FINANCIËLE BELEIDSINTERVENTIES VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE - Rens van Tilburg - Elisa Achterberg - Arnoud Boot Januari 2018

La page est créée Amandine Jacquet
 
CONTINUER À LIRE
FINANCIËLE BELEIDSINTERVENTIES VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE - Rens van Tilburg - Elisa Achterberg - Arnoud Boot Januari 2018
FINANCIËLE
BELEIDSINTERVENTIES
VOOR EEN CIRCULAIRE
     ECONOMIE

   Rens van Tilburg - Elisa Achterberg - Arnoud Boot
                      Januari 2018
FINANCIËLE BELEIDSINTERVENTIES VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE - Rens van Tilburg - Elisa Achterberg - Arnoud Boot Januari 2018
SAMENVATTING
    De overgang naar een circulaire economie is een          Vanuit economisch oogpunt heeft het beprijzen van
    urgente maatschappelijke opgave. De Nederlandse          externaliteiten de voorkeur; het beprijzen van de nu
    overheid heeft zichzelf hiervoor ambitieuze doelen       ongeprijsde kosten die de winning en verwerking van
    gesteld: een volledig circulaire economie in 2050 en     grondstoffen, en afval veroorzaken. Dat kan groten-
    een halvering van het gebruik van nieuwe grondstof-      deels door het verhogen van bestaande belastingen,
    fen in 2030.                                             zoals afvalstoffen- en energiebelasting. Op termijn is
                                                             ook een internationaal systeem van verhandelbare
    Er zijn echter verschillende knelpunten die deze tran-   rechten mogelijk.
    sitie afremmen en maken dat er minder financiering
    voor circulaire innovaties beschikbaar komt dan van-     Een andere mogelijkheid is om activiteiten met po-
    uit maatschappelijk oogpunt wenselijk is:                sitieve externaliteiten te subsidiëren. Dit doen de
                                                             instrumenten van innovatie- en transitiebeleid. Deze
    1. Externaliteiten. Producenten en gebruikers van
                                                             kunnen meer op de praktijk van circulaire innovaties
       niet-circulaire producten betalen niet de volledige
                                                             worden toegesneden. Het instrument van de prijs-
       prijs voor de kosten die zij veroorzaken;
                                                             vraag leent zich ook goed om innovatieve doorbra-
    2. Innovatierisico’s en -spillovers. Bij vernieuwingen   ken uit te lokken. De overheid kan tevens haar aan-
       doen zich risico’s voor waar financiers relatief      zienlijke inkoopmacht meer gebruiken en door het
       slecht zicht op hebben. Daarnaast kunnen on-          stellen van standaarden en via wet- en regelgeving
       dernemers zich niet alle voordelen van innovaties     richting geven aan marktpartijen en zo de onzeker-
       toe-eigenen;                                          heid voor financiers verlagen. Met de oprichting van
                                                             InvestNL krijgt Nederland een publieke investerings-
    3. Transitierisico’s en coördinatieproblemen. De
                                                             instelling. Ook dit kan een instrument worden om de
       verder verhoogde risico’s van systeeminnovaties
                                                             circulaire doelstellingen te bereiken.
       waarbij veel partijen van elkaar afhankelijk zijn;
    4. Kennisgebrek en verkeerde prikkels in de finan-       Tot slot is het belangrijk de financiële sector zelf te
       ciële sector. De financiële professionals moeten      erkennen als een onmisbaar onderdeel van het in-
       de nieuwe circulaire technieken, producten, dien-     novatiesysteem. De financiële professionals, ook die
       sten en bedrijfsmodellen doorgronden en zich          binnen bedrijven, bepalen mede welke investeringen
       daaraan aanpassen. Daarbij heeft de financiële        wel en welke niet gerealiseerd worden. Het is cruci-
       sector een eigen dynamiek met prikkels die kun-       aal dat zij hierbij voldoende kennis hebben van de
       nen leiden tot een te korte-termijn blik.             circulaire transitie. De laatste jaren neemt hun maat-
                                                             schappelijke oriëntatie toe, maar dit is een nog prille
    De overheid kan deze knelpunten met het haar ter         ontwikkeling. Een ontwikkeling die de overheid kan
    beschikking staande (financiële) instrumentarium         stimuleren via kennisontwikkeling en -verspreiding
    (deels) verhelpen. Daarbij is er niet één knop waar-     van gebruiksmodellen, circulaire kansen en lineaire
    aan de overheid kan draaien om het maatschappelijk       risico’s. Via wet- en regelgeving kan de financiële sec-
    optimum te bereiken. In de praktijk zal de overheid      tor meer op de lange termijn gericht worden.
    meerdere verschillende interventies moeten over-
    wegen, waarbij zij tevens haar eigen tekortkomingen
    moet onderkennen.

    In deze notitie identificeren we mogelijk kansrijke
    rollen voor de Nederlandse overheid. Rollen, die mo-
    menteel niet, of slechts ten dele, worden vervuld.
    We doen dat op basis van economische inzichten,
    en door te kijken naar ervaringen in het buitenland
    en met de energietransitie in Nederland. We doen
    geen uitspraak over de wenselijkheid van specifieke
    instrumenten. Wel identificeren we onderzoeksvra-
    gen die beantwoord moeten worden om tot concrete
    beleidsaanbevelingen te komen.

2

2                                        FINANCIËLE BELEIDSINTERVENTIES VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE
FINANCIËLE BELEIDSINTERVENTIES VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE - Rens van Tilburg - Elisa Achterberg - Arnoud Boot Januari 2018
INHOUDSOPGAVE

SAMENVATTING                                             2

INHOUDSOPGAVE                                            3

1 - INLEIDING                                            4

2 - DE TRANSITIE NAAR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE            5

3 - MOGELIJKE EN GEBRUIKTE BELEIDSINSTRUMENTEN           12

4 - MOGELIJK NIEUWE ROLLEN VAN DE NEDERLANDSE OVERHEID   23

BIBLIOGRAFIE                                             30

LIJST MET AFKORTINGEN                                    32

COLOFON                                                  33

                                                              3
1. INLEIDING
    Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
    (I&W) coördineert met het ministerie van Economi-
    sche Zaken en Klimaat (EZK) het Rijksbrede Program-
    ma ‘Nederland Circulair in 2050’. Voor de nadere uit-
    werking hiervan is behoefte aan een overzicht van
    mogelijke financiële beleidsinterventies.

    Het Sustainable Finance Lab en Circle Economy heb-
    ben ruime ervaring met praktijkgericht onderzoek
    naar de financiële aspecten van de circulaire econo-
    mie (Fischer en Achterberg 2016; Achterberg en van
    Tilburg 2016; FinanCE working group 2016). In dit rap-
    port, geschreven op verzoek en met financiële steun
    van het ministerie van I&W, geven wij een overzicht
    van de verschillende financiële interventies die de
    overheid tot haar beschikking heeft.

    Het betreft hier nadrukkelijk een eerste verkenning.
    We schetsen veelbelovende richtingen en identifice-
    ren vragen die nader onderzoek verdienen om tot
    concrete beleidsaanbevelingen te komen.

    Het rapport is als volgt opgebouwd:

    •   Hoofdstuk 2 kijkt naar de circulaire transitie. We
        bespreken wat de circulaire economie is, wat de
        relevantie daarvan is voor Nederland en voor
        welke opgave dit ons stelt. Tot slot bespreken we
        knelpunten in de circulaire transitie en de finan-
        ciering daarvan.

    •   Hoofdstuk 3 bespreekt het instrumentarium dat
        de overheid tot haar beschikking heeft. We illus-
        treren dit met voorbeelden van circulair- en ener-
        giebeleid uit het buitenland en Nederland. Ten-
        slotte beschrijven we wat er al aan circulair beleid
        wordt ingezet in Nederland.

    •   Hoofdstuk 4 bespreekt wat Nederland nog niet
        doet of meer kan doen, en de belangrijkste voor-
        en nadelen hiervan. Tenslotte bespreken we on-
        derzoeksvragen die beantwoord moeten worden
        om te komen tot concrete beleidsaanbevelingen.

