwen in de komende jaren. Dit betreft de domein van
       resultaat gericht beheren (met namen rond het domein van impact) en de transversale thema’s
       (gender & milieu). De overheid voorziet per jaar een institutionele dialoog met de erkende
       actoren om hun vooruitgang op de 9 domeinen van de screening te overlopen.

                                             4
Op basis van deze dialogen zullen de overheid een vaststelling maken of de erkenning steeds
        geld, of moeten worden intrek.

1.2 HUIDIGE MEERJARENPROGRAMMA 2015-2016
Het meerjarenprogramma 2015-2016 (verlenging van 2012-2014), komt ook in december 2016 tot een
einde. Alle partners hebben over de grote lijnen heen hun vooraf opgestelde specifieke doelstelling en
resultaten bereikt.

Voor het periode 2012-2016 konden de volgende belangrijke verbetering van arbeidsrechten en
organisatieversterking per partner aangeven vanwege de steun vanuit de vzw BIS/ACLVB programma
werking:
Zuid-Afrika: SACCAWU, een grote resultaat was ten eerste dat SACCAWU via haar input en lange
onderhandelingen met de Minister van Arbeid tot de aanpassing van de “Basis Sectoraal Determinatie
nr. 9”, sectoraal wetgeving gericht op groot en kleinhandel sector geleid had dat 3003,74 rand
(komende van 2159, 41 rand p/m, begin 2012) nu als sectoraal minimumloon gelden voor alle
werknemers in de sector! (…publicatie van de wetwijzing in april 2016). Een koopkracht stijgen van
29% over de 5 jaar periode, met direct impact op armoede bestrijden. Ten tweede konden SACCAWU
haar ledenaantal laten groei van 157.000 in 2012 tot 186.000 in 2016. Een stijging van 29.000 leden.
Zuid-Afrika: COSATU, de voornaamste resultaat blijkt de capaciteitsontwikkeling op interne
organisatie versterking door middel van de kapitalisatie en verankering van de ontwikkelde
beleidsdocumenten, handleidingen en goede praktijken door de vakbond structuren heen. Hiertoe ook
de leiders rol van COSATU in de Afrikaanse continent te versterking om voor syndicale rechten en
waardig werk op te komen. De HIVA externe evaluatie heeft immer bevestigd dat het BIS programma
benadering de echte behoeften aanpakt op verschillende niveaus binnen COSATU, en dat dit een
belangrijke voorwaarde voor duurzaamheid is.
Burundi: FNTT-SI, le résultat le plus significatif est la création de trois fédérations sectorielles
nationales regroupant respectivement l’agro-alimentaire, le manufacturier et le domestique. Ces
fédérations ont pu à travers les deux années de programmation évoluer vers une stabilisation et une
autonomisation, pour finir par s’affilier à la COSYBU devenant de ce fait des acteurs majeurs de la
représentation nationale des travailleurs de l’économie informelle. Ainsi, les revendications nationales
de ces fédérations ont été transmises par la COSYBU au Comité National du Dialogue Social.
Burkina Faso: CSB, ces deux années de programmation avec la CSB correspondent à une phase d’exit
et d’autonomisation des permanences. Cet enjeu syndical s’est mis en place par le renforcement
durable des synergies entre les responsables syndicaux de l’économie formelle et de l’économie
informelle par la participation de ces acteurs du formel aux groupes de travail résultant ainsi à un
rapprochement de leurs approches syndicales et de l’intégration de ces deux dimensions aux groupes
de travail thématique. Les coordinateurs régionaux ont été formés sur la recommandation 204 de l’OIT
et six SAS ont pu être dynamisés afin de contribuent à l’autonomie progressive des permanences.
Sénégal: CNTS, le résultat principal s’inscrit dans une augmentation d’environ 10.000 affiliés sur les 2
années de programmation 2015-2016 dans les 14 régions. Cette stratégie syndicale se fait en
collaboration avec UDTS, UTS, et la CSA dans une logique de renforcement de leurs capacités
d’organisation des travailleurs de l’économie informelle dont au moins 30% de ces nouveaux affiliés
cotisent au sein des confédérations membre de l’intersyndicale. Un atelier sur la mise en place de la
recommandation 204 de l’OIT, passage du formel à l’informel, a été suivi par la CNTS suite à l’atelier
d’échange Sud-Sud avec la COSATU

Het jaar 2016 was geen gemakkelijke jaar gezien de jaar gezien de sneller verloop van projectleiders
voor de Franstalige partnerorganisaties van de vzw BIS. Op één jaar tijd hebben wij 4 verschillende
projectverantwoordelijke gehad. Gemiddeld over het jaar 2016 hebben de vzw BIS op basis van de
sociaal balans beschikt over 3 VTE. Dit heeft een weerklank op de goede administratief continuïteit
voor de dossiers in de Franstalige landen.

