Debussy happening - zo 24 feb 2019 begin 11.30 uur | einde omstreeks 21.40 uur een samenwerking van deSingel, Antwerp Symphony Orchestra & ...

 
CONTINUER À LIRE
muziek

Debussy happening

zo 24 feb 2019
begin 11.30 uur | einde omstreeks 21.40 uur

een samenwerking van deSingel,
Antwerp Symphony Orchestra & Koninklijk
Conservatorium Antwerpen van de AP Hogeschool
teksten programmaboek Klaas Coulembier
coördinatie programmaboek deSingel
D/2019/5.497/025

Op drie locaties kunt u doorlopend iets drinken:
Blauwe foyer, Rode foyer en Grand café.

Op volgende locaties kunt u iets eten:
in de wandelgangen van 11.30 > 20 uur, cash te betalen
Groentensoep (warm-VEG) aan 3 euro per portie
Wrap met zalm (koud) aan 4 euro per portie
Quiche met courgette en tomaat (warm-veg) aan 5 euro per portie
Griekse sla (koud) aan 6 euro per portie
Chocolademousse (koud) aan 3 euro per portie
Muffin (koud) aan 3 euro per portie

Grand café deSingel open 9 > 24 uur
informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 of online
www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen

                                                                                                     Debussy in Houlgate, 1911
     Gelieve uw GSM uit te schakelen            Concertvleugels Met bijzondere dank aan Ortwin
                                                Moreau voor het stemmen en het onderhoud van de
De inleidingen kan u achteraf beluisteren via   concertvleugels van deSingel
www.desingel.be                                 Moreau Pianoservice / Kapucinessenstraat 32 / 2000
Selecteer hiervoor voorstelling / concert /     Antwerpen / +32 (0)486 83 63 98
tentoonstelling van uw keuze.                   www.moreau-pianoservice.be
Claude Debussy (1862-1918)

11.30 uur                                                  13.30 uur
Kamerkoor Koninklijk Conservatorium Antwerpen               Studenten Koninklijk Conservatorium Antwerpen
Jan Schweiger muzikale leiding                             ‘Petite Suite’ voor piano vierhandig             12’
Selectie liederen zie p. 20                                 En bateau
                                                            Cortège
Antwerp Symphony Orchestra                                  Menuet
Adrien Perruchon muzikale leiding                           Ballet
Selectie uit ‘Préludes’ (orkestratie Luc Brewaeys)
Uit Boek 1:                                          17’   ‘Première rhapsodie’ voor klarinet en piano       8’
nr 2 Voiles                                                 Rêveusement lent - Animé, scherzando
nr 5 Les collines ‘d Anacapri
nr 6 Des pas sur le neige                                  ‘En blanc et noir’ voor twee piano’s             15’
nr 7 Ce qu’a vu le vent d’ouest                            Avec emportement
                                                            Lent. Sombre
Uit Boek 2:                                          15’    Scherzando
nr 3 La puerta del vino
nr 4 Les fées sont d’exquises danseuses                    Sonate in D voor cello en piano                  12’
nr 6 “Général Lavine” excentric                            Prologue
nr 12 Feux d’artifice                                      Sérénade
                                                           Finale

ca. 12.30 uur | pauze                                      ca. 14.30 uur | pauze
15 uur                                                      18 uur
 Jean-Efflam Bavouzet piano                                 Oxalys
‘Préludes’, Boek 2:                                   45’   Prélude à l’après-midi d’un faune (arr. Benno Sachs)   10’
 nr 1 Brouillards
 nr 2 Feuilles mortes                                       Syrinx voor fluit solo                                  3’
 nr 3 La puerta del vino
 nr 4 Les fées sont d’exquises danseuses                    Sonate voor fluit, altviool en harp                    17’
 nr 5 Bruyères                                              Pastorale (Lento, dolce rubato)
 nr 6 “Général Lavine” excentric                            Interlude (Tempo di minuetto)
 nr 7 La terrasse des audiences du clair de lune            Final (Allegro moderato ma risoluto)
 nr 8 Ondine
 nr 9 Hommage à S. Pickwick Esq. P.P.M.P.C.                 Six épigraphes antiques (arr. J.M. Morel)              17’
 nr 10 Canope                                               Pour invoquer Pan, dieu du vent d’été
 nr 11 Les tierces alternées                                Pour un tombeau sans nom
 nr 12 Feux d’artifice                                      Pour que la nuit soit propice
                                                            Pour la danseuse aux crotales
                                                            Pour l’Egyptienne
ca. 16 uur | pauze                                          Pour remercier la pluie au matin

16.30 uur                                                   ca. 18.50 uur | pauze
Sophie Karthäuser sopraan & Stéphane Degout bariton
Alain Planès piano
                                                            20.30 uur
Selectie liederen zie p. 23                                 Antwerp Symphony Orchestra
                                                            Adrien Perruchon muzikale leiding
                                                            Jean-Efflam Bavouzet piano
ca. 17.30 uur | pauze                                       Suite ‘Pelléas et Mélisande’ (arr. Alain Altinoglu)    22’

                                                            ‘Fantaisie’ voor piano en orkest                       20’

                                                            La mer: trois esquisses symphoniques                   22’
                                                            De l’aube à midi sur la mer
                                                            Jeux de vagues
                                                            Dialogue du vent et de la mer

                  8                                                           9
Claude Debussy                                                   belangrijkste kunstenaars zou worden bij de overgang van
                                                                 de 19de naar de 20ste eeuw. Hij groeide op als oudste
                                                                 zoon in de porseleinwinkel van zijn ouders in Saint-
 Moeilijk, vaag, ongemakkelijk. Dat moet zowat het eerste        Germain-en-Laye, een stadje 20 km ten westen van Parijs.
 en overheersende gevoel zijn geweest bij de muzikanten          Zijn vader, die zeven jaar bij de marine had gediend,
 die voor het eerst de partituur van ‘Prélude à l’après-midi     droomde ervan dat zijn zoon zeevaarder zou worden. Het
 d’un faune’ op de pupiter kregen. Claude Debussy haalde         lot besliste er anders over, maar om de één of andere
 de vaste grond van onder hun voeten door zowat elke             reden staan water en wind vaak centraal in de esthetiek
 geplogenheid van de symfonische compositie te                   van Debussy.
 ontwijken…                                                      In 1870 moest het gezin Debussy hun woonst ontvluchten
 Hoewel dit werk als een kantelpunt in de muziekgeschie-         als gevolg van de Frans-Pruisische oorlog. Ze vonden
 denis beschouwd wordt, en door Pierre Boulez zelfs als het      onderdak bij Debussy’s tante Clementine in Cannes, waar
 feitelijke begin van de 20ste eeuw werd aangeduid, is het       de jonge Claude zijn eerste pianolessen kreeg van de
 niet zo dat Claude Debussy op een ochtend wakker werd           Italiaan Jean Cerutti. Cerutti had niet echt oog voor het
 met een visioen en besliste het muzikale landschap te           talent van Claude Debussy, maar zijn lessen waren een
 hertekenen. Ook Debussy is het product van zijn omgeving,       belangrijke eerste stap. Terug in Parijs beslisten zijn ouders
 en die omgeving was bijzonder kleurrijk. Er was de muziek       dat hij zijn pianostudies kon verderzetten bij Antoinette
 van Chopin, de poëzie van Mallarmé, het bruisende Parijs        Mauté, die zichzelf graag Mademoiselle Mauté de
 met de onvergetelijke wereldtentoonstellingen, de prestigi-     Fleurville liet noemen. Deze kokette dame liep niet alleen
 euze Prix de Rome en nog zoveel meer.                           hoog op met zichzelf, maar zag gelukkig ook in dat
 Sommige componisten kunnen ontsnappen aan het                   Debussy heel wat muzikaal talent in huis had. In latere
 keurslijf van de geschiedschrijving die alles netjes in         getuigenissen zou Debussy haar regelmatig vermelden als
 categorieën opdeelt. Andere componisten drukken een             een belangrijke figuur in zijn muzikale vorming, zowel tot
 danige stempel op hun tijd dat ze een categorie op zichzelf     pianist als tot componist. Op haar aanraden trok de jonge
 worden. Hoewel we vandaag met gemak over muzikaal               snaak al in 1872 naar het Conservatoire de Paris. Daar
 impressionisme spreken, hadden de geschiedenisboeken            leerde hij, zoals dat toen gebruikelijk was, vooral het
 het even goed over Debussyisme kunnen hebben. Geen              vakmanschap waarover elke muzikant moest beschikken.
 andere componist belichaamt de vroegtwintigste-eeuwse           Het talent van de jonge pianist was opmerkelijk, en hij
 muzikale stijl die we benoemen als ‘impressionisme’ beter       doorliep het curriculum dan ook vrij moeiteloos. Voor
 en vollediger dan Debussy zelf. In 1908 schreef Debussy:        creativiteit of persoonlijke ontwikkeling was er maar weinig
“Ik probeer ‘iets anders te doen’ - een soort realiteit die de   ruimte en een vrije geest als Debussy had dan ook meer
 dwazen ‘impressionisme’ noemen.” Uit Debussy’s biografie        en meer problemen met de academische striktheid van het
 blijkt inderdaad dat hij zich als componist niet echt wilde     conservatorium. Zijn aversie voor deze manier van werken
 schikken naar de gebruiken van zijn tijd. Hij was gefasci-      voedde zijn artistieke praktijk misschien wel meer dan het
 neerd door alles behalve het klassieke of traditionele. Zijn    onderwijs zelf.
 muziek is dan ook origineel en rijk aan invloeden en            De verbazingwekkende start van zijn carrière als pianist
 inspiratiebronnen. Het etiket van het impressionisme past       was wellicht te mooi om waar te zijn. Na enkele jaren bij
 heel goed bij sommige werken, maar is ontoereikend voor         Antoine François Marmontel ging Debussy als pianist
 een groot deel van zijn oeuvre.                                 steeds minder vooruit, en verminderde het aantal onder-
                                                                 scheidingen en prijzen dat hij kreeg aan het conservatori-
                                                                 um. Misschien had een andere leraar het tij kunnen keren,
Jeugdjaren en conservatorium                                     maar Debussy bleef gedurende zijn hele loopbaan trouw
                                                                 aan Marmontel. Hij was dan misschien niet de ideale
Toen op 22 augustus 1862 de kleine Achile-Claude het             pianoleraar voor Debussy maar hij wist hem wel te stimule-
levenslicht zag, kon niemand vermoeden dat hij één van de        ren als musicus. Critici en juryleden verklaarden het

