FINANCIËLE BELEIDSINTERVENTIES VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE - Rens van Tilburg - Elisa Achterberg - Arnoud Boot Januari 2018
←
→
Transcription du contenu de la page
Si votre navigateur ne rend pas la page correctement, lisez s'il vous plaît le contenu de la page ci-dessous
FINANCIËLE BELEIDSINTERVENTIES VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE Rens van Tilburg - Elisa Achterberg - Arnoud Boot Januari 2018
SAMENVATTING De overgang naar een circulaire economie is een Vanuit economisch oogpunt heeft het beprijzen van urgente maatschappelijke opgave. De Nederlandse externaliteiten de voorkeur; het beprijzen van de nu overheid heeft zichzelf hiervoor ambitieuze doelen ongeprijsde kosten die de winning en verwerking van gesteld: een volledig circulaire economie in 2050 en grondstoffen, en afval veroorzaken. Dat kan groten- een halvering van het gebruik van nieuwe grondstof- deels door het verhogen van bestaande belastingen, fen in 2030. zoals afvalstoffen- en energiebelasting. Op termijn is ook een internationaal systeem van verhandelbare Er zijn echter verschillende knelpunten die deze tran- rechten mogelijk. sitie afremmen en maken dat er minder financiering voor circulaire innovaties beschikbaar komt dan van- Een andere mogelijkheid is om activiteiten met po- uit maatschappelijk oogpunt wenselijk is: sitieve externaliteiten te subsidiëren. Dit doen de instrumenten van innovatie- en transitiebeleid. Deze 1. Externaliteiten. Producenten en gebruikers van kunnen meer op de praktijk van circulaire innovaties niet-circulaire producten betalen niet de volledige worden toegesneden. Het instrument van de prijs- prijs voor de kosten die zij veroorzaken; vraag leent zich ook goed om innovatieve doorbra- 2. Innovatierisico’s en -spillovers. Bij vernieuwingen ken uit te lokken. De overheid kan tevens haar aan- doen zich risico’s voor waar financiers relatief zienlijke inkoopmacht meer gebruiken en door het slecht zicht op hebben. Daarnaast kunnen on- stellen van standaarden en via wet- en regelgeving dernemers zich niet alle voordelen van innovaties richting geven aan marktpartijen en zo de onzeker- toe-eigenen; heid voor financiers verlagen. Met de oprichting van InvestNL krijgt Nederland een publieke investerings- 3. Transitierisico’s en coördinatieproblemen. De instelling. Ook dit kan een instrument worden om de verder verhoogde risico’s van systeeminnovaties circulaire doelstellingen te bereiken. waarbij veel partijen van elkaar afhankelijk zijn; 4. Kennisgebrek en verkeerde prikkels in de finan- Tot slot is het belangrijk de financiële sector zelf te ciële sector. De financiële professionals moeten erkennen als een onmisbaar onderdeel van het in- de nieuwe circulaire technieken, producten, dien- novatiesysteem. De financiële professionals, ook die sten en bedrijfsmodellen doorgronden en zich binnen bedrijven, bepalen mede welke investeringen daaraan aanpassen. Daarbij heeft de financiële wel en welke niet gerealiseerd worden. Het is cruci- sector een eigen dynamiek met prikkels die kun- aal dat zij hierbij voldoende kennis hebben van de nen leiden tot een te korte-termijn blik. circulaire transitie. De laatste jaren neemt hun maat- schappelijke oriëntatie toe, maar dit is een nog prille De overheid kan deze knelpunten met het haar ter ontwikkeling. Een ontwikkeling die de overheid kan beschikking staande (financiële) instrumentarium stimuleren via kennisontwikkeling en -verspreiding (deels) verhelpen. Daarbij is er niet één knop waar- van gebruiksmodellen, circulaire kansen en lineaire aan de overheid kan draaien om het maatschappelijk risico’s. Via wet- en regelgeving kan de financiële sec- optimum te bereiken. In de praktijk zal de overheid tor meer op de lange termijn gericht worden. meerdere verschillende interventies moeten over- wegen, waarbij zij tevens haar eigen tekortkomingen moet onderkennen. In deze notitie identificeren we mogelijk kansrijke rollen voor de Nederlandse overheid. Rollen, die mo- menteel niet, of slechts ten dele, worden vervuld. We doen dat op basis van economische inzichten, en door te kijken naar ervaringen in het buitenland en met de energietransitie in Nederland. We doen geen uitspraak over de wenselijkheid van specifieke instrumenten. Wel identificeren we onderzoeksvra- gen die beantwoord moeten worden om tot concrete beleidsaanbevelingen te komen. 2 2 FINANCIËLE BELEIDSINTERVENTIES VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE
INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING 2 INHOUDSOPGAVE 3 1 - INLEIDING 4 2 - DE TRANSITIE NAAR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE 5 3 - MOGELIJKE EN GEBRUIKTE BELEIDSINSTRUMENTEN 12 4 - MOGELIJK NIEUWE ROLLEN VAN DE NEDERLANDSE OVERHEID 23 BIBLIOGRAFIE 30 LIJST MET AFKORTINGEN 32 COLOFON 33 3
1. INLEIDING Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) coördineert met het ministerie van Economi- sche Zaken en Klimaat (EZK) het Rijksbrede Program- ma ‘Nederland Circulair in 2050’. Voor de nadere uit- werking hiervan is behoefte aan een overzicht van mogelijke financiële beleidsinterventies. Het Sustainable Finance Lab en Circle Economy heb- ben ruime ervaring met praktijkgericht onderzoek naar de financiële aspecten van de circulaire econo- mie (Fischer en Achterberg 2016; Achterberg en van Tilburg 2016; FinanCE working group 2016). In dit rap- port, geschreven op verzoek en met financiële steun van het ministerie van I&W, geven wij een overzicht van de verschillende financiële interventies die de overheid tot haar beschikking heeft. Het betreft hier nadrukkelijk een eerste verkenning. We schetsen veelbelovende richtingen en identifice- ren vragen die nader onderzoek verdienen om tot concrete beleidsaanbevelingen te komen. Het rapport is als volgt opgebouwd: • Hoofdstuk 2 kijkt naar de circulaire transitie. We bespreken wat de circulaire economie is, wat de relevantie daarvan is voor Nederland en voor welke opgave dit ons stelt. Tot slot bespreken we knelpunten in de circulaire transitie en de finan- ciering daarvan. • Hoofdstuk 3 bespreekt het instrumentarium dat de overheid tot haar beschikking heeft. We illus- treren dit met voorbeelden van circulair- en ener- giebeleid uit het buitenland en Nederland. Ten- slotte beschrijven we wat er al aan circulair beleid wordt ingezet in Nederland. • Hoofdstuk 4 bespreekt wat Nederland nog niet doet of meer kan doen, en de belangrijkste voor- en nadelen hiervan. Tenslotte bespreken we on- derzoeksvragen die beantwoord moeten worden om te komen tot concrete beleidsaanbevelingen. 4 4 FINANCIËLE BELEIDSINTERVENTIES VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE
2. DE TRANSITIE NAAR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE door het hergebruiken, repareren, re-furbishen, DE CIRCULAIRE TRANSITIE re-manufacturen en uiteindelijk recyclen van produc- ten (Achterberg, Hinfelaar en Bocken 2016). De exponentiële groei van menselijke activiteiten – het verbruik van energie en materialen en de ef- Voorwaarde om dit in een markteconomie te kunnen fecten daarvan – zet onze ecosystemen onder druk doen is dat het toevoegen van waarde aan gebruik- (Rockström e.a. 2009). Om tot een duurzaam gebruik te grondstoffen minder kost dan het maken van een van materialen en energie te komen is een drastische product uit nieuwe (virgin) grondstoffen. Daar ont- trendbreuk nodig, zoals Figuur 1 illustreert. De gap breekt het momenteel veelal aan. Dat komt doordat geeft het verschil weer tussen het gewenste duurza- het huidige beleid de lineaire ‘wegwerp’ economie me niveau en het verwachte materiaalgebruik als we bevoordeelt door negatieve (externe) effecten van de huidige trend doorzetten (‘business as usual’). lineaire bedrijfsactiviteiten niet te beprijzen. De circulaire economie staat voor een nieuwe eco- Niet alleen vanuit een duurzaamheids- en milieuper- nomische rationale waarin economisch- en bedrijfs- spectief biedt de circulaire economie kansen. Dat succes onafhankelijk wordt van de extractie van doet deze ook vanuit een bedrijfs-rationale. Circulai- grondstoffen en vervuiling. Dit wordt bereikt door re bedrijfsmodellen bieden lagere kosten en nieuwe de toegevoegde waarde in producten en materialen afzetmarkten en inkomsten (Burckart en Butter- optimaal te benutten en waarde vernietiging te mini- worth 2017; FinanCE working group 2016; Fischer en maliseren (Ellen MacArthur Foundation 2012, 2013). Achterberg 2016). In Figuur 3 is duidelijk te zien dat In Figuur 2 illustreert de Value Hill (links) hoe in het grondstoffenprijzen hard zijn gestegen sinds 2000 en huidige lineaire systeem waarde vernietiging plaats- een enorme volatiliteit laten zien. Circulaire bedrijfs- vindt door het omzetten van grondstoffen in produc- modellen mitigeren het risico dat hiermee gepaard ten die aan het einde van hun levensduur worden gaat, doordat circulaire bedrijven niet meer afhanke- vernietigd. In de circulaire economie (rechts) wordt lijk zijn van ruwe grondstoffen. de toegevoegde waarde in producten beter benut Figuur 1 Materiaal extractie sinds de industriële revolutie. Voorspelde BBP Bruto Binnenlands Product Materiaal 45 biljoen (1012) dollar extractie Business Materiaal extractie as usual 60 miljard (109) ton Ertsen en industriële mineralen Fossiele brandstof dragers Delfstoffen voor de bouw Biomassa GAP Materiaal extractie gewenst 00’ 201 Toe s 6 kom st Bron: UNEP (2011), bewerkt 5
Figuur 2 De lineaire en de circulaire Value Hill. user reparatie/onderhoud WAARDE WAARDE WAARDE WAARDE TOEVOEGEN VERNIETIGEN TOEVOEGEN BEHOUDEN retail retail hergebruik/herdistributie refurbish assemblage assemblage her-fabricage fabricage fabricage recycle extractie extractie VOOR GEBRUIK GEBRUIK NA GEBRUIK VOOR GEBRUIK GEBRUIK NA GEBRUIK Bron: Achterberg, Hinfelaar en Bocken (2016) Figuur 3 Grondstoffenprijzen. WO1 Olie crisis van 1973 WO2 Na-oorlogse depressie Crisis van de jaren 30 1900 1920 1940 1960 1980 2000 2011 Bron: World Bank, IMF, OECD, FAO, aangepast Dit vergt echter wel een andere manier van bedrijfs- • Netwerkorganisatie: de coördinatie en or- voering. De grootste uitdagingen zijn het behouden ganisatie van bijbehorende processen en van de controle over grondstoffen en van de toege- activiteiten. voegde waarde (FinanCE working group 2016; Fischer en Achterberg 2016). Nieuwe bedrijfsstrategieën Een overzicht van deze bedrijfsactiviteiten wordt in worden hiervoor ontwikkeld (Achterberg, Hinfelaar Figuur 4 gegeven. Vanuit circulair oogpunt is een be- en Bocken 2016): drijfsmodel waarbij alle fases uit de Value Hill verbon- den worden en prikkels integraal worden gelegd op- • Circulair ontwerp: het ontwerpen van pro- timaal. Het ‘gebruiksmodel’ (‘Product-as-a-service’) is ducten en materialen voor circulariteit; daarvan een voorbeeld. Daarbij wordt betaald voor • Optimaal gebruik: het optimaliseren en ver- gebruik in plaats van bezit. Het gebruiksmodel vormt lengen van gebruiksduur; een hoeksteen van de circulaire economie. Het prik- kelt alle ketenpartners om samen te werken bij het • Waardebehoud: het terugwinnen en herge- ontwerpen, terugnemen, verwerken en hergebrui- bruiken van waarde in producten; 6 6 FINANCIËLE BELEIDSINTERVENTIES VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE
Figuur 4 Bedrijfsactiviteiten in pre-, in- en post-gebruiksfasen op de Value Hill. OPTIMAAL GEBRUIK Product als Dienst Levensduur Verlenging Reparatie & Onderhoud Deelplatforms reparatie/onderhoud WAARDE WAARDE TOEVOEGEN BEHOUDEN WAARDEBEHOUD CIRCULAIR ONTWERP retail hergebruik/herdistributie Tweedehands verkoper Product Ontwerp Refurbisher (Hersteller, opknapper?) refurbish Circulaire Materialen assemblage Teruggewonnen materiaal Verkoper Klassiek Duurzaam Recycler her-fabricage fabricage recycle extractie NETWERKORGANISATIE Waarde mgt / Proces Ontwerp / Traceer faciliteit / Logistiek Bron: Achterberg, Hinfelaar en Bocken (2016) ken van producten (Fischer en Achterberg 2016; Ach- fecten. Zo wordt de economische rationale gelijkge- terberg en van Tilburg 2016). steld aan het opereren binnen de grenzen van onze planeet. Deze nieuwe circulaire bedrijfsactiviteiten Dergelijke bedrijfsmodellen zijn niet nieuw: het kennen ook risico’s, maar het niet veranderen en de leasen van auto’s en grote bedrijfsmachines is ge- lineaire risico’s verder laten toenemen is mogelijk bruikelijk. Circulaire gebruiksmodellen onderschei- een nog veel groter risico. den zich echter van traditionele leaseconcepten, omdat ze gericht zijn op het behouden van controle RELEVANTIE EN OPGAVE VOOR en verantwoordelijkheid op de producten, compo- NEDERLAND nenten en materialen. Traditionele leaseconcepten zijn veelal gebaseerd op “koop-op-afbetaling”. Met Voor de EU biedt de circulaire economie meer onaf- andere woorden, huur of lease op zich zijn geen hankelijkheid van schaarse en ruwe grondstoffen, die circulaire modellen. Echter, in combinatie met alle alleen op een beperkt aantal plaatsen op de wereld andere circulaire activiteiten op de Value Hill, zoals beschikbaar zijn. Nederland, als land met beperkte modulair ontwerp, producten terugwinnen, her- natuurlijke grondstoffen, heeft hierbij groot belang. gebruiken en lange termijn verantwoordelijkheid, kunnen deze structuren belangrijk zijn om de tran- Maar ook de potentie van de circulaire economie sitie te maken naar een circulaire economie. Het voor het halen van de Parijs-doelen onderschrijven innovatieve van deze circulaire bedrijfsmodel-in- de relevantie van deze transitie voor de Nederlandse novaties is dat deze zich verder uitstrekken naar en Europese economie. De helft van de wereldwijde geheel andere activiteiten en producten, zoals spij- uitstoot van broeikasgassen is gerelateerd aan het kerbroeken, elektronica en minder kapitaalinten- gebruik van grondstoffen (Circle Economy en Ecofys sieve gebruiksvoorwerpen (Fischer en Achterberg 2016). Het regeerakkoord laat een grote ambitie zien 2016; Achterberg en van Tilburg 2016). op het gebied van klimaatbeheersing tot 2030. Als onderdeel van de klimaatopgave zullen de afspraken Investeringen in circulaire bedrijfsactiviteiten gene- uit het Rijksbrede programma circulaire economie reren waarde door grondstoffen optimaal te (her) en de transitieagenda’s uit het Grondstoffenakkoord gebruiken met zo min mogelijk negatieve externe ef- worden uitgevoerd (Regeerakkoord 2017). 7