                                              5
Wij hebben dus gemerkt dat de timing van sommige onderdelen van bepaalde partnerorganisaties niet
overeenkomt met de planning in de logische kaders. Hiertoe hebben wij een aantal vertragingen
opgelopen in de administratie van de dossier. Alle elementen zijn in detail met de partner organisaties
tijdens de monitor en evaluatie partnersessie te Burkina Faso overlopen als deel van ons risico beheer.
Wij hebben de verzekering van de partners ontvangen dat ze de nodige zal doen om de opgelopen
achterstand tegen eind 2016 weg te werken.

De narratief en financieel afsluiting van het meerjarenprogramma 2015-2016 zal op 30/06/2017 bij
DGD worden binnen gediend.

1.3 ZUID-NOORD-ZUID UITWISSELING
      Vzw BIS in samenwerking met ACLVB organiseerde haar partner seminarie in Ouagadougou,
      Burkina Faso van 18 tem 22 Oktober 2016. BIS nodigde haar lokale partner Conféderation
      Syndicale Burkinabe (CSB) en haar andere programma partners: Senegal (Conféderation
      Nationale des Travailleurs du Sénégal, CNTS), Burundi (Fédération Nationale des Travailleurs
      du Transport du Social et de l’Informel, FNTT-SI) en Zuid-Afrika (South Africa Commercial
      Catering & Allied Workers, SACCAWU & Congress of South African Unions, COSATU) uit.

      De workshop werd geopend met een welkomstwoord van de ACLVB Nationaal Secretaris en
      Voorzitter vzw BIS - Olivier Valentin, waarin hij nadruk legde op de internationale solidariteit
      van de liberale vakbond via BIS en de steun van de Belgische ontwikkelingssamenwerking om
      ons bovenstaande vakbondspartners verder te helpen ontwikkelen de beginselen van de Waardig
      Werk agenda uit te bouwen.

      Mevrouw K. Meersman, attaché ontwikkelingssamenwerking van de Belgische Ambassade in
      Burkina Faso nam ook deel aan de eerste dag van de partner meeting. Zij was zeer blij met de
      aanwezigheid van BIS in Ouagadougou en de steun die BIS geeft aan ons partner Confederation
      Syndicale Burkinabe (CSB). Daarboven was zij ook aangenaam verrast met de talrijke
      aanwezigheid van de vele vrouwen op ons seminarie.

      Over de 4 dagen werd feedback geven aan de partners over hun activiteiten van het jaar 2015 en
      2016 om daaropvolgend de resultaten van de evaluatie (juni 2015) van het onderzoeksinstituut
      HIVA, geattacheerd aan de KU Leuven voor te stellen. BIS vond in het bijzonder dat in de jaren
      15/16 er een zeer goede uitwisseling was van Zuid-Zuid activiteiten. Positief was ook dat er
      zeer veel kennis over de informele economie en de rechten van de informele werkers is
      ontstaan. Een min punt was de tijdige opvolging vanuit de partnerorganisaties ten aanzien van
      bepaalde administratieve taken. Er werd een aantal elementen opgelijst waartoe de partners zich
      verbinden om in te verbeteren tegen eind 2016.

      BIS en al zijn partners bezochten ook de vrouwen afdeling in Po (CSB Femmes Sud), een zeer
      arme en onder ontwikkelde provincie in het Zuiden van Burkina Faso. We werden warm
      onthaald door de syndicale regionale coördinator en zijn team van vier vrouwen die elk
      verantwoordelijk voor een lokale divisie werkgroep. Deze waren ‘gender’ Sociale Economie,
      Gezondheid en veiligheid op het werk, sociale bescherming in en gender & de informele
      economie.

                                              6
1.4 INTERNE PUBLICATIES: ARTIKELS VRIJUIT OVER ONZE PARTNERWERKING
      IN HET ZUIDEN

Jan “COSATU: De prioritaire rol van vakbonden in Afrika”
Feb “Sociale bescherming dringt ongelijkheden terug”
Mrt “Veiligheid van hygiëne op de markt van Petersen”
Apr “Ontslagen in de groot-en kleinhandel sector te Zuid-Afrika”
Mei “Burkina Faso: Onderhandelen en opleiden”
Jun/Jul “Een nationaal minimumloon voor Zuid-Afrika: COSATU gaat de strijd aan”
Aug/sept “ Burundi: Vooruitgang in de sociale dialoog, zelfs in tijden van crisis”
Oct “ Waardig werk, industrialisatie en jobcreatie”
Nov “Senegal: Moeilijkheden bij omkadering ambulante handel”
Dec “Partnerorganisaties van BIS overlopen hun actieprogramma 2017-2021”

1.5 EXTERNE PUBLICATIES
Case studie “Gebruik van TUDEP” zoals gepubliceerd door de GPEDC, pagina 128, webpage:
http://csopartnership.org/istanbul-five-years-after/

TUDCN newsletters:
maart: http://www.ituc-csi.org/support-for-motorcycle-taxi
juli: http://www.ituc-csi.org/COSATU-CNTS-Dakar-EN
nov/dec 2016: http://www.ituc-csi.org/decent-work-industrialisation-and

