Spoorweg erfgoed Kees Volkers De andere collectie - Spoorbeeld

La page est créée Jean-Pierre Vincent
 
CONTINUER À LIRE
Spoorweg erfgoed Kees Volkers De andere collectie - Spoorbeeld
Kees Volkers

Spoorweg
  erfgoed
     De andere collectie

                           Inspiratie
Spoorweg erfgoed Kees Volkers De andere collectie - Spoorbeeld
Kees Volkers is historisch geograaf en publicist. Hij doet         De dynamiek van de spoorse ontwikkelingen heeft van
onderzoek naar en publiceert over omgevingsgeschiedenis,             ­ udsher gezorgd voor continue transformatie van infra-
                                                                     o
landschap, cultuurhistorie en erfgoed. Naast vele artikelen      structuur en spoorgebouwen. De spoorwegen in Nederland
en enkele boeken schreef hij een tiental cultuurhistorische        hebben een geschiedenis van inmiddels 175 jaar en monu-
  (wandel)gidsen. De thema’s industrieel erfgoed en spoor-       mentale stations, seinhuizen, civiele kunstwerken en talloze
wegen hebben zijn speciale interesse, en over de stad en de           technische gebouwen zijn de stille getuigen van een rijk
  provincie Utrecht schreef hij het meest. Maar alle hoeken        verleden. Zij maken ons bewust van de cultuurhisto­rische
    van Nederland hebben zijn warme belangstelling, want:                                          waarde van spoorerfgoed.
                          ‘Saaie landschappen bestaan niet!’
                                                                          Met dit essay willen we aanvullend op De Collectie,
                                                                   ­ andacht vragen voor de betekenis van het spoorerfgoed,
                                                                   a
                                                                  voor het unieke karakter, en de diversiteit van de opgaven.
                                                                      Hoe kunnen we de gebruiksmogelijkheden op duurzame
                                                                                  wijze en met trots inzetten voor de reiziger.

                                                                     Met mooie verhalen over een rijk verleden, willen we een
                                                                       bijdrage leveren aan actuele discussies over duurzaam
                                                                      hergebruik, transformatie en het behoud van belangrijk
                                                                       cultureel erfgoed. Tegelijkertijd vertellen de verhalen,
                                                                 de sporen uit het verleden, over het ­effect van hedendaagse
                                                                                                   opgaven voor de ­toekomst.

 Het Spoorbeeld beschrijft het vormgevingsbeleid van de spoorsector.
    Het gaat over de beleving van het spoor, van de treinreis zelf tot en
          met het verblijf op en rond het station. Opgesteld vanuit het
  perspectief van de reiziger en de omgeving, presenteert het de visie,
   ontwerpkaders en -principes die betrekking hebben op de omgang
     met het spoor. U vindt het actuele beleid op www.spoorbeeld.nl.
                                                                                                                                  Inspiratie

                   Dit essay is bedoeld als verdieping van het Spoorbeeld,
                                het vormgevingsbeleid van de spoorsector.
                Het biedt een interessant beeld van de achtergronden van
          de ontwerpopgave voor het spoor en is daarom gepubliceerd als
                              inspiratie-document op www.spoorbeeld.nl.
Spoorweg erfgoed Kees Volkers De andere collectie - Spoorbeeld
Kees Volkers

Spoorweg
  erfgoed
     De andere collectie
Spoorweg erfgoed Kees Volkers De andere collectie - Spoorbeeld
Spoorweg erfgoed Kees Volkers De andere collectie - Spoorbeeld
Inhoud

Inleiding
   5

Een godverlaten knars
De vele laantjes van Van der Gaag (1840)
   9
Soberheid als waarde
Het Waterstaatstation (1860)
   15
‘De Belg ís de IJzeren Rijn!’
De erfenis van een afscheiding (1880)
   23
‘We kunnen niets met die gebouwen, wat moeten we ermee?’
De moeizame waardering voor de Wagenwerkplaats (1900)
   31
De Woldjerspoorwegmaatschappij
Het korte leven van de lokaalspoorweg (1920)
   39
Verleidingen onder het spoor
Viaducten van Sybold van Ravesteijn (1940)
   47
In het seinhuis van mijn vader
De sloop van duizend pareltjes (1960)
   53
Spoorzoeken op de aanplempingen
Het havengebied ontspoord (1980)
   59
Voies lentes en voies vertes
Fietsen op oude spoortracés (2000)
   65

Bronnen
    72
Illustratieverantwoording
    73
Spoorweg erfgoed Kees Volkers De andere collectie - Spoorbeeld
1   Rijtuigenloods Amersfoort, 2005

                                          Spoorwegerfgoed

4
Spoorweg erfgoed Kees Volkers De andere collectie - Spoorbeeld
Inleiding

Waar we vroeger over monumenten               karakter. Het erfgoed krijgt daarmee
spraken, hebben we het tegenwoordig           menselijke trekjes. Erfgoed kan een ziel
over erfgoed. Dat is niet omdat we graag      hebben, wij kunnen er van houden om
een modieuze term willen gebruiken,           wat het geweest is en heeft meegemaakt,
maar omdat onze inzichten over mo-            om waar het voor stond. Wij kunnen het
numenten de laatste jaren sterk zijn          waarderen en het op onze eigen manier
gewijzigd en de nieuwe term de lading         mooi vinden, vanwege het verhaal dat
beter dekt.                                   ze vertellen, het gevoel dat ze ons geven
De traditionele monumentenzorg was            en de associaties die we erbij hebben.
sterk objectgericht en ging vooral uit        Erfgoed kan op vele manieren monumen-
van een kunst- en architectuurhistorisch      taal zijn. Daarbij komt dat traditioneel
waarderingssysteem. Het fysieke monu-         monumentenbeleid, dat zich richt op
ment – het bouwwerk en de stijl waarin        de betere architectuur en historische
het was uitgevoerd – stond voorop. Een        hoogte­punten, een elitair en dus on­
klassieke opvatting over wat mooi en niet     vol­ledig beeld van het verleden geeft.
mooi was, speelde daarbij een grote rol.      Modern erfgoedbeleid streeft naar een
                                              completer beeld, een ‘nieuwe monumen-
Tegenwoordig wordt bij de waarde-             taliteit’, die het hele verhaal vertelt.
ring van monumenten ook naar andere
waarden gekeken. Niet alleen objecten,        In 2008 heeft Spoorbouwmeester een
ook structuren en gebieden kunnen             prachtig boek uitgegeven met schitteren-
monumentale waarden hebben en een             de foto’s van vijftig stations: ‘De Collectie’
object kan waardevol zijn omdat het deel      genaamd. Het gaat zowel om oude als
uitmaakt van een waardevol ensemble.          nieuwe stations, die representatief zijn
Een monument kan representatief zijn          voor het palet aan nog actieve stationsge-
voor een bepaalde technische, ­sociale,       bouwen. Hiermee laten ProRail en NS zien
economische of cultuurhistorische             dat ze hun erfgoedtaak serieus nemen.
ontwikkeling; een monument kan een            De Collectie is een mooi startpunt om
bijzondere functie hebben gehad of            verder na te denken over spoorweg­
een belangrijke rol hebben gespeeld           erfgoed, ­zowel binnen als buiten het
bij een historische gebeurtenis. Het          Spoordomein.
gaat dus niet meer alleen om de fysieke       In deze bundel hoop ik te laten zien dat
eigenschappen, maar ook om andere,            spoorwegerfgoed heel breed is en dat de
‘immateriële’ waarden die wij belangrijk      grote en kleine verhalen van het spoor-
vinden.                                       wegtijdperk overal te vinden zijn. Daarbij
Dat houdt ook in dat ‘werken’ die vroe-       gaat het vooral om erfgoed dat vaak
ger weinig gewaardeerd werden omdat           minder snel als ‘monumentaal’ wordt
ze architectuur- of bouwhistorisch niet       gezien, of in het verleden stiefmoederlijk
interessant genoeg waren, tegenwoordig        is behandeld: een onooglijk tunneltje, een
op heel andere gronden wel degelijk als       afgekraakte bouwstijl, een overwoekerde
waardevol beoordeeld kunnen worden.           spoorlijn, verlaten werkplaatsen, een
Zelfs werken die volgens de klassieke op-     woonhuis op het platteland, een toege­
vatting uitgesproken ‘lelijk’ zijn, ­kunnen   takeld viaduct, de laatste seinhuizen, of
grote monumentale waarde hebben.              een fietspad op een spoortalud. Erfgoed
Mooi of niet mooi doet er immers niet         uit 175 jaar spoorweghistorie, verguisd
toe. De veel bredere term ‘erfgoed’ past      soms, maar met een eigen schoonheid
beter bij deze benadering.                    en niet zelden grote cultuurhistorische
                                              waarden, die dikwijls verder reiken dan
Uiteraard is deze zienswijze ook van toe-     ­alleen de spoorhistorie.
passing op spoorwegerfgoed. Dat houdt          Sommige onderdelen hebben een per-
in dat integer spoorwegerfgoedbeleid           soonlijke noot, maar ze maken het punt
zich niet alleen richt op de materiële         hopelijk duidelijk: stel je open voor het
                                                                                               Inleiding

kant van bouwwerken en architecto-             hele spectrum van spoorwegerfgoed,
nische toppers, maar het hele brede            mooi of lelijk bestaat niet, het gaat om
spectrum van spoorwegerfgoed in de             het verhaal!
waardering betrekt.
Architectuur blijft natuurlijk belang-
rijk, maar het gaat niet alleen meer om
het oog. Het gaat ook om betekenis en

