REGOUT Kroniek van de familie Chronique de la famille - No 47 / Décembre 2018 - La famille Regout
←
→
Transcription du contenu de la page
Si votre navigateur ne rend pas la page correctement, lisez s'il vous plaît le contenu de la page ci-dessous
Kroniek van de familie
Chronique de la famille
REGOUT
No 47 / Décembre 2018
Cotisation annuelle
Nous vous invitons à vous acquitter de votre cotisation 2019 pour soutenir notre
Association Familiale et continuer à recevoir la présente chronique qui parait deux
fois par an.
Le montant est de 25 € ; ramené à 15 € pour les moins de 40 ans,
à verser pour la Belgique au compte bancaire de l’association :
IBAN : BE51 7765 9829 2562 BIC : GKCCBEBB
Adresse postale : ASSOCIATION FAMILIALE REGOUT a.s.b.l.
C/O DOMINIQUE REGOUT
Rue du Tilleul 13
1315 Sart-Risbart
Jaarlijkse bijdrage
Om onze familiale stichting te ondersteunen en die kroniek verder ontvangen, Wij
verzoeken de Nederlandse leden hun jaarlijkse bijdrage 2019 van minimaal € 25
over te maken naar ten name van STICHTING REGOUT te Den Haag.
Tot leeftijd 40 bedraagt de minimale contributie € 15.
Bankrekening by ING : 171 68 98
IBAN : NL12INGB0001716898 BIC : INGBNL2A
Het correspondentieadres van de STICHTING REGOUT in Nederland is:
C/O MAÏTE MARCHESINI – REGOUT
Soerenseweg 15
7314 CA Apeldoorn
N° 47 / Page - Pagina 2
Inhoud / Table des matières
Page / Pagina
• Voorwoord / Le mot du Président 4/5
• Jongere generatie ontmoeting 6
• Rencontre avec les « quadras » à la Pairelle 7
• Nieuwe Hotel aan de Boschstraat 8
• PALU – 28 sept. 2018 – une journée noire 10
• Un bon Samaritain qui donne dans le « panneau » 16
• “Ik kan die vuiligheid niet zien” 18
• Au 11 Rue de Crayer 19
• Carnet familial – Familie berichten 21
• Bericht van de Stichting Grafkelder 24
• Adreslijst Bestuurleden / Coordonnées du Comité 26
______________________
Illustration de la page de garde : photo de Marcelle Regout en compagnie de son
frère Jean-Claude, parue dans le magazine ELLE en 2008
Illustratie op de voorpagina: foto van Marcelle Regout et zijn broer Jean-Claude.
(3ème branche – Derde tak / Eugène - IX – A – 1 & 2 / généalogie p. 115 & 116)
drukdecors, Petrus Regout, Maastricht
N° 47 / Page - Pagina 3
Voorwoord
De Door omstandigheden ontvangt u deze Kroniek iets
later dan u van ons gewend bent, waarvoor onze excuses.
Maar ja, we zijn nu eenmaal afhankelijk van het vele goede
werk van vrijwilligers en die moeten ook schipperen met
de tijd. Dat is iets van alle generaties.
Op 1e Kerstdag overleed helaas JEAN-CLAUDE REGOUT
(tak Eugène Regout), zoon van PIERRE REGOUT en
CAMILLE MORIN. Jean-Claude en zijn zuster Marcelle,
beiden alleenstaand gebleven, zijn altijd zeer verknocht
geweest aan hun ouderlijk huis van de Rue de CRAYER in
Brussel. Om ook het toekomstige eigendom voor de familie zeker te stellen,
hebben zij het huis geschonken aan de ASSOCIATION FAMILIALE REGOUT ASBL
(AFR) onze Belgisch familie stichting, onder voorbehoud van vruchtgebruik.
Deze schenking is geëffectueerd in november 2018. Hun doelstelling is om deze
schenking ten goede te laten komen aan de toekomstige generaties Regout. Het
spreekt voor zich dat de Stichting Regout en de AFR Jean-Claude en Marcelle
hiervoor uitermate dankbaar zijn. Het is een fantastisch gebaar wat uitstekend zal
helpen in het verwezenlijken van onze doelstellingen. Elders in de Kroniek leest
u hier meer over deze donatie, evenals enkele publicaties over de innemend
persoonlijkheid van Jean Claude.