1.6 VORMINGEN/SEMINARIES
In het kader van de screening hebben de medewerkers van de vzw BIS in het jaar 2016 vormingen
gevolgd, met betrekking tot:
    • 20 mei, coaching ACE Europe “Theory of Change”
    • 1 juni, opleiding/workshop, NGO Federatie, “Theory of Change”
    • 27 oktober - Introductiedag nieuwe medewerkers, NGO federatie

Diverse:
   • 20 juni, interne opleiding sessie, “VZW Wetgeving”

                                               7
1.7 PARTNER ACTIES 2016
1.7.1 Zuid-Afrika: SACCAWU

Korte fiche 2016

Titel: Ontwikkeling van Zuid-Afrikaanse Vakbonden
Partner: SACCAWU (South African Commercial, Catering and Allied Workers)
Budget: 160.250 euro

Evolutie/doel

Voor het programma 2015-2016 stellen wij als doel om een
verdere 100.000 werknemers werkzaam bij 29 nationale
bedrijven te bereiken. Dus beoogde het programma om
tegen eind 2016 minimaal 250.000 werknemers
(250.000/300.000=83%) te bereiken. Ook verhoogt
SACCAWU haar inzet om in de komende twee jaar i.p.v.
45%, nu 50% vrouwelijke werknemers te bereiken.

De volgende elementen blijven belangrijk voor SACCAWU
bij de uitbouw van het programma:
     • SACCAWU’s interne onderhandelingsstructuur is
         aangepast in de periode 2012-2014 en wij zullen dus voor de periode 2015-2016 hierin niet
         verder investeren.
     • Een gecentraliseerd onderhandelingsforum consolideert 83% van de huidige werknemers uit
         de 29 grote bedrijven in een Sectoraal Akkoord.
     • SACCAWU versterkt haar nationale representativiteit in de groot- en kleinhandel sector door
         middel van een ledengroei met 2.5% per jaar, waarvan 50% vrouwelijk.
     • Gemeenschappelijke uitwisseling en kennisoverdracht zijn ontwikkeld om gecentraliseerd
         collectief onderhandelen beter te begrijpen.

Voor het jaar 2016 heeft SACCAWU als vakbond te kampen gekregen met grootte aantal
herstructureringen en overnamen in de groot en kleinhandel sector, met vele ontslagen tot gevolg.
Verder werd SACCAWU ook voor het eerst geconfronteerd met digitaliseren, door de introductie van
zelf scan apparaten in de supermarkten.

Zending en internationale fora 2016

ZUID-ZUID, NOORD: Partnermeeting, te Burkina Faso 17-21 oktober 2016
NOORD-ZUID: PCM workshop 17-23 maart 2016, te Johannesburg

Bereikte resultaten 2016

     Resultaat één: bereikt onder de vorige MJP 2012-2014
     Resultaat twee: Een gecentraliseerd onderhandelingsforum consolideert 50% van de huidige
        werknemers uit de 29 grote bedrijven in een Sectoraal Akkoord:
Voor de doeleinden van het jaar 2016 concludeerden wij dat resultaat twee zoals gepland bereikt is
en dat SACCAWU de 100.000 extra werknemers bereikt had en via sociaal dialoog er voor gezorgd
had dat dit groep gelijkaardige werkcondities en sociale voordelen krijgen. Hiertoe heeft SACCAWU
één voorbereiding en 5 thematische workshops georganiseerd:

                                            8
•   7-9 juli, planning & voorbereidingsmeeting aangaande collectief onderhandeling workshop
       van oktober, met 7 deelnemers
   •   15-19 maart, Nationale Educatie Comité (NEC) workshop, met 24 deelnemers
   •   27-30 april, Gender workshop, vrouw en onderhandelingen, 20 deelnemers
   •   19-22 april, NEDCOM, met 30 deelnemers
   •   5-8 oktober, Collectief onderhandelingsforum, met 90 deelnemers
   •   12-15 oktober, Centraal uitvoerend comité aangaande collectief onderhandeling, met 82
       deelnemers

     Resultaat drie: SACCAWU versterkt haar nationale representativiteit in de groot- en
       kleinhandel sector door middel van een ledengroei met meer dan 2.5% per jaar, waarvan 45%
       vrouwelijk.
Voor de doeleinden van het programma 2016 concludeerden wij dat resultaat drie bereikt is zoals
gepland (SACCAWU heeft een groei in de groot en kleinhandel sector van 3% p/j aangetekend).
Voor de periode 2015-2016 heeft SACCAWU ook ingezet op haar genderbeleid om 50% i.p.v. 45%
vrouwelijke werknemers te bereiken. Om de groei in de regio’s aan te trekken heeft SACCAWU ook 2
workshop georganiseerd met aandacht voor organiseren van leden:
    • 11 juli, planning & voorbereidingsmeeting, aangaande de regionale workshops in december,
       met 24 deelnemers
    • 30/11 tot 3/12, gecentraliseerde onderhandelingsworkshop voor afgevaardigden uit de regio’s,
       met 120 deelnemers