4

4                                         FINANCIËLE BELEIDSINTERVENTIES VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE
2. DE TRANSITIE NAAR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE
                                                                   door het hergebruiken, repareren, re-furbishen,
DE CIRCULAIRE TRANSITIE
                                                                   re-manufacturen en uiteindelijk recyclen van produc-
                                                                   ten (Achterberg, Hinfelaar en Bocken 2016).
De exponentiële groei van menselijke activiteiten
– het verbruik van energie en materialen en de ef-
                                                                   Voorwaarde om dit in een markteconomie te kunnen
fecten daarvan – zet onze ecosystemen onder druk
                                                                   doen is dat het toevoegen van waarde aan gebruik-
(Rockström e.a. 2009). Om tot een duurzaam gebruik
                                                                   te grondstoffen minder kost dan het maken van een
van materialen en energie te komen is een drastische
                                                                   product uit nieuwe (virgin) grondstoffen. Daar ont-
trendbreuk nodig, zoals Figuur 1 illustreert. De gap
                                                                   breekt het momenteel veelal aan. Dat komt doordat
geeft het verschil weer tussen het gewenste duurza-
                                                                   het huidige beleid de lineaire ‘wegwerp’ economie
me niveau en het verwachte materiaalgebruik als we
                                                                   bevoordeelt door negatieve (externe) effecten van
de huidige trend doorzetten (‘business as usual’).
                                                                   lineaire bedrijfsactiviteiten niet te beprijzen.
De circulaire economie staat voor een nieuwe eco-
                                                                   Niet alleen vanuit een duurzaamheids- en milieuper-
nomische rationale waarin economisch- en bedrijfs-
                                                                   spectief biedt de circulaire economie kansen. Dat
succes onafhankelijk wordt van de extractie van
                                                                   doet deze ook vanuit een bedrijfs-rationale. Circulai-
grondstoffen en vervuiling. Dit wordt bereikt door
                                                                   re bedrijfsmodellen bieden lagere kosten en nieuwe
de toegevoegde waarde in producten en materialen
                                                                   afzetmarkten en inkomsten (Burckart en Butter-
optimaal te benutten en waarde vernietiging te mini-
                                                                   worth 2017; FinanCE working group 2016; Fischer en
maliseren (Ellen MacArthur Foundation 2012, 2013).
                                                                   Achterberg 2016). In Figuur 3 is duidelijk te zien dat
In Figuur 2 illustreert de Value Hill (links) hoe in het
                                                                   grondstoffenprijzen hard zijn gestegen sinds 2000 en
huidige lineaire systeem waarde vernietiging plaats-
                                                                   een enorme volatiliteit laten zien. Circulaire bedrijfs-
vindt door het omzetten van grondstoffen in produc-
                                                                   modellen mitigeren het risico dat hiermee gepaard
ten die aan het einde van hun levensduur worden
                                                                   gaat, doordat circulaire bedrijven niet meer afhanke-
vernietigd. In de circulaire economie (rechts) wordt
                                                                   lijk zijn van ruwe grondstoffen.
de toegevoegde waarde in producten beter benut

Figuur 1 Materiaal extractie sinds de industriële revolutie.

                                                                                                                   Voorspelde
                                                                                                                   BBP

                                                       Bruto Binnenlands Product                                   Materiaal
                                                            45 biljoen (1012) dollar                               extractie
                                                                                                                   Business
                                                                Materiaal extractie                                as usual
                                                               60 miljard (109) ton
                                                                  Ertsen en industriële mineralen
                                                                  Fossiele brandstof dragers
                                                                  Delfstoffen voor de bouw
                                                                  Biomassa

                                                                                                           GAP

                                                                                                                   Materiaal
                                                                                                                   extractie
                                                                                                                   gewenst
     00’

                                                                                                    201

                                                                                                                 Toe
         s

                                                                                                       6

                                                                                                                    kom
                                                                                                                    st

Bron: UNEP (2011), bewerkt

                                                                                                                                5
Figuur 2 De lineaire en de circulaire Value Hill.

                                               user                                                                  reparatie/onderhoud

                           WAARDE                          WAARDE                              WAARDE                WAARDE
                         TOEVOEGEN                         VERNIETIGEN                       TOEVOEGEN               BEHOUDEN

                             retail                                                              retail                  hergebruik/herdistributie

                                                                                                                             refurbish
                  assemblage                                                          assemblage

                                                                                                                                her-fabricage

                 fabricage                                                           fabricage
                                                                                                                                    recycle

            extractie                                                           extractie

                        VOOR GEBRUIK GEBRUIK              NA GEBRUIK                        VOOR GEBRUIK GEBRUIK    NA GEBRUIK

    Bron: Achterberg, Hinfelaar en Bocken (2016)

    Figuur 3 Grondstoffenprijzen.

                                      WO1

                                                                                            Olie crisis
                                                                                            van 1973

                                                                     WO2

                                 Na-oorlogse
                                   depressie          Crisis van
                                                      de jaren 30

        1900                            1920                        1940      1960                        1980           2000              2011

    Bron: World Bank, IMF, OECD, FAO, aangepast

    Dit vergt echter wel een andere manier van bedrijfs-                               •         Netwerkorganisatie: de coördinatie en or-
    voering. De grootste uitdagingen zijn het behouden                                           ganisatie van bijbehorende processen en
    van de controle over grondstoffen en van de toege-                                           activiteiten.
    voegde waarde (FinanCE working group 2016; Fischer
    en Achterberg 2016). Nieuwe bedrijfsstrategieën                             Een overzicht van deze bedrijfsactiviteiten wordt in
    worden hiervoor ontwikkeld (Achterberg, Hinfelaar                           Figuur 4 gegeven. Vanuit circulair oogpunt is een be-
    en Bocken 2016):                                                            drijfsmodel waarbij alle fases uit de Value Hill verbon-
                                                                                den worden en prikkels integraal worden gelegd op-
        •        Circulair ontwerp: het ontwerpen van pro-
                                                                                timaal. Het ‘gebruiksmodel’ (‘Product-as-a-service’) is
                 ducten en materialen voor circulariteit;
                                                                                daarvan een voorbeeld. Daarbij wordt betaald voor
        •        Optimaal gebruik: het optimaliseren en ver-                    gebruik in plaats van bezit. Het gebruiksmodel vormt
                 lengen van gebruiksduur;                                       een hoeksteen van de circulaire economie. Het prik-
                                                                                kelt alle ketenpartners om samen te werken bij het
        •        Waardebehoud: het terugwinnen en herge-
                                                                                ontwerpen, terugnemen, verwerken en hergebrui-
                 bruiken van waarde in producten;

6

6                                                            FINANCIËLE BELEIDSINTERVENTIES VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE
Figuur 4 Bedrijfsactiviteiten in pre-, in- en post-gebruiksfasen op de Value Hill.

                                                                   OPTIMAAL GEBRUIK

                                                                      Product als Dienst
                                                                    Levensduur Verlenging
                                                                    Reparatie & Onderhoud
                                                                        Deelplatforms

                                                                                           reparatie/onderhoud

                                                        WAARDE                             WAARDE
                                                      TOEVOEGEN                            BEHOUDEN
                                                                                                                                  WAARDEBEHOUD
             CIRCULAIR ONTWERP
                                                        retail                                  hergebruik/herdistributie
                                                                                                                                  Tweedehands verkoper
                 Product Ontwerp                                                                                            Refurbisher (Hersteller, opknapper?)
                                                                                                    refurbish
               Circulaire Materialen         assemblage                                                                     Teruggewonnen materiaal Verkoper
                Klassiek Duurzaam                                                                                                         Recycler
                                                                                                        her-fabricage

                                            fabricage
                                                                                                            recycle

                                       extractie

                                                                 NETWERKORGANISATIE

                                                   Waarde mgt / Proces Ontwerp / Traceer faciliteit / Logistiek

Bron: Achterberg, Hinfelaar en Bocken (2016)

ken van producten (Fischer en Achterberg 2016; Ach-                                          fecten. Zo wordt de economische rationale gelijkge-
terberg en van Tilburg 2016).                                                                steld aan het opereren binnen de grenzen van onze
                                                                                             planeet. Deze nieuwe circulaire bedrijfsactiviteiten
Dergelijke bedrijfsmodellen zijn niet nieuw: het                                             kennen ook risico’s, maar het niet veranderen en de
leasen van auto’s en grote bedrijfsmachines is ge-                                           lineaire risico’s verder laten toenemen is mogelijk
bruikelijk. Circulaire gebruiksmodellen onderschei-                                          een nog veel groter risico.
den zich echter van traditionele leaseconcepten,
omdat ze gericht zijn op het behouden van controle                                           RELEVANTIE EN OPGAVE VOOR
en verantwoordelijkheid op de producten, compo-                                              NEDERLAND
nenten en materialen. Traditionele leaseconcepten
zijn veelal gebaseerd op “koop-op-afbetaling”. Met                                           Voor de EU biedt de circulaire economie meer onaf-
andere woorden, huur of lease op zich zijn geen                                              hankelijkheid van schaarse en ruwe grondstoffen, die
circulaire modellen. Echter, in combinatie met alle                                          alleen op een beperkt aantal plaatsen op de wereld
andere circulaire activiteiten op de Value Hill, zoals                                       beschikbaar zijn. Nederland, als land met beperkte
modulair ontwerp, producten terugwinnen, her-                                                natuurlijke grondstoffen, heeft hierbij groot belang.
gebruiken en lange termijn verantwoordelijkheid,
kunnen deze structuren belangrijk zijn om de tran-                                           Maar ook de potentie van de circulaire economie
sitie te maken naar een circulaire economie. Het                                             voor het halen van de Parijs-doelen onderschrijven
innovatieve van deze circulaire bedrijfsmodel-in-                                            de relevantie van deze transitie voor de Nederlandse
novaties is dat deze zich verder uitstrekken naar                                            en Europese economie. De helft van de wereldwijde
geheel andere activiteiten en producten, zoals spij-                                         uitstoot van broeikasgassen is gerelateerd aan het
kerbroeken, elektronica en minder kapitaalinten-                                             gebruik van grondstoffen (Circle Economy en Ecofys
sieve gebruiksvoorwerpen (Fischer en Achterberg                                              2016). Het regeerakkoord laat een grote ambitie zien
2016; Achterberg en van Tilburg 2016).                                                       op het gebied van klimaatbeheersing tot 2030. Als
                                                                                             onderdeel van de klimaatopgave zullen de afspraken
Investeringen in circulaire bedrijfsactiviteiten gene-                                       uit het Rijksbrede programma circulaire economie
reren waarde door grondstoffen optimaal te (her)                                             en de transitieagenda’s uit het Grondstoffenakkoord
gebruiken met zo min mogelijk negatieve externe ef-                                          worden uitgevoerd (Regeerakkoord 2017).