                                                                 11
tanende succes van Debussy door zijn gebrek aan werk-                  de wereld ontdekken, van Moskou tot Italië, van Wenen tot
 lust, zijn luiheid, en het feit dat hij al die tijd louter op talent   Zuid-Frankrijk. Om in de gunst te komen van mevrouw Von
 geteerd had. In werkelijkheid had Debussy steeds meer                  Meck deed hij zich drie jaar ouder voor dan hij was, en
 moeite met wat van hem verwacht werd aan het conserva-                 beweerde hij dat hij een eerste prijs piano had behaald.
 torium. Hij kon zich steeds minder vinden in het program-              Ook studeerde hij zogezegd compositie bij Jules Massenet,
 ma en de onderwijsvormen, de regels van de muziektheo-                 één van de belangrijkste componisten van het moment in
 rie voelden voor hem als een te strak keurslijf. De enige              Frankrijk. In realiteit volgde Debussy les bij de veel minder
‘Premier Prix’ die hij behaalde, was die voor begeleidings-             gekende Ernest Guiraud. Na de reizen met de familie Von
 praktijk, een nieuw vak waarin zichtlezen, transpositie,               Meck verdiende Debussy de kost als begeleider in de
 maar vooral ook improvisatie aan bod komen. Een dergelij-              zangklassen van Victorine Moreau-Sainti, waar hij zijn
 ke eerste prijs kon hem echter niet helpen om concertpia-              eerste geliefde ontmoette, de reeds gehuwde Marie
 nist te worden, hooguit repetitor in een operahuis of bij een          Vasnier. Voor haar componeerde hij verschillende mélo-
 koor.                                                                  dies. Het componeren nam een steeds centralere plaats in
 Volgens zijn leraars was Debussy een moeilijke leerling, die           en gaf hem ook meer vertrouwen in zijn eigen kunnen. Op
 te vaak de waarom-vraag stelde. Hij nam geen genoegen                  een bepaald moment liet hij visitekaartjes drukken met ‘A.
 met de bestaande muzikale regels en conventies, die er                 de Bussy’, een variant op de schrijfwijze van zijn naam die
 vooral op gericht waren om de leerlingen te laten compo-               volgens hem beter paste bij zijn statuut als componist.
 neren in de stijl van hun leraars. Wanneer hij zelf opdrach-           In 1884 werd Debussy laureaat bij de prestigieuze Prix de
 ten moest maken, kwam hij altijd met de minst voor de                  Rome, nadat hij het jaar voordien als tweede was geëin-
 hand liggende oplossingen naar voor. Hoewel dat op dat                 digd. Deze overwinning behaalde hij met de verplichte
 moment misschien leek op moeilijkdoenerij, was Debussy                 cantate ‘L’enfant prodigue’. Dat uitgerekend Debussy deze
 op weg om zijn eigen muzikale taal te vinden: die rijke                prijs won, is op zijn minst merkwaardig, aangezien deze
 harmonische taal die de muziekgeschiedenis van de 20ste                prijs een op en top academische erkenning was, uitgereikt
 eeuw mee zou gaan bepalen.                                             door vaak behoudsgezinde juryleden. Zijn eerste reactie op
                                                                        de overwinning was verrassend koel: “Ik had plots een
                                                                        visioen van verveling, en van al de zorgen die met elke
Een eigen muzikale taal                                                 vorm van officiële erkenning gepaard gaan. Ik voelde me
                                                                        niet langer vrij”. Winnaars van de Prix de Rome krijgen een
In 1902 schreef Debussy: “Het beste wat men de Franse                   beurs om aan de Villa Medici in Rome te verblijven, maar
muziek kan toewensen, is dat de studie van de harmonie                  Debussy vertrok met lood in de schoenen uit Parijs. Hij
zoals die vandaag beoefend wordt aan de conservatoria                   kwam na twee jaar met plezier terug naar Parijs, waar hij
zou worden afgeschaft.” Dit verwoordt precies waar het                  zich steeds meer in de artistieke kringen begaf. Hij werd
academische schoentje bij Debussy wrong, en waar hij zelf               bevriend met Paul Dukas en Stéphane Mallarmé. Hij
naar nieuwe mogelijkheden zocht. Debussy voelde niets                   ontmoette Erik Satie, Ernest Chausson, en ontdekte het
voor het keurslijf van de tonaliteit en had het gevoel dat hij          werk van Maurice Maeterlinck. Tijdens de wereldtentoon-
met de bestaande regels telkens opnieuw dezelfde muziek                 stelling in Parijs in 1889 (dé wereldtentoonstelling waarvoor
zou schrijven. Toen hij bovenstaande woorden schreef,                   de Eiffeltoren werd gebouwd) zag en hoorde hij voor het
was hij al een kleine twintig jaar actief als componist.                eerste de gamelanmuziek uit Indonesië en verruimde zijn
In de zomer van 1880 werd Debussy, op voorspraak van                    blik op de wereld. In de jaren 1890 trok hij samen met de
Marmontel, ingehuurd als pianist door de steenrijke                     Gentse dichter Pierre Louÿs naar Gent om Maeterlincks
Nadezhda Von Meck. Zij was een groot muziekliefhebber                   toestemming te vragen voor een operaversie van ‘Pelléas
en fan van de muziek van Tsjajkovski, die ze ook financieel             et Mélisande’. Na een eerste versie in 1895 zou het nog tot
ondersteunde. Als pianist was het de taak van Debussy om                1902 duren vooraleer het werk in goeie omstandigheden
mee te spelen met de gezinsleden en pianoles te geven.                  werd uitgevoerd én internationale aandacht naar zich toe
Hij reisde mee met de familie en kon zo een groot deel van              trok.

12                                                                      13
‘Pelléas et Mélisande’ was een mijlpaal in het oeuvre van

Debussy gefotografeerd door Pierre Louÿs, 1897
                                                  Claude Debussy. Doorheen zijn verdere carrière als
                                                  componist omringde hij zich met schrijvers en kunstenaars,
                                                  eerder dan met muzikanten of componisten. In die andere
                                                  kunstvormen vond hij vaak ideeën en inspiratie voor zijn
                                                  eigen muzikale creaties.