     Resultaat vier: Gemeenschappelijke uitwisseling en kennisoverdracht zijn ontwikkeld om
         gecentraliseerd collectief onderhandelen beter toe te begrijpen
Voor de doeleinden van het programma 2016 noteerden wij dat resultaat vier een sterke aanzet geeft
heeft tot verschillende uitwisselingen ook op zuid-zuid samenwerking.
    • SACCAWU heeft deelgenomen aan de uitwisselingssessie tussen COSATU en CNTS te
         Dakar (juni 2016) Senegal en aan de COSATU International School (september 2016). Zo
         heeft SACCAWU de voorzitterschap van de International School commissie “5” voor haar
         rekening genomen met het thema “Transforming the structures of our economies to advance
         climate justice and create green jobs”

Conclusie & input externe evaluatie

Voor het jaar 2016 zijn alle resultaten en activiteiten zoals voorzien per resultaat gerealiseerd.
SACCAWU heeft in 2016 erop ingezet om een maximaal aantal van de overblijvende 29 nationale
bedrijven bij het onderhandelingsforum te betrekken. Wij hebben de nodige stappen gezet om aan
SACCAWU de fundamenten te bieden om hun leden een sectoraal minimum loon van meer dan 3000
ZAR te bieden en zo de koopkracht van werknemers te verhogen. In het programma met SACCAWU
voorzien wij voortdurend extra aandacht voor kwetsbare werknemers (o.a. de vrouwelijke, parttime
werkers en jongeren).

Vanuit de HIVA externe evaluatie van mid 2015 hebben wij in 2016 gewerkt aan:
   • het verdiepen en systematiseren van het leren uit dit relevante programma door SACCAWU’s
        deelnamen aan de COSATU/CNTS zuid-zuid uitwisseling in juni 2016
   • de ledengroeistrategieën wordt meer vanuit een jeugdperspectief worden herbekeken door de
        database met de ID nummers (van alles nieuw leden) aan toe te voegen en dus ook te
        beantwoorden aan de aanbeveling om de interne competenties in data analyse d.m.v. de
        spreadsheet applicatie om diepere trends in het lidmaatschap te ontdekken en interactie &
        communicatie te verbeteren en te versterken.

                                           9
1.7.2 Zuid-Afrika: COSATU

Korte fiche 2016
Titel: Ontwikkeling van Zuid-Afrikaanse Vakbonden
Partner: COSATU (Congress of South African Trade Unions)
Budget: 104.855 euro

Evolutie/doel
Het doel van het programma blijft dat de interne capaciteit
van COSATU versterkt wordt, om de Zuid-Zuid
samenwerking binnen vakbondsbeweging meer coherent te
maken.

Uit de interne & externe evaluatie blijken de volgende
belangrijke elementen voor COSATU in de periode 2015-
2016:
    • Ten eerste hoe COSATU de interventie zoals ontwikkeld en uitgebouwd in het periode 2012-
        2014 actueel en up-to-date gaat houden, met de beperkte middelen waar haar internationale
        dienst over beschikt.
    • Ten tweede een zeer concrete zuid-zuid samenwerkingsactie uit te voeren met één van de
        bestaande vzw BIS partnerorganisaties in Afrika, ter bevordering van kennisdeling rond het
        organiseren van werkers uit de informele economie.

Voor het jaar 2016 heeft COSATU veel tijd in de lokale verkiezingen geïnvesteerd om haar alliantie
met de ANC te onderhouden. Op syndicaal vlak heeft COSATU veel gelobby om een goede basis
voor de onderhandelingen aangaande een nationaal minimum loon te starten. Op een minder positief
punt heeft COSATU opnieuw een affiliatie, met namen FAWU (landbouw), met rond de 100.000
leden zien vertrekken uit haar rangen.

Zending en internationale fora 2016

ZUID-ZUID, NOORD: Partnermeeting, te Burkina Faso 17-21 oktober 2016
NOORD-ZUID: PCM workshop 4-6 mei 2016, te Johannesburg

Bereikte resultaten 2016

     Resultaat één: COSATU heeft een internationaal beleidsraamwerk goedgekeurd dat
        verduidelijkt hoe zuid-zuid samenwerking tussen vakbonden kan gepromoot worden en
        coherent gemaakt worden.
Voor de doeleinden van het programma 2016 concludeerden wij dat resultaat één bereikt is zoals
gepland in het afgelopen MJP en er door COSATU gewerkt is op:
    - Om dit in goede banen te leiden heeft COSATU drie International relations Comité (IRC)
        meetings georganiseerd
    - Hiernaast heeft COSATU van 12-14 september een “COSATU International School” geregeld
        met meer dan 100 deelnemers. De Conferentie heeft een duidelijke verklaring opgeleverd en is
        terug te vinden: http://www.cosatu.org.za/show.php?ID=11962 en;
http://www.ilo.org/addisababa/whats-new/WCMS_524121/lang--en/index.htm
http://www.gov.za/speeches/cosatu-international-school-12-sep-2016-0000