                                                                                                                                                                   7
Klimaatmaatregelen en grondstoffenefficiëntie gaan         Betere toegang tot financiering kan de transitie naar
    overigens niet per se hand in hand. Het gebruik van        een circulaire economie versnellen. Dit wordt ook be-
    circulaire verpakkingen kan leiden tot extra energie-      vestigd door de Ellen MacArthur Foundation, die een
    verbruik door recycling. Bij duurzame energie-instal-      investeringsbehoefte van €97 miljard per jaar in de
    laties wordt nog maar beperkt rekening gehouden            Europese circulaire economie voorziet voor de sec-
    met de circulariteit van de grondstoffen in deze in-       toren voedsel, mobiliteit en de gebouwde omgeving
    stallaties. Spanning tussen circulaire economie- en        (samen goed voor 80% van het grondstoffengebruik
    energiebeleid is er ook rondom de subsidie voor bio-       in Europa). Van deze investeringen is €61 miljard
    massa bijstook, het verbranden van afval en hout.          nodig voor het voortzetten van de huidige circulai-
    Recycling of hergebruik wordt hierdoor minder aan-         re ontwikkelingen en nog eens €36 miljard voor zo-
    trekkelijk. Voor een circulaire economie is het van        genaamde ‘new wave’ investeringen; voornamelijk
    belang dat biomassa eerst maximaal als grondstof           R&D en publieke investeringen in infrastructuur ter
    wordt ingezet en uiteindelijk, pas in de laatste fase,     ondersteuning van de circulaire economie (Ellen Ma-
    energetisch wordt ingezet.                                 cArthur Foundation 2017).

    Naast de positieve invloed van de circulaire econo-        Oliver Wyman (2017) heeft becijferd dat in Neder-
    mie op het klimaat is zij een aanjager voor werkgele-      land circulaire startups in de komende vijf jaar een
    genheid en economische groei. Oliver Wyman (2017)          behoefte hebben aan risicokapitaal van zo’n €400-
    verwacht een substantiële bijdrage aan het Bruto Bin-      500 miljoen. Dit groeit in de periode 2027-2030
    nenlands Product (BBP) van €6 tot €30 miljard. Op dit      verder tot een totaal van €1.75-2 miljard. Met name
    moment zijn er al 810.000 circulaire banen in Neder-       deze startups worden belemmerd door de afwezig-
    land (Circle Economy en Ehero 2017). In deze schatting     heid van voldoende risicodragend kapitaal. Verwacht
    worden naast directe circulaire banen, die circulaire      wordt dat slechts in een gedeelte van deze behoefte
    kernactiviteiten zoals refurbishing uitvoeren, ook indi-   zal worden voorzien door marktpartijen, met een gat
    recte circulaire banen meegenomen, die bijvoorbeeld        tussen vraag en aanbod van zo’n €150-200 miljoen
    de circulaire economie ondersteunen. Dit kunnen er         voor de komende vijf jaar.
    in de toekomst nog veel meer worden, want een eco-
    nomie van repareren en hergebruiken zorgt voor veel        Het onderzoek van Oliver Wyman (2017) suggereert
    werkgelegenheid. Rabobank (2015) schat een creatie         daarmee dat de vraag van circulaire bedrijven naar
    van banen in Nederland tussen de 14.000 en 83.000          (overheids-) financiering en venture capital groter is
    tot 2030. TNO (2013) schat deze banengroei op 54.000       dan het aanbod van (publieke of private) fondsen.
    banen. Deze schattingen zijn gebaseerd op een en-          Daarom exploreren bedrijven ook alternatieve finan-
    gere definitie die met name gebaseerd zijn op directe      cieringsbronnen, zoals bankfinanciering en crowd-
    circulaire banen (hergebruik van producten, herge-         funding. Maar deze bronnen kunnen moeilijk voor-
    bruik van componenten, reparatie en recycling). Hierin     zien in risicodragend vermogen.
    liggen met name kansen voor lager- en middelbaar
    opgeleid personeel, bijvoorbeeld in de maakindustrie,
    maar ook voor hoogopgeleid technisch personeel, zo-
    als in IT of bij refurbishment van medische apparatuur          CIRCULARITY CAPITAL
    (Circle Economy en Ehero 2017).
                                                                    Circularity Capital is een bestaande pri-
    Tenslotte heeft Nederland de positie om koploper te             vate equity investeerder. Circularity Cap-
    worden in een nieuwe maakindustrie, met een na-                 ital investeert in circulair MKB in Europa
    druk op bijvoorbeeld export van gerecyclede goede-              met een investeringsbehoefte van tus-
    ren en kennis over de circulaire problematiek.                  sen de £1 en £5 miljoen. Onlangs deed
                                                                    het haar eerste investering in Winnow,
    De overgang naar een circulaire economie is een                 een bedrijf dat grote cateraars helpt om
    innovatie- en transitievraagstuk; het vergt vernieu-            voedselverspilling terug te dringen.
    wing van economische producten en processen. Fi-
    nanciering is een belangrijke voorwaarde voor inno-
    vatie en transitie. De beschikbaarheid van financiële
    instituties, publiek of privaat, om de verschillende       KNELPUNTEN
    fasen van innovatie te financieren is dan ook een
    onderdeel van het innovatiesysteem (van Tilburg            Hoewel de transitie naar een circulaire economie
    2009; Polzin 2016).                                        noodzakelijk is en Nederland tal van kansen biedt is
                                                               het geen vanzelfsprekendheid dat deze gerealiseerd

8

8                                         FINANCIËLE BELEIDSINTERVENTIES VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE
wordt. Verschillende knelpunten doen zich voor,              wel wordt aangewend voor de juiste zaken (‘moral ha-
deels van financiële aard. In dit rapport staan de fi-       zard’). Door deze complicaties, eigen aan elke finan-
nanciële aspecten van de transitie naar een circulaire       ciële overeenkomst, maar des te sterker aanwezig bij
economie centraal. Dat betekent dat we kijken naar           innovatieve ondernemingen, kan er minder financie-
specifieke knelpunten waardoor onvoldoende finan-            ring ter beschikking komen dan vanuit maatschappe-
ciering loskomt voor de circulaire economie.                 lijk oogpunt wenselijk is.