                                                 Claude Debussy, vernieuwer
                                                  Volgens avant-garde componist en dirigent Pierre Boulez
                                                  was ‘Prélude à l’après-midi d’un faune’ van Debussy
                                                  (1894) het begin van de moderne muziek: “C’est avec la
                                                  flûte du faune que commence une respiration nouvelle de
                                                  l’art musical [...], on peut dire que la musique moderne
                                                  commence avec L’après-midi d’un faune.” Boulez maakt
                                                  elders de belangrijke kanttekening dat de vernieuwing van
                                                  Debussy er vooral in bestond dat hij met bestaande
                                                  bouwstenen nieuwsoortige constructies maakte. Hij
                                                  vernieuwt de muziek niet als een beeldenstormer, maar
                                                  zoekt (en vindt) nieuwe mogelijkheden met klassieke
                                                  elementen zoals drieklanken, eenvoudige ritmes en oude
                                                  toonladders.
                                                  De meest opzienbarende vernieuwing in composities zoals
                                                 ‘Prélude à l’après-midi d’un faune’ is niet zozeer te zoeken
                                                  in de melodie of de harmonie, hoewel Debussy ook daar
                                                  zijn eigen stempel drukt. Muzikanten die deze partituren
                                                  voor het eerst speelden voelden zich vooral gedesoriën-
                                                  teerd omdat Debussy een loopje nam met alle geldende
                                                  regels van orkestratie. De stabiele cadans van de bassen is
                                                  er niet; de geruststellende begeleiding van de strijkers
                                                  ontbreekt wanneer de eenzame fluit het beeld van de
                                                  panfluitspelende faun neerzet. Debussy schetst flarden en
                                                  creëert sfeer. Het is vooral door composities zoals deze dat
                                                  zijn muziek op één noemer werd gezet met de schilder-
                                                  kunst van iemand zoals Claude Monet, bekend van het
                                                  doek ‘Impression, soleil levant’ uit 1873.

                                                 Claude Debussy, klankschilder
                                                 “Kunnen we het eens zijn over grijs-violet voor de eerste?
                                                  En de tweede lijkt me een soort oranje, maar dan met
                                                  subtiele blauwe toetsen”. Deze woorden werden niet
                                                  uitgesproken door een kunstcriticus bij een schilderij met

                                                 15
moeilijk te definiëren kleuren. Het was de beroemde
 componist en pedagoog Olivier Messiaen die tijdens zijn       Claude Debussy, exoticus
 analyseseminarie over de muziek van Debussy een
 demonstratie gaf van zijn eigen synesthetische gave, de       Hoe kwam Debussy op het idee om niet-westerse toonlad-
 gave om kleuren te kunnen horen. Het is niet zo dat           ders te gebruiken in zijn muziek en daarmee een nieuw
 Debussy zelf in kleuren componeerde, maar de rijkdom          soort muzikale kleur te creëren? Eén van de belangrijkste
 aan klankschakeringen in zijn werk laat zich wel het          episodes in het artistiek leven van Debussy is ongetwijfeld
 makkelijkst vergelijken met de beeldende kunst. Laat ons      het bezoek aan de Wereldtentoonstelling 1889 in Parijs, de
 nog even terugkeren naar het werk van Claude Monet.           bewuste expo waar ook de Eiffeltoren werd ingehuldigd.
Tussen 1890 en 1894 maakte hij verschillende schilderijen      Een Wereldtentoonstelling had in die tijd nog echt de
 van de kathedraal van Rouen, telkens vanuit hetzelfde         functie om de wereld - in het bijzonder de door Frankrijk
 gezichtspunt maar met compleet andere kleuren. Het            gekoloniseerde wereld - tentoon te stellen voor de bevol-
 moment van de dag, het weer, de lichtinval tijdens een        king. Terwijl de grote hallen met industriële machines
 bepaald seizoen, … allemaal factoren die het beeld van        vooral indruk maakten op iemand als Maurice Ravel, werd
 diezelfde kathedraal keer op keer veranderden. Net zoals      Debussy aangetrokken tot de bijzondere muziek van de
 Monet minutieus zijn verf moest mengen om de gewenste         Indonesische muzikanten in het Javaanse paviljoen. Zij
 tinten te bekomen, zo mengt Debussy zijn klanken. In de       bespeelden de gamelan, een verzameling melodische
 orkestwerken creëert hij ongebruikelijke combinaties en       percussie-instrumenten met een heel aparte klank én een
 wisselt hij snel af tussen verschillende orkestraties. Het    totaal andere stemming dan de westerse instrumenten.
 resultaat is kleurrijke muziek met veel beweging.             Ook de ritmische structuren en de meerstemmigheid
 Het opmerkelijke bij Debussy is dat een groot deel van zijn   intrigeerden hem. Het was niet Debussy’s bedoeling om
 oeuvre voor de piano gecomponeerd is, een instrument          de gamelanmuziek op zich te imiteren. Hij was vooral
 waarvan men zou kunnen denken dat het maar één                geïnteresseerd in de muzikaal-technische eigenheden van
 basiskleur heeft. Nochtans tovert Debussy in zijn piano-      dit repertoire en wist deze te verbinden met zijn klassieke
 werken - in het bijzonder in de ‘Préludes’ - heel wat         wortels.
 kleuren uit zijn pen. Hij doet dat onder andere door te       Deze aandacht voor de gamelan past binnen een ruimere
 spelen met registers (hoog en laag of combinaties), met       interesse voor het exotische, iets wat trouwens gedurende
 dynamiek en klanksterkte, en met ongebruikelijke samen-       de late romantiek bij vele componisten voorkomt. Bij
 klanken: akkoorden die in de klassiek-romantische taal van    Debussy zien we dit ook in werken zoals ‘Ballade Slave’
 zijn voorgangers niet voorkomen. Zo gebruikt hij pentato-     (Russische invloed), ‘L’isle joyeuse’, ‘Tarantelle Styrienne’
 niek (vijftoonsmuziek), heletoonstoonladders, en niet-wes-    (met een knipoog naar Oostenrijk), ‘Estampes’ (met titels
 terse toonsoorten.                                            als ‘Pagodes’ en ‘Soirées dans Grenade’), ‘Pour
 De kleurenpracht van Debussy’s muziek zou in de 20ste         L’Égyptienne’ uit ‘Six Épigraphes Antiques’ en nog veel
 eeuw één van de vertrekpunten zijn voor een modernere         meer. Even exotisch als de verre uithoeken van de vroeg
 compositiestijl: het spectralisme. Luc Brewaeys was de        twintigste-eeuwse wereld zijn mythologische figuren. Met
 belangrijkste Vlaamse componist die aansluiting vond bij      name de god Pan en het bijhorende instrument van de
 dat spectralisme, en het hoeft dan ook niet te verwonderen    (pan)fluit is een onderwerp dat bij Debussy nooit veraf is.
 dat een echte orkestcomponist zoals Brewaeys groot            Denken we naast de ‘Prelude à l’après-midi d’un faune’
 plezier haalde uit het orkestreren van enkele van Debussy’s   bijvoorbeeld aan het eerste deel uit de ‘Six Épigraphes
‘Préludes’ voor piano. De kleuren die Debussy suggereert       Antiques’ (‘Pour invoquer Pan’), ‘Syrinx’, en ‘La flûte de
 op de piano haalt Luc Brewaeys op ingenieuze manier naar      Pan’ uit de ‘Chansons de Bilitis’. In deze liederen kiest
 boven in verfrissende orkestraties.                           Debussy voor teksten die zogezegd een vertaling zijn van
                                                               originele Griekse gedichten. Auteur Pierre Louÿs blijkt de
                                                               teksten zelf te hebben verzonnen, maar dat doet niets af
                                                               aan hun exotische karakter.

16                                                             17
zijn werk, of misschien is het net die beweeglijke ongrijp-
Claude Debussy, poëet                                             baarheid van de watermoleculen die Debussy inspireerde.
                                                                  Debussy zelf gaf de volgende verklaring:
De liederen van Debussy zijn niet het bekendste deel van         “De muziek is een geheimzinnige wiskunde, waarvan de
zijn oeuvre, maar toch vinden we net in dit hoekje van zijn       elementen deel uitmaken van het oneindige. Ze leeft in de
repertoire de meest directe verbinding tussen de wereld           beweging van het water, in het golvenspel veroorzaakt door
die hem inspireerde en de muzikale vruchten van die               de wind; niets is muzikaler dan een zonsondergang! Voor
inspiratie. Debussy heeft een grote voorliefde voor de            diegene die met het hart kan kijken, is dat de mooiste les in
Franse dichters van zijn tijd, zoals Charles Baudelaire, Paul     ontwikkeling, geschreven in het boek dat door musici te
Verlaine, Stéphane Mallarmé en Pierre Louÿs. Veel van de          weinig wordt gelezen: het boek van de natuur.”
teksten die hij kiest, gaan over de liefde of over mythische
figuren zoals de eerder vermelde faun of de god Pan. De
omgang van Debussy met Franse poëzie is geraffineerd op          Claude Debussy, componist
twee vlakken. Eerst en vooral is er zijn feilloze taalgevoel
waardoor de ritmes en melodieën volledig ten dienste             Boven alles is Claude Debussy een componist. Iemand die
staan van de tekst, die ten allen tijde verstaanbaar is. Op      muzikale elementen bij elkaar zet, die muziek com-poneert
dat vlak is de Franse liedkunst wezenlijk verschillend van       of samenstelt. Hierbij steunt hij wel degelijk op die klassie-
de Duitse, omdat beide talen een heel eigen ritmisch en          ke opleiding die hij zo verfoeide tijdens zijn tijd aan het
melodisch verloop kennen. Ten tweede weet Debussy vaak           conservatorium. Met de vele nieuwe en vernieuwende
op subtiele wijze inhoudelijke elementen uit de tekst te         bouwstenen die hij creëerde, ontwierp hij een muzikale
verklanken in de begeleiding. Soms zijn dat zwierige             architectuur die de tand des tijds weet te doorstaan. Zijn
oriëntaalse fluitmelodieën als het over Pan gaat, soms           muziek blijft intrigeren, en hoewel de vergelijking met de
lijken de klanken zich voort te bewegen op de deining van        impressionistische schilderkunst misschien wel het laatste
het water, en soms geeft de muziek zelfs uiting aan fysieke      was wat Debussy zou willen, is het wel zo dat zijn muziek
ervaringen.                                                      altijd een beetje ongrijpbaar blijft, niet helemaal afgelijnd,
                                                                 net zoals de niet-bestaande lijnen in het werk van Claude
                                                                 Monet en andere impressionisten.
Claude Debussy, natuurliefhebber
 Een laatste constante in het werk van Debussy is de grote
 liefde (en het ontzag voor) de natuur. Hiermee sluit hij
 misschien nog het meest aan bij de romantische kunste-