                                            10
 Resultaat twee. Internationale relatie vakbondsafgevaardigden en shopstewards maken
       gebruik van de richtlijnen omtrent internationale relaties.
Voor de doeleinden van het programma 2016 concludeerden wij dat resultaat twee bereikt is zoals
gepland:
    - Nieuw handboek voor de afgevaardigden is ontwikkeld door NALEDI
    - Opleidingsmateriaal voor de 9 provincies is gedrukt en verspreid
    - Op 30/06/2016 is een gender/youth sessie georganiseerd rond internationaalbeleid
    - Op 14/03, 25/04 en 10/05 zijn IRC meetings door gegaan.

     Resultaat 3. Gemeenschappelijke uitwisseling en kennisoverdracht zijn ontwikkeld om zuid-
        zuid samenwerking beter te begrijpen
Gezien de aard van zuid-zuid samenwerking hebben wij voor de doeleinden van het programma 2016
verder blijven inzetten op de uitbouw van ons vakbondsnetwerk NIVU om de nodige synergie en
complementariteit te bekomen. De Zuid-Zuid Samenwerking initiatief tussen de vzw BIS partner
organisatie (CNTS) in Senegal en COSATU op gebied van het organiseren van werknemers uit de
informele economie is doorgegaan van 6-10 juni te Dakar.
    - Ook heeft COSATU actief op 7/10/2016 campagne gevoerd voor waardig werk

Conclusie en input externe evaluatie

Voor de periode 2016 zijn alle resultaten en activiteiten zoals voorzien per resultaat gerealiseerd.
Het jaar 2016 stond ook voor COSATU in het teken van de opvolging van haar 12de Nationale
Congres resoluties. Gezien de turbulentie rond het vertrek van haar affiliatie voor de
metaalwerknemers en het ontslag van de Algemeen secretaris moest COSATU de tijd nemen om terug
eenheid binnen de federatie te bekomen. De kwestie met betrekking tot de internationale
vakbondskoepels (ITUC vs WFTU) affiliatie blijkt ondertussen niet voor de directe toekomst te
gebeuren, gezien COSATU niet haar lidmaatschap tijdens de WFTU Congres van oktober 2016 heeft
aangekondigd.

Vanuit de HIVA externe evaluatie van mid 2015 hebben wij in 2016 gewerkt aan:

   1. BIS heeft de interne situatie van projectpartner blijven opvolgen. Zoals de externe evaluatie
      zelf aangaf monitort de vzw BIS de huidige interne turbulente situatie bij COSATU van zeer
      dichtbij. Voor het jaar 2016 hebben wij geen grote interen turbulenties, die een risico voor het
      programma werking geven, te vermelden.
   2. De strategieën zijn herdenken voor de groep van actieve IRO’s en geaffilieerde actoren in het
      programma door een apart handleiding voor hun te ontwikkelen.
   3. Sinds de DGD hervorming maakt Zuid-Afrika, als middel inkomen land ook geen deel meer
      uit van de 14 officiële Belgische partnerlanden. Hiertoe zullen wij ook in de komende 5 jaren
      de evolutie op Belgisch beleid goed opvolgen. Zuid-Afrika blijft wel deel van de 33 landen op
      de lijst van de Gemeenschappelijke Strategische Kaders.

                                            11
1.7.3 Burundi

Fiche courte

Titre: La FNTT-SI renforce les capacités d’encadrement syndical de
l’économie informelle de la COSYBU, à travers l’extension des secteurs
domestique, agro-alimentaire et manufacturier.
Partenaires: Confédération Syndicale du Burundi (COSYBU) et
Confédération nationale des Travailleurs du Transport du social et de
l’informel (FNTT-SI)

Budget 2016: 196.333€

Evolution / objectif

Avec l’année 2014 et 2015, les secteurs domestique, agro-alimentaire et manufacturier de l’informel
ont été organisés et encadrés par la FNTT – SI dans une logique de développement syndical et
d’autonomisation tout en constituant en premier lieu une fédération nationale par secteur.
Le travail de consolidation de ces 3 fédérations a consisté à la mise en place des organes nationaux et
provinciaux (comités syndicaux, comités des permanences, comités femmes, comités jeunes, comités
sectoriels de dialogue social, comités de gestion des SAS sectoriels etc…) et par un dynamisme
syndical de renforcement des capacités (formations, services d’appui syndicaux, plans de récolte et
gestion des cotisations, cadres de négociation, équipement des permanences etc…).
Dès 2016, les 3 fédérations sectorielles se sont affiliées à la COSYBU, devenant ainsi des acteurs
majeurs de représentation nationale des travailleurs de l’économie informelle par leur participation aux
organes dirigeants de la COSYBU, spécialement à la commission nationale de négociation de
l’informel co - pilotant ainsi le dialogue social du niveau national à tous les échelons décentralisés.
Pour plus d’autonomisation et de pérennisation de leurs activités en perspective de fin du projet, des
plans d’action d’autonomie financière et d’activités ont été élaborés et mis en œuvre au niveau de
chaque permanence provinciale sans oublier les formations de délégués syndicaux nationaux et par
catégorie (femmes, jeunes etc…)
En définitive, les travailleuses et travailleurs de l’informel sont encadrés et organisés au même titre
que leurs collègues du formel à travers l’organisation syndicale.