Dat de huidige "jong volwassenen" en jonge gezinnen (de toekomstige generaties)
een razend druk bestaan hebben met dubbele carrières, opgroeiende kinderen,
schoolverplichtingen voor de kinderen, sport en ja, het bijhouden van sociale
media is een bekend fenomeen. In zo'n drukbezet leven is het lastig om ook nog
eens intensieve familiecontacten te onderhouden en deel te nemen aan allerlei
familieactiviteiten. En toch wil dat niet zeggen dat er geen interesse is in de
familie onder de jongere Regout generaties. We hebben een en ander gepeild
tijdens een borrel en diner voor de jongere generatie (tot 45) in zowel Nederland
als België, waarbij allereerst opviel dat de opkomst groot was. De reacties die we
kregen bevestigden het boven geschetste beeld. Ja, de interesse is er wel degelijk,
maar niet in grootschalige en massale dag vullende programma's. Men geeft de
voorkeur aan doelgerichte, kortere activiteiten voor verschillende doelgroepen of
leeftijdscategorieën. Daarnaast is er een duidelijke voorkeur voor snelle, gerichte
communicatiemiddelen en sociale media. De website heeft een ondersteunende
functie, maar moet niet gezien worden als het primaire nieuws medium. Boeiend
commentaar en interessante suggesties waar we mee verder kunnen.
Ik wens u, mede namens het bestuur, een prachtig voorjaar toe.
John Regout - Voorzitter
N° 47 / Page - Pagina 4
Le mot du Président 1
Ce N° de la chronique qui devait paraître en décembre 2018 a été clôturé
tardivement, mais le rédacteur a été quelque peu débordé ... De nos jours c’est le
lot de toutes les classes d’âge, même celui des retraités lorsqu’ils s’engagent dans
des activités bénévoles ! Nous vous prions de l’en excuser.
En cette fin 2018, le jour même de la Noël, nous avons eu la tristesse d’apprendre
le décès de JEAN-CLAUDE REGOUT, le fils aîné de PIERRE REGOUT et de CAMILLE
MORIN (branche Eugène). Jean-Claude et sa sœur Marcelle, tous deux
célibataires, sont depuis toujours restés dans leur maison familiale au 11 RUE DE
CRAYER à BRUXELLES. Soucieux de maintenir ce patrimoine au sein de la famille,
ils ont décidé d’en faire don à l’ASSOCIATION FAMILIALE REGOUT ASBL (AFR),
sous réserve d’usufruit ; ce qui s’est concrétisé en novembre 2018. Leur but est
d’en faire profiter les générations futures « Regout » dans le cadre de l’AFR.
Au nom de la « Stichting Regout » et de l’AFR, son pendant Belge, qu’ils en
soient chaleureusement remerciés. Ce geste constitue une formidable opportunité
pour nous aider à rencontrer les objectifs que nous poursuivons au sein de ces
entités familiales. Vous lirez dans les pages qui suivent plus de détails à ce sujet,
de même que la reproduction de quelques anciens articles de presse qui évoquent
la personnalité atypique, mais attachante de Jean-Claude Regout.
Le fait que les jeunes adultes soient aujourd’hui confrontés à une pression
croissante de l’environnement socio-économique est un phénomène indéniable :
que ce soit via les défis professionnels du couple, la scolarité et des loisirs des
enfants, sans oublier les soucis domestiques et l’organisation des vacances ! Dans
ce contexte tendu, il reste peu de place pour s’investir dans les activités d’une
association familiale. Mais cela ne veut pas dire qu’ils n’y voient aucun intérêt.
Nous avons pu nous en rendre compte lors des rencontres organisées récemment
à leur intention tant aux Pays-Bas et qu’en Belgique. Vous en trouverez une brève
relation aux pages qui suivent.
Leur préférence va clairement à des activités ponctuelles et ciblées pour les
différentes classes d’âge. Et en matière d’échange d’information ils privilégient
bien évidemment les moyens de communication en temps réel via les réseaux
sociaux. Pour eux, le site web familial vient en second, plutôt en tant que point
d’ancrage à un horizon plus large. Ceci dit, ces réunions ont eu le mérite de
susciter divers commentaires et suggestions intéressantes pour l’avenir.
Au nom du Comité, je vous souhaite une fructueuse année !
John Regout - Président.
1
Ndlr : adaptation libre en français du « Voorwoord » de John Regout, notre Président.
N° 47 / Page - Pagina 5
Jongere generatie ontmoeting
Charlotte Regout 2
Op 30 oktober 2018 ontving ik een email van ene JOHN REGOUT. Hoe bizar,
iemand met dezelfde achternaam. Dat gebeurt me niet vaak.