                                                                  Claude Debussy (foto: Tully Potter Collection)
 naar die hunkert naar het ongerepte in tijden van industria-
 lisatie. Debussy klankschilderde het maanlicht in ‘Clair de
 lune’ en creëerde wervelwinden in de prelude ‘Ce qu’a
 vue le vent de l’ouest’. Het water en de zee komen met
 de regelmaat van de klok terug: in ‘Pelléas et Mélisande’, in
 de quatre mains ‘En bateau’ uit de ‘Petite Suite’, in de
‘Trois mélodies de Paul Verlaine’ (‘La mer est plus bel-
 le…’), maar de meest prachtige natuurschildering is
 ongetwijfeld ‘La Mer’. Voor dit werk vond Debussy tegelijk
 inspiratie in exotische oorden, meer bepaald in het be-
 roemde Japanse schilderij met de golf van Hokusai.
 Misschien vormt zijn onbeantwoorde roeping als zeevaar-
 der wel een verklaring voor het groot belang van water in

18                                                               19
11.30 uur                                       Fantoches
Kamerkoor Koninklijk Conservatorium Antwerpen                           (Verlaine) zie p. 34
          Jan Schweiger muzikale leiding

                 Salut printemps                   Noël des enfants qui n’ ont plus de maisons
      tekst Marquis Anatole de Ségur (1823-1902)                      tekst Claude Debussy
                                                                   Nous n’avons plus de maisons!
             Salut printemps, jeune saison                            Les ennemis ont tout pris,
          Dieu rend aux plaines leur couronne                           Jusqu’à notre petit lit!
             La sève ardente qui bouillonne                   Ils ont brûlé l’école et notre maître aussi.
              S’épanche et brise sa prison                Ils ont brûlé l’église et monsieur Jésus-Christ!
           Bois et champs sont en floraison.                Et le vieux pauvre qui n’a pas pu s’en aller!

              Un monde invisible bourdonne                      Nous n’avons plus de maisons!
              L’eau sur le caillou qui résonne                      Les ennemis ont tout pris,
               Court et dit sa claire chanson                         Jusqu’à notre petit lit!
                                                                 Bien sûr! papa est à la guerre,
             Salut printemps, jeune saison                          Pauvre maman est morte
          Dieu rend aux plaines leur couronne                        Avant d’avoir vu tout ça.
             La sève ardent qui bouillonne                         Qu’est-ce que l’on va faire?
             S’épanche et brise sa prison                     Noël! petit Noël! n’allez pas chez eux,
                                                                 N’allez plus jamais chez eux,
                Le genet dore la colline                                   Punissez-les!
              Sur le vert gazon l’aubépine
              Verse la neige de ses fleurs                       Vengez les enfants de France!
           Tout est fraicheur, Amour, lumière                 Les petits Belges, les petits Serbes,
             Et du sein fécond de la terre                        Et les petits Polonais aussi!
          Montent des chants et des senteurs.                Si nous en oublions, pardonnez-nous.
                                                              Noël! Noël! surtout, pas de joujoux,
             Salut printemps, jeune saison                 Tâchez de nous redonner le pain quotidien.
          Dieu rend aux plaines leur couronne
             La sève ardente qui bouillonne                        Nous n’avons plus de maisons!
              S’épanche et brise sa prison                            Les ennemis ont tout pris,
                    Salut printemps!                                    Jusqu’à notre petit lit!
                                                              Ils ont brûlé l’école et notre maître aussi.
                                                          Ils ont brûlé l’église et monsieur Jésus-Christ!
                     Mandoline                              Et le vieux pauvre qui n’a pas pu s’en aller!
                    (Verlaine) zie p. 39             Noël! écoutez-nous, nous n’avons plus de petits sabots:
                                                         Mais donnez la victoire aux enfants de France!

                      Beau Soir                                           Romance
                    (Bourget) zie p. 33                                 (Bourget) zie p. 26

         20                                                  21
Clair De lune                                                                   16.30 uur
     (Verlaine) zie p. 35                                  Sophie Karthäuser sopraan & Stéphane Degout bariton
                                                                          Alain Planès piano
     Nuit d’étoiles                                                            Nuits d’étoiles
     (Banville) zie p. 23                                         tekst Théodore Faullin de Banville (1823-1891)

                                                                           Nuit d’étoiles, sous tes voiles,
                                                                           sous ta brise et tes parfums,
                                                                               Triste lyre qui soupire,
                                                                            je rêve aux amours défunts.

                                                                        La sereine mélancolie vient éclore
                                                                               au fond de mon coeur,
                                                                           Et j’entends l’âme de ma mie
                                                                          Tressaillir dans le bois rêveur.

                                                                              Je revois à notre fontaine
                                                                        tes regards bleus comme les cieux;
                                                                            Cette rose, c’est ton haleine,
                                                                             Et ces étoiles sont tes yeux.

                                                                              Trois mélodies
                                                                        teksten Paul Verlaine (1844-1896)

                                                                  1. La mer est plus belle que les cathédrales

                                                                               La mer est plus belle
                                                                               Que les cathédrales,
                                                                                  Nourrice fidèle,
                                                                                Berceuse de râles,
                                                                                  La mer qui prie
                                                                                 La Vierge Marie!
                            Debussy en Lily Texier, 1902

                                                                                Elle a tous les dons
                                                                                 Terribles et doux.
                                                                              J’entends ses pardons
                                                                              Gronder ses courroux.
                                                                                 Cette immensité
                                                                                 N’a rien d’entêté.

22                                                                    23
O! si patiente,                        3. L’échelonnement des haies
       Même quand méchante!
         Un souffle ami hante                         L’échelonnement des haies
       La vague, et nous chante:                        Moutonne à l’infini, mer
        “Vous sans espérance,                        Claire dans le brouillard clair,
       Mourez sans souffrance!”                      Qui sent bon les jeunes baies.

         Et puis sous les cieux                       Des arbres et des moulins
         Qui s’y rient plus clairs,                  Sont légers sur le vert tendre,
          Elle a des airs bleus.                     Où vient s’ébattre et s’étendre
          Roses, gris et verts...                        L’agilité des poulains.
          Plus belle que tous,
          Meilleure que nous!                    Dans ce vague d’un Dimanche,
                                                       Voici se jouer aussi
                                                       De grandes brebis,
                                               Aussi douces que leur laine blanche.

2. Le son du cor s’afflige vers les bois                Tout à l’heure déferlait
                                                       L’onde roulée en volutes,
  Le son du cor s’afflige vers les bois,             De cloches comme des flûtes
 D’une douleur on veut croire orpheline               Dans le ciel comme du lait.
  Qui vient mourir au bas de la colline,
  Parmi la bise errant en courts abois.

  L’âme du loup pleure dans cette voix,
  Qui monte avec le soleil, qui décline
   D’une agonie on veut croire câline,
     Et qui ravit et qui navre à la fois.

 Pour faire mieux cette plainte assoupie,
La neige tombe à longs traits de charpie
  A travers le couchant sanguinolent,

Et l’air a l’air d’être un soupir d’automne,
 Tant il fait doux par ce soir monotone,
      Où se dorlote un paysage lent.

 24                                            25
Deux romances
       teksten Paul Bourget (1852-1935)

                  1. Romance

        L’âme évaporée et souffrante,
        L’âme douce, l’âme odorante
        Des lys divins que j’ai cueillis
         Dans le jardin de ta pensée,
      Où donc les vents l’ont-ils chassée,
         Cette âme adorable des lys?