Mission et forums internationaux 2016

    •   Sud-Sud, Nord: Réunion des partenaires au Burkina Faso du 17 au 21 octobre 2016
    •   Sud-Sud: COSATU’s International school day du 12 au 14 septembre 2016 en Afrique du Sud

Résultats atteints 2016

    •   un plan d’autonomie financière est élaboré; 24 leaders des 3 fédérations sont formés
    •   120 leaders des 3 nouvelles fédérations et 75 leaders des syndicats et partenaires sociaux ont
        été sensibilisés sur la R 204 et sa mise en œuvre
    •   340 leaders soit 20 par province (membre des comités provinciaux de dialogue social) ont été
        formés ; formation en province des membres des Comités provinciaux de dialogue social
        selon les fédérations ;
    •   170 délégués issus des 3 fédérations soit 5 par province en deux sessions sont formés sur
        l’encadrement de terrain et la conduite d’une négociation ;
    •   24 leaders des 3 fédérations sont formés à l’administration et gestion financière ;
    •   17 comités de suivi intersyndical des activités des jeunes ont été formés ; 225 jeunes formés :

                                             12
•   510 leaders sont formés sur l’identification et la gestion des SAS
    •   1 plan national de formation des jeunes leaders est élaboré où 35 jeunes y ont participé
    •   1 plan d’action et d’autonomie financière et d’activités est élaboré; 24 leaders des 3
        fédérations formés
    •   Des plans de formation de stratégie de reconnaissance des métiers axés sur les jeunes et les
        femmes sont élaborés; 57 leaders sont formés
    •   Les revendications nationales des 3 secteurs ont été actualisées et transmises par la COSYBU
        au Comité National de Dialogue Social
    •   85 leaders syndicaux formés sur les droits syndicaux
    •   85 leaders femmes et jeunes ont été formés sur le processus de mise en oeuvre de la Charte
        Nationale de Dialogue Social dans le secteur de l’informel

Conlusions et orientations de l’évaluation externe

Malgré le contexte socio-sécuritaire difficile suite à la crise électorale de 2015, toutes les activités ont
été menées pour atteindre les résultats de l’année 2016 prévus. Cela a été facilité par la tenue de la
plupart des activités à Bujumbura; notamment les formations de renforcement de capacités mais aussi
le bon dialogue social entretenu avec le cabinet du ministère du travail précisément lors des
campagnes de sensibilisation du public.
L’orientation générale de 2016 s’est inscrit sur le renforcement des capacités des délégués syndicaux
avec un accent sur les femmes, les jeunes etc.; et l’autonomisation de toutes les structures syndicales
des fédérations afin de garantir un bon fonctionnement en tant que affiliées de la COSYBU.

Les activités suivantes ont été mise en œuvre pour le suivi des recommandations de l’évaluation par
HIVA des trois années.

   1. Sur le renforcement des capacités:
• Des plans d’autonomie financière et d’activités ont été élaborés et mis en œuvre dans toutes les
  permanences provinciales; ainsi que l’intégration des représentants de l’informel dans les structures
  provinciales et communales de mise en œuvre de la politique nationale de protection sociale
• Des comités de suivi intersyndical sont opérationnels dans le suivi-évaluation de toutes les activités
  syndicales des syndicats et fédérations;
• Des formations nationales sur la gestion des cotisations et l’administration, et à l’encadrement et à
  la négociation ont été dispensées; et des formations sur les droits syndicaux et la protection sociale
• Participation des délégués des comités de dialogue social dans le processus de révision du code du
  travail et du code de protection sociale;

     2. Sur les échanges de bonnes pratiques:
Au cours des deux réunions nationales, les coordinations provinciales échangent leurs expériences sur
l’encadrement et la gestion de leurs permanences. Des échanges de bonnes pratiques ont également eu
lieu lors de l’Ecole Internationale de la COSATU où chacun a partagé son expérience dans
l’encadrement et la syndicalisation de l’informel à l’intention des autres 20 pays africains participants
et 2 pays de l’Amérique latine (Brésil, Vénézuela);

    3. Sur le développement institutionnel:
Formation des délégués syndicaux par des pairs l’ayant déjà reçu et initiation de certains leaders
syndicaux aux outils TUDEP et 5C en vue de formuler plus tard une théorie de changement prélude à
une autonomisation pérenne des organisations syndicales de l’informel lors des deux réunions de
coordination (février et décembre 2016)

     4. Sur le genre:
Il y a une intégration du genre dans toutes les activités du projet (40% de participation féminine); ainsi
que l’organisation d’activités à dominance femmes et jeunes.