Maar het bleek dan ook geen toeval. John zit in het bestuur van de stichting van
de familie Regout en stuurde mij een uitnodiging om eens samen te komen. Mijn
eerste gedachte was nee, want voelde toch even als een borrel met allemaal
onbekenden. Maar toen ik verder las, stond er dat onze betovergrootvader Petrus
3.000 nakomelingen heeft, waarvan nog 500 in leven. Toen werd ik toch
getriggerd. Nog 500 familieleden die ik niet ken, maar waar ik waarschijnlijk wel
veel overeenkomsten heb. Uiterlijk en/of innerlijk?
De nieuwsgierigheid maakt dat ik wilde gaan. Samen met 3 nichtjes maakten wij
op 14 december de tocht naar Bussum. Met ongeveer 25 andere generatiegenoten
werden we hartelijk ontvangen bij Beatrijs en John. Iedereen was in de leeftijd
van 28 tot 45 jaar en we kregen eerst een kleine geschiedenisles om vervolgens te
horen waar de stichting zich mee bezig hield.
2
Dochter van PROSPER REGOUT - Eerste tak V - B – 2 - c – B / genealogie p. 72
N° 47 / Page - Pagina 6
Deze nieuwe inzichten maakten dat mijn enthousiasme werd aan geslingerd en ik
eigenlijk direct in het bestuur wilde stappen. Onze generatie moeten we op sociaal
bereiken.
Laten we evenementen aanmaken waar men zich kan aanmelden en wie weet
moeten we zelfs een keer niet naar Maastricht maar in het midden van Nederland
afspreken. Hoewel iedereen die aanwezig was het er wel over eens was,
Maastricht voelt heel vertrouwd.
Toch bleef ik realistisch en met 2 kinderen onder de 3 jaar en een drukke baan is
dit niet het moment om in te stappen. Maar ik houd mij zeker aanbevolen voor
over 10 tot 15 jaar.
Verder wil ik graag nog zeggen dat de avond zelf enorm gezellig was. Met vele
verschillende familie takken voelde het toch vertrouwd. En dat is mede te danken
aan de goede zorgen van Beatrijs en John. We kwamen aan in een huis met de
mooiste kerstversieringen, heerlijke happen, lekkere drankjes en een verrukkelijk
walking diner. Dank jullie wel Beatrijs en John!
En op de terugweg even nakletsen met mijn nichtje en… een achter achternichtje
die we die avond hadden leren kennen en ook in Amsterdam woont. Ik zeg het
was een geslaagde avond! Op naar de volgende reünie.
Rencontre des “quadras” à la Pairelle
Comme convenu avec notre Président, NORBERT REGOUT a pris l’initiative de
réunir chez lui à La Pairelle quelques représentants de la génération appelée à
prendre tôt ou tard notre relève au sein de l’Association Familiale Regout a.s.b.l.
(AFR)
Une dizaine de « quadras », dont la plupart se connaissaient de près ou de loin,
ont répondu présent à cette invitation, pour un dîner sympathique avec quelques
« anciens » impliqués dans la gestion de l’AFR.
Norbert en profita pour faire, avant le dîner, un bref exposé sur les buts, les enjeux
et le fonctionnement de l’Association du côté Belge, de même que les relations
étroites que nous entretenons avec la « Stichting Regout » aux Pays-Bas. L’idée
était bien entendu de faire plus ample connaissance, d’écouter ce qu’en pensent
les plus jeunes et ce qu’ils suggèrent pour l’avenir, dans un monde qui a
radicalement changé en une génération !
Ce fut manifestement pour eux une découverte ; mais la plupart ne se voient pas
encore prendre activement la relève, étant donné la pression qu’ils vivent au
quotidien avec leur conjoint tant sur le plan professionnel que familial !
N° 47 / Page - Pagina 7
NIEUWE HOTEL AAN DE BOSCHSTRAAT
Uit het Limburgs Dagblad 28.6.2018
Aan de Boschstraat opent donderdag HOTEL MONASTÈRE MAASTRICHT de deuren.
Mooi hotel, maar er was toch iets met het vestigingsbeleid? De voorgevel uit
1851, werk van industrieel PETRUS REGOUT, oogt vertrouwd.
N° 47 / Page - Pagina 8
Het gebouw aan de Boschstraat dat in de veertiende eeuw een klooster was, lijkt
binnen echter in vrijwel niets meer op pakweg tien jaar geleden.
