Debussy happening - zo 24 feb 2019 begin 11.30 uur | einde omstreeks 21.40 uur een samenwerking van deSingel, Antwerp Symphony Orchestra & ...
←
→
Transcription du contenu de la page
Si votre navigateur ne rend pas la page correctement, lisez s'il vous plaît le contenu de la page ci-dessous
muziek Debussy happening zo 24 feb 2019 begin 11.30 uur | einde omstreeks 21.40 uur een samenwerking van deSingel, Antwerp Symphony Orchestra & Koninklijk Conservatorium Antwerpen van de AP Hogeschool
teksten programmaboek Klaas Coulembier coördinatie programmaboek deSingel D/2019/5.497/025 Op drie locaties kunt u doorlopend iets drinken: Blauwe foyer, Rode foyer en Grand café. Op volgende locaties kunt u iets eten: in de wandelgangen van 11.30 > 20 uur, cash te betalen Groentensoep (warm-VEG) aan 3 euro per portie Wrap met zalm (koud) aan 4 euro per portie Quiche met courgette en tomaat (warm-veg) aan 5 euro per portie Griekse sla (koud) aan 6 euro per portie Chocolademousse (koud) aan 3 euro per portie Muffin (koud) aan 3 euro per portie Grand café deSingel open 9 > 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 of online www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen Debussy in Houlgate, 1911 Gelieve uw GSM uit te schakelen Concertvleugels Met bijzondere dank aan Ortwin Moreau voor het stemmen en het onderhoud van de De inleidingen kan u achteraf beluisteren via concertvleugels van deSingel www.desingel.be Moreau Pianoservice / Kapucinessenstraat 32 / 2000 Selecteer hiervoor voorstelling / concert / Antwerpen / +32 (0)486 83 63 98 tentoonstelling van uw keuze. www.moreau-pianoservice.be
Claude Debussy (1862-1918) 11.30 uur 13.30 uur Kamerkoor Koninklijk Conservatorium Antwerpen Studenten Koninklijk Conservatorium Antwerpen Jan Schweiger muzikale leiding ‘Petite Suite’ voor piano vierhandig 12’ Selectie liederen zie p. 20 En bateau Cortège Antwerp Symphony Orchestra Menuet Adrien Perruchon muzikale leiding Ballet Selectie uit ‘Préludes’ (orkestratie Luc Brewaeys) Uit Boek 1: 17’ ‘Première rhapsodie’ voor klarinet en piano 8’ nr 2 Voiles Rêveusement lent - Animé, scherzando nr 5 Les collines ‘d Anacapri nr 6 Des pas sur le neige ‘En blanc et noir’ voor twee piano’s 15’ nr 7 Ce qu’a vu le vent d’ouest Avec emportement Lent. Sombre Uit Boek 2: 15’ Scherzando nr 3 La puerta del vino nr 4 Les fées sont d’exquises danseuses Sonate in D voor cello en piano 12’ nr 6 “Général Lavine” excentric Prologue nr 12 Feux d’artifice Sérénade Finale ca. 12.30 uur | pauze ca. 14.30 uur | pauze
15 uur 18 uur Jean-Efflam Bavouzet piano Oxalys ‘Préludes’, Boek 2: 45’ Prélude à l’après-midi d’un faune (arr. Benno Sachs) 10’ nr 1 Brouillards nr 2 Feuilles mortes Syrinx voor fluit solo 3’ nr 3 La puerta del vino nr 4 Les fées sont d’exquises danseuses Sonate voor fluit, altviool en harp 17’ nr 5 Bruyères Pastorale (Lento, dolce rubato) nr 6 “Général Lavine” excentric Interlude (Tempo di minuetto) nr 7 La terrasse des audiences du clair de lune Final (Allegro moderato ma risoluto) nr 8 Ondine nr 9 Hommage à S. Pickwick Esq. P.P.M.P.C. Six épigraphes antiques (arr. J.M. Morel) 17’ nr 10 Canope Pour invoquer Pan, dieu du vent d’été nr 11 Les tierces alternées Pour un tombeau sans nom nr 12 Feux d’artifice Pour que la nuit soit propice Pour la danseuse aux crotales Pour l’Egyptienne ca. 16 uur | pauze Pour remercier la pluie au matin 16.30 uur ca. 18.50 uur | pauze Sophie Karthäuser sopraan & Stéphane Degout bariton Alain Planès piano 20.30 uur Selectie liederen zie p. 23 Antwerp Symphony Orchestra Adrien Perruchon muzikale leiding Jean-Efflam Bavouzet piano ca. 17.30 uur | pauze Suite ‘Pelléas et Mélisande’ (arr. Alain Altinoglu) 22’ ‘Fantaisie’ voor piano en orkest 20’ La mer: trois esquisses symphoniques 22’ De l’aube à midi sur la mer Jeux de vagues Dialogue du vent et de la mer 8 9
Claude Debussy belangrijkste kunstenaars zou worden bij de overgang van de 19de naar de 20ste eeuw. Hij groeide op als oudste zoon in de porseleinwinkel van zijn ouders in Saint- Moeilijk, vaag, ongemakkelijk. Dat moet zowat het eerste Germain-en-Laye, een stadje 20 km ten westen van Parijs. en overheersende gevoel zijn geweest bij de muzikanten Zijn vader, die zeven jaar bij de marine had gediend, die voor het eerst de partituur van ‘Prélude à l’après-midi droomde ervan dat zijn zoon zeevaarder zou worden. Het d’un faune’ op de pupiter kregen. Claude Debussy haalde lot besliste er anders over, maar om de één of andere de vaste grond van onder hun voeten door zowat elke reden staan water en wind vaak centraal in de esthetiek geplogenheid van de symfonische compositie te van Debussy. ontwijken… In 1870 moest het gezin Debussy hun woonst ontvluchten Hoewel dit werk als een kantelpunt in de muziekgeschie- als gevolg van de Frans-Pruisische oorlog. Ze vonden denis beschouwd wordt, en door Pierre Boulez zelfs als het onderdak bij Debussy’s tante Clementine in Cannes, waar feitelijke begin van de 20ste eeuw werd aangeduid, is het de jonge Claude zijn eerste pianolessen kreeg van de niet zo dat Claude Debussy op een ochtend wakker werd Italiaan Jean Cerutti. Cerutti had niet echt oog voor het met een visioen en besliste het muzikale landschap te talent van Claude Debussy, maar zijn lessen waren een hertekenen. Ook Debussy is het product van zijn omgeving, belangrijke eerste stap. Terug in Parijs beslisten zijn ouders en die omgeving was bijzonder kleurrijk. Er was de muziek dat hij zijn pianostudies kon verderzetten bij Antoinette van Chopin, de poëzie van Mallarmé, het bruisende Parijs Mauté, die zichzelf graag Mademoiselle Mauté de met de onvergetelijke wereldtentoonstellingen, de prestigi- Fleurville liet noemen. Deze kokette dame liep niet alleen euze Prix de Rome en nog zoveel meer. hoog op met zichzelf, maar zag gelukkig ook in dat Sommige componisten kunnen ontsnappen aan het Debussy heel wat muzikaal talent in huis had. In latere keurslijf van de geschiedschrijving die alles netjes in getuigenissen zou Debussy haar regelmatig vermelden als categorieën opdeelt. Andere componisten drukken een een belangrijke figuur in zijn muzikale vorming, zowel tot danige stempel op hun tijd dat ze een categorie op zichzelf pianist als tot componist. Op haar aanraden trok de jonge worden. Hoewel we vandaag met gemak over muzikaal snaak al in 1872 naar het Conservatoire de Paris. Daar impressionisme spreken, hadden de geschiedenisboeken leerde hij, zoals dat toen gebruikelijk was, vooral het het even goed over Debussyisme kunnen hebben. Geen vakmanschap waarover elke muzikant moest beschikken. andere componist belichaamt de vroegtwintigste-eeuwse Het talent van de jonge pianist was opmerkelijk, en hij muzikale stijl die we benoemen