                                               13
1.7.4 Burkina-Faso

Korte fiche

Titre:   “Programma       ter    versterking    van    de
organisatiecapaciteit teneinde efficiënt te kunnen
participeren aan de gedecentraliseerde sociale dialoog.”
Partenaire : Confédération Syndicale Burkinabé (CSB)

Budget 2016: 86.033,78€

Evolutie/Doel

La deuxième année de programmation du « programme exit
2015/2016 », a permis de renforcer les acquis du
programme 2012/2014, sur le dialogue social décentralisé
entre les structures régionales de la C.S.B et les autorités locales. L’ensemble des activités ont été
exécutées et ont permis l’atteinte des trois résultats intermédiaire notamment par les formations
syndicales et la mise en place de structure thématiques composées de responsables syndicaux de
l’économie formel avec ceux de l’économie informelle qui indiquent une stabilité et cette durabilité
recherchée. Les activités de la deuxième année du programme exit ont été lancées lors d’une
cérémonie qui s’est tenu les 12 et 13 février 2016. Cette cérémonie a regroupé, les membres du B.N.C
de la C.S.B, les coordinateurs et les présidentes des comités de femmes des régions. Après le
lancement officiel, les activités du programme ont démarré immédiatement, par la mise en œuvre
progressive des activités devant concourir à l’atteinte des résultats et de l’objectif spécifique.
En rappel l’objectif spécifique défini par la C.S.B était de renforcer ses capacités de dialogue social en
région, dans le cadre du programme 2012/2014. De ce fait, les représentations décentralisées de la
C.S.B, devaient s’organiser de manière autonome afin que les travailleurs puissent proposer leurs
revendications et les responsables régionaux formés au dialogue social afin d’être à mesure de porter
et de défendre ces revendications.
Pour que le programme puisse avoir un impact satisfaisant sur les difficultés de terrain rencontrées par
les travailleurs de l’informel dans les régions, cela supposait, la poursuite de la politique de
décentralisation. La stabilité socio-économique est une hypothèse contextuelle importante pour
permettre un dialogue constructif entre syndicats et autorités.
A la fin du programme en 2014, il a été décidé entre partenaires de la mise’ en place d’un programme
exit dont l’objectif spécifique et les résultats intermédiaires sont restés les mêmes, mais avec des
activités devant concourir à pérenniser les acquis du programme 2012/2014.

Zending en internationale fora 2016

    •   Sud-Sud, Nord: Réunion des partenaires au Burkina Faso du 17 au 21 Octobre 2016
    •   Sud-Sud: « COSATU’s International school » du 12 au 14 septembre 2016 à Johannesburg en
        Afrique du Sud

Bereikte resultaten 2016

    • 10 mémorandums actualisés et déposés auprès des autorités dans le cadre du 1er Mai et de la
      journée de l’informel.

                                              14
• 2 recueils de recommandations sur 2 thématiques (sécurité et santé au travail; socio-
      économique) par deux groupes de travail renforcés par le formel et formés pour produire des
      recueils de recommandations.
    • 12 actions collectives dans 12 régions (15 Décembre) et trois actions collectives dans deux
      régions (8 mars), sept actions collectives (1er mai)
    • Opérationnalisation du schéma de recouvrement des cotisations lié aux 5 SAS (Services
      d’Appui Syndicaux) identifiés et mis en œuvre dans 05 régions, qui ont permis une
      amélioration du taux de recouvrement des cotisations de plus de 3% en 2016
    • Deux groupes de travail (sécurité et santé au travail/ socio-économique) renforcés par les
      travailleurs du formel, formés pour produire des recueils de recommandations
    • 05 SAS identifiés et mis en œuvre (Ouahigouya; Pouytenga; Banfora; fada N’Gourma; Pô)
    • 30 responsables des groupes de travail socio-économique et sécurité et santé au travail
      reçoivent chacun une formation sur leurs thèmes
    • 26 responsables reçoivent deux types de formation (Conventions de l’OIT et transition de
      l’économie informelle vers le formel)
    • Les coordinateurs de régions ainsi que les présidentes des comités des femmes ont été formés
      sur les conventions de l’OIT et la transition de l’économie informelle vers le formel
    • Les responsables des groupes de travail de sécurité /santé au travail et socio-économique
    • Evaluation et réactualisation des plateformes: Les séances d’évaluation se sont faites au niveau
      national que régional.

Conclusions et orientations de l’évaluation externe

L’exécution du programme en 2016, a connu très peu de difficultés. L’expérience acquise par les
membres de l’UGN, les coordinateurs, les membres du comité de pilotage et les membres du Bureau
National Confédéral (BNC) ont été aussi des facteurs favorisants, qui ont permis un taux de réalisation
de100% des activités prévus malgré le contexte décrit ci-dessus.