Externaliteiten                                              Daarnaast kunnen kennisspillovers ontstaan bij in-
                                                             novaties. Als een bedrijf succesvol innoveert hebben
Voor innovaties die tot een betere milieuprestatie           ook andere partijen hier voordeel van. Zij kunnen
leiden is veelal een probleem dat deze onvoldoende           vergelijkbare producten en diensten op de markt
rendement oplevert in de huidige markt. Dat kan ko-          brengen. Dat kunnen ze mogelijk zelfs goedkoper
men doordat niet de vervuiler opdraait voor de kos-          omdat ze niet de ontwikkelingskosten hoeven terug
ten omdat deze kosten worden afgewenteld op het              te verdienen die de pionier heeft gemaakt. Ook deze
collectief. De negatieve effecten op het milieu wor-         kennisspillovers kunnen ervoor zorgen dat bedrijven
den niet of onvoldoende geprijsd. Deze zogenaamde            minder investeren in innovatie dan maatschappelijk
‘externaliteiten’ zijn wel degelijk echte kosten waar        gezien optimaal is.
een prijs voor moet worden betaald, bijvoorbeeld die
van het later moeten opruimen van de leefomgeving            Er is met name sprake van financieringsknelpunten
(afval), de hogere uitgaven voor gezondheidszorg of          bij hoogtechnologische innovaties bij de volgen-
het moeten bouwen van hogere dijken. De rekening             de circulaire bedrijfsstrategieën (FinanCE working
hiervoor komt nu niet terecht bij de vervuiler. Uit de       group 2016; Fischer en Achterberg 2016):
recente studie van PBL (2017) is gebleken dat maar
liefst 55% van het totale gebruik van energie niet           1. Waarde behouden (grondstoffen terugwinnen en
wordt belast. De productie van materialen en half-               hergebruiken zoals rondom afval- en recycling
fabricaten levert Nederland jaarlijks een schadepost             technologieën);
op van 7 miljard euro (PBL 2017). Zouden deze maat-          2. Circulair Ontwerpen (materiaal- en productinno-
schappelijke kosten wel een prijs hebben, dan zou-               vaties).
den veel milieu-innovaties niet als duurder worden
gezien, maar juist goedkoper. Door het bestaan van           Transitierisico’s en
deze externaliteiten wordt op het niveau van indivi-         coördinatieproblemen
duen, bedrijven en landen afzonderlijk de aanname
dat grondstoffen en energie oneindig voorhanden              De hierboven besproken complicaties bij de finan-
zijn, niet gelogenstraft.                                    ciering van innovaties kunnen zich al voordoen bij
                                                             incrementele innovaties binnen een enkel bedrijf.
Innovatierisico en -spillovers                               Bij een veelomvattende transformatie van de eco-
                                                             nomie, zoals een systeeminnovatie als de transitie
Voor de transitie naar een circulaire economie is in-        naar een circulaire economie, doen deze problemen
novatie onontbeerlijk; nieuwe circulaire producten           zich in versterkte mate voor.
en diensten moeten in de markt gezet worden. Het
financieren van innovatie kent enkele vanuit de lite-        Vooral is er een coördinatieprobleem omdat niet
ratuur welbekende knelpunten.                                slechts één onderneming zijn producten en proces-
                                                             sen moet aanpassen, maar hele ketens dat moeten
Zo kunnen financiers van innovatieve ondernemin-             doen. Dit vereist een hoge mate van afstemming
gen lastiger de winstgevendheid inschatten. Het gaat         tussen bedrijven, consumenten, toezichthouders,
bij innovatie immers per definitie om nieuwe pro-            regelgevers en financiers.
ducten, processen, diensten of markten. Daardoor is
de inherente kennisachterstand van de financier ten          Daarbij zijn er vaak verschillende (elkaar uitsluiten-
opzichte van de ondernemer (kennisasymmetrie) bij            de) mogelijkheden om de circulariteit te vergroten.
innovatie groter. Financiers moeten daar in hun fi-          Daardoor bestaat het gevaar dat geen partij een eer-
nancieringsvoorwaarden rekening mee houden. Het              ste stap durft te zetten. Vanuit de financiële sector
onvoldoende kunnen scheiden van het kaf van het              wordt dan ook vaak aangegeven dat zij het risico te
koren betekent dat juist voor de betere ondernemers          groot vindt om op het verkeerde paard te wedden.
de financieringsvoorwaarden relatief onaantrekke-
lijk zijn (‘adverse- of negatieve risicoselectie’). Ook is   Om deze systeemveranderingen te organiseren
het voor de financier lastig te controleren of het geld      worden nieuwe organisatiemodellen beproefd om

                                                                                                                      9
informatiestromen, geldstromen en materiaalstro-          doordat de overheid nog geen vergelijkbaar geloof-
      men de juiste prikkels mee te geven. Een voorbeeld        waardig commitment heeft afgegeven als bij bijvoor-
      hiervan zijn de hiervoor besproken gebruiksmodel-         beeld de uitstoot van broeikasgassen om de ver-
      len. Dergelijke modellen zijn complex, en vergen een      vuiling te gaan beprijzen. Maar het kan ook komen
      hoge mate van coördinatie. Van productontwerp,            doordat de financiële sector onvoldoende de duur-
      tot assemblage tot retail en terugname, kortom de         zaamheidsaspecten van bedrijven betrekt bij haar
      gehele keten, moet afgestemd zijn op het circuleren       financieringsbesluiten.
      van materialen. Ook beslisgedrag van consumen-
      ten moet soms worden aangepast. Bovendien gaat            Ook in de financiële sector zelf kunnen zich knelpun-
      het hier veelal om kleine bedragen per transactie,        ten voordoen. Dat kan zijn een gebrek aan kennis
      betaald door een grote groep gebruikers. Dezelfde         van de circulaire economie onder financiële professi-
      middelen moeten vervolgens verdeeld worden over           onals. Hierdoor kan de financiële sector minder aan-
      een grote groep belanghebbenden (ketenpartners            passingsvermogen hebben dan vanuit maatschap-
      en afnemers). Dit vergroot de noodzaak voor het           pelijk oogpunt wenselijk is, en daardoor zelf een
      verlagen van transactiekosten. Technologische ont-        knelpunt worden in de circulaire transitie.
      wikkelingen op het gebied van ICT, ‘Internet of Things’
      en bijvoorbeeld blockchain technologie bieden mo-         Zo is voor het financieren van circulaire gebruiksmo-
      gelijkheden hiervoor, maar kennen elk hun ontwik-         dellen een andere kijk op financieel risico nodig (Ach-
      kelingskosten- en risico’s.                               terberg en van Tilburg 2016; Fischer en Achterberg
                                                                2016). Gebruiksmodellen hebben een andere ver-
      Kortom, in de transitie om te komen tot goed wer-         dienstructuur; kasstromen worden over langere tijd
      kende gebruiksmodellen, de bedrijfsvorm waarbij           verdeeld, waardoor de terugbetaaltijd van de inves-
      de prikkels en coördinatie in de keten vanuit circulair   tering langer wordt en de behoefte aan werkkapitaal
      oogpunt integraal geoptimaliseerd worden, doet zich       dus groter. Daardoor nemen de marges op de korte
      tevens het grootste coördinatieprobleem voor.             termijn af. Ook de waarde en aard van het onder-
                                                                pand is veelal anders. Niet alleen is deze vaak minder
      Kennisgebrek en verkeerde prikkels in                     kapitaalintensief (denk aan spijkerbroeken in plaats
      de financiële sector                                      van vorkheftrucks), maar ook illiquide (minder snel
                                                                verkoopbaar) met moeilijk te bepalen restwaarde.
      De financiële sector kijkt naar haar aard vooruit;        Bovendien zorgt de verschuiving van eigendom naar
      de waarde van financiële bezittingen (assets) is im-      de producent ervoor dat de balans van de producent
      mers afhankelijk van de opbrengsten (cash flows)          of dienstenaanbieder blijft groeien. Ook dat leidt tot
      in de toekomst. Daarbij zijn vele factoren van be-        een extra kapitaalbehoefte. Tenslotte worden (lange
      lang die uiteindelijk de financiële opbrengsten be-       termijn) relaties met klanten en ketenpartners vorm-
      palen. De impact van de circulaire transitie kan in       gegeven via looptijdcontracten, wat leidt tot hogere
      principe ‘gewoon’ in de huidige financiële modellen       kosten voor debiteurenbeheer en complexere ke-
      worden meegenomen, zeker als de externaliteiten           tens en verdienmodellen.
      (op termijn) worden ingeprijsd. Circulaire bedrijven
      verdienen bijvoorbeeld een financieringsvoordeel          Aan de andere kant bieden deze bedrijfsmodellen
      vanwege de lagere blootstelling aan risico’s zoals        volop kansen tot kostenreductie, stabiliteit en een
      de volatiliteit van grondstoffenprijzen en het uitein-    meer integrale optimalisatie. Zekerheden kunnen
      delijk zelfs opraken van grondstoffen. Daarnaast          gevonden worden in langlopende contracten en
      lopen ze minder risico voor het (uiteindelijk) inge-      kasstromen, terugkoopgaranties en waarde uit een
      prijsd worden van externaliteiten.                        tweede- of derde leven voor producten. Met het
                                                                gebruik van track and trace data kunnen ook zeker-
      Ook al is de schaarste nu nog niet voelbaar, dan nog      heden worden verkregen; daarmee is bijvoorbeeld
      kunnen bedrijven en financiers daar wel al rekening       inzicht te krijgen in het gebruik van producten en
      mee houden. Zo nemen bijvoorbeeld veel energie-in-        afstemming van onderhoud en reparatie daarop.
      tensieve bedrijven en hun financiers bij investerin-      Naast andere risicomodellen vergt dit echter ook het
      gen een CO2-prijs mee in hun berekeningen, die vele       ontwikkelen van methodes voor balanswaardering
      malen hoger ligt dan de nu geldende. Dit vanuit de        van langdurig circulair assetmanagement (Fischer en
      verwachting dat in de (nabije) toekomst een dergelij-     Achterberg 2016; Achterberg en van Tilburg 2016; Fi-
      ke prijs tot stand zal komen.                             scher, Achterberg en Ballester 2018).