Manager Dante de Boer van hotel Monastère (links) en chef-kok Miguel Huinder van
Café Louis voor het oude Leger des Heilspand. Foto: Harry Heuts
In allerlei kamers huisden dak- en thuislozen, die andere zorgen aan hun hoofd
hadden dan het in propere staat houden van hun omgeving. Het Leger des Heils
vertrok een jaar of vijf geleden en wie zich de afgetimmerde witte muren
herinnert, de waterleiding op muren, het simpelste van het simpelste, kijkt nu op.
De VONDEL-HOTELKETEN start donderdag met proefdraaien van haar nieuwste
loot: MONASTÈRE. De muren van de 52 kamers zijn in varianten van zeegroen
geverfd, een kleur die voor de leek blauw-grijs lijkt. De ornamenten zijn behouden
gebleven en opvallend: oude, onbewerkte houten balken zijn vrijgemaakt.
Het hotel oogt een tikje klassiek, maar de lift juist niet: die is van glas en suist
langs moderne graffiti in de schacht, bijvoorbeeld van nonnen. Het trappenhuis
daarentegen lijkt middeleeuws, met ruwe muren.
Straight friendly ? "Ja, iedereen is hier welkom, zonder vooroordeel. DE BOER,
die eerder bij HOTEL BEAUMONT werkte, somt op: "Als twee mannen een
tweepersoonsbed willen, vragen we niet of dat een vergissing is. En geen
begroeting met ‘Meneer en mevrouw Janssen.’ Het is niet relevant of ze getrouwd
zijn." Monastère Maastricht lhbt-vriendelijk? Genderneutraal en gastvrij, dat in
ieder geval!
N° 47 / Page - Pagina 9
Palu - 28 septembre 2018 : une journée noire
François de Neuville 3
François est un ancien para-commando
belge, devenu moniteur de parapente en
Indonésie. Il se trouvait, le 28 septembre
2018 à PALU sur l’ile de SULAWESI
(Célèbes) pour une compétition de
parapente, au moment où s’est déclenché
le tsunami qui a ravagé la localité.
Nous avons transcrit ici son témoignage.
C’était une belle après-midi ensoleillée à
PALU, quand soudainement le sol c'est mis
à trembler et le cauchemar a commencé…
Les routes se sont soulevées, craquelées, les bâtiments se sont effondrés, les arbres
et les pylônes électriques sont tombés… en seulement quelques instants, ce petit
coin de paradis est devenu un enfer.
Je viens tout juste de sortir de l’hôtel quand un séisme de magnitude 7,5 se
déclenche. Il est inutile de lutter pour garder son équilibre, le sol ondule, je suis
projeté au sol, dans l’impossibilité de me relever ! Je me retourne et pris d’effroi,
j’essaie de donner un sens à ce que je vois. L’hôtel, situé en bord de mer, ne résiste
pas à la violence du choc et s’écroule sur les gens qui courent en tous sens pour
sauver leur vie.
3
Petit fils d’Anita Regout – (Troisième branche : XI - D – 1 – b / Généalogie page 122)
N° 47 / Page - Pagina 10La secousse s’estompe, il faut réagir vite. Mon ami NG KO CHONG (KC, ancien
militaire et parapentiste de Singapour) et moi-même courons vers l’hôtel pour voir
s’il est possible d’aider quelqu’un. Nous apercevons alors une fillette et sa maman
coincées dans les débris. Leur chambre située au cinquième étage est maintenant
sur un tas de gravats à peine deux mètres au-dessus du sol. La petite est bloquée
dans des armatures métalliques et sa mère ensevelie sous de gros blocs en béton.
La terreur qui se lit dans les yeux de cette petite fille et les cris de sa mère me
serrent le cœur. L’hôtel continue de s’effondrer. En évitant les débris qui tombent
tout autour de nous, nous parvenons à rejoindre la petite fille et à l’extraire de
l’armature métallique qui la maintient prisonnière. Je la prends dans mes bras et
saute le plus loin possible pour la mettre en sécurité loin de l’hôtel avant de revenir
aider KC pour secourir sa mère hurlant, écrasée sous les décombres.
Mais quand je me
retourne, je vois au loin,
formant une ligne nette à
l’horizon, un mur d’eau
fonçant droit sur nous. Je
crie vers mon ami qu’un
tsunami déboule et qu’il
faut se mettre à l’abri.