           5
Spoorweg erfgoed Kees Volkers De andere collectie - Spoorbeeld
Spoorweg erfgoed Kees Volkers De andere collectie - Spoorbeeld
Spoorweg erfgoed Kees Volkers De andere collectie - Spoorbeeld
1   Station Hulshorst
    2   Station Hulshorst rond 1900
    3   Topografische kaart van Hulshorst
        en ­omgeving rond 1900

    Rond station Hulshorst (afb. 1 toont het in
    zijn huidige gedaante) wonen nog steeds
    weinig mensen. De bouw werd in 1863
    afgedwongen door de eigenaren van de
    huizen Hulshorst en Essenburgh, als tege-
    moetkoming voor het doorsnijden van hun
    landgoederen, die zich uitstrekten van het
    IJsselmeer tot op de Veluwe. Het kaartje
    (afb. 3) toont de omgeving rond 1900. Uit
    dezelfde tijd dateert de ansichtkaart van
    Hulshorst (afb. 2). De stopplicht heeft meer
    dan een eeuw bestaan. In 1987 werd het
    stationnetje gesloten.

                                                   Spoorwegerfgoed

8
Een godverlaten knars
           De vele laantjes van Van der Gaag

‘Hulshorst, als vergeten ijzer               objectgericht en beperkt tot de uiter-
is uw naam, binnen de dennen                 lijke waarden. Natuurlijk waarderen
en de bittere coniferen,                     wij Hulshorst ook vanwege de aaibare
roest uw station;                            verschijning, maar de cultuurhistorische
waar de spoortrein naar het noorden          betekenis van het stationnetje is zeker zo
met een godverlaten knars                    interessant; een waarde die schuilt in die
stilhoudt, niemand uitlaat                   ene prangende vraag ‘Waarom stoppen
niemand inlaat, o minuten,                   we hier in Godsnaam?’
dat ik hoor het weinig waaien
als een oeroude legende                      Van Voorst van Beesd
uit uw bossen: barse bende                   Voor het antwoord moeten we honderd-
rovers, rans en ruw                          vijftig jaar terug in de tijd. De nieuwe
uit het witte veluwhart.’                    spoorlijn van Zwolle naar Amersfoort
                                             zou hier de landgoederen Essenburgh
‘In godsnaam, waarom stoppen we hier?’       en Hulshorst doorsnijden. Deze waren
Het is een vraag die veel treinreizigers     in bezit van respectievelijk baron van
bekend zal voorkomen. Het moet de            Sandberg en het Harderwijkse burge-
dichter Gerrit Achterberg (1905-1962)        meestersgeslacht Van Meurs. Voor het
menigmaal zijn overkomen toen hij in         afstaan van grond zou toen – het is niet
de trein zat op weg naar het noorden         helemaal duidelijk door welke familie, of
en daarbij steevast Hulshorst passeerde.     dat beide families er een rol in speel-
Hulshorst is een van de meest aan-           den – een zogeheten ‘servituut’ zijn
doenlijke stationnetjes van Nederland.       afgedwongen. Daarin moest de Centraal
Het gebouwtje ligt aan de rand van de        Spoor­weg­maatschappij beloven om
Veluwse bossen en dateert uit 1863. In       Hulshorst ‘ten eeuwigen dage’ tenminste
1975 kreeg het de monumentenstatus.          vier keer per dag in beide richtingen te
In 1987 werd Hulshorst uit de dienst-        ‘bedienen’ met een treinstop.
regeling geschrapt. Omdat er te weinig       Zo verrees hier een klein haltegebouw
mensen in- en uitstapten; maar dat was       van één bouwlaag in dezelfde stijl als de
altijd al zo geweest.                        overige stations langs de lijn. Later is het
                                             gebouwtje verhoogd met een dienstwo-
De godverlaten knars, niemand die in- of     ning. In de jaren daarna ging de Centraal­
uitstapt, de stilte voordat de locomotief    spoor­weg op in de Neder­landsche
weer optrekt, het geritsel van de bomen      Spoor­wegen en kwamen ook de landgoe-
in het donkere woud, waar je je ­bespied     deren in andere handen. Het servituut
waant door roversbenden, en die onver­       bleef echter rechtsgeldig. Toen na de
mijdelijke vraag: ‘Waarom stoppen we         oorlog de Nederlandsche Spoorwegen
hier?’ Dat was station Hulshorst ten         het station wilde opheffen, heeft de
voeten uit, door Achterberg weergaloos       familie van Voorst van Beesd – die toen
getypeerd.                                   Huize Hulshorst bewoonde – dit op basis
                                             van het servituut tegen kunnen houden.
In de redengevende omschrijving van          In zijn laatste jaren werd het station­netje
rijksmonument nr. 30857 lezen we daar        vooral gebruikt door wandelaars die hier
weinig over:                                 meteen de Veluwse bossen inliepen.
                                             Het aantal in- en uitstappers was echter
Omstreeks 1863 waarschijnlijk door           te laag voor de NS om de stopplaats te
Nicolaas J. Kamperdijk gebouwd               handhaven. In 1987 was er geen grond
                                                                                            Een godverlaten knars

­station van de Nederlandsche Centraal       meer om het servituut te handhaven en
 Spoorweg Maatschappij, kleinste type in     werd het stationnetje een woonhuis.
 de vorm van een vergrote baanwachters-
 woning, doch van verzorgde architectuur     Hulshorst is een monument uit de
 met geblokte hoeklisenen, vensterom-        begintijd van de spoorwegaanleg, van
 lijstingen enz. Oorspronkelijke stations-   de onteigeningsperikelen waarmee dat
 naamaanduiding met letters in reliëf nog    gepaard ging, van de concessies die er
 aanwezig evenals het originele plaats-      moesten worden gedaan om de toen nog
 kaartenloket.                               invloedrijke landgoedbezitters over de
                                             streep te trekken, van de botsing tussen
Een cosmetische omschrijving, typerend       de nieuwe, moderne tijd en de restanten
voor het klassieke monumentenbeleid:         van een feodale machtsstructuur. Maar

           9
4   Laantje van Van der Gaag

     Het verkrijgen van de gronden voor de
     ­aanleg van spoorlijnen verliep soms
      moeizaam. In 1847 geraakten nabij Delft de
      onderhandelingen voor het doorsnijden van
      de toegangsweg naar een woonhuis – het
      laantje van Van der Gaag – in een impasse.
      De spoorwegmaatschappij wilde de afloop
      van de onteigeningsprocedure niet af-
      wachten en legde een tijdelijk noodspoor
      om het woonhuis heen. Het magazine
      ‘De Nederlandse Stoompost’ publiceerde
      over dit absurde geval een spotprent van
      H.W. Last.

     5   Perron bij paleis ’t Loo
     6   Koninklijke trein ’t Loo
     7   Koninklijke Wachtkamer Baarn

     De HIJSM kreeg bij de aanleg van de
     spoorlijn van Amsterdam naar Apeldoorn
     te maken met het Koninklijk Huis. Prins
     Hendrik wilde best grond afstaan in ruil
     voor een eigen spooraansluiting naar paleis
     Soestdijk. Zijn broer, koning Willem III, vond
     dat hij als koning meer recht had op een
     eigen spooraansluiting en liet in 1876 een
     privé-lijn aanleggen tot aan de poort van
     paleis ’t Loo. Op afb. 5 zien we koningin
     Wilhelmina en prinses Juliana op het privé-
     perron naast de koninklijke trein (1911). Kort
     daarop begon Willem zijn eigen spoorweg­
     maatschappij: de Koninklijke Nederlandsche
     Locaal Spoor­weg­maatschappij Willem III.
     Deze legde onder meer de spoorlijn
     Apeldoorn-Zwolle aan, die bij ’t Loo aftakte
     van het Koningslijntje. Op afb. 6 zien we in
     1935 de koninklijke trein aankomen vanaf
     het paleis, met rechts de aftakking naar
     Zwolle. Links de ‘Naald’. Prins Hendrik kreeg
     geen aansluiting en moest het doen met een
     – nog bestaande – koninklijke wachtkamer
     op station Baarn (afb. 7).
                                                      Spoorwegerfgoed