als ‘impressionisme’ beter doorliep het curriculum dan ook vrij moeiteloos. Voor en vollediger dan Debussy zelf. In 1908 schreef Debussy: creativiteit of persoonlijke ontwikkeling was er maar weinig “Ik probeer ‘iets anders te doen’ - een soort realiteit die de ruimte en een vrije geest als Debussy had dan ook meer dwazen ‘impressionisme’ noemen.” Uit Debussy’s biografie en meer problemen met de academische striktheid van het blijkt inderdaad dat hij zich als componist niet echt wilde conservatorium. Zijn aversie voor deze manier van werken schikken naar de gebruiken van zijn tijd. Hij was gefasci- voedde zijn artistieke praktijk misschien wel meer dan het neerd door alles behalve het klassieke of traditionele. Zijn onderwijs zelf. muziek is dan ook origineel en rijk aan invloeden en De verbazingwekkende start van zijn carrière als pianist inspiratiebronnen. Het etiket van het impressionisme past was wellicht te mooi om waar te zijn. Na enkele jaren bij heel goed bij sommige werken, maar is ontoereikend voor Antoine François Marmontel ging Debussy als pianist een groot deel van zijn oeuvre. steeds minder vooruit, en verminderde het aantal onder- scheidingen en prijzen dat hij kreeg aan het conservatori- um. Misschien had een andere leraar het tij kunnen keren, Jeugdjaren en conservatorium maar Debussy bleef gedurende zijn hele loopbaan trouw aan Marmontel. Hij was dan misschien niet de ideale Toen op 22 augustus 1862 de kleine Achile-Claude het pianoleraar voor Debussy maar hij wist hem wel te stimule- levenslicht zag, kon niemand vermoeden dat hij één van de ren als musicus. Critici en juryleden verklaarden het 11
tanende succes van Debussy door zijn gebrek aan werk- de wereld ontdekken, van Moskou tot Italië, van Wenen tot lust, zijn luiheid, en het feit dat hij al die tijd louter op talent Zuid-Frankrijk. Om in de gunst te komen van mevrouw Von geteerd had. In werkelijkheid had Debussy steeds meer Meck deed hij zich drie jaar ouder voor dan hij was, en moeite met wat van hem verwacht werd aan het conserva- beweerde hij dat hij een eerste prijs piano had behaald. torium. Hij kon zich steeds minder vinden in het program- Ook studeerde hij zogezegd compositie bij Jules Massenet, ma en de onderwijsvormen, de regels van de muziektheo- één van de belangrijkste componisten van het moment in rie voelden voor hem als een te strak keurslijf. De enige Frankrijk. In realiteit volgde Debussy les bij de veel minder ‘Premier Prix’ die hij behaalde, was die voor begeleidings- gekende Ernest Guiraud. Na de reizen met de familie Von praktijk, een nieuw vak waarin zichtlezen, transpositie, Meck verdiende Debussy de kost als begeleider in de maar vooral ook improvisatie aan bod komen. Een dergelij- zangklassen van Victorine Moreau-Sainti, waar hij zijn ke eerste prijs kon hem echter niet helpen om concertpia- eerste geliefde ontmoette, de reeds gehuwde Marie nist te worden, hooguit repetitor in een operahuis of bij een Vasnier. Voor haar componeerde hij verschillende mélo- koor. dies. Het componeren nam een steeds centralere plaats in Volgens zijn leraars was Debussy een moeilijke leerling, die en gaf hem ook meer vertrouwen in zijn eigen kunnen. Op te vaak de waarom-vraag stelde. Hij nam geen genoegen een bepaald moment liet hij visitekaartjes drukken met ‘A. met de bestaande muzikale regels en conventies, die er de Bussy’, een variant op de schrijfwijze van zijn naam die vooral op gericht waren om de leerlingen te laten compo- volgens hem beter paste bij zijn statuut als componist. neren in de stijl van hun leraars. Wanneer hij zelf opdrach- In 1884 werd Debussy laureaat bij de prestigieuze Prix de ten moest maken, kwam hij altijd met de minst voor de Rome, nadat hij het jaar voordien als tweede was geëin- hand liggende oplossingen naar voor. Hoewel dat op dat digd. Deze overwinning behaalde hij met de verplichte moment misschien leek op moeilijkdoenerij, was Debussy cantate ‘L’enfant prodigue’. Dat uitgerekend Debussy deze op weg om zijn eigen muzikale taal te vinden: die rijke prijs won, is op zijn minst merkwaardig, aangezien deze harmonische taal die de muziekgeschiedenis van de 20ste prijs een op en top academische erkenning was, uitgereikt eeuw mee zou gaan bepalen. door vaak behoudsgezinde juryleden. Zijn eerste reactie op de overwinning was verrassend koel: “Ik had plots een visioen van verveling, en van al de zorgen die met elke Een eigen muzikale taal vorm van officiële erkenning gepaard gaan. Ik voelde me niet langer vrij”. Winnaars van de Prix de Rome krijgen een In 1902 schreef Debussy: “Het beste wat men de Franse beurs om aan de Villa Medici in Rome te verblijven, maar muziek kan toewensen, is dat de studie van de harmonie Debussy vertrok met lood in de schoenen uit Parijs. Hij zoals die vandaag beoefend wordt aan de conservatoria kwam na twee jaar met plezier terug naar Parijs, waar hij zou worden afgeschaft.” Dit verwoordt precies waar het zich steeds meer in de artistieke kringen begaf. Hij werd academische schoentje bij Debussy wrong, en waar hij zelf bevriend met Paul Dukas en Stéphane Mallarmé. Hij naar nieuwe mogelijkheden zocht. Debussy voelde niets ontmoette Erik Satie, Ernest Chausson, en ontdekte het voor het keurslijf van de tonaliteit en had het gevoel dat hij werk van Maurice Maeterlinck. Tijdens de wereldtentoon- met de bestaande regels telkens opnieuw dezelfde muziek stelling in Parijs in 1889 (dé wereldtentoonstelling waarvoor zou schrijven. Toen hij bovenstaande woorden schreef, de Eiffeltoren werd gebouwd) zag en hoorde hij voor het was hij al een kleine twintig jaar actief als componist. eerste de gamelanmuziek uit Indonesië en verruimde zijn In de zomer van 1880 werd Debussy, op voorspraak van blik op de wereld. In de jaren 1890 trok hij samen met de Marmontel, ingehuurd als pianist door de steenrijke Gentse dichter Pierre Louÿs naar Gent om Maeterlincks Nadezhda Von Meck. Zij was een groot muziekliefhebber toestemming te vragen voor een operaversie van ‘Pelléas en fan van de muziek van Tsjajkovski, die ze ook financieel et Mélisande’. Na een eerste versie in 1895 zou het nog tot ondersteunde. Als pianist was het de taak van Debussy om 1902 duren vooraleer het werk in goeie omstandigheden mee te spelen met de gezinsleden en pianoles te geven. werd uitgevoerd én internationale aandacht naar zich toe Hij reisde mee met de familie en kon zo een groot deel van trok. 12 13