J’essaie de courir mais le
sol jonché d’obstacles ne
me permet pas d’aller bien
loin, je me rends vite
compte que je vais être
confronté au déferlement
du tsunami, ici, en première ligne. Je regarde autour de moi pour trouver un
endroit surélevé où me réfugier. J’ai le choix entre un petit poste de sécurité et un
arbre. Je choisis l’arbre en supposant que ses racines résisteront mieux que les
fondations du petit bâtiment. Je hisse ZAHRA, la petite fille, sur une branche avant
de la rejoindre.
Le sol continue de trembler, l'arbre oscille dangereusement, mais c’est notre
dernière chance. D’un côté, je serre Zahra dans mes bras, de l’autre, je m’agrippe
de toutes mes forces à une branche. J’essaie de la rassurer, mais suis persuadé au
fond de moi que nous n’avons pas beaucoup de chance de survivre. Je sors alors
mon GSM pour dire adieu à ma compagne, mais l’appel ne passe pas, le séisme
ayant déjà détruit toutes les antennes. La première vague arrive à une vitesse
impressionnante balayant tout sur son passage, bientôt nos jambes sont fouettées
par le courant violent et mortel. Le poste de sécurité éclate sous la force
destructrice de l’eau, les murs sont projetés en l’air et viennent s’écraser tout près
de nous.
N° 47 / Page - Pagina 11L’arbre se courbe mais résiste à l’impact, la première vague est passée mais la
mer continue d’avancer, ce n’est pas fini… J’entends les gémissements d’un
homme et, en regardant plus bas, je vois une personne les bras autour du tronc.
Protégé par l’arbre, il n’a miraculeusement pas été emporté par la première vague.
J’essaie alors de le tirer vers moi, mais un cri de douleur me fait réaliser qu’il est
blessé au niveau de l’épaule. Tant bien que mal j’arrive à le faire grimper dans
l’arbre. Il regarde la petite fille puis les yeux remplis de larmes, se retourne vers
l’hôtel. Je comprends alors qu’il s’agit du papa de Zahra.
La nuit tombe, la visibilité diminue, nous n’entendons plus que le bruit des vagues
s’écraser sur les obstacles et détruire tout sur leur passage, les alarmes des
voitures, les blocs en bétons qui s’écroulent dans l’hôtel derrière nous et les gens
qui crient de douleur, de peur ou de chagrin.
Après plus de 45 minutes, agrippé à mon arbre, je dois prendre une décision.
L’arbre ne tiendra pas éternellement, et peut-être qu’une vague encore plus
meurtrière se prépare. Je décide de tenter ma chance durant une petite accalmie
pour m’enfuir le plus loin possible de la mer. Le père trop sévèrement blessé ne
veut pas partir. J’ai mal au cœur mais je ne peux pas prendre le risque de rester
ici. Je prends Zahra sur mes épaules et me mets à courir. Mais dans ce chaos total
et dans l’obscurité, je n’arrive pas à avancer, j’ai de l'eau jusqu'à la taille, il n’y a
pas de route, tout est détruit. Je chute et me blesse sur des barres en fer, puis me
rendant compte qui je n’y arriverai pas, je décide donc de faire demi-tour. Au
moins, j’aurai essayé…
Le sol tremble à nouveau et j’entends de nouvelles vagues s’écraser devant moi.
N’ayant pas identifié de refuge aux alentours, je n’ai d’autre choix que de
retourner vers le dernier endroit que j’avais repéré mais pour cela, je dois
retourner vers la plage. Je cours le plus vite possible droit vers la mer en espérant
arriver en sécurité avant la prochaine vague. Enfin, sur ma droite, je discerne ce
bâtiment en construction qui est toujours debout. Le rez-de-chaussée est détruit,
une voiture encastrée à l’intérieur. Je repère un escalier métallique menant au
premier étage, il est cassé, tordu et pendant mais c’est la seule option pour prendre
de la hauteur. J’arrive à grimper à l’étage où nous nous réfugions.
La petite Zahra, n’a que 5 ans. La dernière fois qu’elle a vu sa maman, celle-ci
hurlait, coincée sous les débris de l’hôtel et son papa blessé était accroché à un
arbre. Maintenant nous ne sommes plus que tous les deux, dans le noir, trempés
jusqu'aux os, sur cette surface en béton qui continue de trembler. La seule chose
qu’il nous reste, c’est l’espoir. Le premier étage étant toujours en construction, il
y a juste un toit en taule, pas de mur. Je fouille rapidement dans les décombres
pour ramasser tout ce qui pourrait nous être utile pour survivre. En serrant Zahra
contre moi, j’essaie de la réconforter, nous sommes tous les deux maintenant, un
“team” qui doit veiller l’un sur l’autre pour s’en sortir.