10
het stationnetje is ook van grote lokaal-    komen, kreeg hij van de HIJSM nul op het
historische waarde, omdat het nauw           rekest. De maatschappij wilde op dit tra-
verbonden is met de oude landgoederen        ject geen haltes. Crommelin legde zich
Essenburgh en Hulshorst, waarvan nog         bij dit besluit neer, tot hij er achter kwam
belangrijke delen bewaard zijn gebleven.     dat tussen Leiden en Haarlem wel dege­
En zeker, het stationnetje ziet er heel      lijk stations zouden komen! Als gevolg
aardig uit.                                  van de eisen van grondeigenaren zouden
                                             de treinen tussen Leiden en Haarlem
Weerbarstige landgoedeigenaren               op liefst vijf plaatsen gaan stoppen:
Het was een van de grote problemen van       bij Vogelenzang, Hillegom, Veenenburg,
de spoorwegbouwers van het eerste uur:       Piet Gijzenbrug en Warmond.
het verwerven van de grond waarover de
spoorlijn moest gaan lopen. Die gronden      Om de HIJSM, die inmiddels tot Delft was
waren toen veelal in handen van ver­         gevorderd, alsnog te vermurwen, trof
mogende, vaak adellijke en ook invloed-      Crommelin een regeling met de reeds
rijke landeigenaren. Deze vroegen soms       genoemde Van der Gaag, om een absurd
absurde schadevergoedingen, of ze            hoge prijs voor het recht van overpad
stelden als voorwaarde dat er een halte      te vragen. Van der Gaag, maar in feite
of station op hun landgoed zou komen.        Crommelin, wilde alleen afzien van die
                                             prijs als de HIJSM alsnog zou voorzien
Een van de bekendste voorbeelden uit         in een halte aan de Zandvoortschelaan.
de Nederlandse spoorweggeschiedenis          Waarop de HIJSM dus antwoordde met
is het ‘Laantje van Van der Gaag’. Er is     een omleiding. Daarop gaf Crommelin
een bekende spotprent van gemaakt, die       zich gewonnen, maar zijn naam staat
de meesten wel zullen kennen: een strak      voor eeuwig in de boeken. Bijna dertig
ontworpen spoorlijn, die onderbroken         jaar later (in 1876) werd overigens alsnog
wordt door een krakkemikkig noodspoor        een halte aan de Zandvoortschelaan
dat met een scherpe boog om een huis         geopend. Tegenwoordig is dit station
heenloopt. Een stoomtreintje danst daar      Heemstede-Aerdenhout.
als een scheepje op de woelige baren
overheen.                                    Van Oranje Nassau
                                             Hoe meer invloed de grondbezitters
De prent toont een situatie uit 1847 nabij   hadden, hoe moeilijker het was om hun
Delft. De Hollandsche IJzeren Spoorweg-      eisen niet in te willigen.
maatschappij (HIJSM) was hier bezig          Het rijkste en meest invloedrijke geslacht
met de aanleg van de spoorlijn naar          in Nederland was natuurlijk dat van de
Rotterdam. De lijn moest een laantje         Oranjes. De ingenieurs van de HIJSM
kruisen naar de woning van een zekere        kregen er in de jaren 1870 mee te maken
Van der Gaag. Die wilde daar alleen toe-     bij de aanleg van de spoorlijn Hilversum-
stemming voor geven tegen een absurd         Amersfoort-Apeldoorn. De spoorlijn
hoog bedrag, wat een slepende onteige-       doorsneed het landgoed Soestdijk, waar
ningsprocedure tot gevolg had. Om de         Prins Hendrik woonde, maar scheerde
opening van de spoorlijn niet te vertra-     ook langs ’t Loo, de residentie van zijn
gen legde de HIJSM een tijdelijk spoor       broer Koning Willem III. Nu waren de
aan om het huis en het laantje heen. Pas     Oranjes zeker niet tegen een spoorlijn,
daarna gooide de eigenaar de handdoek        waarvan ze het nut heel goed inzagen.
in de ring en werd het ontworpen tracé       Maar ook zij vonden dat daar iets tegen-
                                                                                            Een godverlaten knars

alsnog doorgetrokken.                        over mocht staan.

Van Wickevoort Crommelin                     Zo had Prins Hendrik aan het door-
Dat is de korte versie van het verhaal.      snijden van zijn landgoed in Baarn de
De werkelijkheid is absurder. Achter de      voorwaarde verbonden dat hij een eigen
zaak zat een zekere heer Van Wickevoort      spoorwegaansluiting zou krijgen naar
Crommelin. Deze bezat gronden nabij de       zijn paleis. Zijn broer, wonende in ’t Loo,
Zandvoortschelaan in Heemstede, die hij      was ‘not amused’. Hij vond dat hij als
zou moeten afstaan voor de aanleg van        koning meer recht had op een eigen
een spoorlijn tussen Haarlem en Leiden.      spoorweg­aansluiting en liet in 1876 vanaf
Toen hij als voorwaarde stelde dat er een    het hoofdspoor een zes kilometer lange
halte aan de Zandvoortschelaan moest         aftakking aanleggen tot voor de poorten

           11
8   Station Nieuwersluis

     Aan de spoorlijn Amsterdam-Utrecht werd
     bij Nieuwersluis een station afgedwongen
     door de familie Doude van Troostwijk, die
     een buitenplaats aan de Vecht bewoonde.
     Het was een fors station, waar ook alle
     internationale treinen moesten stop-
     pen. Deze afbeelding toont het station
     omstreeks 1900, op de voorgrond nog een
     stukje van de voet- en de draaibrug over
     het Merwedekanaal. Van dit station zijn de
     laatste sporen onlangs opgeruimd.

     9 Kaart landgoed Wulperhorst
     10 Tunneltje Wulperhorst

     De spoorlijn Utrecht-Arnhem sneed bij Zeist
     door het landgoed Wulperhorst, tot afgrij-
     zen van de jonkheer precies door de ronde
     vijver van zijn Grand Canal. De jonkheer kon
     een tunneltje afdwingen, ‘breed genoeg
     voor een rijtuig’, zodat de zichtlijn gehand-
     haafd en de overzijde van zijn landgoed
     bereikbaar bleef. De resten van het Grand
     Canal – nu met duiker – en het ‘gemoderni-
     seerde’ tunneltje zijn nog aanwezig.
                                                     Spoorwegerfgoed

12
van ’t Loo. De spoorlijn naar Soestdijk      goed behoorde aan Jonkheer Joan
kwam er niet. Wel kreeg Hendrik een          Huydecooper, die het niet eens kon
koninklijke wachtkamer in het station van    worden met de taxateurs van de spoor-
Baarn. Die wachtkamer uit 1874 bestaat       wegmaatschappij over de waarde van
nog steeds. De aansluiting naar paleis ’t    de af te stane gronden. De jonkheer was
Loo werd in 1954 opgebroken.                 niet zomaar verbolgen over het feit dat
                                             zijn landgoed doorsneden zou worden,
Doude van Troostwijk                         maar de ijzeren spoorweg zou ook zijn
Een bekend voorbeeld uit de begintijd        prachtige Grand Canal verminken en
is ook station Nieuwersluis-Loenen, aan      de rails zouden dwars door zijn ronde
de lijn Amsterdam-Utrecht. Het station       vijver lopen!
is er niet meer, maar het is nog steeds
een afgelegen plek. Het was ook niet         Uiteindelijk kon Huydecooper bedingen
de bedoeling dat hier een station zou        dat er een doorgang onder de spoor-
komen. De Nederlandse Rhijn Spoorweg-        lijn zou komen, breed genoeg voor een
maatschappij (NRS) moest echter buigen       koetsje, zodat ook de andere zijde van
voor de invloedrijke familie Doude van       zijn landgoed bereikbaar bleef. Pal naast
Troostwijk, woonachtig op de buiten-         de juist gereedgekomen spoorlijn liet
plaats Sterreberg aan de Vecht. De           de jonkheer een jachthuis bouwen in
familie wilde alleen grond afstaan in ruil   chaletstijl met, naar verluidt, een privé-
voor een station, waar bovendien alle        halte, waar op verzoek gestopt kon wor-
treinen moesten stoppen. Dat was rond        den. Het is zeker dat Prins Hendrik hier
1843. Het heeft de Spoorwegen later een      op 16 november 1916 is uitgestapt op een
hoop geld gekost om die stopplicht af        grindperronnetje voor een jachtpartij.
te kopen: eerst 100.000 gulden voor de       Of er daadwerkelijk een toezegging voor
internationale sneltreinen, en in de jaren   een privé-halte is geweest, is echter
1950 nog eens 100.000 gulden voor de         onduidelijk.
stoptreinen.                                 Het landgoed Wulperhorst is nog vrij
Met de aanleg van het Merwedekanaal in       gaaf en het chalet staat nog steeds
1892 kwam het station nog geïsoleerder       langs de spoorlijn. In de jaren 1850 is
te liggen ten opzichte van de dorpen aan     het park getrans­formeerd in de land-
de Vecht. In 1915 echter kreeg het station   schapstijl, maar het ‘Grand Canal’ is
een functie als overstapplaats, toen de      nog herken­baar aanwezig. De doorgang
spoorlijnt naar Uithoorn hier op de lijn     onder de spoorweg is nu een onaan-
Utrecht-Amsterdam aansloot.                  zienlijke betonnen sleuf. Het verbindt
De laatste restanten van het empla-          de beide zijden van een onverhard pad
cement van Nieuwersluis-Loenen zijn          langs de waterloop die nu niet meer is
recentelijk bij de verdubbeling van de       dan een brede sloot. Deze loopt via een
spoorlijn van Amsterdam naar Utrecht         duiker onder het spoor door en mondt
opgeruimd. Iets ten noorden van deze         na een paar honderd meter uit in de
plek ligt nog het wegbuigende talud van      Kromme Rijn.
de voormalige spoorlijn naar Uithoorn.       Zo kan een ‘lullig tunneltje’ toch bijzon-
Naast de ‘splitsing’ staat een van de        der zijn en de fantasie prikkelen, dankzij
onderstations van Sybold van Ravesteijn:     het verhaal dat er achter steekt. Het tun-
een herinnering aan de elektrificatie van    neltje is onderdeel van een gave histori-
de spoorlijn Utrecht-Amsterdam in de         sche structuur en maakt de geschiedenis
jaren 1930.                                  ervan zichtbaar en tastbaar.
                                                                                          Een godverlaten knars