Klimaatmaatregelen en grondstoffenefficiëntie gaan Betere toegang tot financiering kan de transitie naar overigens niet per se hand in hand. Het gebruik van een circulaire economie versnellen. Dit wordt ook be- circulaire verpakkingen kan leiden tot extra energie- vestigd door de Ellen MacArthur Foundation, die een verbruik door recycling. Bij duurzame energie-instal- investeringsbehoefte van €97 miljard per jaar in de laties wordt nog maar beperkt rekening gehouden Europese circulaire economie voorziet voor de sec- met de circulariteit van de grondstoffen in deze in- toren voedsel, mobiliteit en de gebouwde omgeving stallaties. Spanning tussen circulaire economie- en (samen goed voor 80% van het grondstoffengebruik energiebeleid is er ook rondom de subsidie voor bio- in Europa). Van deze investeringen is €61 miljard massa bijstook, het verbranden van afval en hout. nodig voor het voortzetten van de huidige circulai- Recycling of hergebruik wordt hierdoor minder aan- re ontwikkelingen en nog eens €36 miljard voor zo- trekkelijk. Voor een circulaire economie is het van genaamde ‘new wave’ investeringen; voornamelijk belang dat biomassa eerst maximaal als grondstof R&D en publieke investeringen in infrastructuur ter wordt ingezet en uiteindelijk, pas in de laatste fase, ondersteuning van de circulaire economie (Ellen Ma- energetisch wordt ingezet. cArthur Foundation 2017). Naast de positieve invloed van de circulaire econo- Oliver Wyman (2017) heeft becijferd dat in Neder- mie op het klimaat is zij een aanjager voor werkgele- land circulaire startups in de komende vijf jaar een genheid en economische groei. Oliver Wyman (2017) behoefte hebben aan risicokapitaal van zo’n €400- verwacht een substantiële bijdrage aan het Bruto Bin- 500 miljoen. Dit groeit in de periode 2027-2030 nenlands Product (BBP) van €6 tot €30 miljard. Op dit verder tot een totaal van €1.75-2 miljard. Met name moment zijn er al 810.000 circulaire banen in Neder- deze startups worden belemmerd door de afwezig- land (Circle Economy en Ehero 2017). In deze schatting heid van voldoende risicodragend kapitaal. Verwacht worden naast directe circulaire banen, die circulaire wordt dat slechts in een gedeelte van deze behoefte kernactiviteiten zoals refurbishing uitvoeren, ook indi- zal worden voorzien door marktpartijen, met een gat recte circulaire banen meegenomen, die bijvoorbeeld tussen vraag en aanbod van zo’n €150-200 miljoen de circulaire economie ondersteunen. Dit kunnen er voor de komende vijf jaar. in de toekomst nog veel meer worden, want een eco- nomie van repareren en hergebruiken zorgt voor veel Het onderzoek van Oliver Wyman (2017) suggereert werkgelegenheid. Rabobank (2015) schat een creatie daarmee dat de vraag van circulaire bedrijven naar van banen in Nederland tussen de 14.000 en 83.000 (overheids-) financiering en venture capital groter is tot 2030. TNO (2013) schat deze banengroei op 54.000 dan het aanbod van (publieke of private) fondsen. banen. Deze schattingen zijn gebaseerd op een en- Daarom exploreren bedrijven ook alternatieve finan- gere definitie die met name gebaseerd zijn op directe cieringsbronnen, zoals bankfinanciering en crowd- circulaire banen (hergebruik van producten, herge- funding. Maar deze bronnen kunnen moeilijk voor- bruik van componenten, reparatie en recycling). Hierin zien in risicodragend vermogen. liggen met name kansen voor lager- en middelbaar opgeleid personeel, bijvoorbeeld in de maakindustrie, maar ook voor hoogopgeleid technisch personeel, zo- als in IT of bij refurbishment van medische apparatuur CIRCULARITY CAPITAL (Circle Economy en Ehero 2017). Circularity Capital is een bestaande pri- Tenslotte heeft Nederland de positie om koploper te vate equity investeerder. Circularity Cap- worden in een nieuwe maakindustrie, met een na- ital investeert in circulair MKB in Europa druk op bijvoorbeeld export van gerecyclede goede- met een investeringsbehoefte van tus- ren en kennis over de circulaire problematiek. sen de £1 en £5 miljoen. Onlangs deed het haar eerste investering in Winnow, De overgang naar een circulaire economie is een een bedrijf dat grote cateraars helpt om innovatie- en transitievraagstuk; het vergt vernieu- voedselverspilling terug te dringen. wing van economische producten en processen. Fi- nanciering is een belangrijke voorwaarde voor inno- vatie en transitie. De beschikbaarheid van financiële instituties, publiek of privaat, om de verschillende KNELPUNTEN fasen van innovatie te financieren is dan ook een onderdeel van het innovatiesysteem (van Tilburg Hoewel de transitie naar een circulaire economie 2009; Polzin 2016). noodzakelijk is en Nederland tal van kansen biedt is het geen vanzelfsprekendheid dat deze gerealiseerd 8 8 FINANCIËLE BELEIDSINTERVENTIES VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE
wordt. Verschillende knelpunten doen zich voor, wel wordt aangewend voor de juiste zaken (‘moral ha- deels van financiële aard. In dit rapport staan de fi- zard’). Door deze complicaties, eigen aan elke finan- nanciële aspecten van de transitie naar een circulaire ciële overeenkomst, maar des te sterker aanwezig bij economie centraal. Dat betekent dat we kijken naar innovatieve ondernemingen, kan er minder financie- specifieke knelpunten waardoor onvoldoende finan- ring ter beschikking komen dan vanuit maatschappe- ciering loskomt voor de circulaire economie. lijk oogpunt wenselijk is. Externaliteiten Daarnaast kunnen kennisspillovers ontstaan bij in- novaties. Als een bedrijf succesvol innoveert hebben Voor innovaties die tot een betere milieuprestatie ook andere partijen hier voordeel van. Zij kunnen leiden is veelal een probleem dat deze onvoldoende vergelijkbare producten en diensten op de markt rendement oplevert in de huidige markt. Dat kan ko- brengen. Dat kunnen ze mogelijk zelfs goedkoper men doordat niet de vervuiler opdraait voor de kos- omdat ze niet de ontwikkelingskosten hoeven terug ten omdat deze kosten worden afgewenteld op het te verdienen die de pionier heeft gemaakt. Ook deze collectief. De negatieve effecten op het milieu wor- kennisspillovers kunnen ervoor zorgen dat bedrijven den niet of onvoldoende geprijsd. Deze zogenaamde minder investeren in innovatie dan maatschappelijk ‘externaliteiten’ zijn wel degelijk echte kosten waar gezien optimaal is. een prijs voor moet worden betaald, bijvoorbeeld die van het later moeten opruimen van de leefomgeving Er is met name sprake van financieringsknelpunten (afval), de hogere uitgaven voor gezondheidszorg of bij hoogtechnologische innovaties bij de volgen- het moeten bouwen van hogere dijken. De rekening de circulaire bedrijfsstrategieën (FinanCE working hiervoor komt nu niet terecht bij de vervuiler. Uit de group 2016; Fischer en Achterberg 2016): recente studie van PBL (2017) is gebleken dat maar liefst 55% van het totale gebruik van energie niet 1. Waarde behouden (grondstoffen terugwinnen en wordt belast. De productie van materialen en half- hergebruiken zoals rondom afval- en recycling fabricaten levert Nederland jaarlijks een schadepost technologieën); op van 7 miljard euro (PBL 2017). Zouden deze maat- 2. Circulair Ontwerpen (materiaal- en productinno- schappelijke kosten wel een prijs hebben, dan zou- vaties). den veel milieu-innovaties niet als duurder worden gezien, maar juist goedkoper. Door het bestaan van Transitierisico’s en deze externaliteiten wordt op het niveau van indivi- coördinatieproblemen