         N’est-il plus un parfum qui reste
               De la suavité céleste
          Des jours où tu m’enveloppais
            D’une vapeur surnaturelle,
          Faite d’espoir, d’amour fidèle,
            De béatitude et de paix?...

                 2. Les cloches

Les feuilles s’ouvraient sur le bord des branches
                  Délicatement.
   Les cloches tintaient, légères et franches,
               Dans le ciel clément.

  Rythmique et fervent comme une antienne,
             Ce lointain appel
   Me remémorait la blancheur chrétienne
            Des fleurs de l’autel.

                                                    Claude Debussy © Fondation Paul Sacher
  Ces cloches parlaient d’heureuses années,
           Et, dans le grand bois,
    Semblaient reverdir les feuilles fanées,
            Des jours d’autrefois.

    26                                                                                       27
Chansons de Bilitis                              ou que tu entrais en moi comme mon songe.”
        teksten Pierre Louÿs (1870-1925)
                                                                           Quand il eut achevé,
                1. La flûte de Pan                          il mit doucement ses mains sur mes épaules,
                                                                 et il me regarda d’un regard si tendre,
           Pour le jour des Hyacinthies,                        que je baissai les yeux avec un frisson.
            il m’a donné une syrinx faite
                de roseaux bien taillés,
               unis avec la blanche cire
    qui est douce à mes lèvres comme le miel.
                                                                     3. Le tombeau des Naïades
    Il m’apprend à jouer, assise sur ses genoux;
            mais je suis un peu tremblante.                 Le long du bois couvert de givre, je marchais;
                 il en joue après moi,                            Mes cheveux devant ma bouche
        si doucement que je l’entends à peine.                    Se fleurissaient de petits glaçons,
                                                                  Et mes sandales étaient lourdes
          Nous n’avons rien à nous dire,                            De neige fangeuse et tassée.
      tant nous sommes près l’un de l’autre;
     mais nos chansons veulent se répondre,                         Il me dit: “Que cherches-tu?”
            et tour à tour nos bouches                                 Je suis la trace du satyre.
               s’unissent sur la flûte.                          Ses petits pas fourchus alternent
                                                              Comme des trous dans un manteau blanc.
                     Il est tard,                                Il me dit: “Les satyres sont morts.
       voici le chant des grenouilles vertes
           qui commence avec la nuit.                            “Les satyres et les nymphes aussi.
             Ma mère ne croira jamais                   Depuis trente ans, il n’a pas fait un hiver aussi terrible.
         que je suis restée si longtemps                      La trace que tu vois est celle d’un bouc.
         à chercher ma ceinture perdue.                        Mais restons ici, où est leur tombeau.”

                                                              Et avec le fer de sa houe il cassa la glace
                                                              De la source ou jadis riaient les naïades.
                                                                Il prenait de grands morceaux froids,
                 2. La chevelure                                   Et les soulevant vers le ciel pâle,
                                                                         Il regardait au travers.
             Il m’a dit: “Cette nuit, j’ai rêvé.
       J’avais ta chevelure autour de mon cou.
     J’avais tes cheveux comme un collier noir
       autour de ma nuque et sur ma poitrine.”

       “Je les caressais, et c’étaient les miens;
        et nous étions liés pour toujours ainsi,
  par la même chevelure, la bouche sur la bouche,
ainsi que deux lauriers n’ont souvent qu’une racine.”

            “Et peu à peu, il m’a semblé,
       tant nos membres étaient confondus,
             que je devenais toi-même,

      28                                                        29
Trois Poèmes de Stéphane Mallarmé                                       3. Éventail
     teksten Stéphane Mallarmé (1842-1898)
                                                              Ô rêveuse, pour que je plonge
                      1. Soupir                                 Au pur délice sans chemin,
                                                              Sache, par un subtil mensonge,
   Mon âme vers ton front où rêve, ô calme sœur,               Garder mon aile dans ta main.
    Un automne jonché de taches de rousseur,
     Et vers le ciel errant de ton œil angélique                Une fraîcheur de crépuscule
   Monte, comme dans un jardin mélancolique,                    Te vient à chaque battement
   Fidèle, un blanc jet d’eau soupire vers l’Azur!             Dont le coup prisonnier recule
    -- Vers l’azur attendri d’octobre pâle et pur                  L’horizon délicatement.
  Qui mire aux grands bassins sa langueur infinie
    Et laisse, sur l’eau morte où la fauve agonie                Vertige! voici que frissonne
  Des feuilles erre au vent et creuse un froid sillon,        L’espace comme un grand baiser
      Se trainer le soleil jaune d’un long rayon.             Qui, fou de naître pour personne,
                                                                  Ne peut jaillir ni s’apaiser.

                                                               Sens-tu le paradis farouche
                                                                 Ainsi qu’un rire enseveli
                   2. Placet futile                           Se couler du coin de ta bouche
                                                                 Au fond de l’unanime pli.
     Princesse! à jalouser le destin d’une Hébé
  Qui point sur cette tasse au baiser de vos lèvres;         Le sceptre des rivages roses
  J’use mes feux mais n’ai rang discret que d’abbé        Stagnants sur les soirs d’or, ce l’est
        Et ne figurerai même nu sur le Sèvres.             Ce vol blanc fermé que tu poses
                                                              Contre le feu d’un bracelet.
    Comme je ne suis pas ton bichon embarbé
     Ni la pastille ni du rouge, ni jeux mièvres
   Et que sur moi je sens ton regard clos tombé
 Blonde dont les coiffeurs divins sont des orfèvres!

 Nommez-nous... toi de qui tant de ris framboisés
  Se joignent en troupeau d’agneaux apprivoisés
 Chez tous broutant les voeux et bêlant aux délires,

 Nommez-nous... pour qu’Amour ailé d’un éventail
 M’y peigne flûte aux doigts endormant ce bercail,
 Princesse, nommez-nous berger de vos sourires.

       30                                                31
Romance

     Debussy in Houlgate, 1911
                                                   tekst Paul Bourget

                                      Voici que le printemps, ce fils léger d’Avril,
                                 Beau page en pourpoint vert brodé de roses blanches.
                                  Paraît, leste, fringant, et les poings sur les hanches,
                                   Comme un prince acclamé revient d’un long exil.

                                   Les branches des buissons verdis rendent étroite
                                   La route qu’il poursuit en dansant comme un fol;
                                     Sur son épaule gauche il porte un rossignol,
                                      Un merle s’est posé sur son épaule droite.

                                 Et les fleurs qui dormaient sous les mousses des bois
                                 Ouvrent leurs yeux où flotte une ombre vague et tendre,
                                  Et sur leurs petits pieds se dressent, pour entendre
                                       Les deux oiseaux siffler et chanter à la fois.

                                        Car le merle sifflote et le rossignol chante:
                                        Le merle siffle ceux qui ne sont pas aimés,
                                     Et pour les amoureux languissants et charmés,
                                     Le rossignol prolonge une chanson touchante.

                                                     Beau soir
                                                   tekst Paul Bourget

                                   Lorsque au soleil couchant les rivières sont roses,
                                   Et qu’un tiède frisson court sur les champs de blé,
                                  Un conseil d’être heureux semble sortir des choses
                                             Et monter vers le cœur troublé;

                                   Un conseil de goûter le charme d’être au monde,
                                  Cependant qu’on est jeune et que le soir est beau,
                                  Car nous nous en allons comme s’en va cette onde:
                                          Elle à la mer, -- nous au tombeau!

32                                       33
Fêtes Galantes I                         En quête de son beau pirate espagnol,
         teksten Paul Verlaine                       Dont un amoureux rossignol
                                                     Clame la détresse à tue-tête.
            1. En sourdine

      Calmes dans le demi-jour
     Que les branches hautes font,
     Pénétrons bien notre amour                             3. Clair de lune
        De ce silence profond.
                                                    Votre âme est un paysage choisi
     Fondons nos âmes, nos cœurs            Que vont charmant masques et bergamasques,
         Et nos sens extasiés,                     Jouant du luth et dansant, et quasi
      Parmi les vagues langueurs             Tristes sous leurs déguisements fantasques!
       Des pins et des arbousiers.
                                                 Tout en chantant sur le mode mineur
        Ferme tes yeux à demi,                   L’amour vainqueur et la vie opportune.
      Croise tes bras sur ton sein,            Ils n’ont pas l’air de croire à leur bonheur,
       Et de ton cœur endormi                  Et leur chanson se mêle au clair de lune,
     Chasse à jamais tout dessein.
                                                 Au calme clair de lune triste et beau,
       Laissons-nous persuader                 Qui fait rêver, les oiseaux dans les arbres,
      Au souffle berceur et doux                  Et sangloter d’extase les jets d’eau,
      Qui vient, à tes pieds, rider         Les grands jets d’eau sveltes parmi les marbres.
      Les ondes des gazons roux.