Jonkheer Joan Huydecooper
Onder Zeist ligt Wulperhorst, een
landgoed dat zich uitstrekt tot aan de
Kromme Rijn in Bunnik. De villa van het
landgoed heeft enige bekendheid omdat
die wordt bewoond door de pianist
Wibi Soerjadi. Het landgoedpark is vrij
toegankelijk.
Dat was in de jaren 1840, toen hier de
spoorlijn Utrecht-Arnhem werd aan-
gelegd, nog niet het geval. Het land-

           13
1   Station Middelburg,
         SS-standaardstation 3e Klasse

     2   Maliebaanstation HIJSM
     3   Station Abcoude NRS
     4   Station Amersfoort NCS

     De Waterstaatstijl werd algemeen toege-
     past, dus niet alleen door ingenieurs in
     dienst van Rijkswaterstaat of Staatsspoor.
     Station Utrecht Maliebaan (1874, afb. 2) is
     gebouwd door de HIJSM, station Abcoude
     (1871, afb. 3) door de NRS en het oude sta-
     tion Amersfoort (1863, afb. 4) door de NCS.

                                                   Spoorwegerfgoed

14
Soberheid als waarde
           Het Waterstaatstation

Dat de stations van Zwolle, Leeuwarden,      Durand. Hij stond een sobere, functionele
Middelburg en Maliebaan zekere over-         bouwstijl voor, gebaseerd op een soort
eenkomsten vertonen is niet moeilijk         modulesysteem waarmee je eindeloos
te zien. Zij behoren alle vier tot de ooit   kon variëren. In feite greep Durand terug
­grote, maar inmiddels fors geslonken        op de klassieke leer van de Romeinse
 groep stations die is gebouwd in de zo-     bouwkundige Vitruvius. Dit systeem
 geheten waterstaatstijl. De ‘waterstaat­    leende zich goed voor industriële toepas-
 stations’ zijn iconen uit de eerste jaren   singen en werd begin 19e eeuw ook gedo-
 van het spoorwegtijdperk en monumen-        ceerd in de leerboeken van de ingenieurs
 ten van de 19e-eeuwse industriecultuur.     der Genie en Rijks­water­staat. Bij de ont-
 In architectuurkringen heeft men zich       wikkeling van het spoorwegnet waren de
 altijd laatdunkend uitgelaten over de       ingenieurs van Rijks­water­staat nadrukke-
 waterstaatbouw. Pas met de recente          lijk betrokken. Met name bij de aanleg van
 aandacht voor ons technisch en indus-       de Staats­spoor­wegen. Zij werden daarbij
 trieel erfgoed is de waardering voor de     ondersteund door hun militaire collega’s,
 waterstaatbouw weer toegenomen.             de genie-ingenieurs. Maar ook bij de aan-
                                             leg van de particuliere lijnen traden de
De Waterstaatstijl is een bouwstijl in       waterstaat-ingenieurs op de voorgrond.
de neoclassicistische traditie, die in       Opvallend is dat het Nederlandse spoor-
de 19e eeuw veel is toegepast door           wegnet bijna geheel door een volledig
de ingenieurs van Rijkswaterstaat. In        Nederlands ingenieurskorps is aangelegd,
Nederland staan nog zo’n 35 stations         inclusief alle kunstwerken, waaronder
overeind die in deze traditie zijn ont-      de bruggen over de grote rivieren. De
worpen. Ooit waren dat er veel meer:         waterstaat-ingenieurs hadden als bou-
in Nederland zijn tussen 1860 en 1875        wers dan ook een goede reputatie. Niet
zeker 150 stations in deze stijl gebouwd.    voor niets werd waterstaat-ingenieur F.W.
Een kleine honderd daarvan behoorden         Conrad gevraagd om mee te werken aan
tot de gestandaardiseerde ontwerpen          de totstandkoming van het Suez-kanaal.
van de Staatsspoorwegmaatschappij
(SS). Deze stations waren ingedeeld in       Bouwstijl
vijf klassen, variërend van grote stads-     De soberheid van het neoclassicisme
stations tot eenvoudige haltegebouwen        paste goed bij de bouwtaak van de wa-
voor het platteland. Maar ook andere         terstaatingenieurs. Om de aanlegkosten
spoorwegmaatschappijen bouwden in            laag te houden en een snelle voortgang
deze traditie, waaronder de Centraal         te garanderen kregen de ingenieurs van
Spoorwegmaatschappij, die een eigen          Water­staat opdracht om voor stations
standaardisatie in drie klassen toepaste.    van de Staats­spoor­wegen standaardont-
Ook Hollands Spoor (HIJSM) en Rijnspoor      werpen te leveren. Dat resulteerde in
(NRS) bouwden in deze stijl, waarvan nog     vijf basisontwerpen die door de minister
enkele overgebleven stations getuigen.       van Binnen­landse Zaken in 1862 werden
                                             goedgekeurd. Het was niet gebruikelijk
De kwalificatie ‘Waterstaatstijl’ heeft      dat waterstaat-ingenieurs hun handte-
lange tijd een negatieve bijklank gehad.     kening onder de ontwerpen zetten, maar
In architectuurhistorische publicaties       de ontwerpen zijn vrijwel zeker van de
werd steevast denigrerend gesproken          bouw- en werktuigbouwkundige K.H. van
over deze bouwstijl. Tegen de sloop van      Brederode. Waterstaat wees erop dat ‘bij
waterstaatstations was dan ook niet veel     de ontwerpen alle ornamentiek streng
                                                                                           Soberheid als waarde

verzet. De oorzaak van deze verguizing       vermeden is en er alleen naar gestreefd is
ligt in de tweede helft van de 19e eeuw,     geworden door den vorm van het gebouw
toen een nieuwe beroepsgroep opgang          het vereischte karakter aan de zaak te ge-
maakte: die der architecten. Zij keken vol   ven’. Deze uitspraak zou van Durand zelf
dedain neer op de ‘ingenieursbouw’ die       geweest kunnen zijn, al zullen financiële
volgens hen geen architectuur was.           overwegingen zeker ook een rol hebben
                                             gespeeld. Waterstaat is ‘wat er staat’,
Neoclassicisme                               luidde dan ook het bekende woordgrapje:
De Waterstaatstijl is dus nauw verwant       geen fratsen! Het geeft in ieder geval
aan het neoclassicisme, een bouwstijl        aan dat het streven naar doelmatigheid
die in de Franse tijd populair is gemaakt    van de ingenieur goed samenging met de
door de Franse bouwkundige J.N.L.            principes van het neoclassicisme.

           15
5   Station Zwolle, SS 1e klasse
     6   Station Leeuwarden, SS 3e klasse
     7   Station Delden, SS 4e klasse
     8   Station Houten, SS 5e klasse

     Staatsspoor liet standaardstations
     ontwerpen in vijf klassen. Nog functione-
     rende 1e klasse stations zijn Dordrecht en
     Zwolle (1868), het enige 2e klasse-station
     dat is gebouwd (Zutphen) bestaat niet
     meer, Leeuwarden (1864) is een aangepast
     3e klasse-station, Delden (1865) is een
     4e ­klasse-station en het oude station van
     Houten (1868) een 5e klasse station. Dit
     laatste station moest wijken wegens spoor-
     verdubbeling, maar kon worden behouden
     door het 150 meter te verplaatsen. Op de
     foto het gerestaureerde station op zijn
     nieuwe plek.