‘Pelléas et Mélisande’ was een mijlpaal in het oeuvre van Debussy gefotografeerd door Pierre Louÿs, 1897 Claude Debussy. Doorheen zijn verdere carrière als componist omringde hij zich met schrijvers en kunstenaars, eerder dan met muzikanten of componisten. In die andere kunstvormen vond hij vaak ideeën en inspiratie voor zijn eigen muzikale creaties. Claude Debussy, vernieuwer Volgens avant-garde componist en dirigent Pierre Boulez was ‘Prélude à l’après-midi d’un faune’ van Debussy (1894) het begin van de moderne muziek: “C’est avec la flûte du faune que commence une respiration nouvelle de l’art musical [...], on peut dire que la musique moderne commence avec L’après-midi d’un faune.” Boulez maakt elders de belangrijke kanttekening dat de vernieuwing van Debussy er vooral in bestond dat hij met bestaande bouwstenen nieuwsoortige constructies maakte. Hij vernieuwt de muziek niet als een beeldenstormer, maar zoekt (en vindt) nieuwe mogelijkheden met klassieke elementen zoals drieklanken, eenvoudige ritmes en oude toonladders. De meest opzienbarende vernieuwing in composities zoals ‘Prélude à l’après-midi d’un faune’ is niet zozeer te zoeken in de melodie of de harmonie, hoewel Debussy ook daar zijn eigen stempel drukt. Muzikanten die deze partituren voor het eerst speelden voelden zich vooral gedesoriën- teerd omdat Debussy een loopje nam met alle geldende regels van orkestratie. De stabiele cadans van de bassen is er niet; de geruststellende begeleiding van de strijkers ontbreekt wanneer de eenzame fluit het beeld van de panfluitspelende faun neerzet. Debussy schetst flarden en creëert sfeer. Het is vooral door composities zoals deze dat zijn muziek op één noemer werd gezet met de schilder- kunst van iemand zoals Claude Monet, bekend van het doek ‘Impression, soleil levant’ uit 1873. Claude Debussy, klankschilder “Kunnen we het eens zijn over grijs-violet voor de eerste? En de tweede lijkt me een soort oranje, maar dan met subtiele blauwe toetsen”. Deze woorden werden niet uitgesproken door een kunstcriticus bij een schilderij met 15
moeilijk te definiëren kleuren. Het was de beroemde componist en pedagoog Olivier Messiaen die tijdens zijn Claude Debussy, exoticus analyseseminarie over de muziek van Debussy een demonstratie gaf van zijn eigen synesthetische gave, de Hoe kwam Debussy op het idee om niet-westerse toonlad- gave om kleuren te kunnen horen. Het is niet zo dat ders te gebruiken in zijn muziek en daarmee een nieuw Debussy zelf in kleuren componeerde, maar de rijkdom soort muzikale kleur te creëren? Eén van de belangrijkste aan klankschakeringen in zijn werk laat zich wel het episodes in het artistiek leven van Debussy is ongetwijfeld makkelijkst vergelijken met de beeldende kunst. Laat ons het bezoek aan de Wereldtentoonstelling 1889 in Parijs, de nog even terugkeren naar het werk van Claude Monet. bewuste expo waar ook de Eiffeltoren werd ingehuldigd. Tussen 1890 en 1894 maakte hij verschillende schilderijen Een Wereldtentoonstelling had in die tijd nog echt de van de kathedraal van Rouen, telkens vanuit hetzelfde functie om de wereld - in het bijzonder de door Frankrijk gezichtspunt maar met compleet andere kleuren. Het gekoloniseerde wereld - tentoon te stellen voor de bevol- moment van de dag, het weer, de lichtinval tijdens een king. Terwijl de grote hallen met industriële machines bepaald seizoen, … allemaal factoren die het beeld van vooral indruk maakten op iemand als Maurice Ravel, werd diezelfde kathedraal keer op keer veranderden. Net zoals Debussy aangetrokken tot de bijzondere muziek van de Monet minutieus zijn verf moest mengen om de gewenste Indonesische muzikanten in het Javaanse paviljoen. Zij tinten te bekomen, zo mengt Debussy zijn klanken. In de bespeelden de gamelan, een verzameling melodische orkestwerken creëert hij ongebruikelijke combinaties en percussie-instrumenten met een heel aparte klank én een wisselt hij snel af tussen verschillende orkestraties. Het totaal andere stemming dan de westerse instrumenten. resultaat is kleurrijke muziek met veel beweging. Ook de ritmische structuren en de meerstemmigheid Het opmerkelijke bij Debussy is dat een groot deel van zijn intrigeerden hem. Het was niet Debussy’s bedoeling om oeuvre voor de piano gecomponeerd is, een instrument de gamelanmuziek op zich te imiteren. Hij was vooral waarvan men zou kunnen denken dat het maar één geïnteresseerd in de muzikaal-technische eigenheden van basiskleur heeft. Nochtans tovert Debussy in zijn piano- dit repertoire en wist deze te verbinden met zijn klassieke werken - in het bijzonder in de ‘Préludes’ - heel wat wortels. kleuren uit zijn pen. Hij doet dat onder andere door te Deze aandacht voor de gamelan past binnen een ruimere spelen met registers (hoog en laag of combinaties), met interesse voor het exotische, iets wat trouwens gedurende dynamiek en klanksterkte, en met ongebruikelijke samen- de late romantiek bij vele componisten voorkomt. Bij klanken: akkoorden die in de klassiek-romantische taal van Debussy zien we dit ook in werken zoals ‘Ballade Slave’ zijn voorgangers niet voorkomen. Zo gebruikt hij pentato- (Russische invloed), ‘L’isle joyeuse’, ‘Tarantelle Styrienne’ niek (vijftoonsmuziek), heletoonstoonladders, en niet-wes- (met een knipoog naar Oostenrijk), ‘Estampes’ (met titels terse toonsoorten. als ‘Pagodes’ en ‘Soirées dans Grenade’), ‘Pour De kleurenpracht van Debussy’s muziek zou in de 20ste L’Égyptienne’ uit ‘Six Épigraphes Antiques’ en nog veel eeuw één van de vertrekpunten zijn voor een modernere meer. Even exotisch als de verre uithoeken van de vroeg compositiestijl: het spectralisme. Luc Brewaeys was de twintigste-eeuwse wereld zijn mythologische figuren. Met belangrijkste Vlaamse componist die aansluiting vond bij name de god Pan en het bijhorende instrument van de dat spectralisme, en het hoeft dan ook niet te verwonderen (pan)fluit is een onderwerp dat bij Debussy nooit veraf is. dat een echte orkestcomponist zoals Brewaeys groot Denken we naast de ‘Prelude à l’après-midi d’un faune’ plezier haalde uit het orkestreren van enkele van Debussy’s bijvoorbeeld aan het eerste deel uit de ‘Six Épigraphes ‘Préludes’ voor piano. De kleuren die Debussy suggereert Antiques’ (‘Pour invoquer Pan’), ‘Syrinx’, en ‘La flûte de op de piano haalt Luc Brewaeys op ingenieuze manier naar Pan’ uit de ‘Chansons de Bilitis’. In deze liederen kiest boven in verfrissende orkestraties. Debussy voor teksten die zogezegd een vertaling zijn van originele Griekse gedichten. Auteur Pierre Louÿs blijkt de teksten zelf te hebben verzonnen, maar dat doet niets af aan hun exotische karakter. 16 17