      Een dergelijke schaduwprijs voor grondstofverbruik        Een ander mogelijk financieel knelpunt is de kor-
      en vervuiling is nog niet gangbaar. Dat kan komen         te-termijn gerichtheid van de financiële sector (Bar-

 10

10                                         FINANCIËLE BELEIDSINTERVENTIES VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE
ton en Wiseman 2014; Achterberg en van Tilburg                 (de vermogensbeheerder) afgerekend op het ren-
2016; van Tilburg, Demmers en Remmers 2016).                   dement op de korte termijn. Dit is een zogenaamd
Waar de uiteindelijke bezitter van kapitaal (bijvoor-          principal-agent probleem, dat wordt veroorzaakt
beeld iemand die spaart voor zijn pensioen) geïnte-            door onbedoelde (perverse) effecten in de contrac-
resseerd is in een rendement op de lange termijn,              tering tussen opdrachtgever en uitvoerder.
wordt degene die het geld daadwerkelijk belegt

Tabel 1 Overzicht van knelpunten

 Knelpunten

  Externaliteiten
  - Vervuiling heeft vaak nog geen prijs of een te lage, waardoor er onvoldoende marktprikkels zijn voor betere
     milieuprestaties van circulaire initiatieven.

  Innovatierisico en -spillovers
  - Risico en rendement van innovatie is lastig in te schatten voor financiers (kennisasymmetrie, adverse risi-
     co-selectie en moral hazard)
  - Innovatieve ondernemers kunnen zich niet alle voordelen van innovaties toe-eigenen

  Transitierisico’s en coördinatieproblemen
  - Nieuwe circulaire bedrijfsmodellen vereisen een systeemverandering en daarmee coördinatie tussen veel
     verschillende partijen

  Kennisgebrek en verkeerde prikkels in de financiële sector
  - Beperkte kennis van circulaire economie
  - Prikkels die aanzetten tot korte termijn blik

                                                                                                                    11
3. MOGELIJKE EN GEBRUIKTE BELEIDSINSTRUMENTEN
      We hebben gezien dat de circulaire economie een             kennis, overgevoeligheid voor specifieke belangen-
      oplossing biedt voor problemen van eindige grond-           groepen en traagheid van besluitvorming. Hierdoor
      stoffen, vervuiling en energiegebruik. Tegelijkertijd       kan overheidsingrijpen, bedoeld om een vorm van
      blijken er verschillende knelpunten te zijn die de          marktfalen op te lossen, uiteindelijk zelfs tot meer
      overgang van de huidige lineaire economie naar een          schade leiden. Daarom moet voor het legitimeren
      circulaire economie belemmeren. Hierdoor dreigt de          van de overheidsrol niet alleen een marktfalen wor-
      circulaire transitie vanuit maatschappelijk oogpunt         den vastgesteld maar tevens een analyse worden
      onvoldoende snel te gaan.                                   gemaakt van de kans dat ook de overheid zal falen
                                                                  en in welke mate. Een interventie is slechts te recht-
      Dit hoofdstuk bespreekt het financiële instrumenta-         vaardigen als de opbrengsten opwegen tegen de
      rium dat de overheid tot haar beschikking heeft om          kosten van ‘overheidsfalen’.
      de geconstateerde knelpunten op te lossen. Daarbij
      is er niet één “gouden” knop waaraan de overheid            Overigens zijn er naast de klassieke vormen van
      kan draaien om een maatschappelijk optimum te be-           marktfalen de laatste jaren ook andere aangrijpings-
      reiken. In de praktijk zal er aan meerdere knoppen          punten voor overheidsingrijpen benoemd. Sinds de
      tegelijkertijd moeten worden gedraaid.                      jaren ’80 is er een school van innovatie-economen
                                                                  opgekomen die de nadruk legt op het innovatiesys-
      Voor deze bespreking putten we uit de (wetenschap-          teem; de verbanden tussen de vele verschillende
      pelijke) literatuur over de rol van de overheid in de       instituties die met elkaar moeten samenwerken om
      economie en uit ervaringen van de Nederlandse en            tot innovatie te komen. Overheidsbeleid kan dan ook
      andere overheden met de circulaire– en energietran-         gericht zijn op het leggen van zinvolle verbindingen
      sitie. We bespreken ook het huidige instrumentari-          tussen partijen (Soete, Verspagen en ter Weel 2010).
      um van de Nederlandse overheid voor zover relevant
      voor de circulaire transitie.                               Mazzucato (2013) betoogt dat de overheid niet alleen
                                                                  markten moet repareren, maar deze ook moet cre-
      Het hoofdstuk begint met een bespreking van markt-          ëren. Daarbij verwijzend naar de rol die met name
      en overheidsfalen en een beschrijving van de belang-        de Amerikaanse overheid heeft gespeeld in de ICT en
      rijkste kaders voor het huidige beleid gericht op de        biotechnologierevoluties.
      circulaire transitie.
                                                                  KADERS CIRCULAIR BELEID
      MARKTFALEN EN
      OVERHEIDSFALEN                                              Europese Unie

                                                                  Eind 2015 heeft de Europese Commissie het ‘Circular
      Veel van de hiervoor besproken knelpunten zijn
                                                                  Economy’ package aangenomen, een actieplan dat zich
      bekend uit de economische theorie, die zich richt
                                                                  concentreert op afval, maar ook de rest van de cyclus
      zich op het maximaliseren van de maatschappe-
                                                                  dekt: van productie (inclusief design en processen) en
      lijke welvaart. De dominante klassieke economi-
                                                                  consumptie tot afval beheer, de markt van tweede-
      sche school vertrekt van het standpunt dat de
                                                                  handse grondstoffen en waterhergebruik (Europese
      vrije markt onder bepaalde voorwaarden in staat
                                                                  Commissie 2015). Het bevat EU-doelen voor afval-
      is dit optimum te bereiken. Die voorwaarden, zo-
                                                                  reductie: het recyclen van 65% gemeentelijk afval in
      als volledige informatie, geen transactiekosten
                                                                  2030, 75% van verpakkingsafval in 2030, en een bin-
      en machtsposities, ontbreken echter veelal in de
                                                                  dend doel tot het reduceren van vuilstorten tot een
      praktijk. Economen spreken dan van marktimper-
                                                                  maximum van 10% gemeentelijk afval in 2030.1
      fecties. Dit kan resulteren in marktfalen en daar-
      mee overheidsingrijpen rechtvaardigen om de
      maatschappelijke welvaart vergroten.
                                                                  Nederland

                                                                  In het Rijksbrede Programma Circulaire Economie
      Het bestaan van marktfalen is weliswaar een nood-
                                                                  heeft de Nederlandse overheid in september 2016
      zakelijke, maar nog geen voldoende voorwaar-
                                                                  de inzet van de overheid gepresenteerd. De ambi-
      de voor overheidsingrijpen (Mazzucato en Penna
                                                                  tie is een volledig circulaire economie in 2050 en
      2014). Ook de overheid kan namelijk falen. Bekende
                                                                  het halveren van het gebruik van primaire (‘virgin’)
      aanleidingen voor overheidsfalen zijn gebrek aan
                                                                  grondstoffen (mineralen, fossiel en metalen) in 2030.

      1 http://europa.eu/rapid/press-release_MEMO-17-105_en.htm

 12

12                                             FINANCIËLE BELEIDSINTERVENTIES VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE
Het Rijksbrede programma heeft vijf circulaire prio-                       Meer op systeemniveau, valt te denken aan het be-
riteitssectoren geformuleerd (Biomassa & Voedsel,                          lasten van het gebruik van grondstoffen en/of con-
Kunststoffen, Maakindustrie, Bouw en Consumptie-                           sumptie, waardoor er prikkels ontstaan voor het be-
goederen) en vijf beleidsinstrumenten (Wetgeving                           houd van natuurlijke grondstoffen.
en regulering, Marktprikkels, Financiering, Kennis en
innovatie en Internationale samenwerking).                                 Uit een recente studie (PBL 2017) is gebleken dat de
                                                                           potentie van fiscale instrumenten om milieuschade
In januari 2017 is het Grondstoffenakkoord getekend                        te reduceren het grootst is in de productiefase. De
door bedrijven, vakbonden, overheden, natuur- en                           milieuschade in de productiefase heeft vooral be-
milieuorganisaties, kennisinstituten, financiële in-                       trekking op het gebruik van fossiele energie, niet
stellingen en andere maatschappelijke organisaties.                        alleen voor verbranding, maar ook voor gebruik als
Op dit moment wordt gewerkt aan de uitwerking van                          grondstof. Het is daarom effectiever om belastin-
transitieagenda’s voor de vijf prioriteit-sectoren.                        gen in te zetten in de productiefase in plaats van bij