                                                  Spoorwegerfgoed

16
Waterstaatstijl                              voorgangers. Deze kwamen vooral uit
De aanduiding ‘waterstaatstijl’ komen we     katholieke hoek, waaronder mensen
met name tegen bij overheidsgebouwen,        als J. Alberdingk Thijm, P. Cuijpers en
bij utiliteitsgebouwen als stations en       V. De Stuers. Aanvankelijk doelden zij
gemalen, en bij veel kerken uit de eerste    vooral op de honderden kerken die in
helft van de 19e eeuw. Deze gebouwen         de eerste helft van de 19e eeuw waren
vertonen gemeenschappelijke kenmer-          gebouwd in een neoclassicistische stijl,
ken. Ze zijn in een neoclassicistische of    gecontroleerd door de ingenieurs van
daaraan verwante stijl gebouwd, waar-        Waterstaat. Het neoclassicisme was niet
bij we in het begin van de 19e eeuw het      de favoriete stijl van de katholieken, die
strenge neoclassicisme (ook wel neo grec     de neogothiek als de ware bouwkunst
genoemd) tegenkomen en later vooral          zagen. Bewust denigrerend spraken zij
de rondboogstijl en meer eclectische         van ‘waterstaatstijl’.
vormen. Vaak zijn de gebouwen opval-
lend sober uitgevoerd, hoewel we ook         In feite was de kritiek van Cuijpers c.s.
daarbinnen veel variatie tegenkomen.         gericht op de gehele neoclassicistische
                                             leer. De kritiek spitste zich toe op de
Voor de stations van het Staatsspoor­        manier waarop de waterstaat-ingenieurs
bedrijf ontwierpen de waterstaat­            deze leer toepasten: ‘een geestdodende
ingenieurs, onder leiding van K.H. van       bouwkunst die zich tevreden stelde met
Brederode, standaardstations in vijf klas-   een trouw repeteren van Vitruvius’ orden
sen: van 1e klasse stations voor grotere     en maten; we vinden hiervan de spre-
steden tot 5e klasse voor plattelands­       kende voorbeelden in de vele zogenaam-
stationnetjes. Maar ook andere maat-         de waterstaatgebouwen’. Met andere
schappijen bouwden stations in deze          woorden: degelijk bouwen konden ze
stijl.                                       misschien wel die waterstaat-ingenieurs,
De ‘waterstaatstijl’ werd tot ongeveer       maar van architectuur hadden ze weinig
1880 gepraktiseerd. Daarna kwamen            kaas gegeten. In de ogen van de archi-
andere stijlen in zwang, hoewel water-       tecten was het een non-stijl.
staat wel actief bleef als bouwer. Bij de    De architect was minachtend over de
bouw waren vaak waterstaat-ingenieurs        lieden die deze bouwsels ontwierpen: de
betrokken, maar niet altijd. Behalve         ingenieurs, met name de ingenieurs van
overeenkomsten zien we dus ook vari-         Waterstaat, de inferieure voorlopers van
atie en verschillen. Hiermee hebben we       de echte architecten. Waterstaatbouw
gelijk een belangrijk probleem van de        werd vertaald naar waterstaatstijl en in
aanduiding ‘waterstaatstijl’ te pakken:      feite synoniem voor het hele neoclas-
zij zou niet eenduidig zijn en daardoor      sicisme. De terminologie was bewust
als architectuurbegrip geen waarde           laatdunkend bedoeld, ter onderschei-
hebben, of, in de woorden van Auke van       ding van de ware architectuur, in dit
der Woud: ‘als descriptieve categorie        geval de neogothiek. Opvallend is dat
onbruikbaar’ zijn.                           Cuijpers’ gebouwen later hetzelfde
                                             zou overkomen. Over het Rijksmuseum
Diverse auteurs hebben dit probleem          verkondigden voorstanders van de
naar voren gebracht. Deze auteurs            moderne architectuur dat ‘dat Roomsch
vinden de relatie tussen waterstaat en       Katholieke protserige bouwwerk’ maar
vormgeving onduidelijk, omdat water-         beter gesloopt kon worden om er iets
staat nooit bewust een eigen stijl zou       geheel nieuws voor in de plaats te zetten.
                                                                                          Soberheid als waarde

hebben nagestreefd en omdat er in de
bouwbestekken in feite nooit voorschrif-     Generatieconflict
ten over de bouwstijl voorkwamen. Hun        Historicus Auke Van der Woud ziet het
conclusie luidt dan ook dat ‘waterstaat-     conflict tussen de ontwerpers uit de
stijl’ een onbruikbare term is en dat zo’n   eerste en die uit de tweede helft van
stijl in feite niet bestaat.                 de 19e eeuw als een klassieke genera-
                                             tiebotsing (de jongeren tegenover de
De architecten                               ‘oude classi­cistische mannetjes’) en een
De term waterstaatstijl is niet door wa-     arrogante houding van ‘de architecten’
terstaat zelf bedacht, maar door de ar-      tegenover ‘de onbevoegden’. Zo’n beetje
chitectenstroming die zich in de tweede      alles wat niet door ‘echte architecten’
helft van de 19e eeuw afzette tegen zijn     was ontworpen (en dat was inderdaad

           17
9    Station Horst-Sevenum, 1866, SS 5e klasse
     10   Station Wolvega, 1868, SS 4e klasse
     11   Station Echt, 1865, SS 5e klasse
     12   Station Oisterwijk, 1865, SS 4e klasse

     Wolvega, Oisterwijk, Echt en Horst-Sevenum
     zijn typische standaardstations van de
     Staatsspoorwegen.

                                                      Spoorwegerfgoed

18
zo’n beetje alles wat in de eerste helft      volgens ingenieur J. van Hasselt ­weinig
van de 19e eeuw is gebouwd) werd door         van Cuijpers’ eerste ontwerp voor
de generatie Cuijpers over één kam            Amsterdam CS. Hij vond het gelijkvloerse
geschoren. Die opvatting werd overigens       plan hopeloos verouderd en pleitte voor
niet per se door het volk gedeeld. Zo         een verdiepingsstation met tunnels voor
kraakte een nog jonge Alberdinck Thijm        de aan- en afvoer van reizigers en goe-
op academische gronden het nieuwe             deren. Met andere woorden: architecten
Gebouw voor Kunsten en Wetenschap in          konden leuk tekenen, maar een functi-
Utrecht (1847) tot de grond toe af, maar      oneel gebouw ontwerpen kon je beter
de burgers vonden het prachtig.               aan een ervaren spoorweg­ingenieur
Die negatieve ‘architectenvisie’ op de        ­overlaten. Dit moderne idee is later
waterstaatbouw is lang in leven gehou-         ­inderdaad door Cuijpers verwerkt.
den, ook door architectuurhistorici van
de generatie na Cuijpers. NS-architect C.     Soberheid als waarde
Douma had het in 1964 nog over ‘weinig        De kritiek op de waterstaatbouw betreft
vriendelijke, maar niet uitgesproken lelij-   vaak de ver doorgevoerde soberheid en
ke’ gebouwen, die ‘een vrij naargeestige      eenvoud, vaak negatief vertaald in ‘zui-
indruk’ maken. Hij heeft het over ‘stijve     nigheid’. Dat lijkt maar ten dele terecht.
architectuur’ en ‘NS presenteert zich         Ten eerste moesten de waterstaat­
op een wijze die bepaald een handicap         ingenieurs in slechte economische tijden
voor ons moderne bedrijf moet worden          noodgedwongen werken met lage bud-
genoemd’. Zo’n oordeel is tekenend voor       getten, wat iets anders is dan zuinigheid.
de tijdgeest van Douma. In zijn periode       Maar er waren ook principiële redenen
zijn veel ‘waterstaatstations’ tegen de       om sober te bouwen. Grondleggers van
vlakte gegaan. Ze werden grotendeels          het neoclassicisme zagen eenvoud in de
vervangen door nieuwe naargeestigheid.        architectuur als een opdracht in de geest
                                              van de tijd en soberheid als een vorm
Het neoclassicisme voorbij                    van ultieme schoonheid. We moeten niet
Als straks de werkzaamheden rond stati-       vergeten dat het neoclassicisme een
on Amsterdam Centraal zijn afgerond en        principiële reactie was op de protserige
we het herboren ontwerp van Cuypers           Rococo- en Louis-stijlen. ‘Het is merk-
eindelijk weer in volle glorie mogen aan-     waardig dat de eenvoud bij Durand in de
schouwen, dan moeten we toegeven: de          geschiedschrijving als een cultureel ide-
critici van het neoclassicsme hadden een      aal wordt behandeld, terwijl de eenvoud
punt. Het aantrekken van een onafhan-         van de waterstaatsambtenaren eerder als
kelijke architect voor de bouw van het        teken van gebrek werd geïnterpreteerd’,
nieuwe station betekende een doorbraak        merkt Van der Woud dan ook op.
in de werkwijze van Waterstaat. De eigen
‘ingenieurs’ mochten zich voortaan toe-       De waterstaatingenieurs bouwden in
leggen op de constructie van bruggen en       een sobere en eenvoudige stijl, om-
stationsoverkappingen.                        dat ze bouwden volgens de principes
Het afscheid van het neoclassicisme           van het neoclassicisme. Daar gaven de
luidde tevens het begin in van de             waterstaat-ingenieurs zo nodig een eigen
bloeitijd van de grote spoorwegmaat-          functionele interpretatie aan, die in
schappijen, die de grootsheid van het         overeenstemming was met de drievou-
spoorwegtijdperk tot uitdrukking wilden       dige doelstelling uit de civiel-techniek:
laten komen in hun stationsgebouwen.          soberheid, doelmatigheid en eenvoud.
                                                                                           Soberheid als waarde

Daarvoor werden onafhankelijke archi-         Dit leidde tot een bouwstroom met een
tecten aangetrokken als P.J.H. Cuijpers       herkenbare stijl, die goed paste bij de
(Amsterdam CS), D.A.N. Margadant              praktisch ingestelde ingenieurs, maar
(Haarlem) en J. Gosschalk (Groningen),        ook was ingegeven door principiële
die zich afzetten tegen het ‘bleke tim-       waarden.
mermans- en waterstaatclassicisme’, en
spoorwegkathedralen lieten verrijzen          De term Waterstaatstijl toont dat een
met elementen uit de neo-gothiek, de          begrip dat architectuurhistorisch
neo-renaissance en Jugendstil.                misschien onbruikbaar is, in cultuur­
                                              historische zin wel degelijk waarde heeft.
Natuurlijk hadden de ingenieurs ook           De term heeft dan niet zo zeer betrek-
kritiek op de architecten. Zo deugde er       king op een architectuurstijl, maar meer

           19
13 Station Den Haag SS (vh NRS), gesloopt
     14 Station Den Helder SS, gesloopt
     15 Station Hilversum, HIJSM, gesloopt

     Van de ongeveer 150 stations die in water­
     staat­stijl zijn gebouwd, zijn er geen veertig
     meer over. Enkele grotere stations die zijn
     gesloopt waren Den Haag SS (voorheen NRS,
     gesloopt in 1975, nu Den Haag Centraal),
     Den Helder (SS 3e klasse, gesloopt in 1958)
     en Hilversum (HIJSM, gesloopt in 1990).