zijn werk, of misschien is het net die beweeglijke ongrijp- Claude Debussy, poëet baarheid van de watermoleculen die Debussy inspireerde. Debussy zelf gaf de volgende verklaring: De liederen van Debussy zijn niet het bekendste deel van “De muziek is een geheimzinnige wiskunde, waarvan de zijn oeuvre, maar toch vinden we net in dit hoekje van zijn elementen deel uitmaken van het oneindige. Ze leeft in de repertoire de meest directe verbinding tussen de wereld beweging van het water, in het golvenspel veroorzaakt door die hem inspireerde en de muzikale vruchten van die de wind; niets is muzikaler dan een zonsondergang! Voor inspiratie. Debussy heeft een grote voorliefde voor de diegene die met het hart kan kijken, is dat de mooiste les in Franse dichters van zijn tijd, zoals Charles Baudelaire, Paul ontwikkeling, geschreven in het boek dat door musici te Verlaine, Stéphane Mallarmé en Pierre Louÿs. Veel van de weinig wordt gelezen: het boek van de natuur.” teksten die hij kiest, gaan over de liefde of over mythische figuren zoals de eerder vermelde faun of de god Pan. De omgang van Debussy met Franse poëzie is geraffineerd op Claude Debussy, componist twee vlakken. Eerst en vooral is er zijn feilloze taalgevoel waardoor de ritmes en melodieën volledig ten dienste Boven alles is Claude Debussy een componist. Iemand die staan van de tekst, die ten allen tijde verstaanbaar is. Op muzikale elementen bij elkaar zet, die muziek com-poneert dat vlak is de Franse liedkunst wezenlijk verschillend van of samenstelt. Hierbij steunt hij wel degelijk op die klassie- de Duitse, omdat beide talen een heel eigen ritmisch en ke opleiding die hij zo verfoeide tijdens zijn tijd aan het melodisch verloop kennen. Ten tweede weet Debussy vaak conservatorium. Met de vele nieuwe en vernieuwende op subtiele wijze inhoudelijke elementen uit de tekst te bouwstenen die hij creëerde, ontwierp hij een muzikale verklanken in de begeleiding. Soms zijn dat zwierige architectuur die de tand des tijds weet te doorstaan. Zijn oriëntaalse fluitmelodieën als het over Pan gaat, soms muziek blijft intrigeren, en hoewel de vergelijking met de lijken de klanken zich voort te bewegen op de deining van impressionistische schilderkunst misschien wel het laatste het water, en soms geeft de muziek zelfs uiting aan fysieke was wat Debussy zou willen, is het wel zo dat zijn muziek ervaringen. altijd een beetje ongrijpbaar blijft, niet helemaal afgelijnd, net zoals de niet-bestaande lijnen in het werk van Claude Monet en andere impressionisten. Claude Debussy, natuurliefhebber Een laatste constante in het werk van Debussy is de grote liefde (en het ontzag voor) de natuur. Hiermee sluit hij misschien nog het meest aan bij de romantische kunste- Claude Debussy (foto: Tully Potter Collection) naar die hunkert naar het ongerepte in tijden van industria- lisatie. Debussy klankschilderde het maanlicht in ‘Clair de lune’ en creëerde wervelwinden in de prelude ‘Ce qu’a vue le vent de l’ouest’. Het water en de zee komen met de regelmaat van de klok terug: in ‘Pelléas et Mélisande’, in de quatre mains ‘En bateau’ uit de ‘Petite Suite’, in de ‘Trois mélodies de Paul Verlaine’ (‘La mer est plus bel- le…’), maar de meest prachtige natuurschildering is ongetwijfeld ‘La Mer’. Voor dit werk vond Debussy tegelijk inspiratie in exotische oorden, meer bepaald in het be- roemde Japanse schilderij met de golf van Hokusai. Misschien vormt zijn onbeantwoorde roeping als zeevaar- der wel een verklaring voor het groot belang van water in 18 19
11.30 uur Fantoches Kamerkoor Koninklijk Conservatorium Antwerpen (Verlaine) zie p. 34 Jan Schweiger muzikale leiding Salut printemps Noël des enfants qui n’ ont plus de maisons tekst Marquis Anatole de Ségur (1823-1902) tekst Claude Debussy Nous n’avons plus de maisons! Salut printemps, jeune saison Les ennemis ont tout pris, Dieu rend aux plaines leur couronne Jusqu’à notre petit lit! La sève ardente qui bouillonne Ils ont brûlé l’école et notre maître aussi. S’épanche et brise sa prison Ils ont brûlé l’église et monsieur Jésus-Christ! Bois et champs sont en floraison. Et le vieux pauvre qui n’a pas pu s’en aller! Un monde invisible bourdonne Nous n’avons plus de maisons! L’eau sur le caillou qui résonne Les ennemis ont tout pris, Court et dit sa claire chanson Jusqu’à notre petit lit! Bien sûr! papa est à la guerre, Salut printemps, jeune saison Pauvre maman est morte Dieu rend aux plaines leur couronne Avant d’avoir vu tout ça. La sève ardent qui bouillonne Qu’est-ce que l’on va faire? S’épanche et brise sa prison Noël! petit Noël! n’allez pas chez eux, N’allez plus jamais chez eux, Le genet dore la colline Punissez-les! Sur le vert gazon l’aubépine Verse la neige de ses fleurs Vengez les enfants de France! Tout est fraicheur, Amour, lumière Les petits Belges, les petits Serbes, Et du sein fécond de la terre Et les petits Polonais aussi! Montent des chants et des senteurs. Si nous en oublions, pardonnez-nous. Noël! Noël! surtout, pas de joujoux, Salut printemps, jeune saison Tâchez de nous redonner le pain quotidien. Dieu rend aux plaines leur couronne La sève ardente qui bouillonne Nous n’avons plus de maisons! S’épanche et brise sa prison Les ennemis ont tout pris, Salut printemps! Jusqu’à notre petit lit! Ils ont brûlé l’école et notre maître aussi. Ils ont brûlé l’église et monsieur Jésus-Christ! Mandoline Et le vieux pauvre qui n’a pas pu s’en aller! (Verlaine) zie p. 39 Noël! écoutez-nous, nous n’avons plus de petits sabots: Mais donnez la victoire aux enfants de France! Beau Soir Romance (Bourget) zie p. 33 (Bourget) zie p. 26 20 21
Clair De lune 16.30 uur (Verlaine) zie p. 35 Sophie Karthäuser sopraan & Stéphane Degout bariton Alain Planès piano Nuit d’étoiles Nuits d’étoiles (Banville) zie p. 23 tekst Théodore Faullin de Banville (1823-1891) Nuit d’étoiles, sous tes voiles, sous ta brise et tes parfums, Triste lyre qui soupire, je rêve aux amours défunts. La sereine mélancolie vient éclore au fond de mon coeur, Et j’entends l’âme de ma mie Tressaillir dans le bois rêveur. Je revois à notre fontaine tes regards bleus comme les cieux; Cette rose, c’est ton haleine, Et ces étoiles sont tes yeux. Trois mélodies teksten Paul Verlaine (1844-1896) 1. La mer est plus belle que les cathédrales La mer est plus belle Que les cathédrales, Nourrice fidèle, Berceuse de râles, La mer qui prie La Vierge Marie! Debussy en Lily Texier, 1902 Elle a tous les dons Terribles et doux. J’entends ses pardons Gronder ses courroux. Cette immensité N’a rien d’entêté. 22 23