duen, bedrijven en landen afzonderlijk de aanname dat grondstoffen en energie oneindig voorhanden De hierboven besproken complicaties bij de finan- zijn, niet gelogenstraft. ciering van innovaties kunnen zich al voordoen bij incrementele innovaties binnen een enkel bedrijf. Innovatierisico en -spillovers Bij een veelomvattende transformatie van de eco- nomie, zoals een systeeminnovatie als de transitie Voor de transitie naar een circulaire economie is in- naar een circulaire economie, doen deze problemen novatie onontbeerlijk; nieuwe circulaire producten zich in versterkte mate voor. en diensten moeten in de markt gezet worden. Het financieren van innovatie kent enkele vanuit de lite- Vooral is er een coördinatieprobleem omdat niet ratuur welbekende knelpunten. slechts één onderneming zijn producten en proces- sen moet aanpassen, maar hele ketens dat moeten Zo kunnen financiers van innovatieve ondernemin- doen. Dit vereist een hoge mate van afstemming gen lastiger de winstgevendheid inschatten. Het gaat tussen bedrijven, consumenten, toezichthouders, bij innovatie immers per definitie om nieuwe pro- regelgevers en financiers. ducten, processen, diensten of markten. Daardoor is de inherente kennisachterstand van de financier ten Daarbij zijn er vaak verschillende (elkaar uitsluiten- opzichte van de ondernemer (kennisasymmetrie) bij de) mogelijkheden om de circulariteit te vergroten. innovatie groter. Financiers moeten daar in hun fi- Daardoor bestaat het gevaar dat geen partij een eer- nancieringsvoorwaarden rekening mee houden. Het ste stap durft te zetten. Vanuit de financiële sector onvoldoende kunnen scheiden van het kaf van het wordt dan ook vaak aangegeven dat zij het risico te koren betekent dat juist voor de betere ondernemers groot vindt om op het verkeerde paard te wedden. de financieringsvoorwaarden relatief onaantrekke- lijk zijn (‘adverse- of negatieve risicoselectie’). Ook is Om deze systeemveranderingen te organiseren het voor de financier lastig te controleren of het geld worden nieuwe organisatiemodellen beproefd om 9
informatiestromen, geldstromen en materiaalstro- doordat de overheid nog geen vergelijkbaar geloof- men de juiste prikkels mee te geven. Een voorbeeld waardig commitment heeft afgegeven als bij bijvoor- hiervan zijn de hiervoor besproken gebruiksmodel- beeld de uitstoot van broeikasgassen om de ver- len. Dergelijke modellen zijn complex, en vergen een vuiling te gaan beprijzen. Maar het kan ook komen hoge mate van coördinatie. Van productontwerp, doordat de financiële sector onvoldoende de duur- tot assemblage tot retail en terugname, kortom de zaamheidsaspecten van bedrijven betrekt bij haar gehele keten, moet afgestemd zijn op het circuleren financieringsbesluiten. van materialen. Ook beslisgedrag van consumen- ten moet soms worden aangepast. Bovendien gaat Ook in de financiële sector zelf kunnen zich knelpun- het hier veelal om kleine bedragen per transactie, ten voordoen. Dat kan zijn een gebrek aan kennis betaald door een grote groep gebruikers. Dezelfde van de circulaire economie onder financiële professi- middelen moeten vervolgens verdeeld worden over onals. Hierdoor kan de financiële sector minder aan- een grote groep belanghebbenden (ketenpartners passingsvermogen hebben dan vanuit maatschap- en afnemers). Dit vergroot de noodzaak voor het pelijk oogpunt wenselijk is, en daardoor zelf een verlagen van transactiekosten. Technologische ont- knelpunt worden in de circulaire transitie. wikkelingen op het gebied van ICT, ‘Internet of Things’ en bijvoorbeeld blockchain technologie bieden mo- Zo is voor het financieren van circulaire gebruiksmo- gelijkheden hiervoor, maar kennen elk hun ontwik- dellen een andere kijk op financieel risico nodig (Ach- kelingskosten- en risico’s. terberg en van Tilburg 2016; Fischer en Achterberg 2016). Gebruiksmodellen hebben een andere ver- Kortom, in de transitie om te komen tot goed wer- dienstructuur; kasstromen worden over langere tijd kende gebruiksmodellen, de bedrijfsvorm waarbij verdeeld, waardoor de terugbetaaltijd van de inves- de prikkels en coördinatie in de keten vanuit circulair tering langer wordt en de behoefte aan werkkapitaal oogpunt integraal geoptimaliseerd worden, doet zich dus groter. Daardoor nemen de marges op de korte tevens het grootste coördinatieprobleem voor. termijn af. Ook de waarde en aard van het onder- pand is veelal anders. Niet alleen is deze vaak minder Kennisgebrek en verkeerde prikkels in kapitaalintensief (denk aan spijkerbroeken in plaats de financiële sector van vorkheftrucks), maar ook illiquide (minder snel verkoopbaar) met moeilijk te bepalen restwaarde. De financiële sector kijkt naar haar aard vooruit; Bovendien zorgt de verschuiving van eigendom naar de waarde van financiële bezittingen (assets) is im- de producent ervoor dat de balans van de producent mers afhankelijk van de opbrengsten (cash flows) of dienstenaanbieder blijft groeien. Ook dat leidt tot in de toekomst. Daarbij zijn vele factoren van be- een extra kapitaalbehoefte. Tenslotte worden (lange lang die uiteindelijk de financiële opbrengsten be- termijn) relaties met klanten en ketenpartners vorm- palen. De impact van de circulaire transitie kan in gegeven via looptijdcontracten, wat leidt tot hogere principe ‘gewoon’ in de huidige financiële modellen kosten voor debiteurenbeheer en complexere ke- worden meegenomen, zeker als de externaliteiten tens en verdienmodellen. (op termijn) worden ingeprijsd. Circulaire bedrijven verdienen bijvoorbeeld een financieringsvoordeel Aan de andere kant bieden deze bedrijfsmodellen vanwege de lagere blootstelling aan risico’s zoals volop kansen tot kostenreductie, stabiliteit en een de volatiliteit van grondstoffenprijzen en het uitein- meer integrale optimalisatie. Zekerheden kunnen delijk zelfs opraken van grondstoffen. Daarnaast gevonden worden in langlopende contracten en lopen ze minder risico voor het (uiteindelijk) inge- kasstromen, terugkoopgaranties en waarde uit een prijsd worden van externaliteiten. tweede- of derde leven voor producten. Met het gebruik van track and trace data kunnen ook zeker- Ook al is de schaarste nu nog niet voelbaar, dan nog heden worden verkregen; daarmee is bijvoorbeeld kunnen bedrijven en financiers daar wel al rekening inzicht te krijgen in het gebruik van producten en mee houden. Zo nemen bijvoorbeeld veel energie-in- afstemming van onderhoud en reparatie daarop. tensieve bedrijven en hun financiers bij investerin- Naast andere risicomodellen vergt dit echter ook het gen een CO2-prijs mee in hun berekeningen, die vele ontwikkelen van methodes voor balanswaardering malen hoger ligt dan de nu geldende. Dit vanuit de van langdurig circulair assetmanagement (Fischer en verwachting dat in de (nabije) toekomst een dergelij- Achterberg 2016; Achterberg en van Tilburg 2016; Fi- ke prijs tot stand zal komen. scher, Achterberg en Ballester 2018). Een dergelijke schaduwprijs voor grondstofverbruik Een ander mogelijk financieel knelpunt is de kor- en vervuiling is nog niet gangbaar. Dat kan komen te-termijn gerichtheid van de financiële sector (Bar- 10 10 FINANCIËLE BELEIDSINTERVENTIES VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE
ton en Wiseman 2014; Achterberg en van Tilburg (de vermogensbeheerder) afgerekend op het ren- 2016; van Tilburg, Demmers en Remmers 2016). dement op de korte termijn. Dit is een zogenaamd Waar de uiteindelijke bezitter van kapitaal (bijvoor- principal-agent probleem, dat wordt veroorzaakt beeld iemand die spaart voor zijn pensioen) geïnte- door onbedoelde (perverse) effecten in de contrac- resseerd is in een rendement op de lange termijn, tering tussen opdrachtgever en uitvoerder. wordt degene die het geld daadwerkelijk belegt Tabel 1 Overzicht van knelpunten Knelpunten Externaliteiten - Vervuiling heeft vaak nog geen prijs of een te lage, waardoor er onvoldoende marktprikkels zijn voor betere milieuprestaties van circulaire initiatieven. Innovatierisico en -spillovers - Risico en rendement van innovatie is lastig in te schatten voor financiers (kennisasymmetrie, adverse risi- co-selectie en moral hazard) - Innovatieve ondernemers kunnen zich niet alle voordelen van innovaties toe-eigenen Transitierisico’s en coördinatieproblemen - Nieuwe circulaire bedrijfsmodellen vereisen een systeemverandering en daarmee coördinatie tussen veel verschillende partijen Kennisgebrek en verkeerde prikkels in de financiële sector - Beperkte kennis van circulaire economie - Prikkels die aanzetten tot korte termijn blik 11
3. MOGELIJKE EN GEBRUIKTE BELEIDSINSTRUMENTEN We hebben gezien dat de circulaire economie een kennis, overgevoeligheid voor specifieke belangen- oplossing biedt voor problemen van eindige grond- groepen en traagheid van besluitvorming. Hierdoor stoffen, vervuiling en energiegebruik. Tegelijkertijd kan overheidsingrijpen, bedoeld om een vorm van blijken er verschillende knelpunten te zijn die de marktfalen op te lossen, uiteindelijk zelfs tot meer overgang van de huidige lineaire economie naar een schade leiden. Daarom moet voor het legitimeren circulaire economie belemmeren. Hierdoor dreigt de van de overheidsrol niet alleen een marktfalen wor- circulaire transitie vanuit maatschappelijk oogpunt den vastgesteld maar tevens een analyse worden onvoldoende snel te gaan. gemaakt van de kans dat ook de overheid zal falen en in welke mate. Een interventie is slechts te recht- Dit hoofdstuk bespreekt het financiële instrumenta- vaardigen als de opbrengsten opwegen tegen de rium dat de overheid tot haar beschikking heeft om kosten van ‘overheidsfalen’. de geconstateerde knelpunten op te lossen. Daarbij is er niet één “gouden” knop waaraan de overheid Overigens zijn er naast de klassieke vormen van kan draaien om een maatschappelijk optimum te be- marktfalen de laatste jaren ook andere aangrijpings- reiken. In de praktijk zal er aan meerdere knoppen punten voor overheidsingrijpen benoemd. Sinds de tegelijkertijd moeten worden gedraaid. jaren ’80 is er een school van innovatie-economen opgekomen die de nadruk legt op het innovatiesys- Voor deze bespreking putten we uit de (wetenschap- teem; de verbanden tussen de vele verschillende pelijke) literatuur over de rol van de overheid in de instituties die met elkaar moeten samenwerken om economie en uit ervaringen van de Nederlandse en tot innovatie te komen. Overheidsbeleid kan dan ook andere overheden met de circulaire– en energietran- gericht zijn op het leggen van zinvolle verbindingen sitie. We bespreken ook het huidige instrumentari- tussen partijen (Soete, Verspagen en ter Weel 2010). um van de Nederlandse overheid voor zover relevant voor de circulaire transitie. Mazzucato (2013) betoogt dat de overheid niet alleen markten moet repareren, maar deze ook moet cre- Het hoofdstuk begint met een bespreking van markt- ëren. Daarbij verwijzend naar de rol die met name en overheidsfalen en een beschrijving van de belang- de Amerikaanse overheid heeft gespeeld in de ICT en rijkste kaders voor het huidige beleid gericht op de biotechnologierevoluties. circulaire transitie. KADERS CIRCULAIR BELEID MARKTFALEN EN OVERHEIDSFALEN Europese Unie Eind 2015 heeft de Europese Commissie het ‘Circular Veel van de hiervoor besproken knelpunten zijn Economy’ package aangenomen, een actieplan dat zich bekend uit de economische theorie, die zich richt concentreert op afval, maar ook de rest van de cyclus zich op het maximaliseren van de maatschappe- dekt: van productie (inclusief design en processen) en lijke welvaart. De dominante klassieke economi- consumptie tot afval beheer, de markt van tweede- sche school vertrekt van het standpunt dat de handse grondstoffen en waterhergebruik (Europese vrije markt onder bepaalde voorwaarden in staat Commissie 2015). Het bevat EU-doelen voor afval- is dit optimum te bereiken. Die voorwaarden, zo- reductie: het recyclen van 65% gemeentelijk afval in als volledige informatie, geen transactiekosten 2030, 75% van verpakkingsafval in 2030, en een bin- en machtsposities, ontbreken echter veelal in de dend doel tot het reduceren van vuilstorten tot een praktijk. Economen spreken dan van marktimper- maximum van 10% gemeentelijk afval in 2030.1 fecties. Dit kan resulteren in marktfalen en daar- mee overheidsingrijpen rechtvaardigen om de maatschappelijke welvaart vergroten. Nederland In het Rijksbrede Programma Circulaire Economie Het bestaan van marktfalen is weliswaar een nood- heeft de Nederlandse overheid in september 2016 zakelijke, maar nog geen voldoende voorwaar- de inzet van de overheid gepresenteerd. De ambi- de voor overheidsingrijpen (Mazzucato en Penna tie is een volledig circulaire economie in 2050 en 2014). Ook de overheid kan namelijk falen. Bekende het halveren van het gebruik van primaire (‘virgin’) aanleidingen voor overheidsfalen zijn gebrek aan grondstoffen (mineralen, fossiel en metalen) in 2030. 1 http://europa.eu/rapid/press-release_MEMO-17-105_en.htm 12 12 FINANCIËLE BELEIDSINTERVENTIES VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE
Het Rijksbrede programma heeft vijf circulaire prio- Meer op systeemniveau, valt te denken aan het be- riteitssectoren geformuleerd (Biomassa & Voedsel, lasten van het gebruik van grondstoffen en/of con- Kunststoffen, Maakindustrie, Bouw en Consumptie- sumptie, waardoor er prikkels ontstaan voor het be- goederen) en vijf beleidsinstrumenten (Wetgeving houd van natuurlijke grondstoffen. en regulering, Marktprikkels, Financiering, Kennis en innovatie en Internationale samenwerking). Uit een recente studie (PBL 2017) is gebleken dat de potentie van fiscale instrumenten om milieuschade In januari 2017 is het Grondstoffenakkoord getekend te reduceren het grootst is in de productiefase. De door bedrijven, vakbonden, overheden, natuur- en milieuschade in de productiefase heeft vooral be- milieuorganisaties, kennisinstituten, financiële in- trekking op het gebruik van fossiele energie, niet stellingen en andere maatschappelijke organisaties. alleen voor verbranding, maar ook voor gebruik als Op dit moment wordt gewerkt aan de uitwerking van grondstof. Het is daarom effectiever om belastin- transitieagenda’s voor de vijf prioriteit-sectoren. gen in te zetten in de productiefase in plaats van bij Het nieuwe regeerakkoord bevat de ambitie de af- spraken uit het Rijksbrede programma en de transi- tieagenda’s uit te voeren (Regeerakkoord 2017). WAT DOET EEN BELASTING- BEPRIJZEN EXTERNALITEITEN VERSCHUIVING VAN 33,7 MILJARD EURO? Het beprijzen van de externe effecten van lineaire be- drijfspraktijken kan de