       Et quand, solennel, le soir
       Des chênes noirs tombera
        Voix de notre désespoir,                       Fêtes Galantes II
         Le rossignol chantera.                          teksten Paul Verlaine

                                                            1. Les ingénus

                                           Les hauts talons luttaient avec les longues jupes,
             2. Fantoches                        En sorte que, selon le terrain et le vent,
                                           Parfois luisaient des bas de jambes, trop souvent
     Scaramouche et Pulcinella,             Interceptés! -- Et nous aimions ce jeu de dupes.
  Qu’un mauvais dessein rassembla,
    Gesticulent noirs sous la lune,              Parfois aussi le dard d’un insecte jaloux
                                              Inquiétait le col des belles sous les branches,
Cependant l’excellent docteur Bolonais   Et c’étaient des éclairs soudains des nuques blanches,
  Cueille avec lenteur des simples            Et ce regal comblait nos jeunes yeux de fous.
        Parmi l’herbe brune.
                                            Le soir tombait, un soir equivoque d’automne:
      Lors sa fille, piquant minois,         Les belles se pendant rêveuses à nos bras,
     Sous la charmille, en tapinois,         Dirent alors des mots si spéciaux, tout bas,
          Se glisse demi-nue,            Que notre âme, depuis ce temps, tremble et s’étonne.

34                                              35
2. Le faune                        Le promenoir des deux amants
                                                       teksten Tristan L’Hermite François (1601-1655)
             Un vieux faune de terre cuite
             Rit au centre des boulingrins,                 1. Auprès de cette grotte sombre
           Présageant sans doute une suite
           Mauvaise à ces instants sereins                      Auprès de cette grotte sombre
                                                                   Où l’on respire air si doux,
        Qui m’ont conduit et t’ont conduite,                     L’onde lutte avec les cailloux
           -- Mélancoliques pèlerins, --                        Et la lumière avecque l’ombre.
         Jusqu’à cette heure dont la fuite
         Tournoie au son des tambourins.                         Ces flots, lassés de l’exercise
                                                                Qu’ils ont fait dessus de gravier,
                                                                  Se reposent dans ce rivier
                                                                Où mourut autrefois Narcisse...
              3. Colloque sentimental                         L’ombre de cette fleur vermeille
                                                               Et celle de ces joncs pendants
        Dans le vieux parc solitaire et glacé                    Paraissent estre là-dedans
       Deux formes ont tout à l’heure passé.                 Les songes de l’eau qui sommeille.
 Leurs yeux sont morts et leur lèvres sont molles,
       Et l’on entend à peine leurs paroles.

       Dans le vieux parc solitaire et glacé              2. Crois mon conseil, chère Climène
       Deux spectres ont évoqué le passé.
                                                             Crois mon conseil, chère Climène;
     -- Te souvient-il de notre extase ancienne?                 Pour laisser arriver le soir,
-- Pourquoi voulez-vous donc qu’il m’en souvienne?             Je te prie, allons-nous asseoir
                                                                Sur le bord de cette fontaine.
   -- Ton cœur bat-il toujours à mon seul nom?
     Toujours vois-tu mon âme en rêve? -- Non.                  N’ouïs-tu pas soupirer Zéphire,
                                                                De merveille et d’amour atteint,
   -- Ah! Les beaux jours de bonheur indicible                   Voyant des roses sur ton teint,
 Où nous joignions nos bouches! -- C’est possible.              Qui ne sont pas de son empire?
    -- Qu’il était bleu, le ciel, et grand l’espoir!            Sa bouche d’odeur toute pleine
      -- L’espoir a fui, vaincu, vers le ciel noir.               A soufflé sur notre chemin,
                                                                  Mêlant un esprit de jasmin
    Tels ils marchaient dans les avoines folles,                À l’ambre de ta douce haleine.
      Et la nuit seule entendit leurs paroles.

      36                                                   37
3. Je tremble en voyant ton visage                    Mandoline
                                                     tekst Paul Verlaine
      Je tremble en voyant ton visage
        Flotter avecque mes désirs,             Les donneurs de sérénades
     Tant j’ai de peur que mes soupirs           Et les belles écouteuses
        Ne lui fassent faire naufrage.         Échangent des propos fades
                                               Sous les ramures chanteuses.
      De crainte de cette aventure
      Ne commets pas si librement                C’est Tircis et c’est Aminte,
         À cet infidèle élément                   Et c’est l’éternel Clitandre,
      Tous les trésors de la Nature.           Et c’est Damis qui pour mainte
                                                Cruelle fait maint vers tendre.
   Veux-tu, par un doux privilège,
Me mettre au-dessus des humains?                Leurs courtes vestes de soie,
Fais-moi boire au creux de tes mains,          Leurs longues robes à queues,
 Si l’eau n’en dissout point la neige.             Leur élégance, leur joie
                                               Et leurs molles ombres bleues,

                                                Tourbillonnent dans l’extase
                                                  D’une lune rose et grise,
           Fleur des blés                           Et la mandoline jase
            tekst André Girod                    Parmi les frissons de brise.

       Le long des blés que la brise
         Fait onduler puis défrise
          En un désordre coquet,
        J’ai trouvé de bonne prise
        De t’y cueillir un bouquet.

       Mets-le vite à ton corsage, -
          Il est fait à ton image
      En même temps que pour toi...
        Ton petit doigt, je le gage,
        T’a déjà soufflé pourquoi:

       Ces épis dorés, c’est l’onde
         De ta chevelure blonde
          Toute d’or et de soleil;
        Ce coquelicot qui fronde,
     C’est ta bouche au sang vermeil.

       Et ces bluets, beau mystère!
      Points d’azur que rien n’altère,
       Ces bluets ce sont tes yeux,
      Si bleus qu’on dirait, sur terre,
      Deux éclats tombés des cieux.

38                                        39
Antwerp Symphony Orchestra
(11.30 uur)

muzikale leiding
Adrien Perruchon

concertmeester               altviool                   klarinet
Helena Wood                  Sander Geerts              Nele Delafonteyne
                             Barbara Giepner            Mutsumi Watanabe
1ste viool                   Rajmund Glowczynski        Benoît Viratelle
Eric Baeten                  Wieslaw Chorosinski
Peter Manouilov              Dino Dragovic              fagot
Mimi Jung                    Krzysztof Kubala           Oliver Engels
Yuko Kimura                  Bart Vanistendael          Bruno Verrept
Sihong Liang                 Di Wu                      Tobias Knobloch
Christophe Pochet            Hélène Koerver
Natalia Tessak               Lisbeth Lannie             hoorn
Guido van Dooren             Kumiko Okutomi             Michaela Buzkova
La Ie Lee                                               Koen Cools
Lev Adamov                   cello                      Zachary Cramer
Anna Buevich                 Raphael Bell               Quinten De Gelaen
Philip Dingenen              Olivier Robe               Jean-Baptiste Humbert
Isabelle Dunlop              Dieter Schützhoff
Zhazira Ukeyeva              Birgit Barrea              trompet
Ciska Vandelanotte           Claire Bleumer             Alain De Rudder
                             Diego Liberati             Steven Verhaert
2de viool                    Maria Mudrova
Miki Tsunoda                 Mathieu Jocqué             trombone
Nana Hiraide                 Ida van Wees               Daniel Quiles Cascant
Frederic Van Hille           Lieselot Watté             Pablo Guinart Juan
Xu Han
Liesbeth Kindt               contrabas                  tuba
Ilse Pasmans                 Ioan Baranga               Bernd van Echelpoel
Lydia Seymortier             Jaroslaw Mroz
Marjolijn Van der Jeught     Tadeusz Bohuszewicz        pauken
Maartje Van Eggelen          Julita Fasseva             Randall Max
Luce Caron                   Jeremiusz Trzaska
Rui Edgar Maia Gomes         Helena Custers             percussie
Floris Uytterhoeven          Katrien Dupont             Marc Aixa Siurana
Hanneke Verbueken            Jose Andres Reyes Alonso   Mieke Buekers
Herlinde Verjans
                             fluit                      harp
                             Aldo Baerten               Samia Bousbaïne
                             Charlène Deschamps
                             Peter Verhoyen             celesta
                                                        Yutaka Oya
                             hobo
                             Eric Speller
                             Esther Gruyaert
                             Stéphane Suchanek