O! si patiente, 3. L’échelonnement des haies Même quand méchante! Un souffle ami hante L’échelonnement des haies La vague, et nous chante: Moutonne à l’infini, mer “Vous sans espérance, Claire dans le brouillard clair, Mourez sans souffrance!” Qui sent bon les jeunes baies. Et puis sous les cieux Des arbres et des moulins Qui s’y rient plus clairs, Sont légers sur le vert tendre, Elle a des airs bleus. Où vient s’ébattre et s’étendre Roses, gris et verts... L’agilité des poulains. Plus belle que tous, Meilleure que nous! Dans ce vague d’un Dimanche, Voici se jouer aussi De grandes brebis, Aussi douces que leur laine blanche. 2. Le son du cor s’afflige vers les bois Tout à l’heure déferlait L’onde roulée en volutes, Le son du cor s’afflige vers les bois, De cloches comme des flûtes D’une douleur on veut croire orpheline Dans le ciel comme du lait. Qui vient mourir au bas de la colline, Parmi la bise errant en courts abois. L’âme du loup pleure dans cette voix, Qui monte avec le soleil, qui décline D’une agonie on veut croire câline, Et qui ravit et qui navre à la fois. Pour faire mieux cette plainte assoupie, La neige tombe à longs traits de charpie A travers le couchant sanguinolent, Et l’air a l’air d’être un soupir d’automne, Tant il fait doux par ce soir monotone, Où se dorlote un paysage lent. 24 25
Deux romances teksten Paul Bourget (1852-1935) 1. Romance L’âme évaporée et souffrante, L’âme douce, l’âme odorante Des lys divins que j’ai cueillis Dans le jardin de ta pensée, Où donc les vents l’ont-ils chassée, Cette âme adorable des lys? N’est-il plus un parfum qui reste De la suavité céleste Des jours où tu m’enveloppais D’une vapeur surnaturelle, Faite d’espoir, d’amour fidèle, De béatitude et de paix?... 2. Les cloches Les feuilles s’ouvraient sur le bord des branches Délicatement. Les cloches tintaient, légères et franches, Dans le ciel clément. Rythmique et fervent comme une antienne, Ce lointain appel Me remémorait la blancheur chrétienne Des fleurs de l’autel. Claude Debussy © Fondation Paul Sacher Ces cloches parlaient d’heureuses années, Et, dans le grand bois, Semblaient reverdir les feuilles fanées, Des jours d’autrefois. 26 27
Chansons de Bilitis ou que tu entrais en moi comme mon songe.” teksten Pierre Louÿs (1870-1925) Quand il eut achevé, 1. La flûte de Pan il mit doucement ses mains sur mes épaules, et il me regarda d’un regard si tendre, Pour le jour des Hyacinthies, que je baissai les yeux avec un frisson. il m’a donné une syrinx faite de roseaux bien taillés, unis avec la blanche cire qui est douce à mes lèvres comme le miel. 3. Le tombeau des Naïades Il m’apprend à jouer, assise sur ses genoux; mais je suis un peu tremblante. Le long du bois couvert de givre, je marchais; il en joue après moi, Mes cheveux devant ma bouche si doucement que je l’entends à peine. Se fleurissaient de petits glaçons, Et mes sandales étaient lourdes Nous n’avons rien à nous dire, De neige fangeuse et tassée. tant nous sommes près l’un de l’autre; mais nos chansons veulent se répondre, Il me dit: “Que cherches-tu?” et tour à tour nos bouches Je suis la trace du satyre. s’unissent sur la flûte. Ses petits pas fourchus alternent Comme des trous dans un manteau blanc. Il est tard, Il me dit: “Les satyres sont morts. voici le chant des grenouilles vertes qui commence avec la nuit. “Les satyres et les nymphes aussi. Ma mère ne croira jamais Depuis trente ans, il n’a pas fait un hiver aussi terrible. que je suis restée si longtemps La trace que tu vois est celle d’un bouc. à chercher ma ceinture perdue. Mais restons ici, où est leur tombeau.” Et avec le fer de sa houe il cassa la glace De la source ou jadis riaient les naïades. Il prenait de grands morceaux froids, 2. La chevelure Et les soulevant vers le ciel pâle, Il regardait au travers. Il m’a dit: “Cette nuit, j’ai rêvé. J’avais ta chevelure autour de mon cou. J’avais tes cheveux comme un collier noir autour de ma nuque et sur ma poitrine.” “Je les caressais, et c’étaient les miens; et nous étions liés pour toujours ainsi, par la même chevelure, la bouche sur la bouche, ainsi que deux lauriers n’ont souvent qu’une racine.” “Et peu à peu, il m’a semblé, tant nos membres étaient confondus, que je devenais toi-même, 28 29
Trois Poèmes de Stéphane Mallarmé 3. Éventail teksten Stéphane Mallarmé (1842-1898) Ô rêveuse, pour que je plonge 1. Soupir Au pur délice sans chemin, Sache, par un subtil mensonge, Mon âme vers ton front où rêve, ô calme sœur, Garder mon aile dans ta main. Un automne jonché de taches de rousseur, Et vers le ciel errant de ton œil angélique Une fraîcheur de crépuscule Monte, comme dans un jardin mélancolique, Te vient à chaque battement Fidèle, un blanc jet d’eau soupire vers l’Azur! Dont le coup prisonnier recule -- Vers l’azur attendri d’octobre pâle et pur L’horizon délicatement. Qui mire aux grands bassins sa langueur infinie Et laisse, sur l’eau morte où la fauve agonie Vertige! voici que frissonne Des feuilles erre au vent et creuse un froid sillon, L’espace comme un grand baiser Se trainer le soleil jaune d’un long rayon. Qui, fou de naître pour personne, Ne peut jaillir ni s’apaiser. Sens-tu le paradis farouche Ainsi qu’un rire enseveli 2. Placet futile Se couler du coin de ta bouche Au fond de l’unanime pli. Princesse! à jalouser le destin d’une Hébé Qui point sur cette tasse au baiser de vos lèvres; Le sceptre des rivages roses J’use mes feux mais n’ai rang discret que d’abbé Stagnants sur les soirs d’or, ce l’est Et ne figurerai même nu sur le Sèvres. Ce vol blanc fermé que tu poses Contre le feu d’un bracelet. Comme je ne suis pas ton bichon embarbé Ni la pastille ni du rouge, ni jeux mièvres Et que sur moi je sens ton regard clos tombé Blonde dont les coiffeurs divins sont des orfèvres! Nommez-nous... toi de qui tant de ris framboisés Se joignent en troupeau d’agneaux apprivoisés Chez tous broutant les voeux et bêlant aux délires, Nommez-nous... pour qu’Amour ailé d’un éventail M’y peigne flûte aux doigts endormant ce bercail, Princesse, nommez-nous berger de vos sourires. 30 31
Romance Debussy in Houlgate, 1911 tekst Paul Bourget Voici que le printemps, ce fils léger d’Avril, Beau page en pourpoint vert brodé de roses blanches. Paraît, leste, fringant, et les poings sur les hanches, Comme un prince acclamé revient d’un long exil. Les branches des buissons verdis rendent étroite La route qu’il poursuit en dansant comme un fol; Sur son épaule gauche il porte un rossignol, Un merle s’est posé sur son épaule droite. Et les fleurs qui dormaient sous les mousses des bois Ouvrent leurs yeux où flotte une ombre vague et tendre, Et sur leurs petits pieds se dressent, pour entendre Les deux oiseaux siffler et chanter à la fois. Car le merle sifflote et le rossignol chante: Le merle siffle ceux qui ne sont pas aimés, Et pour les amoureux languissants et charmés, Le rossignol prolonge une chanson touchante. Beau soir tekst Paul Bourget Lorsque au soleil couchant les rivières sont roses, Et qu’un tiède frisson court sur les champs de blé, Un conseil d’être heureux semble sortir des choses Et monter vers le cœur troublé; Un conseil de goûter le charme d’être au monde, Cependant qu’on est jeune et que le soir est beau, Car nous nous en allons comme s’en va cette onde: Elle à la mer, -- nous au tombeau! 32 33