overheid op verschillende ma- Met de vier grote accountantskanto- nieren doen: direct beprijzen, via fiscale instrumenten ren is uitgerekend wat een belasting- of via een systeem van verhandelbare rechten. verschuiving van 33,7 miljard euro voor gevolgen zou hebben (Ex’tax Project Fiscale instrumenten 2014). Deze belastingverschuiving zou bestaan uit het verlagen van belastin- Via kostprijsverhogende belastingmaatregelen voor gen op arbeid samen met een verhoging vervuilende activiteiten (bijvoorbeeld het verhogen van belasting op het gebruik van grond- van de stort- en verbrandingsbelasting), of juist kost- stoffen (water, schadelijke emissies, prijs verlagende fiscale maatregelen voor bedrijven metalen en mineralen) en consumptie. die niet vervuilen, worden relatieve prijzen en daar- De uitkomst: publiek budget om 280.000 mee economische prikkels beïnvloed. banen te scheppen en een groei van de arbeidsvraag van 650.000, waarvan De moeilijkheid hierbij is het bepalen van de juiste 87.000 in de reparatiesector. hoogte van de prijs. Hoe groot is de maatschappelij- ke schade precies? Welke prijsprikkel zet aan tot het verminderen van de vervuiling tot een vanuit maat- schappelijk oogpunt optimaal niveau? STORTBELASTING IN HET VERENIGD KONINKRIJK Het VK heeft al sinds 1996 een stortbelasting. Deze stortbelasting is verplicht op de afvoer van algemeen- en bouwafval. De standaardvoet voor stortbelasting wordt elk jaar verhoogd. Een aparte voet wordt gehanteerd voor inert afval. Vanaf 1 april 2017 was de standaardvoet £86.10 per ton en £2.70 per ton inert afval. LAGERE BELASTING VOOR REPARATIES IN ZWEDEN Zweden heeft aangekondigd haar belastingen te verlagen op arbeid voor reparaties. Ook mogen consumenten 50% aftrekken van kosten die ze hebben gemaakt voor repareren.* * https://www.weforum.org/agenda/2016/10/sweden-is-tackling-its-throwaway-culture-with-tax-breaks-on-repairs-will-it-work/ 13
eindverbruikers. De milieuschade die bij de grond- stofwinning ontstaat is in Nederland zeer beperkt en biedt dan ook weinig aanknopingspunten voor HET EUROPESE EMISSION een effectieve belastinggrondslag. TRADING SCHEME (ETS) Lagere lasten op arbeid en hogere op vervuiling ma- ken ook deel uit van het nieuwe Regeerakkoord: de Het ETS-systeem, is een emissie han- energiebelasting op aardgas en elektriciteit, en be- delssysteem dat nu op Europees niveau lasting op het storten en verbranden van afval gaan gebruikt wordt om reductie van broei- omhoog (Regeerakkoord 2017). kasgassen op een kosteneffectieve wijze te bevorderen. ETS is van kracht PBL (2017) bepleit een brede afvalstoffenheffing, voor de grote installaties binnen de zowel op storten als verbranden, het afschaffen van Europese economie die gezamenlijk een aantal vrijstellingen op het gebruik van fossiele een maximale hoeveelheid uitstoot van energie (verbranding en als grondstof) en een regu- broeikasgassen mogen realiseren. Dit lerende belasting op alle metaalertsen en kalksteen zogenoemde gezamenlijke uitstootpla- voor de productie van cement (zijnde grondstoffen fond daalt in de tijd waardoor een doel die gebruikt worden in de meest vervuilende pro- voor reductie van broeikasgassen voor ductieprocessen die niet direct te relateren zijn aan ETS-bedrijven wordt bereikt. het verbruik van fossiele energie). Handelssysteem EXTRA HEFFING OP ETS IN HET VK Een andere manier om externaliteiten te beprijzen is via een systeem van verhandelbare rechten. Hierbij Het Verenigd Koninkrijk heft een ‘top- kan de overheid via de hoeveelheid rechten zeker up’ belasting bovenop de ETS-prijs per stellen dat de vervuiling beperkt blijft tot een bepaal- ton CO2-uitstoot. Het doel van deze de, uit te geven hoeveelheid. De markt bepaalt ver- extra heffing is het stimuleren van volgens de daarbij passende prijs. Doordat de prijs koolstofarme investeringen die anders kan fluctueren geeft dit wel weer onzekerheid voor niet plaatsvinden. De prijs per ton CO2 ondernemers en financiers (Kaufman, Obeiter en is nu £18 en dit zal zo blijven tot 2021. Krause 2016). Dit is een zeer impopulaire maatregel, vanwege de hieruit resulterende hoge- Mits het plafond laag genoeg is, wordt op deze ma- re binnenlandse energieprijzen voor nier ook innovatie voor het ontwikkelen van scho- consumenten. nere alternatieven gestimuleerd. Een voordeel van een dergelijk systeem is dat het plafond in de tijd kan worden aangepast om geleidelijk aan een bepaald vastgesteld transitiepad te voldoen (IBO 2016). Fiscaal Het nieuwe Regeerakkoord bevat het voornemen Bij innovatie bevorderende fiscale vrijstellingen om, naar het model van het VK, een CO2-mini- kan worden gedacht aan lagere belastingen zowel mumprijs in de elektriciteitssector in te voeren voor de input van innovatie (lagere belasting voor (Regeerakkoord 2017). R&D-personeel en voor kapitaalsinvesteringen) als voor de resultaten van innovatie (zoals de winst uit innovatieve producten). INNOVATIE- EN TRANSITIEBELEID Voordeel van dit fiscale beleidsinstrument is dat er Via financiële instrumenten kan gecompenseerd relatief lage uitvoeringskosten aan verbonden zijn. worden voor kennisspillovers en kan de onzeker- De keerzijde daarvan is dat er relatief veel geld nodig heid voor financiers worden verminderd. Wet- en kan zijn om een bepaald effect te bereiken. regelgeving bieden hiertoe ook een mogelijkheid en Nederland kent verschillende innovatie stimuleren- het eigen inkoopbeleid is potentieel ook sturend. de fiscale maatregelen. De overheid is bij uitstek de partij om kennisproduc- Een is de generieke ‘Wet Bevordering Speur- en Ont- tie en cultuur- en gedragsverandering te stimuleren. wikkelingwerk’ (WBSO) dat de loonkosten voor rese- 14 14 FINANCIËLE BELEIDSINTERVENTIES VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE
Subsidies HET SEED ENTERPRISE Een andere manier om kennisspillovers te corrigeren en onzekerheid te verminderen is via subsidies of ga- INVESTMENT SCHEME ranties. Bijvoorbeeld door kosten van innovatie (R&D) IN HET VERENIGD te subsidiëren. Een subsidie is een tijdelijke bijdrage KONINKRIJK van de overheid voor het starten van een project dat economisch niet rendabel is (‘onrendabele top’). De Britse overheid heeft een “Seed Enterprise Investment Scheme” (SEIS) Het voordeel van een subsidie is dat deze gericht kan plan in het leven geroepen, waarbij worden ingezet voor specifieke doelgroepen en pro- investeringen in early-stage bedrij- jecten. Daar staat tegenover dat de uitvoeringskos- ven een boost krijgen, door belasting- ten relatief hoog zijn. verlagingen op aandelen die gekocht worden via crowdfunding platforms.