                                                      Spoorwegerfgoed

20
op een werkwijze van een organisatie in
een bepaalde tijd. En hoe anderen daar
tegenaan keken. Achter de term gaat
een 19-eeuws conflict schuil tussen de
waterstaat-­ingenieurs en de onafhanke-
lijke architecten. Uiteindelijk namen de
laatsten het over, wat een hardnekkige
ontkenning van de waarden van het neo-
classicisme tot gevolg had en, als logisch
gevolg, een grote kaalslag onder neo-
classicistische bouwwerken, waaronder
meer dan honderd spoorwegstations.
Pas met de recente waardering voor
ons technische en industriële erfgoed
is ook de waardering voor waterstaat-
bouw teruggekomen. Opeens wordt de
combinatie van technische degelijkheid
en architectonische schoonheid weer
gezien, waarbij juist de soberheid als een
intrinsieke waarde wordt geprezen.

                                             Soberheid als waarde

           21
1   De IJzeren Rijn in het Meinweggebied
         ter hoogte van km-bord 100

     2   Station Vlodrop toen
     3   Station Vlodrop nu

     De IJzeren Rijn bij Vlodrop in betere jaren.
     Omdat Vlodrop een grensstation was lag
     hier een rangeerterrein. Nu is daar ­spontaan
     een dennen- en berkenbos ontstaan dat de
     IJzeren Rijn dreigt te overwoekeren.

                                                     Spoorwegerfgoed

22
De Belg ís de IJzeren Rijn!
           De erfenis van een afscheiding

Als in Nederland iets geen functie meer       Veldtocht verliep aanvankelijk succes-
heeft, als iets buiten dienst is gesteld      vol, maar onder dreiging van Frankrijk
en niet meer wordt gebruikt, wordt dat        moest die worden gestaakt. In november
meestal snel opgeruimd. Wij zijn immers       1831 bekrachtigden ‘de grote mogend-
een zindelijk volkje, wij houden niet van     heden’ in Londen de onafhankelijkheid
rommelig en harken de boel graag aan.         van België in een verdrag. In dit verdrag
Als dat niet gebeurt en we de rotzooi         werd het Limburgse deel ten oosten van
zomaar laten liggen, is er bijna zeker iets   de Maas aan Nederland toebedeeld, het
bijzonders aan de hand.                       westelijk deel aan de Belgen.
                                              De Belgen, die een snelle route naar de
Tussen het Belgische Hamont en het            Rijn zagen geblokkeerd, protesteerden.
Duitse Dalheim doorkruist een spoorlijn       Als tegemoetkoming werd toen inter­
onze provincie Limburg: de ‘IJzeren Rijn’.    nationaal vastgelegd dat de Belgen altijd
Een naam die nog steeds de verbeelding        recht van overpad door Nederland zou-
prikkelt, maar de lading al lang niet meer    den hebben.
dekt. Het roestige lijntje ligt er op grote
delen ontluisterd bij, half onder het zand    De Afscheiding
gewaaid of overwoekerd door struiken.         Willem I weigerde aanvankelijk het
Een ‘dode lijn’ zou je denken, maar niets     verdrag te erkennen, pas in 1839 ging hij
is minder waar! Want de sentimenten           akkoord. In het definitieve afscheidings-
rond deze spoorlijn zijn springlevend         verdrag werd een en ander nog eens
en houden de gemoederen volop bezig,          bekrachtigd: oostelijk Limburg bleef
vooral die der Belgen! Om dit te begrij-      Nederlands, maar met onvoorwaardelijk
pen moeten we terug in de geschiedenis,       recht van overpad voor de Belgen. Een
terug naar ‘De Afscheiding’.                  zelfde regeling gold overigens voor de
                                              Westerschelde: Zeeuws Vlaanderen bleef
Gedoe met de Belgen                           Nederlands, maar de Hollanders moes-
Laten we voor het gemak stellen dat           ten de vrije doorgang naar de haven van
‘het gedoe met de Belgen’ in 1815 is          Antwerpen garanderen.
begonnen, al is het duidelijk dat de kiem     Willem I had Limburg dus behouden,
voor veel problemen al in de eeuwen           overigens tegen de zin van de meeste
daarvoor was gezaaid; denk aan de op-         Limburgers in. De vernederlandsing van
deling der Nederlanden in een groten-         Limburg kwam maar langzaam op gang.
deels protestants Noordelijke deel en         De komst van nationale instituties als
voornamelijk katholiek Zuidelijk deel,        de post, het onderwijs, de woningwet,
of de eeuwenlange blokkade door de            én de spoorwegen hebben daar veel aan
Hollanders van de Antwerpse haven.            bijgedragen. Zo was de oprichting van
Na de ondergang van Napoleon werd in          een Nederlands staatsspoorwegbedrijf
1815 op het Congres van Wenen besloten        in 1860 (de SS) een belangrijk instrument
deze uit elkaar gegroeide landsdelen          om Limburg ‘dichterbij’ te brengen.
weer ­samen te voegen tot een nieuw           Reeds in 1865 werd een nieuwe staats-
Koninkrijk der Nederlanden.                   spoorlijn naar Maastricht in gebruik
Koning Willem I deed zijn best om van         genomen.
zijn nieuwe koninkrijk een eenheid te
smeden, maar was daarin misschien             Een IJzeren Rijn
iets te fanatiek. Volgens de zuiderlingen     Een verbinding tussen Antwerpen en de
                                                                                           De Belg ís de IJzeren Rijn!

bemoeide de Koning zich teveel met            Rijn had grote prioriteit voor de onafhan-
hun zaken en propageerde hij teveel de        kelijke Belgen. Die opteerden inmiddels
Nederlandse en protestantse belangen.         niet meer voor een kanaal, maar voor
Het ongenoegen leidde in 1830 tot een         een spoorweg: een IJzeren Rijn. Omdat
opstand in Brussel, die zich snel over het    het gedoe met Holland te lang duurde,
land verspreidde. Limburg sloot zich bij      kozen de Belgen voorlopig voor een om-
de opstand aan: ook Venlo, Roermond           weg via Luik en Aken. Deze verbinding ,
en Sittard kozen voor de Belgen. Alleen       aangelegd door de Belgische staat, kwam
de vesting Maastricht bleef in Hollandse      al in 1843 gereed. Pas veertig jaar later
handen.                                       zou de korte verbinding, de eigenlijke
De opstandige gebieden verklaarden            IJzeren Rijn, worden gerealiseerd.
zich onafhankelijk, waarop Willem I een
strafexpeditie begon. Deze Tiendaagse

           23
4   Roermond
     5   Melick-Herckenbosch nu
     6   Meinwegspoor nu
     7   Duitse grens

     Twee spoorbielzen sluiten de IJzeren Rijn
     af in Roermond (afb. 4). Tussen Melick-
     Herkenbosch (afb. 5) en de Duitse grens
     (afb. 7) loopt het spoor dwars door de
     Meinweg, een van de belangrijkste natuur­
     gebieden van Nederland (afb. 6). Dit is de
     belangrijkste reden voor Nederland om
     tegen de heropening van de IJzeren Rijn
     te zijn, die dan uiteraard eerst geheel zou
     moeten worden gemoderniseerd om de
     zware goederentreinen aan te kunnen.
     Niet alleen om de natuur, maar ook vanwege
     het spoorwegerfgoed een onverteerbare
     gedachte.