Fêtes Galantes I En quête de son beau pirate espagnol, teksten Paul Verlaine Dont un amoureux rossignol Clame la détresse à tue-tête. 1. En sourdine Calmes dans le demi-jour Que les branches hautes font, Pénétrons bien notre amour 3. Clair de lune De ce silence profond. Votre âme est un paysage choisi Fondons nos âmes, nos cœurs Que vont charmant masques et bergamasques, Et nos sens extasiés, Jouant du luth et dansant, et quasi Parmi les vagues langueurs Tristes sous leurs déguisements fantasques! Des pins et des arbousiers. Tout en chantant sur le mode mineur Ferme tes yeux à demi, L’amour vainqueur et la vie opportune. Croise tes bras sur ton sein, Ils n’ont pas l’air de croire à leur bonheur, Et de ton cœur endormi Et leur chanson se mêle au clair de lune, Chasse à jamais tout dessein. Au calme clair de lune triste et beau, Laissons-nous persuader Qui fait rêver, les oiseaux dans les arbres, Au souffle berceur et doux Et sangloter d’extase les jets d’eau, Qui vient, à tes pieds, rider Les grands jets d’eau sveltes parmi les marbres. Les ondes des gazons roux. Et quand, solennel, le soir Des chênes noirs tombera Voix de notre désespoir, Fêtes Galantes II Le rossignol chantera. teksten Paul Verlaine 1. Les ingénus Les hauts talons luttaient avec les longues jupes, 2. Fantoches En sorte que, selon le terrain et le vent, Parfois luisaient des bas de jambes, trop souvent Scaramouche et Pulcinella, Interceptés! -- Et nous aimions ce jeu de dupes. Qu’un mauvais dessein rassembla, Gesticulent noirs sous la lune, Parfois aussi le dard d’un insecte jaloux Inquiétait le col des belles sous les branches, Cependant l’excellent docteur Bolonais Et c’étaient des éclairs soudains des nuques blanches, Cueille avec lenteur des simples Et ce regal comblait nos jeunes yeux de fous. Parmi l’herbe brune. Le soir tombait, un soir equivoque d’automne: Lors sa fille, piquant minois, Les belles se pendant rêveuses à nos bras, Sous la charmille, en tapinois, Dirent alors des mots si spéciaux, tout bas, Se glisse demi-nue, Que notre âme, depuis ce temps, tremble et s’étonne. 34 35
2. Le faune Le promenoir des deux amants teksten Tristan L’Hermite François (1601-1655) Un vieux faune de terre cuite Rit au centre des boulingrins, 1. Auprès de cette grotte sombre Présageant sans doute une suite Mauvaise à ces instants sereins Auprès de cette grotte sombre Où l’on respire air si doux, Qui m’ont conduit et t’ont conduite, L’onde lutte avec les cailloux -- Mélancoliques pèlerins, -- Et la lumière avecque l’ombre. Jusqu’à cette heure dont la fuite Tournoie au son des tambourins. Ces flots, lassés de l’exercise Qu’ils ont fait dessus de gravier, Se reposent dans ce rivier Où mourut autrefois Narcisse... 3. Colloque sentimental L’ombre de cette fleur vermeille Et celle de ces joncs pendants Dans le vieux parc solitaire et glacé Paraissent estre là-dedans Deux formes ont tout à l’heure passé. Les songes de l’eau qui sommeille. Leurs yeux sont morts et leur lèvres sont molles, Et l’on entend à peine leurs paroles. Dans le vieux parc solitaire et glacé 2. Crois mon conseil, chère Climène Deux spectres ont évoqué le passé. Crois mon conseil, chère Climène; -- Te souvient-il de notre extase ancienne? Pour laisser arriver le soir, -- Pourquoi voulez-vous donc qu’il m’en souvienne? Je te prie, allons-nous asseoir Sur le bord de cette fontaine. -- Ton cœur bat-il toujours à mon seul nom? Toujours vois-tu mon âme en rêve? -- Non. N’ouïs-tu pas soupirer Zéphire, De merveille et d’amour atteint, -- Ah! Les beaux jours de bonheur indicible Voyant des roses sur ton teint, Où nous joignions nos bouches! -- C’est possible. Qui ne sont pas de son empire? -- Qu’il était bleu, le ciel, et grand l’espoir! Sa bouche d’odeur toute pleine -- L’espoir a fui, vaincu, vers le ciel noir. A soufflé sur notre chemin, Mêlant un esprit de jasmin Tels ils marchaient dans les avoines folles, À l’ambre de ta douce haleine. Et la nuit seule entendit leurs paroles. 36 37
3. Je tremble en voyant ton visage Mandoline tekst Paul Verlaine Je tremble en voyant ton visage Flotter avecque mes désirs, Les donneurs de sérénades Tant j’ai de peur que mes soupirs Et les belles écouteuses Ne lui fassent faire naufrage. Échangent des propos fades Sous les ramures chanteuses. De crainte de cette aventure Ne commets pas si librement C’est Tircis et c’est Aminte, À cet infidèle élément Et c’est l’éternel Clitandre, Tous les trésors de la Nature. Et c’est Damis qui pour mainte Cruelle fait maint vers tendre. Veux-tu, par un doux privilège, Me mettre au-dessus des humains? Leurs courtes vestes de soie, Fais-moi boire au creux de tes mains, Leurs longues robes à queues, Si l’eau n’en dissout point la neige. Leur élégance, leur joie Et leurs molles ombres bleues, Tourbillonnent dans l’extase D’une lune rose et grise, Fleur des blés Et la mandoline jase tekst André Girod Parmi les frissons de brise. Le long des blés que la brise Fait onduler puis défrise En un désordre coquet, J’ai trouvé de bonne prise De t’y cueillir un bouquet. Mets-le vite à ton corsage, - Il est fait à ton image En même temps que pour toi... Ton petit doigt, je le gage, T’a déjà soufflé pourquoi: Ces épis dorés, c’est l’onde De ta chevelure blonde Toute d’or et de soleil; Ce coquelicot qui fronde, C’est ta bouche au sang vermeil. Et ces bluets, beau mystère! Points d’azur que rien n’altère, Ces bluets ce sont tes yeux, Si bleus qu’on dirait, sur terre, Deux éclats tombés des cieux. 38 39
Antwerp Symphony Orchestra (11.30 uur) muzikale leiding Adrien Perruchon concertmeester altviool klarinet Helena Wood Sander Geerts Nele Delafonteyne Barbara Giepner Mutsumi Watanabe 1ste viool Rajmund Glowczynski Benoît Viratelle Eric Baeten Wieslaw Chorosinski Peter Manouilov Dino Dragovic fagot Mimi Jung Krzysztof Kubala Oliver Engels Yuko Kimura Bart Vanistendael Bruno Verrept Sihong Liang Di Wu Tobias Knobloch Christophe Pochet Hélène Koerver Natalia Tessak Lisbeth Lannie hoorn Guido van Dooren Kumiko Okutomi Michaela Buzkova La Ie Lee Koen Cools Lev Adamov cello Zachary Cramer Anna Buevich Raphael Bell Quinten De Gelaen Philip Dingenen Olivier Robe Jean-Baptiste Humbert Isabelle Dunlop Dieter Schützhoff Zhazira Ukeyeva Birgit Barrea trompet Ciska Vandelanotte Claire Bleumer Alain De Rudder Diego Liberati Steven Verhaert 2de viool Maria Mudrova Miki Tsunoda Mathieu Jocqué trombone Nana Hiraide Ida van Wees Daniel Quiles Cascant Frederic Van Hille Lieselot Watté Pablo Guinart Juan Xu Han Liesbeth Kindt contrabas tuba Ilse Pasmans Ioan Baranga Bernd van Echelpoel Lydia Seymortier Jaroslaw Mroz Marjolijn Van der Jeught Tadeusz Bohuszewicz pauken Maartje Van Eggelen Julita Fasseva Randall Max Luce Caron Jeremiusz Trzaska Rui Edgar Maia Gomes Helena Custers percussie Floris Uytterhoeven Katrien Dupont Marc Aixa Siurana Hanneke Verbueken Jose Andres Reyes Alonso Mieke Buekers Herlinde Verjans fluit harp Aldo Baerten Samia Bousbaïne Charlène Deschamps Peter Verhoyen celesta Yutaka Oya hobo Eric Speller Esther Gruyaert Stéphane Suchanek 40 41