* In Nederland is er een topsectorenbeleid dat be- Waar in Nederland in 2016 €17 miljoen staat uit subsidieregelingen en organisatorische aan risicokapitaal werd opgehaald via maatregelen voor een groep van negen vooraf ge- crowdfunding, bedroeg dit £332 mil- selecteerde ‘topsectoren’. De sectoren die voor het joen in het Verenigd Koninkrijk, drie topsectorenbeleid in aanmerking komen zijn: de jaar eerder was dat nog £28 miljoen. creatieve industrie, water, chemie, energie, agri en Deze snelle groei is bevorderd door food, high tech, tuinbouw en uitgangsmaterialen, life SEIS (Nesta 2016). sciences en health, en logistiek. Gezamenlijk zijn deze sectoren verantwoordelijk voor bijna alle private * http://www.seis.co.uk/ R&D in Nederland. Het topsectorenbeleid is vooral gericht op het ver- sterken van (publiek-private) samenwerking. Over de arch en development verlaagt.2 Het budget voor de effectiviteit van dit type beleid is (ook internationaal) WBSO in 2018 is €1.163 miljoen. weinig bekend (CPB 2016). De Innovatiebox is een vrijstelling van 80% van de vennootschapsbelasting voor winst uit ‘Nederland- se innovatie’ via immateriële activa (zoals octrooien, software en bedrijfsgeheimen). In 2017 was €625 mil- HET ZERO WASTE joen beschikbaar voor de Innovatiebox. SCOTLAND FONDS Ook zijn er specifieke fiscale stimulansen voor groe- Zero Waste Scotland (ZWS) is een fonds ne innovaties, zoals de ‘Milieu-investeringsaftrek’ speciaal opgezet voor het ondersteu- (MIA) die het mogelijk maakt om fiscaal voordelig nen van circulair MKB. Het fonds deelt (tot 36% van het investeringsbedrag) te investeren beurzen uit voor circulair MKB tot £1 in milieuvriendelijke technieken. Het budget voor miljoen. Deze financiering is bedoeld MIA bedroeg voor 2017 €97 miljoen. De ‘Willekeuri- voor het verlagen van het risico voor ge afschrijving milieu-investeringen’ (Vamil) regeling private investeerders. Naast financie- maakt het mogelijk 75% van de investeringskosten af ring informeert ZWS ook beleidsma- te schrijven op een zelf te bepalen tijdstip wat een kers op het gebied van de circulaire liquiditeits- en rentevoordeel oplevert.3 Voor Vamil economie en geeft advies en training was in 2017 €40 miljoen beschikbaar. aan bedrijven via hun Business Sup- Met de Regeling Groen Projecten (RGP) geeft de over- port Service. heid belastingvoordeel aan ‘groene’ spaarders en be- leggers. Daardoor kan een bank een lening voor een Het fonds wordt gevuld door de Schot- lager rentetarief aanbieden aan een investeerder met se overheid. Daarnaast heeft het Euro- een groenproject. Zo’n investeerder heeft hiervoor pean Regional Development Fund een een groenverklaring nodig. De regeling is bedoeld totaal van £73 miljoen bijgedragen. voor de nieuwste ontwikkelingen in milieutechnolo- gie en de huidige hoofdpunten van milieubeleid. Om aanspraak te maken is er een samenwerking nodig tussen beleggers, banken en projectbeheerders.4 2 https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/wbso 3 https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mia-en-vamil?ns_source=google&ns_mchannel=cpc&ns_campaign={campaign}&ns_ linkname={adgroup}&gclid=EAIaIQobChMIx52eqbCJ1wIVISjTCh0qJA5wEAAYBCAAEgLeDfD_BwE 4 https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/regeling-groenprojecten 15
de deelnemende banken voor ruim €2,4 miljard GO-leningen verstrekt. De overheid heeft dus DE NEDERLANDSE SDE+ meer dan €1,2 miljard aan garanties afgegeven.7 REGELING • Met het borgstellingskrediet MKB (BMKB) staat EZK voor een deel garant voor bedrijven die de De subsidieregeling ‘Stimulering Duur- bank niet genoeg zekerheid kunnen bieden (‘on- zame Energieproductie’ (SDE+) wordt derpand’, zoals gebouwen of machines).8 Het ingezet voor het stimuleren van Bio- CPB concludeerde dat het niet duidelijk is hoe massa, Geothermie, Water, Wind en het innovatieluik de werking van de kapitaal- Zon (IBO 2016). De SDE+ compenseert markt kan verbeteren en derhalve of de BMKB het verschil tussen de kostprijs van een effectief is (CPB 2016). In 2016 was €42.594.000 hernieuwbaar energieproject en de hiervoor gebudgetteerd.9 marktwaarde van de geleverde energie, • Ook de Europese Investerings Bank (EIB) garan- de onrendabele top. Binnen de huidige deert een gedeelte van de Nederlandse bankle- SDE+ concurreren alle technieken onder ningen aan het MKB. één budgetplafond, behalve wind op zee, omdat het hier gaat om projecten • BNG Bank heeft in samenwerking met het Ne- van grote omvang waarbij het Rijk een derlands Investerings Agentschap (NIA) onder ge- grote rol heeft in het vaststellen van deeltelijke garantie van EZK een Energietransitie de precieze locatie, de omvang en de financieringsfaciliteit (ETFF) opengesteld. De ETFF timing van deze projecten. richt zich in eerste instantie op projecten op het gebied van aardwarmte, energiebesparing, ener- De SDE+ lokt innovatie uit omdat de gieopslag en biomassa die worden geconfron- projecten die voor een lager subsidie- teerd met verschillende financieringsknelpunten bedrag inschrijven meer kans hebben zoals lange terugverdientijden, beperkte schaal de subsidie te ontvangen. De afgelopen en onbekendheid van de technologie. jaren zagen we bijvoorbeeld de kosten van wind op zee aanzienlijk dalen. Leningsfaciliteiten Een andere manier waarop de overheid de onzeker- heid van investeringen in innovatieve projecten kan Garanties verminderen is door zelf leningen te verstrekken. Zo kunnen Nederlandse bedrijven een innovatiekrediet Met een garantie staat de overheid (voor een deel) aanvragen, een lening die als het project mislukt garant voor het financieel risico van een deelneming wordt kwijtgescholden.10 Het Centraal Planbureau of lening. Hiermee volgt de overheid de markt. Het (2016) concludeert dat het innovatiekrediet een ef- zijn immers marktpartijen die projecten aandragen fectief instrument kan zijn om R&D te stimuleren. en daar zelf ook deels het risico in lopen. Deelnemingen Dit is een in Nederland vrij veelgebruikt instrument: De ‘zwaarste’ financiële interventie die de overheid • Met de regeling Groeifaciliteit helpt het Minis- kan plegen is door zelf (deels) eigenaar te worden terie van EZK bedrijven bij het aantrekken van van ondernemingen. Van oudsher hebben overhe- risicodragend vermogen. Dit doet het ministerie den vaak geïnvesteerd in sectoren of infrastructu- door een 50% garantie te verstrekken op achter- ren die van algemeen belang werden geacht maar gestelde leningen van banken en op aandelen waar de markt niet in voorzag. Na de Tweede We- van participatiemaatschappijen.5 In 2016 was reldoorlog werden bijvoorbeeld in vrijwel alle Euro- €8.850.000 hiervoor gebudgetteerd.6 pese landen publieke investeringsinstellingen op- • Met de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) gericht. Voor zover ze nog bestonden maakten ze kunnen banken een 50% Staatsgarantie krijgen na 2008 een opleving als financiers van vooral het op middelgrote en grote leningen. De regeling is MKB en in toenemende mate ook als financier van voor (middel)grote ondernemingen met substan- de energietransitie. tiële activiteiten in Nederland. Sinds 2009 hebben 5 https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/groeifaciliteit 6 http://www.rijksbegroting.nl/2017/voorbereiding/begroting,kst225626_12.html 7 https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/garantie-ondernemingsfinanciering-go 8 https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/borgstelling-mkb-kredieten-bmkb?ns_source=google&ns_mchannel=cpc&ns_cam- paign={campaign}&ns_linkname={adgroup}&gclid=EAIaIQobChMIyMCinrqJ1wIVSDobCh3QMA__EAAYASAAEgKyI_D_BwE 9 http://www.rijksbegroting.nl/2017/voorbereiding/begroting,kst225626_12.html 10 https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/innovatiekrediet?ns_source=google&ns_mchannel=cpc&ns_campaign={- campaign}&ns_linkname={adgroup}&gclid=EAIaIQobChMIls_lxaiJ1wIVCI0bCh3sMA0_EAAYASAAEgKD9vD_BwE 16 16 FINANCIËLE BELEIDSINTERVENTIES VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE
Gegeven de relatief dominante rol van (grote) ban- ken in de Nederlandse financiële sector kan dit tege- KFW: FINANCIER VAN DE moet komen aan een nu lastig te verhullen behoefte aan risicodragend vermogen (DNB 2015; CPB 2015; ENERGIEWENDE Werkgroep Financieringslandschap 2016). Als verstrekkers van vreemd vermogen zijn banken In Duitsland heeft de Kreditanstalt niet de meest aangewezen financier van innovatie, für Wiederaufbau (KfW) over haar waarvoor juist eigen vermogen nodig is dat verlie- verschillende onderdelen één geïnte- zen kan dragen en dat de vruchten plukt als een in- greerd programma gemaakt voor de novatie tot succes leidt. energietransitie. Deze publieke finan- cieringsinstelling financierde in 2015 Nederland kent ook al langer de seed capital-rege- voor 29,5 miljard euro klimaat- en mili- ling als onderdeel van het innovatiefonds MKB+. eubeschermingsprojecten (KfW 2016). Deze creëert een prikkel voor private investeerders om te investeren in circulaire initiatieven door het verhogen van de zekerheid.11 Het is onduidelijk of de Mazzucato (2013) pleit voor het instrument van pu- regeling effectief is (CPB 2016). blieke investeringsinstellingen en wijst er daarbij op dat de overheid zo ook meedeelt in een eventueel Wet- en regelgeving commercieel succes van de innovatie. Mazzucato laat zien hoe bijvoorbeeld met publieke investerin- De overheid kan de onzekerheid voor financiers ook gen de verschillende technologieën zijn ontwikkeld verminderen door richting te geven middels niet-fi- die het bedrijf Apple vervolgens slim combineerde nanciële instrumenten, zoals via wet- en regelge- in de iPhone. ving en door het stellen van heldere doelen voor de korte-, middellange- en lange termijn. Dat gebeurt nu bijvoorbeeld door het stellen van eisen aan de energielabels van vastgoed. Daar spelen financiële instellingen op in. ADEME: FRANS PUBLIEK FONDS VOOR AFVALPROJECTEN Het Franse agentschap voor milieu en energiemanagement (ADEME) heeft ZURE REGEN EN HET GAT een speciaal afvalfonds (Fonds Déchet) IN DE OZONLAAG opgezet dat afval-gerelateerde projec- ten financiert. Het fonds had €196 mil- In de jaren ’80 waren belangrijke mili- joen in beheer in 2016.* euproblemen de verzuring van bodem en bossen (‘zure regen’) en het dunner * http://www.ademe.fr/expertises/economie-circulaire worden van de beschermende ozon- laag (‘gat in de ozonlaag’). Hieraan ten grondslag lag de emissie van zwavel- dioxide, stikstofoxiden en ammoniak Nederland was tot voor kort een van de weinige Eu- (zure regen) en chloorfluorkoolstofver- ropese landen zonder een nationale publieke inves- bindingen (CFK) (ozonlaag). Via Euro- teringsinstelling (Oliver Wyman en De Brauw Black- pees beleid werden kolencentrales stone Westbroek 2016). Wel kent Nederland diverse verplicht het rookgas te ontzwavelen, regionale ontwikkelingsmaatschappijen. Begin dit auto’s voorzien van een katalysator en jaar is echter besloten tot de verdere doorontwik- moesten boeren de mest voortaan in keling van het Nederlands Investerings Agentschap de grond injecteren. CFK’s werden in de (NIA) tot InvestNL. In het regeerakkoord Rutte III is ban gedaan via een wereldwijd verbod, aangekondigd dat de oprichting van InvestNL wordt het Montreal akkoord (PBL 2010; Com- doorgezet en dat hiervoor 2,5 miljard euro beschik- pendium voor de Leefomgeving 2011). baar is als eigen vermogen (Regeerakkoord 2017). Dit zou mogelijkheden kunnen bieden voor het risi- codragend meefinancieren van circulaire bedrijven. 11 https://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/seed-capital 17
MINIMALE DUITS FEED-IN TARIEF GARANTIEPERIODES IN VOOR DUURZAME FRANKRIJK ENERGIE BIEDT ZEKERHEID In Frankrijk definieert de ‘Energie Tran- sitie voor Groene Groei Wet’ (Loi rela- Het Duitse feed-in tarief voor duurzame tive à la transition énergétique pour energie, is een bij wet geregelde vergoe- la croissance verte) doelen om afval dingsstructuur voor duurzame energie. te reduceren. In deze wet staan straf- Omdat de kosten van het opwekken van fen voor het ontwerpen van producten energie uit duurzame bronnen hoger voor ‘planned obsolescence’. Vergrij- liggen dan die uit fossiele brandstof- pen kunnen rekenen op een gevange- fen, is het feed-in-tarief hoger dan de nisstraf van maximaal twee jaar en marktprijs van grijze energie. De kosten boetes tot €300.000. Ook worden spe- worden gespreid over alle afnemers.* cifieke regels gesteld voor minimale Duitsland werkt met een vast tarief dat garantieperiodes.* onafhankelijk is van de elektriciteit- sprijs. Een vast tarief geeft meer zeker- * Articles L. 441-2 and L. 454-6 of the French Consumer Code. Note that there are specific heid aan ondernemers en kan tevens sanctions for legal entities. zorgen voor gunstige financieringsvoor- waarden (Lensink, van Tilburg, Mozaffa- rian, Cleijne 2008). *https://nl.wikipedia.org/wiki/Terugleververgoeding VERPLICHTE ENERGIEBESPARING IN die wordt uitgekeerd dient dan het verschil in kosten NEDERLAND van hernieuwbare productie ten opzichte van de ge- middelde groothandelselektriciteitsprijs te dekken. In Nederland is het verplicht om ener- Deze premievariant is meer in lijn met de liberalise- giebesparende investeringen te doen ring van de elektriciteitsmarkt dan het vaste tarief, als deze een terugverdientijd hebben omdat er geen prijsverschil ontstaat voor duurza- van minder dan 5 jaar. Dergelijke regels me elektriciteit ten opzichte van ‘grijze stroom’. Er zijn echter slechts effectief als ze ook bestaan ook op hoeveelheid gebaseerde systemen, adequaat gehandhaafd worden. waarbij een leverancier verplicht wordt een deel van zijn geproduceerde elektriciteit uit hernieuwbare bronnen te laten bestaan. Dergelijke systemen wor- den gehanteerd in het VK en België (Lensink, van Til- Naast een verbod (op termijn) kan de overheid ook burg, Mozaffarian, Cleijne 2008). voorwaarden stellen aan producteigenschappen, zoals minimale kwaliteitseisen bijvoorbeeld voor de Inkoop levensduur. Tevens kan de overheid voorwaarden stellen aan het proces, zoals het nemen van koste- Via haar inkoop kan de overheid eisen stellen op neffectieve maatregelen. circulair gebied. Zo kan de overheid nieuwe be- drijfsmodellen een kans geven en het bijbehorend De overheid kan onzekerheid wegnemen door prijs- marktrisico voor private investeerders verlagen. De zekerheid te bieden middels wet- en regelgeving. Dat moeilijkheid hierbij is het omschrijven van de op- kan via een feed-in systeem met een vast tarief, zoals dracht en het beoordelen van de offertes. Hier is gehanteerd in Duitsland (zie kader). een kennis-asymmetrie tussen het bedrijf, dat meer weet over de kosten en de effectiviteit van het pro- Een feed-in systeem kan ook worden vormgege- ject, en de overheid. Bedrijven kunnen een prikkel ven via een premie die een aanvulling vormt op de hebben om de kosten vooraf laag in te schatten en stroomprijs. Deze premie kan flexibel zijn en afhan- na gunning van het contract met noodzakelijke aan- gen van de geraamde productiekosten. De premie passingskosten te komen (CPB 2016). 18 18 FINANCIËLE BELEIDSINTERVENTIES VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE
Vous pouvez aussi lire