Het nieuwe regeerakkoord bevat de ambitie de af-
spraken uit het Rijksbrede programma en de transi-
tieagenda’s uit te voeren (Regeerakkoord 2017).
                                                                                  WAT DOET EEN BELASTING-
BEPRIJZEN EXTERNALITEITEN                                                         VERSCHUIVING VAN 33,7
                                                                                  MILJARD EURO?
Het beprijzen van de externe effecten van lineaire be-
drijfspraktijken kan de overheid op verschillende ma-                             Met de vier grote accountantskanto-
nieren doen: direct beprijzen, via fiscale instrumenten                           ren is uitgerekend wat een belasting-
of via een systeem van verhandelbare rechten.                                     verschuiving van 33,7 miljard euro voor
                                                                                  gevolgen zou hebben (Ex’tax Project
Fiscale instrumenten
                                                                                  2014). Deze belastingverschuiving zou
                                                                                  bestaan uit het verlagen van belastin-
Via kostprijsverhogende belastingmaatregelen voor
                                                                                  gen op arbeid samen met een verhoging
vervuilende activiteiten (bijvoorbeeld het verhogen
                                                                                  van belasting op het gebruik van grond-
van de stort- en verbrandingsbelasting), of juist kost-
                                                                                  stoffen (water, schadelijke emissies,
prijs verlagende fiscale maatregelen voor bedrijven
                                                                                  metalen en mineralen) en consumptie.
die niet vervuilen, worden relatieve prijzen en daar-
                                                                                  De uitkomst: publiek budget om 280.000
mee economische prikkels beïnvloed.
                                                                                  banen te scheppen en een groei van
                                                                                  de arbeidsvraag van 650.000, waarvan
De moeilijkheid hierbij is het bepalen van de juiste
                                                                                  87.000 in de reparatiesector.
hoogte van de prijs. Hoe groot is de maatschappelij-
ke schade precies? Welke prijsprikkel zet aan tot het
verminderen van de vervuiling tot een vanuit maat-
schappelijk oogpunt optimaal niveau?

     STORTBELASTING IN HET VERENIGD KONINKRIJK

     Het VK heeft al sinds 1996 een stortbelasting. Deze stortbelasting is verplicht op de afvoer van
     algemeen- en bouwafval. De standaardvoet voor stortbelasting wordt elk jaar verhoogd. Een
     aparte voet wordt gehanteerd voor inert afval. Vanaf 1 april 2017 was de standaardvoet £86.10
     per ton en £2.70 per ton inert afval.

     LAGERE BELASTING VOOR REPARATIES IN ZWEDEN
     Zweden heeft aangekondigd haar belastingen te verlagen op arbeid voor reparaties. Ook mogen
     consumenten 50% aftrekken van kosten die ze hebben gemaakt voor repareren.*

     *
         https://www.weforum.org/agenda/2016/10/sweden-is-tackling-its-throwaway-culture-with-tax-breaks-on-repairs-will-it-work/

                                                                                                                                    13
eindverbruikers. De milieuschade die bij de grond-
      stofwinning ontstaat is in Nederland zeer beperkt
      en biedt dan ook weinig aanknopingspunten voor                  HET EUROPESE EMISSION
      een effectieve belastinggrondslag.
                                                                      TRADING SCHEME (ETS)
      Lagere lasten op arbeid en hogere op vervuiling ma-
      ken ook deel uit van het nieuwe Regeerakkoord: de               Het ETS-systeem, is een emissie han-
      energiebelasting op aardgas en elektriciteit, en be-            delssysteem dat nu op Europees niveau
      lasting op het storten en verbranden van afval gaan             gebruikt wordt om reductie van broei-
      omhoog (Regeerakkoord 2017).                                    kasgassen op een kosteneffectieve
                                                                      wijze te bevorderen. ETS is van kracht
      PBL (2017) bepleit een brede afvalstoffenheffing,               voor de grote installaties binnen de
      zowel op storten als verbranden, het afschaffen van             Europese economie die gezamenlijk
      een aantal vrijstellingen op het gebruik van fossiele           een maximale hoeveelheid uitstoot van
      energie (verbranding en als grondstof) en een regu-             broeikasgassen mogen realiseren. Dit
      lerende belasting op alle metaalertsen en kalksteen             zogenoemde gezamenlijke uitstootpla-
      voor de productie van cement (zijnde grondstoffen               fond daalt in de tijd waardoor een doel
      die gebruikt worden in de meest vervuilende pro-                voor reductie van broeikasgassen voor
      ductieprocessen die niet direct te relateren zijn aan           ETS-bedrijven wordt bereikt.
      het verbruik van fossiele energie).

      Handelssysteem                                                  EXTRA HEFFING OP ETS IN
                                                                      HET VK
      Een andere manier om externaliteiten te beprijzen is
      via een systeem van verhandelbare rechten. Hierbij              Het Verenigd Koninkrijk heft een ‘top-
      kan de overheid via de hoeveelheid rechten zeker                up’ belasting bovenop de ETS-prijs per
      stellen dat de vervuiling beperkt blijft tot een bepaal-        ton CO2-uitstoot. Het doel van deze
      de, uit te geven hoeveelheid. De markt bepaalt ver-             extra heffing is het stimuleren van
      volgens de daarbij passende prijs. Doordat de prijs             koolstofarme investeringen die anders
      kan fluctueren geeft dit wel weer onzekerheid voor              niet plaatsvinden. De prijs per ton CO2
      ondernemers en financiers (Kaufman, Obeiter en                  is nu £18 en dit zal zo blijven tot 2021.
      Krause 2016).                                                   Dit is een zeer impopulaire maatregel,
                                                                      vanwege de hieruit resulterende hoge-
      Mits het plafond laag genoeg is, wordt op deze ma-              re binnenlandse energieprijzen voor
      nier ook innovatie voor het ontwikkelen van scho-               consumenten.
      nere alternatieven gestimuleerd. Een voordeel van
      een dergelijk systeem is dat het plafond in de tijd kan
      worden aangepast om geleidelijk aan een bepaald
      vastgesteld transitiepad te voldoen (IBO 2016).            Fiscaal

      Het nieuwe Regeerakkoord bevat het voornemen               Bij innovatie bevorderende fiscale vrijstellingen
      om, naar het model van het VK, een CO2-mini-               kan worden gedacht aan lagere belastingen zowel
      mumprijs in de elektriciteitssector in te voeren           voor de input van innovatie (lagere belasting voor
      (Regeerakkoord 2017).                                      R&D-personeel en voor kapitaalsinvesteringen) als
                                                                 voor de resultaten van innovatie (zoals de winst uit
                                                                 innovatieve producten).
      INNOVATIE- EN TRANSITIEBELEID
                                                                 Voordeel van dit fiscale beleidsinstrument is dat er
      Via financiële instrumenten kan gecompenseerd              relatief lage uitvoeringskosten aan verbonden zijn.
      worden voor kennisspillovers en kan de onzeker-            De keerzijde daarvan is dat er relatief veel geld nodig
      heid voor financiers worden verminderd. Wet- en            kan zijn om een bepaald effect te bereiken.
      regelgeving bieden hiertoe ook een mogelijkheid en         Nederland kent verschillende innovatie stimuleren-
      het eigen inkoopbeleid is potentieel ook sturend.          de fiscale maatregelen.

      De overheid is bij uitstek de partij om kennisproduc-      Een is de generieke ‘Wet Bevordering Speur- en Ont-
      tie en cultuur- en gedragsverandering te stimuleren.       wikkelingwerk’ (WBSO) dat de loonkosten voor rese-

 14

14                                          FINANCIËLE BELEIDSINTERVENTIES VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE
Subsidies

     HET SEED ENTERPRISE                                        Een andere manier om kennisspillovers te corrigeren
                                                                en onzekerheid te verminderen is via subsidies of ga-
     INVESTMENT SCHEME
                                                                ranties. Bijvoorbeeld door kosten van innovatie (R&D)
     IN HET VERENIGD                                            te subsidiëren. Een subsidie is een tijdelijke bijdrage
     KONINKRIJK                                                 van de overheid voor het starten van een project dat
                                                                economisch niet rendabel is (‘onrendabele top’).
     De Britse overheid heeft een “Seed
     Enterprise Investment Scheme” (SEIS)                       Het voordeel van een subsidie is dat deze gericht kan
     plan in het leven geroepen, waarbij                        worden ingezet voor specifieke doelgroepen en pro-
     investeringen in early-stage bedrij-                       jecten. Daar staat tegenover dat de uitvoeringskos-
     ven een boost krijgen, door belasting-                     ten relatief hoog zijn.
     verlagingen op aandelen die gekocht
     worden via crowdfunding platforms.*                        In Nederland is er een topsectorenbeleid dat be-
     Waar in Nederland in 2016 €17 miljoen                      staat uit subsidieregelingen en organisatorische
     aan risicokapitaal werd opgehaald via                      maatregelen voor een groep van negen vooraf ge-
     crowdfunding, bedroeg dit £332 mil-                        selecteerde ‘topsectoren’. De sectoren die voor het
     joen in het Verenigd Koninkrijk, drie                      topsectorenbeleid in aanmerking komen zijn: de
     jaar eerder was dat nog £28 miljoen.                       creatieve industrie, water, chemie, energie, agri en
     Deze snelle groei is bevorderd door                        food, high tech, tuinbouw en uitgangsmaterialen, life
     SEIS (Nesta 2016).                                         sciences en health, en logistiek. Gezamenlijk zijn deze
                                                                sectoren verantwoordelijk voor bijna alle private
     * http://www.seis.co.uk/                                   R&D in Nederland.