                     40                                                       41
Antwerp Symphony Orchestra                                                            Kamerkoor Koninklijk Conservatorium
(20.30 uur)                                                                           Antwerpen van de AP Hogeschool

muzikale leiding                                                                      muzikale leiding
Adrien Perruchon                                                                      Jan Schweiger

concertmeester               altviool                   klarinet                      pianobegeleiding
Helena Wood                  Sander Geerts              Nele Delafonteyne             Lydia Michel
                             Barbara Giepner            Mutsumi Watanabe
1ste viool                   Rajmund Glowczynski        Benoît Viratelle              voorbereiding kamerkoor
Eric Baeten                  Wieslaw Chorosinski                                      Luc Anthonis
Peter Manouilov              Dino Dragovic              fagot
Nana Hiraide                 Krzysztof Kubala           Oliver Engels                 zang
Mimi Jung                    Bart Vanistendael          Graziano Moretto              Marjolein Appermont
Yuko Kimura                  Di Wu                      Bruno Verrept                 Rosalie Ardts
Sihong Liang                 Hélène Koerver             Tobias Knobloch               Hildur Asmundardottir
Christophe Pochet            Lisbeth Lannie                                           Nina Basdra
Natalia Tessak               Kumiko Okutomi             hoorn                         Babette Craens
Guido van Dooren                                        Michaela Buzkova              Thalia De Clercq
La Ie Lee                    cello                      Koen Cools                    Kristien Doumen
Lev Adamov                   Raphael Bell               Zachary Cramer                Tijana Duknic
Anna Buevich                 Olivier Robe               Quinten De Gelaen             Laura Gekiere
Philip Dingenen              Dieter Schützhoff          Jean-Baptiste Humbert         Jasmien Gys
Isabelle Dunlop              Birgit Barrea                                            Rani Janssens
Zhazira Ukeyeva              Claire Bleumer             trompet                       Anna Jónsdóttir
Ciska Vandelanotte           Diego Liberati             Alain De Rudder               Laure Kips
                             Maria Mudrova              Luc Van Gorp                  Anna Mathioudaki
2de viool                    Mathieu Jocqué             Steven Verhaert               An-Sofie Moons
Miki Tsunoda                 Ida van Wees               Steven Bossuyt                Boje Moons
Frederic Van Hille           Lieselot Watté             Bart Coppé                    Hannah Moss
Xu Han                                                                                Lenneke Nijst
Liesbeth Kindt               contrabas                  trombone                      Yune Paepe
Ilse Pasmans                 Ioan Baranga               Daniel Quiles Cascant         Maris Pajuste
Lydia Seymortier             Jaroslaw Mroz              Roel Avonds                   Sofia Poulopoulou
Marjolijn Van der Jeught     Tadeusz Bohuszewicz        Pablo Guinart Juan            Roos Rol
Maartje Van Eggelen          Julita Fasseva                                           Anaïs Simon
Luce Caron                   Jeremiusz Trzaska          tuba                          Fleur Strijbos (solo)
Rui Edgar Maia Gomes         Helena Custers             Bernd van Echelpoel           Konstantina Thanopoulou
Floris Uytterhoeven          Katrien Dupont                                           Herlinde Van de Straete
Hanneke Verbueken            Jose Andres Reyes Alonso   pauken                        Inneke Van de Velde
Herlinde Verjans                                        Randall Max                   Phaedra van den Braak
                             fluit                                                    Isis Van Ginneken
                             Aldo Baerten               percussie                     Klara Vermeer
                             Charlène Deschamps         Marc Aixa Siurana
                             Peter Verhoyen             Mieke Buekers
                                                        Alberto Rodriguez Rodriguez
                             hobo
                             Eric Speller               harp
                             Esther Gruyaert            Samia Bousbaïne
                             Stéphane Suchanek          Roberta Brambilla

                     42                                                       43
Studenten Koninklijk Conservatorium   Oxalys              Antwerp Symphony Orchestra                     Southbank Centre en de Wigmore Hall in
Antwerpen van de AP Hogeschool                            Het Antwerp Symphony Orchestra is het          Londen, op het Cheltenham Festival, La
                                      viool
                                                          symfonisch orkest van Vlaanderen, met de       Roque d’Anthéron en in Cité de la
Petite Suite                          Shirly Laub
Maya Dhondt &                         Frédéric d’Ursel    nieuwe Koningin Elisabethzaal in               Musique in Parijs en in de Concertzaal van
Noreen Broeckhove piano                                   Antwerpen als thuisbasis. Onder leiding        de Verboden Stad in Beijing, waar hij de
                                      altviool            van chef-dirigent Elim Chan (vanaf seizoen     Classical Elites Beijing Instrumental
Première rhapsodie                    Elisabeth Smalt     2019-2020) en vaste gastdirigent Philippe      Recital of the Year Award mocht ontvan-
Yongjin Shin klarinet                                     Herreweghe wil het orkest een zo groot         gen voor zijn integrale opname van de
Annemie Wuyts piano                   cello               mogelijk publiek ontroeren en inspireren       sonates van Beethoven. Hoogtepunten dit
                                      Martijn Vink
                                                          met concertbelevingen van het hoogste          seizoen zijn concerten in het Lincoln
En blanc et noir
Stefan Weiler &                       contrabas           niveau. Dankzij eigen concertreeksen in        Center in New York met de London
Lydia Michel piano                    Koenraad Hofman     Concertgebouw (Brugge), Muziekcentrum          Philharmonic olv. Edward Gardner,
                                                          De Bijloke (Gent), Bozar (Brussel) en CCHA     Orchestre National de Lyon, Helsinki
Sonate in D voor cello en piano       fluit               (Hasselt) bekleedt het orkest een unieke       Philharmonic Orchestra, Orchestre
Mikko Lee Pablo cello                 Toon Fret           positie in Vlaanderen. In het buitenland       Philharmonique de Monte-Carlo en
Markiyan Popil piano                  Lieve Goossens      wordt het Antwerp Symphony Orchestra           Swedish Chamber Orchestra. Na zijn
                                      hobo                uitgenodigd door de belangrijkste huizen       Debussy recitals in Barbican’s Milton
                                      Piet Van Bockstal   en internationale concertreizen door           Court en op het 2018 Perth International
                                                          Europa en Azië vormen een constante in         Arts Festival, brengt hij dit programma ook
                                      klarinet            de kalender. Naast zijn reguliere concer-      in het Muziekgebouw in Amsterdam.
                                      Nathalie Lefèvre    ten creëerde het Antwerp Symphony              Komende zomer zal hij terugkeren naar
                                                          Orchestra een uitgebreid aanbod aan            het Verbier Festival. Bavouzet heeft een
                                      fagot
                                                          educatieve en sociale projecten, waarmee       exclusief contract met het label Chandos.
                                      Pieter Nuytten
                                                          het orkest kinderen, jongeren en mensen        Voor zijn opname van concerti van
                                      hoorn               met verschillende achtergronden door-          Debussy en Ravel met het BBC Symphony
                                      Anthony Devriendt   heen de symfonische klankenwereld gidst.       Orchestra olv. Yan Pascal Tortelier en voor
                                                          Het Antwerp Symphony Orchestra maakt           het vierde deel van zijn integrale pianower-
                                      harp                opnames voor gerenommeerde klassieke           ken van Debussy won hij een Gramophone
                                      Annie Lavoisier     labels als Phi, Alpha, Pentatone en BIS        Award. Zijn opnamen van Debussy en Ravel
                                                          Records.                                       werden tevens bekroond met een Diapason
                                      harmonium
                                      Dirk Luijmes        www.antwerpsymphonyorchestra.be                d’Or en het eerste deel van zijn opname van
                                                                                                         de Sonates van Haydn met een Choc de
                                      percussie           Jean-Efflam Bavouzet                           l’année. Bavouzets opnamen van Griegs
                                      Titus Franken       Jean-Efflam Bavouzet speelde onder             Pianoconcerto met Bergen Philharmonic olv.
                                                          leiding van dirigenten als Pierre Boulez,      Edward Gardner werd genomineerd voor de
                                                          Andrew Davis, Vladimir Jurowski, Vasili        2018 Gramophone Awards. Met de
                                                          Petrenko, Daniele Gatti, Valery Gergiev,       Manchester Camerata olv. Gábor Takács-
                                                          Kiril Karabits, Neeme Järvi, Andris Nelsons,   Nagy nam hij verschillende pianoconcerti
                                                          Iván Fischer, Ingo Metzmacher, Kent            van Haydn en van Mozart op.
                                                          Nagano, Marc Albrecht en Susanna               www.bavouzet.com
                                                          Mälkki. Bavouzet gaf recitals in het
                                                          Concertgebouw Amsterdam, de Sociedad           Stéphane Degout
                                                          Filarmónica in Bilbao, Casa da Música in       Na zijn studies aan het Conservatoire
                                                          Porto, het Conservatorium van Moskou, op       National Supérieur de Musique de Lyon
                                                          de Schwetzinger Festspiele, in het             en aan het Atelier Lyrique de l’Opéra de