                                                   Spoorwegerfgoed

24
Een privé-consortium, de Grand                 digd. Tijdens de oorlog waren hier nota
Central Belge, legde de spoorlijn door         bene meer dan een miljoen Belgische
Limburg aan en realiseerde daarmee een         vluchtelingen opgevangen. De Belgen
korte rechtstreekse verbinding tussen          waren zwaar beledigd toen bleek dat
Antwerpen en het Ruhrgebied. In het            Nederland na de oorlog voor die hulp
IJzeren Rijnverdrag van 1873 werden            een gepeperde rekening naar Brussel
de afspraken uit 1839 nog eens vastge-         had gestuurd. Zo werd de wederzijdse
legd, in 1879 was de verbinding gereed.        irritatie steeds weer gevoed.
Bij Roermond werd de staatsspoorlijn
Venlo-Maastricht gekruist. De Grand            Na de oorlog daalde het vervoer over
Central Belge deelde daar het station          de IJzeren Rijn sterk. De Montzenlijn
met de Nederlandse Staatsspoorwegen.           bleek sneller en goedkoper, omdat er
De overige plaatsen langs de lijn, zoals       minder grensoponthoud was en de
Weert en de grensplaatsen Budel en             tarieven voor het recht van overpad door
Vlodrop kregen stations van de Grand           Nederland werden uitgespaard. Na de
Central Belge. Deze stations zijn inmid-       Tweede Wereldoorlog nam het gebruik
dels allemaal gesloopt; in Roermond            nog verder af. Pogingen van Duitsland
staat nog een locomotiefloods van de           en Nederland om de lijn weer belang-
Grand Central.                                 rijk te maken mislukten, omdat toen de
                                               Belgen(!) er weinig voor voelden.
Verstild
De grensstations Hamont, Budel, Vlodrop        Einde
en Dalheim zijn nu verstilde plekken.          In 1991 kwam een definitief einde aan
Hamont en Dalheim zijn nog eindpunten          het doorgaande verkeer tussen Duitsland
van lokale stoptreinen. Aan de omvang          en België. Het tracé tussen Dalheim
van de emplacementen, of wat daarvan           (Duitsland) en Roermond werd ­buiten
over is, is nog te zien hoe druk het ver-      gebruik gesteld. Het spoor tussen
keer hier ooit geweest moet zijn. In Budel     Hamont en Weert bleef deels in tact
en Vlodrop is alles op dat ene spoor na        om de zinkfabriek in Budel te bedienen.
opgebroken. In Vlodrop is het emplace-         Bijna alle stations- en dienstgebouwen
ment veranderd in een berkenbos, waar          langs de IJzeren Rijn werden gesloopt.
de IJzeren Rijn nog ergens tussendoor          Hierbij sneuvelde in 1993 in Weert een
loopt. Het stationsbuurtje, met een paar       bijzondere locomotievenloods. Nu wordt
spoorwoningen, een hotel en een café           alleen het traject Weert-Roermond, dat
is er nog. In Weert en Roermond zijn de        onderdeel is van de intercity­verbinding
uitgebreide emplacementen winderige            Eindhoven-Maastricht, nog druk
vlaktes geworden.                              ­bereden.

Een tweede IJzeren Rijn                        Reactivering
Tot 1914 was de IJzeren Rijn een bloeien-      In 1996 kwamen de Belgen onverwacht
de lijn. Toen brak de Eerste Wereldoorlog      met de mededeling dat ze de spoorlijn
uit. Omdat Nederland neutraal was              toch weer in gebruik wilden nemen. Dit
werden de grenzen gesloten en ging de          verzoek kan niet los worden gezien van
IJzeren Rijn dicht. In twee jaar tijd legden   de Nederlandse vraag om mee te werken
de Duitsers tussen Aken en Luik een            aan de aanleg van de hogesnelheidslijn
nieuwe IJzeren Rijn aan, via Montzen.          tussen Nederland en Antwerpen. En voor
                                                                                          De Belg ís de IJzeren Rijn!

Deze ‘Montzenlijn’ bestaat nog steeds.         wat hoort wat. De Belgen verwezen naar
Het is een spectaculaire lijn, dwars door      Europees beleid dat het spoorverkeer
de Voerstreek, met indrukwekkende              wil stimuleren. De Montzenroute zou die
bruggen, viaducten en tunnels. De lijn         taak niet alleen aankunnen, vanwege de
loopt pal langs de Nederlandse grens,          steile hellingen, waardoor geen zware
de tunnel onder de Vaalserberg ligt prak-      treinen getrokken konden worden.
tisch onder het Drielandenpunt.                De Nederlandse regering beloofde een
                                               en ander te onderzoeken, maar achtte
Na de oorlog werd de macht in Europa           reactivering van de lijn uitgesloten
opnieuw verdeeld. De Belgen probeer-           omdat die dwars door het waarde-
den tijdens de onderhandelingen Zeeuws         volle natuurgebied De Meinweg loopt.
Vlaanderen en Nederlands Limburg in te         Ondertunneling van het gebied zou een
lijven. Nederland reageerde verontwaar-        vermogen kosten.

           25
8 Montzenlijn, viaduct Martens Voeren
     9 Montzenlijn, viaduct Moresnet
     10 Montzenlijn, station Montzen

     Tijdens de Eerste Wereldoorlog was
     Nederland neutraal en werd de IJzeren
     Rijn gesloten voor internationaal verkeer.
     In korte tijd legden de Duitsers een tweede
     IJzeren Rijn aan, om de Nederlandse grens
     heen: de Montzenlijn. Het is een spectacu-
     laire spoorlijn met enkele fraaie viaducten
     zoals die bij St. Martens-Voeren (afb. 8) en
     Montzen (afb. 9, met op de achtergrond
     de Vaalserberg). Door de Montzenlijn nam
     het vervoer over de oude IJzeren Rijn na
     de ­oorlog sterk af. De lijn wordt sinds 1957
     alleen nog gebruikt voor goederenvervoer.
     Het station van Montzen (afb. 10) ligt er
     vanaf die tijd verlaten bij.

                                                     Spoorwegerfgoed

26
Vertraging                                  Boomleeuwrik
De Belgen beschuldigden de Neder­           In 2012 sloegen gemeenten, milieugroe-
landers nu van vertragingstactieken:        pen en particuliere organisaties alarm
Nederland wilde natuurlijk zijn eigen       toen bleek dat ProRail een vergunning-
havens beschermen. Bovendien waren          aanvraag had gedaan op grond van de
we net begonnen met de aanleg van           Natuurbeschermingswet voor het baan-
de peperdure Betuwelijn, waarvan het        vak Budel-Weert. De groepen vreesden
nut ook al door velen werd betwist. De      dat dit een voorschot was op een reacti­
Belgen haalden het Scheidingsverdrag uit    vering van de IJzeren Rijn. Het baanvak
1839 en het IJzeren-Rijnverdrag uit 1873    loopt door het beschermde natuur­
erbij.                                      gebied de Weerter- en Budelerbergen.
In 2005 bepaalde het Permanente Hof         De nachtzwaluw, boomleeuwerik en
van Arbitrage in Den Haag dat deze ver-     roodborsttapuit werden van stal gehaald
dragen nog steeds rechtsgeldig waren.       om hergebruik te verhinderen. ProRail
Wel zouden de Belgen voor de helft mee      ontkende dat het iets met de IJzeren
moeten betalen aan de tunnel onder De       Rijn te maken had. Het wilde slechts
Meinweg. Dat was veel geld. Bovendien       als spooraanbieder voorbereid zijn als
maakte nu de landsdeelregering van          nieuwe vervoerders om spoor­capaciteit
Wallonië bezwaar, omdat heropening van      zouden vragen. Mogelijk speelde ProRail
de IJzeren Rijn ten koste zou gaan van de   hier al in op de wens om het baanvak
Montzen­route en de werkgelegenheid         Hamont-Weert te heractiveren voor
in Luik.                                    personenvervoer. Sinds december 2012
Na de uitspraak van het Hof werd begin      rijden er weer personentreinen van
2007 het ondergestoven spoor tussen         Antwerpen door naar Hamont. Zowel aan
Budel en Weert weer rijvaardig gemaakt.     Belgische als aan Nederlandse kant zijn
Het jaar daarop tekenden de ministers       veel voorstanders van het doortrekken
van Nederland, België en Duitsland een      van de treindienst naar Weert, zij het
principe-akkoord over de IJzeren Rijn,      nadrukkelijk niet als IJzeren Rijn.
die dan in 2018 in gebruik zou kunnen
worden genomen. De Belgen zouden            De Roestige Rijn
echter flink mee moeten betalen. Het        Tussen Roermond en Dalheim ligt
gesteggel verplaatste zich nu naar ge­      de IJzeren Rijn er voor oud roest bij.
ruzie over de kosten.                       De Belgen zien er echter nauwkeurig op
                                            toe dat er geen rails worden opgebroken,
Meer bezwaren                               dat zou in strijd zijn met het verdrag.
Tegelijkertijd stapelden de bezwaren        Bij de aanleg van nieuwe wegen rond
tegen reactivering van de IJzeren Rijn      Roermond zijn zelfs een nieuw viaduct
zich op. De gemeente Weert eiste een        en een nieuwe overweg in het tracé
tunnel om de leefbaarheid van de stad       gelegd, terwijl een paar meter verderop
niet in gevaar te brengen. Een onderzoek    de ­bomen tussen de bielzen groeien.
uit 2009 kwam met een vernietigende         Dit roestige, deels overwoekerde spoor
kosten/batenanalyse. Bovendien was de       staat symbool voor de hele historie van
Montzenlijn inmiddels sterk verbeterd en    Nederlands-Belgische betrekkingen.
geëlektrificeerd en leek daar voorlopig     Hoewel het helder is dat niemand op
genoeg capaciteit te zijn.                  reactivering van de IJzeren Rijn zit te
In 2010 dreigde Europa een toegezegde       wachten, houden de Belgen hardnekkig
                                                                                           De Belg ís de IJzeren Rijn!