                                                                Het topsectorenbeleid is vooral gericht op het ver-
                                                                sterken van (publiek-private) samenwerking. Over de
arch en development verlaagt.2 Het budget voor de
                                                                effectiviteit van dit type beleid is (ook internationaal)
WBSO in 2018 is €1.163 miljoen.
                                                                weinig bekend (CPB 2016).

De Innovatiebox is een vrijstelling van 80% van de
vennootschapsbelasting voor winst uit ‘Nederland-
se innovatie’ via immateriële activa (zoals octrooien,
software en bedrijfsgeheimen). In 2017 was €625 mil-                  HET ZERO WASTE
joen beschikbaar voor de Innovatiebox.                                SCOTLAND FONDS
Ook zijn er specifieke fiscale stimulansen voor groe-                 Zero Waste Scotland (ZWS) is een fonds
ne innovaties, zoals de ‘Milieu-investeringsaftrek’                   speciaal opgezet voor het ondersteu-
(MIA) die het mogelijk maakt om fiscaal voordelig                     nen van circulair MKB. Het fonds deelt
(tot 36% van het investeringsbedrag) te investeren                    beurzen uit voor circulair MKB tot £1
in milieuvriendelijke technieken. Het budget voor                     miljoen. Deze financiering is bedoeld
MIA bedroeg voor 2017 €97 miljoen. De ‘Willekeuri-                    voor het verlagen van het risico voor
ge afschrijving milieu-investeringen’ (Vamil) regeling                private investeerders. Naast financie-
maakt het mogelijk 75% van de investeringskosten af                   ring informeert ZWS ook beleidsma-
te schrijven op een zelf te bepalen tijdstip wat een                  kers op het gebied van de circulaire
liquiditeits- en rentevoordeel oplevert.3 Voor Vamil                  economie en geeft advies en training
was in 2017 €40 miljoen beschikbaar.                                  aan bedrijven via hun Business Sup-
Met de Regeling Groen Projecten (RGP) geeft de over-                  port Service.
heid belastingvoordeel aan ‘groene’ spaarders en be-
leggers. Daardoor kan een bank een lening voor een                    Het fonds wordt gevuld door de Schot-
lager rentetarief aanbieden aan een investeerder met                  se overheid. Daarnaast heeft het Euro-
een groenproject. Zo’n investeerder heeft hiervoor                    pean Regional Development Fund een
een groenverklaring nodig. De regeling is bedoeld                     totaal van £73 miljoen bijgedragen.
voor de nieuwste ontwikkelingen in milieutechnolo-
gie en de huidige hoofdpunten van milieubeleid. Om
aanspraak te maken is er een samenwerking nodig
tussen beleggers, banken en projectbeheerders.4

2 https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/wbso
3 https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mia-en-vamil?ns_source=google&ns_mchannel=cpc&ns_campaign={campaign}&ns_
linkname={adgroup}&gclid=EAIaIQobChMIx52eqbCJ1wIVISjTCh0qJA5wEAAYBCAAEgLeDfD_BwE
4 https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/regeling-groenprojecten

                                                                                                                            15
de deelnemende banken voor ruim €2,4 miljard
                                                                           GO-leningen verstrekt. De overheid heeft dus
            DE NEDERLANDSE SDE+                                            meer dan €1,2 miljard aan garanties afgegeven.7

            REGELING                                                   •   Met het borgstellingskrediet MKB (BMKB) staat
                                                                           EZK voor een deel garant voor bedrijven die de
            De subsidieregeling ‘Stimulering Duur-                         bank niet genoeg zekerheid kunnen bieden (‘on-
            zame Energieproductie’ (SDE+) wordt                            derpand’, zoals gebouwen of machines).8 Het
            ingezet voor het stimuleren van Bio-                           CPB concludeerde dat het niet duidelijk is hoe
            massa, Geothermie, Water, Wind en                              het innovatieluik de werking van de kapitaal-
            Zon (IBO 2016). De SDE+ compenseert                            markt kan verbeteren en derhalve of de BMKB
            het verschil tussen de kostprijs van een                       effectief is (CPB 2016). In 2016 was €42.594.000
            hernieuwbaar energieproject en de                              hiervoor gebudgetteerd.9
            marktwaarde van de geleverde energie,
                                                                       •   Ook de Europese Investerings Bank (EIB) garan-
            de onrendabele top. Binnen de huidige
                                                                           deert een gedeelte van de Nederlandse bankle-
            SDE+ concurreren alle technieken onder
                                                                           ningen aan het MKB.
            één budgetplafond, behalve wind op
            zee, omdat het hier gaat om projecten                      •   BNG Bank heeft in samenwerking met het Ne-
            van grote omvang waarbij het Rijk een                          derlands Investerings Agentschap (NIA) onder ge-
            grote rol heeft in het vaststellen van                         deeltelijke garantie van EZK een Energietransitie
            de precieze locatie, de omvang en de                           financieringsfaciliteit (ETFF) opengesteld. De ETFF
            timing van deze projecten.                                     richt zich in eerste instantie op projecten op het
                                                                           gebied van aardwarmte, energiebesparing, ener-
            De SDE+ lokt innovatie uit omdat de                            gieopslag en biomassa die worden geconfron-
            projecten die voor een lager subsidie-                         teerd met verschillende financieringsknelpunten
            bedrag inschrijven meer kans hebben                            zoals lange terugverdientijden, beperkte schaal
            de subsidie te ontvangen. De afgelopen                         en onbekendheid van de technologie.
            jaren zagen we bijvoorbeeld de kosten
            van wind op zee aanzienlijk dalen.                         Leningsfaciliteiten

                                                                       Een andere manier waarop de overheid de onzeker-
                                                                       heid van investeringen in innovatieve projecten kan
      Garanties                                                        verminderen is door zelf leningen te verstrekken. Zo
                                                                       kunnen Nederlandse bedrijven een innovatiekrediet
      Met een garantie staat de overheid (voor een deel)               aanvragen, een lening die als het project mislukt
      garant voor het financieel risico van een deelneming             wordt kwijtgescholden.10 Het Centraal Planbureau
      of lening. Hiermee volgt de overheid de markt. Het               (2016) concludeert dat het innovatiekrediet een ef-
      zijn immers marktpartijen die projecten aandragen                fectief instrument kan zijn om R&D te stimuleren.
      en daar zelf ook deels het risico in lopen.
                                                                       Deelnemingen
      Dit is een in Nederland vrij veelgebruikt instrument:
                                                                       De ‘zwaarste’ financiële interventie die de overheid
      •   Met de regeling Groeifaciliteit helpt het Minis-             kan plegen is door zelf (deels) eigenaar te worden
          terie van EZK bedrijven bij het aantrekken van               van ondernemingen. Van oudsher hebben overhe-
          risicodragend vermogen. Dit doet het ministerie              den vaak geïnvesteerd in sectoren of infrastructu-
          door een 50% garantie te verstrekken op achter-              ren die van algemeen belang werden geacht maar
          gestelde leningen van banken en op aandelen                  waar de markt niet in voorzag. Na de Tweede We-
          van participatiemaatschappijen.5 In 2016 was                 reldoorlog werden bijvoorbeeld in vrijwel alle Euro-
          €8.850.000 hiervoor gebudgetteerd.6                          pese landen publieke investeringsinstellingen op-
      •   Met de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)                gericht. Voor zover ze nog bestonden maakten ze
          kunnen banken een 50% Staatsgarantie krijgen                 na 2008 een opleving als financiers van vooral het
          op middelgrote en grote leningen. De regeling is             MKB en in toenemende mate ook als financier van
          voor (middel)grote ondernemingen met substan-                de energietransitie.
          tiële activiteiten in Nederland. Sinds 2009 hebben

      5 https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/groeifaciliteit
      6 http://www.rijksbegroting.nl/2017/voorbereiding/begroting,kst225626_12.html
      7 https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/garantie-ondernemingsfinanciering-go
      8 https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/borgstelling-mkb-kredieten-bmkb?ns_source=google&ns_mchannel=cpc&ns_cam-
      paign={campaign}&ns_linkname={adgroup}&gclid=EAIaIQobChMIyMCinrqJ1wIVSDobCh3QMA__EAAYASAAEgKyI_D_BwE
      9 http://www.rijksbegroting.nl/2017/voorbereiding/begroting,kst225626_12.html
      10 https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/innovatiekrediet?ns_source=google&ns_mchannel=cpc&ns_campaign={-
      campaign}&ns_linkname={adgroup}&gclid=EAIaIQobChMIls_lxaiJ1wIVCI0bCh3sMA0_EAAYASAAEgKD9vD_BwE