Le résultat poursuivi par le programme exit se termine avec des acquis. Les responsables de groupes
de travail (sécurité et santé au travail; socio-économique) ont eu leurs compétences renforcées et sont
à mesure de mieux assumer leurs rôles. Six SAS ont pu être dynamisés et contribuent à l’autonomie
progressive des permanences. Le dialogue social décentralisé sera toujours réclamé par le mouvement
syndical.

                                             15
1.7.5 Sénégal

Korte Fiche

Titre: “De CNTS sluit zich aan met 3 werkgeversfederaties (UDTS, UTS, CSA) ter
versterking van hun capaciteit voor de organisatie van de werknemers in de informele
economie”

Partner : Confédération Nationale des Travailleurs du
Sénégal (CNTS)

Budget: 216.692,51€

Evolutie/Doel

Dans le cadre de son programme 2015-2016, la CNTS et
ses 3 partenaires (CSA, UDTS, UTS) ont, suite aux
résultats 2015, poursuivi leurs activités avec la mise en
œuvre du plan d’action 2016; des visites de terrain, des
sessions de formation, la constitution de syndicats et de
fédérations dans le secteur de l’économie informelle (SEI).

Les visites de terrain ont permis de continuer la sensibilisation des travailleurs du SEI notamment dans
les syndicats déjà constitués sur les conditions d’une meilleure assise à travers la mise en place des
fédérations de secteurs et les sessions de formation ont permis le renforcement de connaissances et
capacités des responsables des différents secteurs dans différentes problématiques pour leur permettre
de mieux prendre en charge leurs préoccupations et revendications multiples et multiformes.

Ces différentes activités entrent dans le processus de mise en place de syndicats et de fédérations dans
le SEI et le renforcement des effectifs syndicaux des centrales syndicales parties prenantes.
Ainsi les assemblées générales tenues dans les 14 régions ont permis de constituer 41 fédérations et 1
syndicat dans les secteurs de la transformation, du commerce, de l’artisanat, du transport, de
l’agriculture, de l’élevage, de la teinture/couture, de l’environnement, de la menuiserie, de la poterie,
du personnel domestique et de mettre en place les SAS associés.

Il faut saluer l’engagement des membres des coordinations régionales et de l’Unité de gestion qui
constituent la plate-forme intersyndicale regroupant la CNTS, la CSA, l’UDTS et l’UTS et qui
travaillent dans la solidarité et la compréhension pour l’atteinte des objectifs du programme de
syndicalisation des travailleuses et travailleurs du SEI.

Zending en internationale fora 2016

    •   Sud-Sud, Nord: Réunion des partenaires au Burkina Faso du 17 au 21 octobre 2016
    •   Sud-Sud: « COSATU’s International school » du 12 au 14 septembre 2016 à Johannesburg en
        Afrique du Sud

                                              16
Tussentijdse Resultaten 2016

    •   Environ 6000 nouveaux affiliés dont 1761 ont assisté aux AG de constitution des syndicats et
        fédérations
    •   14 visites de terrain dans les régions ayant permis de rencontrer plus de 10 000 travailleuses et
        travailleurs du SEI
    •   14 régions disposent de structures syndicales sectorielles (42)
    •   102 cadres ont participés aux 4 sessions de formation à l’encadrement des travailleurs de
        l’économie informelle ;
    •   56 responsables ont participé aux sessions de formation sur la gestion des SAS, 31
        responsables sur le rôle des femmes
    •   33 passages des membres de coordination dans des radios communautaires pour la
        sensibilisation aux problématiques de l’économie informelle
    •   Matériel promotionnel mis à disposition des responsables syndicaux en région (1547 tee-
        shirt);
    •   1 journée nationale à Diourbel sur les problématiques de travailleurs de l’économie informelle;
    •   Un atelier intersyndical d’échange Sud-Sud avec la COSATU sur la syndicalisation dans le
        secteur de l’économie informelle et le travail décent.
    •   Contribution à la publication d’articles dans le « Librement ».

Conclusions et orientations de l’évaluation externe

L’ensemble des activités ont été menées pour atteindre les résultats prévus dans le cadre logique 2015-
2016. L’intersyndicale a continué dans la même dynamique avec des stratégies axées sur la
sensibilisation et l’encadrement de l’ensemble des travailleurs de l’économie informelle, la formation
des responsables des organisations constituées et la structuration des fédérations sectorielles.

Ces fédérations sectorielles devraient être les bases sur lesquelles le dialogue social devrait être
construit avec les partenaires, patrons et gouvernement.
Durant l’exécution du plan d’action 2015-2016, la Coordination du programme a gardé à l’esprit pour
en tenir compte les recommandations de la dernière évaluation.

                                              17
Vous pouvez aussi lire