subsidie in te trekken omdat het project    vast aan een recht, dat hen ooit in 1839 is
te veel vertraging opliep. Een jaar later   toegezegd.
deelde de Duitse regering mee dat de        Dat lijkt kinderachtig.
spoorlijn voor hen geen prioriteit meer     Maar verplaatsen we ons nu eens in de
had. Wel zouden ze bereid zijn om aan       Belg: het ‘recht op de IJzeren Rijn’ is niet
een alternatieve route mee te werken,       zomaar een recht! Het is een verworven-
die via Venlo zou lopen. Het vreugde-       heid die rechtstreeks voortkomt uit het
dansje dat de Limburgse gedeputeerde        Afscheidingsverdrag, dat de Belgen defi-
hierna zou hebben uitgevoerd zegt           nitief onafhankelijk maakte. De Belg die
genoeg: de Limburgers zitten niet op de     nu strijdt voor deze spoorlijn staat zij aan
IJzeren Rijn te wachten. En Nederland en    zij met zijn voorvaderen die in de jaren
Duitsland duidelijk ook niet, zeker niet    1830 die onafhankelijkheid bevochten.
via het historische tracé.                  Het recht op de IJzeren Rijn is een recht

           27
11 Weert-Budel
     12 Roermond locomotiefloods nu
     13 Limietpaaltje AG

     Het gedeelte tussen Budel Grens en Weert
     wordt nog gebruikt tot de aansluiting naar
     de Zinkfabriek in Budel Dorplein. Daarna
     loopt de spoorlijn door een zandduinen­
     gebied – de Weerter en Budeler Bergen.
     Omdat ook dit een beschermd natuurge-
     bied is, zijn veel mensen tegen een nieuwe
     treindienst tussen Weert en het Belgische
     Neerpelt. Bijzonder erfgoed is de originele
     locomotiefloods van de Grand Central Belge
     in Roermond, maar een limietpaaltje van
     de AG (spoorweg Antwerpen-Gladbach) is
     natuurlijk ook prachtig.

                                                   Spoorwegerfgoed

28
dat teruggrijpt op de kern van het Belg
zijn: de Belg is de IJzeren Rijn!

Voorlopig duurt de impasse voort. En
zo ligt er al jaren een voor Nederlandse
begrippen unieke spoorlijn, die we niet
op mogen ruimen. Want als we één
spoorstaaf verwijderen, krijgen we het
Hof van Arbitrage over ons heen. Maar
dat is helemaal niet erg. Dat is zelfs heel
goed, want die lijn ligt daar mooi en doet
niemand kwaad.

                                              De Belg ís de IJzeren Rijn!

           29
1   De noordgevel van het hoofdgebouw
         van de wagenwerkplaats in 2013

     2   Hoofdwerkplaats 2003
     3   Verensmederij 2003
     4   Verensmederij 2003 interieur
     5   Rijtuigenloods 2003

     Toen de wagenwerkplaats in 2000 de poor-
     ten sloot, zette het verval in en werden de
     lege gebouwen een domein voor vandalen
     en zwervers: de ideale voorwaarden om
     te besluiten de hele zaak maar te slopen.
     De afbeeldingen geven een indruk van het
     terrein in 2003, met de hoofdwerkplaats,
     exterieur en interieur van de verensmederij
     en de rijtuigenloods.

                                                   Spoorwegerfgoed

30
‘We kunnen niets met die gebouwen,
          wat moeten we ermee?’
           De moeizame waardering voor de Wagenwerkplaats

Aan de noordzijde van station                  vormden. Een bedrijf uit de bloeitijd van
Amersfoort, ingeklemd tussen het ran-          Amersfoort als spoorwegcentrum, dat
geerterrein en het Soesterkwartier, ligt       van grote betekenis was geweest voor
de voormalige Wagenwerkplaats, waar            de stad en voor het Soesterkwartier. Dit
ooit de goederenwagens van NS werden           alles zou echter niet lang meer blijven
onderhouden. Het is een fascinerend            staan. Binnenkort zouden hier kantoren
terrein, een vrijwel gaaf industrieel          en appartementen verrijzen. De sloop-
ensemble, meer dan een eeuw oud, met           vergunning voor de rijtuigenloods was
monumentale panden uit de bloeitijd van        al binnen.
het spoorwegtijdperk. Het is niet alleen
een belangrijk stuk spoorweghistorie,          Spoorwegknooppunt
maar ook een gebied met grote poten-           Hoewel Amersfoort relatief laat met het
ties voor hergebruik. Allerlei creatieve       Nederlandse spoorwegnet was verbon-
bedrijfjes hebben hier inmiddels onder-        den (vanaf 1863) groeide de stad snel
dak gevonden, er is horeca, en er vinden       uit tot een belangrijk spoorwegknoop-
culturele evenementen, presentaties en         punt. Dat was vooral te danken aan
symposia plaats. Hoewel de herinrichting       haar centrale ligging. Liefst drie spoor-
nog niet is afgerond bruist het al volop       wegmaatschappijen deden Amersfoort
en je voelt de inspiratie die ervan uitgaat.   aan: de NCS (Nederlandsche Centraal
Toch had het maar een haar gescheeld of        Spoorwegmaatschappij), de H(IJ)SM
alles was tegen de vlakte gegaan.              (Hollandsche IJzeren Spoorweg­maat­
                                               schappij) en de SN (Staats­spoor­weg­
Na de sluiting van de Wagenwerkplaats          maatschappij Nederland). Rond 1890
in het jaar 2000 lag het uitgestrekte          telde Amersfoort twee stations, een
terrein er enige tijd verwaarloosd bij.        extra overstapstation, hoofdspoorlijnen
De rails raakten begroeid met onkruid,         in vijf richtingen – waaronder twee inter-
vandalisme stak de kop op, delen werden        nationale verbindingen – en een omvang-
gekraakt, stadsnomaden zochten er een          rijk emplacement met rangeersporen,
schuilplaats. Enkele bedrijfspanden,           locomotief- en goederenloodsen.
waaronder de schilderwerkplaats, de
bufferafdeling, wat opslagloodsen, een         In 1901 kreeg Amersfoort een nieuw sta-
weegbrug en de oude portierswoning             tion, waar de spoorwegmaatschappijen
werden gesloopt. Een deel van de opstel-       gemeenschappelijk gebruik van maakten.

                                                                                            ‘We kunnen niets met die gebouwen, wat moeten we ermee?’
sporen maakte plaats voor een parkeer-         Het kwam te liggen aan de voet van de
terrein. Het cluster met de belangrijkste      Amersfoortse Berg, op de plaats van de
gebouwen, de oude kern van het wagen-          voormalige overstaphalte. Het nieuwe
bedrijf, bleef vooralsnog staan.               ontvangstgebouw met Jugendstil-
Het hoofdgebouw uit 1904, met kantoor­         elementen was een ontwerp van de
gedeelte en toegangsdeuren voor oor­           huisarchitect van de HSM: ir. D.A.N.
spronkelijk tien sporen, had ondanks           Margadant. Deze stijl zou hij daarna nog
enkele aanpassingen zijn kenmerkende           verder uitwerken in zijn ontwerp voor
karakter behouden. Op enige afstand,           station Haarlem (1908), door velen be-
gescheiden door een rolbaan, stond de          schouwd als het mooiste van Nederland.
rijtuigenloods uit 1908, gebouwd in de-        Aan de noordwestzijde van het nieuwe
zelfde stijl, maar met slechts vijf deuren.    station strekte zich een groot emplace­
Een ‘fabrieksstraat’ scheidde het hoofd-       ment uit voor het samenstellen van
gebouw van de houtwerkplaats, maga-            goederen­treinen. Hier liep ook de
zijn, het ketelhuis en de verensmederij.       Soester­straat­weg, waar zich op dat mo-
Daarachter de lasserij en een tweede           ment het Soester­kwartier ontwikkelde.
rolbaan. De hoofdtoegang lag sinds 1961        De eerste huizen van het Soester­kwartier
aan de Soester­straat­weg, het portiers-       waren woningen voor het personeel van
gebouwtje uit die tijd stond er nog. Een       de NCS, gebouwd in 1870. De wijk nam na
laantje, aan weerszijden beplant met           1900 snel in omvang toe. ‘Het spoor’ was
bomen, leidde naar het hoofdgebouw,            de grootste werkgever van Amersfoort
waar voor het kantoorgedeelte een klein        en vanouds woonden in Soester­kwartier
plantsoentje was.                              veel ‘spoormensen’.
Het was een mooi ensemble van met              Na het gereedkomen van het nieuwe
elkaar samenhangende objecten die              station richtte de HSM op een terrein
een eeuw lang een bijzonder bedrijf            tussen het emplacement en de Soester­

           31
Vous pouvez aussi lire