 16

16                                         FINANCIËLE BELEIDSINTERVENTIES VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE
Gegeven de relatief dominante rol van (grote) ban-
                                                              ken in de Nederlandse financiële sector kan dit tege-
     KFW: FINANCIER VAN DE                                    moet komen aan een nu lastig te verhullen behoefte
                                                              aan risicodragend vermogen (DNB 2015; CPB 2015;
     ENERGIEWENDE                                             Werkgroep Financieringslandschap 2016).
                                                              Als verstrekkers van vreemd vermogen zijn banken
     In Duitsland heeft de Kreditanstalt
                                                              niet de meest aangewezen financier van innovatie,
     für Wiederaufbau (KfW) over haar
                                                              waarvoor juist eigen vermogen nodig is dat verlie-
     verschillende onderdelen één geïnte-
                                                              zen kan dragen en dat de vruchten plukt als een in-
     greerd programma gemaakt voor de
                                                              novatie tot succes leidt.
     energietransitie. Deze publieke finan-
     cieringsinstelling financierde in 2015
                                                              Nederland kent ook al langer de seed capital-rege-
     voor 29,5 miljard euro klimaat- en mili-
                                                              ling als onderdeel van het innovatiefonds MKB+.
     eubeschermingsprojecten (KfW 2016).
                                                              Deze creëert een prikkel voor private investeerders
                                                              om te investeren in circulaire initiatieven door het
                                                              verhogen van de zekerheid.11 Het is onduidelijk of de
Mazzucato (2013) pleit voor het instrument van pu-            regeling effectief is (CPB 2016).
blieke investeringsinstellingen en wijst er daarbij op
dat de overheid zo ook meedeelt in een eventueel              Wet- en regelgeving
commercieel succes van de innovatie. Mazzucato
laat zien hoe bijvoorbeeld met publieke investerin-           De overheid kan de onzekerheid voor financiers ook
gen de verschillende technologieën zijn ontwikkeld            verminderen door richting te geven middels niet-fi-
die het bedrijf Apple vervolgens slim combineerde             nanciële instrumenten, zoals via wet- en regelge-
in de iPhone.                                                 ving en door het stellen van heldere doelen voor de
                                                              korte-, middellange- en lange termijn. Dat gebeurt
                                                              nu bijvoorbeeld door het stellen van eisen aan de
                                                              energielabels van vastgoed. Daar spelen financiële
                                                              instellingen op in.
     ADEME: FRANS
     PUBLIEK FONDS VOOR
     AFVALPROJECTEN

     Het Franse agentschap voor milieu en
     energiemanagement (ADEME) heeft                               ZURE REGEN EN HET GAT
     een speciaal afvalfonds (Fonds Déchet)                        IN DE OZONLAAG
     opgezet dat afval-gerelateerde projec-
     ten financiert. Het fonds had €196 mil-                       In de jaren ’80 waren belangrijke mili-
     joen in beheer in 2016.*                                      euproblemen de verzuring van bodem
                                                                   en bossen (‘zure regen’) en het dunner
     *
         http://www.ademe.fr/expertises/economie-circulaire        worden van de beschermende ozon-
                                                                   laag (‘gat in de ozonlaag’). Hieraan ten
                                                                   grondslag lag de emissie van zwavel-
                                                                   dioxide, stikstofoxiden en ammoniak
Nederland was tot voor kort een van de weinige Eu-                 (zure regen) en chloorfluorkoolstofver-
ropese landen zonder een nationale publieke inves-                 bindingen (CFK) (ozonlaag). Via Euro-
teringsinstelling (Oliver Wyman en De Brauw Black-                 pees beleid werden kolencentrales
stone Westbroek 2016). Wel kent Nederland diverse                  verplicht het rookgas te ontzwavelen,
regionale ontwikkelingsmaatschappijen. Begin dit                   auto’s voorzien van een katalysator en
jaar is echter besloten tot de verdere doorontwik-                 moesten boeren de mest voortaan in
keling van het Nederlands Investerings Agentschap                  de grond injecteren. CFK’s werden in de
(NIA) tot InvestNL. In het regeerakkoord Rutte III is              ban gedaan via een wereldwijd verbod,
aangekondigd dat de oprichting van InvestNL wordt                  het Montreal akkoord (PBL 2010; Com-
doorgezet en dat hiervoor 2,5 miljard euro beschik-                pendium voor de Leefomgeving 2011).
baar is als eigen vermogen (Regeerakkoord 2017).
Dit zou mogelijkheden kunnen bieden voor het risi-
codragend meefinancieren van circulaire bedrijven.

11 https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/seed-capital

                                                                                                                      17
MINIMALE                                                    DUITS FEED-IN TARIEF
           GARANTIEPERIODES IN                                         VOOR DUURZAME
           FRANKRIJK                                                   ENERGIE BIEDT
                                                                       ZEKERHEID
           In Frankrijk definieert de ‘Energie Tran-
           sitie voor Groene Groei Wet’ (Loi rela-                     Het Duitse feed-in tarief voor duurzame
           tive à la transition énergétique pour                       energie, is een bij wet geregelde vergoe-
           la croissance verte) doelen om afval                        dingsstructuur voor duurzame energie.
           te reduceren. In deze wet staan straf-                      Omdat de kosten van het opwekken van
           fen voor het ontwerpen van producten                        energie uit duurzame bronnen hoger
           voor ‘planned obsolescence’. Vergrij-                       liggen dan die uit fossiele brandstof-
           pen kunnen rekenen op een gevange-                          fen, is het feed-in-tarief hoger dan de
           nisstraf van maximaal twee jaar en                          marktprijs van grijze energie. De kosten
           boetes tot €300.000. Ook worden spe-                        worden gespreid over alle afnemers.*
           cifieke regels gesteld voor minimale                        Duitsland werkt met een vast tarief dat
           garantieperiodes.*                                          onafhankelijk is van de elektriciteit-
                                                                       sprijs. Een vast tarief geeft meer zeker-
           *
            Articles L. 441-2 and L. 454-6 of the French
           Consumer Code. Note that there are specific                 heid aan ondernemers en kan tevens
           sanctions for legal entities.                               zorgen voor gunstige financieringsvoor-
                                                                       waarden (Lensink, van Tilburg, Mozaffa-
                                                                       rian, Cleijne 2008).

                                                                       *https://nl.wikipedia.org/wiki/Terugleververgoeding

           VERPLICHTE
           ENERGIEBESPARING IN                                    die wordt uitgekeerd dient dan het verschil in kosten
           NEDERLAND                                              van hernieuwbare productie ten opzichte van de ge-
                                                                  middelde groothandelselektriciteitsprijs te dekken.
           In Nederland is het verplicht om ener-                 Deze premievariant is meer in lijn met de liberalise-
           giebesparende investeringen te doen                    ring van de elektriciteitsmarkt dan het vaste tarief,
           als deze een terugverdientijd hebben                   omdat er geen prijsverschil ontstaat voor duurza-
           van minder dan 5 jaar. Dergelijke regels               me elektriciteit ten opzichte van ‘grijze stroom’. Er
           zijn echter slechts effectief als ze ook               bestaan ook op hoeveelheid gebaseerde systemen,
           adequaat gehandhaafd worden.                           waarbij een leverancier verplicht wordt een deel van
                                                                  zijn geproduceerde elektriciteit uit hernieuwbare
                                                                  bronnen te laten bestaan. Dergelijke systemen wor-
                                                                  den gehanteerd in het VK en België (Lensink, van Til-
      Naast een verbod (op termijn) kan de overheid ook
                                                                  burg, Mozaffarian, Cleijne 2008).
      voorwaarden stellen aan producteigenschappen,
      zoals minimale kwaliteitseisen bijvoorbeeld voor de         Inkoop
      levensduur. Tevens kan de overheid voorwaarden
      stellen aan het proces, zoals het nemen van koste-          Via haar inkoop kan de overheid eisen stellen op
      neffectieve maatregelen.                                    circulair gebied. Zo kan de overheid nieuwe be-
                                                                  drijfsmodellen een kans geven en het bijbehorend
      De overheid kan onzekerheid wegnemen door prijs-            marktrisico voor private investeerders verlagen. De
      zekerheid te bieden middels wet- en regelgeving. Dat        moeilijkheid hierbij is het omschrijven van de op-
      kan via een feed-in systeem met een vast tarief, zoals      dracht en het beoordelen van de offertes. Hier is
      gehanteerd in Duitsland (zie kader).                        een kennis-asymmetrie tussen het bedrijf, dat meer
                                                                  weet over de kosten en de effectiviteit van het pro-
      Een feed-in systeem kan ook worden vormgege-                ject, en de overheid. Bedrijven kunnen een prikkel
      ven via een premie die een aanvulling vormt op de           hebben om de kosten vooraf laag in te schatten en
      stroomprijs. Deze premie kan flexibel zijn en afhan-        na gunning van het contract met noodzakelijke aan-
      gen van de geraamde productiekosten. De premie              passingskosten te komen (CPB 2016).

 18

18                                             FINANCIËLE BELEIDSINTERVENTIES VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE
Vous pouvez aussi lire