                      44                                                         45
Lyon, werd Stéphane Degout snel                  horen in cd- en dvd-opnamen van                Alte Musik Berlin, Freiburger                   verdieping in hun eigen discipline een
 internationaal opgemerkt bij zijn debuut        ‘Werther’, ‘Così fan tutte’, ‘Pelléas et        Barockorchester en het Gewandhaus               artistieke interdisciplinaire dialoog
 als Papageno op het Festival d’Aix-en-           Mélisande’, ‘Le Comte Ory’, ‘Hippolyte &       Leipzig olv. dirigenten als Riccardo Chailly,   aangaan en proeven van diverse en
 Provence. Sindsdien was hij te gast in de        Aricie’ en ‘Les Boréades’. Hij nam tevens      Nikolaus Harnoncourt, Thomas                    vernieuwende artistieke vormen. De
 Opéra de Paris, Théâtre des Champs-              Brahms’ ‘Deutsches Requiem’, Fauré’s           Hengelbrock, Philippe Herreweghe, René          inbedding van de opleidingen en van de
 Elysées, Opéra Comique, Berliner                ‘Requiem’ en ‘La Bohème’ op voor                Jacobs, Louis Langrée, Marc Minkowski,          actieve overkoepelende onderzoekscel in
 Staatsoper, de Munt, Theater an der Wien,        Deutsche Grammophon. Zijn solo-cd              Kent Nagano, Kuzushi Ono, Jérémie Rohrer,       de Internationale Kunstcampus deSingel
 Royal Opera House, Lyric Opera Chicago,         ‘Mélodies’ voor het label Naïve bevat           Christophe Rousset en Christian                 biedt uitzonderlijke mogelijkheden voor
 Metropolitan Opera, Teatro alla Scala,           Franse liederen. Zijn recentste cd’s           Zacharias. Dit seizoen was ze in de Munt        elke student. De campus is een inspireren-
 Bayerische Staatsoper. Hij was tevens te        ‘Histoires Naturelles’ en ‘Enfers’, werden      te horen als Pamina in Mozarts                  de ontmoetingsplaats, een vrijplaats voor
 horen op de grote festivals van Salzburg,        lovend ontvangen door de internationale       ‘Zauberflöte’ olv. Antonello Manacorda.          kunstenaars, studenten en een divers
 Glyndebourne, Aix-en-Provence,                   muziekpers. In 2012 werd Degout be-            Verdere hoogtepunten dit seizoen zijn           kunstminnend publiek, een internationale
 Edinburgh, in Tokio en Los Angeles.              noemd tot ‘Chevalier de l’Ordre des Arts et    concerten met Bach Consort Wien olv.            omgeving waar ook aandacht is voor
 Enkele grote rollen die Degout vertolkte,        des Lettres’.                                  Ruben Dubrovsky in Brucknerhaus Linz,           permanente kunsteducatie. Studenten
 zijn Oreste (Iphigénie en Tauride), Wolfram                                                     met Swedish Radio Symphony Orchestra            kunnen terecht in de multimediale
 (Tannhaüser), Raimbaud (Comte Ory),             Sophie Karthäuser                               olv. Daniel Harding in Stockholm, met het       leeszaal en in de rijke (erfgoed)bibliotheek
Thésée (Hippolyte & Aricie), Dandini             Sopraan Sophie Karthäuser voltooide haar        Ensemble Correspondances in Parijs,             van het conservatorium. Leren, maken en
 (Cenerentola), Mercutio (Roméo & Juliette),     studies bij Noelle Barker in de Guildhall       Londen en Gdansk, met Concentus                 tonen komen voortdurend samen. Dat de
 Guglielmo (Cosi fan tutte), Chorèbe (Les        School of Music and Drama. Wereldwijd           Musicus olv. Stefan Gottfried in het            Kunstcampus een aantrekkelijke plek is
Troyens), il Comte Almaviva (Le nozze di         gekend als een van de verfijndste Mozart-       Musikverein in Wenen, en een tournee            voor studenten van over de hele wereld is
 Figaro), de titelrollen in Thomas’ ‘Hamlet’,    interpreten, kreeg Sophie Karthäuser veel       met B’Rock Orchestra olv. René Jacobs.          overduidelijk, een kwart van de studenten
 Monteverdi’s ‘Orfeo’, Conti’s ‘Don              lof toen ze voor de eerste keer Pamina uit      Sophie Karthäuser is te horen op talrijke       komt uit het buitenland. De professionele
 Chisciotte’ en Ulisse in ‘Il ritorno d’Ulisse   Mozarts ‘Zauberflöte’ vertolkte, onder          cd-opnamen. Haar cd met de Lalandes             en internationale biotoop op de campus
 in Patria’. Een van Degouts belangrijkste       leiding van René Jacobs in De Munt,            ‘Leçons de Ténèbres’ (Harmonia Mundi)            stimuleert studenten om zich actief te
 rollen is Debussy’s Pelléas. Als concert-       alsook voor haar debuut als Susanna             met Ensemble Correspondances en                 profileren en zich optimaal voor te
 zanger was Degout onder meer te horen           onder leiding van William Christie in de        Sébastien Daucé uit 2015 werd bekroond          bereiden op een artistieke carrière.
 met het Chicago Symphony Orchestra olv.         Opéra de Lyon. Daarnaast verscheen ze in        met een Diapason d´Or. Haar meest               www.ap.be/departement/
 Riccardo Muti en het Los Angeles                verschillende Mozartrollen, zoals Tamiri in     recente cd ‘Kennst du das Land’, met            koninklijk-conservatorium-antwerpen
 Philharmonic olv. Esa-Pekka Salonen, en in      het Théâtre de Champs-Élysées, Serpetta         pianist Eugene Asti, verschenen bij
 de Munt zong hij Mahlers                        in Konzerthaus Berlin, Despina en Zerlina       Harmonia Mundi in 2016, bevat liederen          Oxalys
‘Kindertotenlieder’ en Fauré’s ‘Requiem’         in De Munt en Ilia op het Aix-en-Provence       van Hugo Wolf en werd door de internatio-       Opgericht in de schoot van het Brussels
 olv. Alain Altinoglu. Hij zong onder de         Festival alsook in het Théâtre des              nale pers warm onthaald.                        conservatorium in 1993, groeit Oxalys uit
 baton van oa. René Jacobs, Marc                 Champs-Elysées samen met Jérémie                                                                tot een kamermuziekensemble met een
 Minkowski, John Nelson, Raphaël Pichon          Rhorer en in het Theater an der Wien,          Koninklijk Conservatorium Antwerpen              uniek profiel en een sterke internationale
 en Charles Dutoit. Hoogtepunten van dit         opnieuw onder leiding van René Jacobs.         van de AP Hogeschool                             reputatie. Zijn oorspronkelijke bezetting
 seizoen zijn de ‘Kindertotenlieder’ aan het     Sinds ze de publieksprijs won op de            Het Koninklijk Conservatorium Antwerpen          van strijkkwintet, fluit, klarinet en harp
Théâtre des Champs Elysées met het               Wigmore Hall Song Competition, wordt           leidt bevlogen talenten op tot unieke            waaiert vaak uit tot een groter ensemble
 Orchestre National de France, een               Karthäuser veel gevraagd voor liedrecitals     artistieke persoonlijkheden. Jaarlijks           dat zo een breed repertoire en verrassen-
 Europese recitaltournee met pianist Simon       onder begeleiding van pianisten Graham         schrijven meer dan 600 studenten zich in         de projecten weet te realiseren. Oxalys
 Lepper, de rol van Rodrigue in de Franse        Johnson, Eugene Asti, David Lively en          voor een bachelor- of masteropleiding            vindt zijn basisrepertoire in de Belle
 versie van Verdi’s ‘Don Carlos’ aan de          Cédric Tiberghien. Daarnaast is ze een         Dans, Drama, Muziek, een specifieke              Epoque (1870-1930) en blikt vanuit dat
 Opéra de Lyon en aan de Royal Opera             veelgevraagde concertsoliste. Ze zong          leraren-opleiding of een postgraduaat-op-        cruciale tijdsgewricht zowel terug als
 House creëert hij de rol van Lessons in         onder meer met The Academy of Ancient          leiding Muziek. De combinatie van al deze        vooruit. Van Haydn of Mozart tot creaties
‘Love and Violence’, een opera van George        Music, Collegium Vocale Gent, Les Arts         opleidingen op één plek is uniek.                van hedendaagse muziek: het ensemble
 Benjamin en Martin Crimp. Degout is te          Florissants, La Petite Bande, Akademie für     Studenten kunnen naast een grondige              draagt de culturele geschiedenis van

                        46                                                                                              47
Vous pouvez aussi lire