Antwerp Symphony Orchestra Kamerkoor Koninklijk Conservatorium (20.30 uur) Antwerpen van de AP Hogeschool muzikale leiding muzikale leiding Adrien Perruchon Jan Schweiger concertmeester altviool klarinet pianobegeleiding Helena Wood Sander Geerts Nele Delafonteyne Lydia Michel Barbara Giepner Mutsumi Watanabe 1ste viool Rajmund Glowczynski Benoît Viratelle voorbereiding kamerkoor Eric Baeten Wieslaw Chorosinski Luc Anthonis Peter Manouilov Dino Dragovic fagot Nana Hiraide Krzysztof Kubala Oliver Engels zang Mimi Jung Bart Vanistendael Graziano Moretto Marjolein Appermont Yuko Kimura Di Wu Bruno Verrept Rosalie Ardts Sihong Liang Hélène Koerver Tobias Knobloch Hildur Asmundardottir Christophe Pochet Lisbeth Lannie Nina Basdra Natalia Tessak Kumiko Okutomi hoorn Babette Craens Guido van Dooren Michaela Buzkova Thalia De Clercq La Ie Lee cello Koen Cools Kristien Doumen Lev Adamov Raphael Bell Zachary Cramer Tijana Duknic Anna Buevich Olivier Robe Quinten De Gelaen Laura Gekiere Philip Dingenen Dieter Schützhoff Jean-Baptiste Humbert Jasmien Gys Isabelle Dunlop Birgit Barrea Rani Janssens Zhazira Ukeyeva Claire Bleumer trompet Anna Jónsdóttir Ciska Vandelanotte Diego Liberati Alain De Rudder Laure Kips Maria Mudrova Luc Van Gorp Anna Mathioudaki 2de viool Mathieu Jocqué Steven Verhaert An-Sofie Moons Miki Tsunoda Ida van Wees Steven Bossuyt Boje Moons Frederic Van Hille Lieselot Watté Bart Coppé Hannah Moss Xu Han Lenneke Nijst Liesbeth Kindt contrabas trombone Yune Paepe Ilse Pasmans Ioan Baranga Daniel Quiles Cascant Maris Pajuste Lydia Seymortier Jaroslaw Mroz Roel Avonds Sofia Poulopoulou Marjolijn Van der Jeught Tadeusz Bohuszewicz Pablo Guinart Juan Roos Rol Maartje Van Eggelen Julita Fasseva Anaïs Simon Luce Caron Jeremiusz Trzaska tuba Fleur Strijbos (solo) Rui Edgar Maia Gomes Helena Custers Bernd van Echelpoel Konstantina Thanopoulou Floris Uytterhoeven Katrien Dupont Herlinde Van de Straete Hanneke Verbueken Jose Andres Reyes Alonso pauken Inneke Van de Velde Herlinde Verjans Randall Max Phaedra van den Braak fluit Isis Van Ginneken Aldo Baerten percussie Klara Vermeer Charlène Deschamps Marc Aixa Siurana Peter Verhoyen Mieke Buekers Alberto Rodriguez Rodriguez hobo Eric Speller harp Esther Gruyaert Samia Bousbaïne Stéphane Suchanek Roberta Brambilla 42 43
Studenten Koninklijk Conservatorium Oxalys Antwerp Symphony Orchestra Southbank Centre en de Wigmore Hall in Antwerpen van de AP Hogeschool Het Antwerp Symphony Orchestra is het Londen, op het Cheltenham Festival, La viool symfonisch orkest van Vlaanderen, met de Roque d’Anthéron en in Cité de la Petite Suite Shirly Laub Maya Dhondt & Frédéric d’Ursel nieuwe Koningin Elisabethzaal in Musique in Parijs en in de Concertzaal van Noreen Broeckhove piano Antwerpen als thuisbasis. Onder leiding de Verboden Stad in Beijing, waar hij de altviool van chef-dirigent Elim Chan (vanaf seizoen Classical Elites Beijing Instrumental Première rhapsodie Elisabeth Smalt 2019-2020) en vaste gastdirigent Philippe Recital of the Year Award mocht ontvan- Yongjin Shin klarinet Herreweghe wil het orkest een zo groot gen voor zijn integrale opname van de Annemie Wuyts piano cello mogelijk publiek ontroeren en inspireren sonates van Beethoven. Hoogtepunten dit Martijn Vink met concertbelevingen van het hoogste seizoen zijn concerten in het Lincoln En blanc et noir Stefan Weiler & contrabas niveau. Dankzij eigen concertreeksen in Center in New York met de London Lydia Michel piano Koenraad Hofman Concertgebouw (Brugge), Muziekcentrum Philharmonic olv. Edward Gardner, De Bijloke (Gent), Bozar (Brussel) en CCHA Orchestre National de Lyon, Helsinki Sonate in D voor cello en piano fluit (Hasselt) bekleedt het orkest een unieke Philharmonic Orchestra, Orchestre Mikko Lee Pablo cello Toon Fret positie in Vlaanderen. In het buitenland Philharmonique de Monte-Carlo en Markiyan Popil piano Lieve Goossens wordt het Antwerp Symphony Orchestra Swedish Chamber Orchestra. Na zijn hobo uitgenodigd door de belangrijkste huizen Debussy recitals in Barbican’s Milton Piet Van Bockstal en internationale concertreizen door Court en op het 2018 Perth International Europa en Azië vormen een constante in Arts Festival, brengt hij dit programma ook klarinet de kalender. Naast zijn reguliere concer- in het Muziekgebouw in Amsterdam. Nathalie Lefèvre ten creëerde het Antwerp Symphony Komende zomer zal hij terugkeren naar Orchestra een uitgebreid aanbod aan het Verbier Festival. Bavouzet heeft een fagot educatieve en sociale projecten, waarmee exclusief contract met het label Chandos. Pieter Nuytten het orkest kinderen, jongeren en mensen Voor zijn opname van concerti van hoorn met verschillende achtergronden door- Debussy en Ravel met het BBC Symphony Anthony Devriendt heen de symfonische klankenwereld gidst. Orchestra olv. Yan Pascal Tortelier en voor Het Antwerp Symphony Orchestra maakt het vierde deel van zijn integrale pianower- harp opnames voor gerenommeerde klassieke ken van Debussy won hij een Gramophone Annie Lavoisier labels als Phi, Alpha, Pentatone en BIS Award. Zijn opnamen van Debussy en Ravel Records. werden tevens bekroond met een Diapason harmonium Dirk Luijmes www.antwerpsymphonyorchestra.be d’Or en het eerste deel van zijn opname van de Sonates van Haydn met een Choc de percussie Jean-Efflam Bavouzet l’année. Bavouzets opnamen van Griegs Titus Franken Jean-Efflam Bavouzet speelde onder Pianoconcerto met Bergen Philharmonic olv. leiding van dirigenten als Pierre Boulez, Edward Gardner werd genomineerd voor de Andrew Davis, Vladimir Jurowski, Vasili 2018 Gramophone Awards. Met de Petrenko, Daniele Gatti, Valery Gergiev, Manchester Camerata olv. Gábor Takács- Kiril Karabits, Neeme Järvi, Andris Nelsons, Nagy nam hij verschillende pianoconcerti Iván Fischer, Ingo Metzmacher, Kent van Haydn en van Mozart op. Nagano, Marc Albrecht en Susanna www.bavouzet.com Mälkki. Bavouzet gaf recitals in het Concertgebouw Amsterdam, de Sociedad Stéphane Degout Filarmónica in Bilbao, Casa da Música in Na zijn studies aan het Conservatoire Porto, het Conservatorium van Moskou, op National Supérieur de Musique de Lyon de Schwetzinger Festspiele, in het en aan het Atelier Lyrique de l’Opéra de 44 45
Lyon, werd Stéphane Degout snel horen in cd- en dvd-opnamen van Alte Musik Berlin, Freiburger verdieping in hun eigen discipline een internationaal opgemerkt bij zijn debuut ‘Werther’, ‘Così fan tutte’, ‘Pelléas et Barockorchester en het Gewandhaus artistieke interdisciplinaire dialoog als Papageno op het Festival d’Aix-en- Mélisande’, ‘Le Comte Ory’, ‘Hippolyte & Leipzig olv. dirigenten als Riccardo Chailly, aangaan en proeven van diverse en Provence. Sindsdien was hij te gast in de Aricie’ en ‘Les Boréades’. Hij nam tevens Nikolaus Harnoncourt, Thomas vernieuwende artistieke vormen. De Opéra de Paris, Théâtre des Champs- Brahms’ ‘Deutsches Requiem’, Fauré’s Hengelbrock, Philippe Herreweghe, René inbedding van de opleidingen en van de Elysées, Opéra Comique, Berliner ‘Requiem’ en ‘La Bohème’ op voor Jacobs, Louis Langrée, Marc Minkowski, actieve overkoepelende onderzoekscel in Staatsoper, de Munt, Theater an der Wien, Deutsche Grammophon. Zijn solo-cd Kent Nagano, Kuzushi Ono, Jérémie Rohrer, de Internationale Kunstcampus deSingel Royal Opera House, Lyric Opera Chicago, ‘Mélodies’ voor het label Naïve bevat Christophe Rousset en Christian biedt uitzonderlijke mogelijkheden voor Metropolitan Opera, Teatro alla Scala, Franse liederen. Zijn recentste cd’s Zacharias. Dit seizoen was ze in de Munt elke student. De campus is een inspireren- Bayerische Staatsoper. Hij was tevens te ‘Histoires Naturelles’ en ‘Enfers’, werden te horen als Pamina in Mozarts de ontmoetingsplaats, een vrijplaats voor horen op de grote festivals van Salzburg, lovend ontvangen door de internationale ‘Zauberflöte’ olv. Antonello Manacorda. kunstenaars, studenten en een divers Glyndebourne, Aix-en-Provence, muziekpers. In 2012 werd Degout be- Verdere hoogtepunten dit seizoen zijn kunstminnend publiek, een internationale Edinburgh, in Tokio en Los Angeles. noemd tot ‘Chevalier de l’Ordre des Arts et concerten met Bach Consort Wien olv. omgeving waar ook aandacht is voor Enkele grote rollen die Degout vertolkte, des Lettres’. Ruben Dubrovsky in Brucknerhaus Linz, permanente kunsteducatie. Studenten zijn Oreste (Iphigénie en Tauride), Wolfram met Swedish Radio Symphony Orchestra kunnen terecht in de multimediale (Tannhaüser), Raimbaud (Comte Ory), Sophie Karthäuser olv. Daniel Harding in Stockholm, met het leeszaal en in de rijke (erfgoed)bibliotheek Thésée (Hippolyte & Aricie), Dandini Sopraan Sophie Karthäuser voltooide haar Ensemble Correspondances in Parijs, van het conservatorium. Leren, maken en (Cenerentola), Mercutio (Roméo & Juliette), studies bij Noelle Barker in de Guildhall Londen en Gdansk, met Concentus tonen komen voortdurend samen. Dat de Guglielmo (Cosi fan tutte), Chorèbe (Les School of Music and Drama. Wereldwijd Musicus olv. Stefan Gottfried in het Kunstcampus een aantrekkelijke plek is Troyens), il Comte Almaviva (Le nozze di gekend als een van de verfijndste Mozart- Musikverein in Wenen, en een tournee voor studenten van over de hele wereld is Figaro), de titelrollen in Thomas’ ‘Hamlet’, interpreten, kreeg Sophie Karthäuser veel met B’Rock Orchestra olv. René Jacobs. overduidelijk, een kwart van de studenten Monteverdi’s ‘Orfeo’, Conti’s ‘Don lof toen ze voor de eerste keer Pamina uit Sophie Karthäuser is te horen op talrijke komt uit het buitenland. De professionele Chisciotte’ en Ulisse in ‘Il ritorno d’Ulisse Mozarts ‘Zauberflöte’ vertolkte, onder cd-opnamen. Haar cd met de Lalandes en internationale biotoop op de campus in Patria’. Een van Degouts belangrijkste leiding van René Jacobs in De Munt, ‘Leçons de Ténèbres’ (Harmonia Mundi) stimuleert studenten om zich actief te rollen is Debussy’s Pelléas. Als concert- alsook voor haar debuut als Susanna met Ensemble Correspondances en profileren en zich optimaal voor te zanger was Degout onder meer te horen onder leiding van William Christie in de Sébastien Daucé uit 2015 werd bekroond bereiden op een artistieke carrière. met het Chicago Symphony Orchestra olv. Opéra de Lyon. Daarnaast verscheen ze in met een Diapason d´Or. Haar meest www.ap.be/departement/ Riccardo Muti en het Los Angeles verschillende Mozartrollen, zoals Tamiri in recente cd ‘Kennst du das Land’, met koninklijk-conservatorium-antwerpen Philharmonic olv. Esa-Pekka Salonen, en in het Théâtre de Champs-Élysées, Serpetta pianist Eugene Asti, verschenen bij de Munt zong hij Mahlers in Konzerthaus Berlin, Despina en Zerlina Harmonia Mundi in 2016, bevat liederen Oxalys ‘Kindertotenlieder’ en Fauré’s ‘Requiem’ in De Munt en Ilia op het Aix-en-Provence van Hugo Wolf en werd door de internatio- Opgericht in de schoot van het Brussels olv. Alain Altinoglu. Hij zong onder de Festival alsook in het Théâtre des nale pers warm onthaald. conservatorium in 1993, groeit Oxalys uit baton van oa. René Jacobs, Marc Champs-Elysées samen met Jérémie tot een kamermuziekensemble met een Minkowski, John Nelson, Raphaël Pichon Rhorer en in het Theater an der Wien, Koninklijk Conservatorium Antwerpen uniek profiel en een sterke internationale en Charles Dutoit. Hoogtepunten van dit opnieuw onder leiding van René Jacobs. van de AP Hogeschool reputatie. Zijn oorspronkelijke bezetting seizoen zijn de ‘Kindertotenlieder’ aan het Sinds ze de publieksprijs won op de Het Koninklijk Conservatorium Antwerpen van strijkkwintet, fluit, klarinet en harp Théâtre des Champs Elysées met het Wigmore Hall Song Competition, wordt leidt bevlogen talenten op tot unieke waaiert vaak uit tot een groter ensemble Orchestre National de France, een Karthäuser veel gevraagd voor liedrecitals artistieke persoonlijkheden. Jaarlijks dat zo een breed repertoire en verrassen- Europese recitaltournee met pianist Simon onder begeleiding van pianisten Graham schrijven meer dan 600 studenten zich in de projecten weet te realiseren. Oxalys Lepper, de rol van Rodrigue in de Franse Johnson, Eugene Asti, David Lively en voor een bachelor- of masteropleiding vindt zijn basisrepertoire in de Belle versie van Verdi’s ‘Don Carlos’ aan de Cédric Tiberghien. Daarnaast is ze een Dans, Drama, Muziek, een specifieke Epoque (1870-1930) en blikt vanuit dat Opéra de Lyon en aan de Royal Opera veelgevraagde concertsoliste. Ze zong leraren-opleiding of een postgraduaat-op- cruciale tijdsgewricht zowel terug als House creëert hij de rol van Lessons in onder meer met The Academy of Ancient leiding Muziek. De combinatie van al deze vooruit. Van Haydn of Mozart tot creaties ‘Love and Violence’, een opera van George Music, Collegium Vocale Gent, Les Arts opleidingen op één plek is uniek. van hedendaagse muziek: het ensemble Benjamin en Martin Crimp. Degout is te Florissants, La Petite Bande, Akademie für Studenten kunnen naast een grondige draagt de culturele geschiedenis van 46 47
Vous pouvez aussi lire