N° 47 / Page - Pagina 12Lorsque la mer s’est enfin calmée, je reprends Zahra sur mes épaules pour
rejoindre un groupe de survivant et j’y retrouve avec joie mon ami KC que je
croyais mort. Il m’explique qu’il a réussi à s’abriter dans les débris de l’hôtel
lorsque le tsunami est arrivé. Par la suite, il a pu, avec l’aide de deux autres
personnes, soulever le bloc en béton qui emprisonnait la maman de Zahra. Grâce
à lui, elle est vivante et a été emmenée vers une équipe médicale. Je reprends alors
Zahra sur mes épaules et pars à la recherche du papa en espérant qu’il ait survécu.
Via un réseau GSM toujours en fonction, mon ami KC a pu communiquer notre
position au reste de notre groupe de parapentistes. Quelques heures plus tard, ils
viennent nous chercher et nous nous rendons sur les hauteurs des collines pour
nous protéger d’une éventuelle réplique du tsunami. Malheureusement, sur les 32
pilotes présents pour la compétition, sept manquent toujours à l'appel. Nous
sommes maintenant sur un terrain ouvert, une centaine de personnes se sont
rassemblées ici, loin de la mer et de tout bâtiments. Le sol a continué de trembler
jusqu’au lever du jour.
Ce qui reste de l’Hotel ROA ROA après le tsunami
Aux premières lueurs, nous retournons dans la ville, ou plutôt ce qu’il en reste,
pour fouiller dans les débris des hôtels écroulés, à la recherche de nos amis. Mais
en vain, sans engins de génie civil, il nous est impossible de faire quoique ce soit.
Le ROA ROA HOTEL, un bâtiment de 7 étages, est réduit à un tas de cailloux d’une
dizaine de mètres de haut. La ville est détruite, le sol éventré, les routes défoncées,
les bâtiments effondrés, il y a des corps et des blessés partout, c’est le chaos.
N° 47 / Page - Pagina 13Comme la fédération de vol libre (parapente, paramoteur, delta,…) en Indonésie
dépend directement de la force aérienne, nous recevons la confirmation d’une
évacuation par C130. Nous nous rendons vers l’aéroport pour attendre l’arrivée
de l’avion qui tourne au-dessus de la ville en attendant l’autorisation d’atterrir.
La tour de contrôle s’est effondrée et la piste est limitée à 500 m à cause des
dégâts. J’ai laissé Zahra avec la famille d’un ami habitant à Palu. Un peu plus de
24h après le séisme je suis de retour à JAKARTA où je retrouve ma compagne qui
me croyait mort. La petite Zahra a, quant à elle, retrouvé ses parents et est de
retour à MAKASSAR avec sa famille.
Notre aventure se termine bien, mais malheureusement ce n’est qu’une histoire
parmi des milliers d’autres qui n’ont pas eu notre chance. Le désastre a causé près
de 2.000 morts et laisse plus de 60.000 sans-abris, à la recherche de nourriture et
d’eau, survivants dans des conditions extrêmes.
N° 47 / Page - Pagina 14Selon les autorités locales, plus de 5000 personnes sont portées disparues. Des
milliers de familles ont tout perdu, des parents pleurent le corps sans vie de leurs
enfants et des centaines d’entre eux se retrouvent orphelins perdus dans cet enfer.
La récupération et la
reconstruction prendra du
temps et l’aide doit
continuer à faire son
chemin vers les victimes,
dans le long terme. S’il
vous plait, prenez un
moment et ayez une pensée
pour ces gens qui sont dans
un désespoir terrible.
J’ai décidé d’organiser moi-même une campagne de dons. Comme j’habite en
Indonésie, et que je parle la langue, je puis me rendre personnellement sur place
pour m’assurer que ces dons profiteront directement aux victimes.
Ces dons seront utilisés en collaboration avec une antenne locale chargée
d’apporter une aide de première nécessité aux victimes (reconstruction
d’infrastructures pour l’eau, l’assainissement et l’hygiène) et également pour
aider des enfants via la participation à la construction d’écoles. Même le plus petit
don sera le bienvenu.
Si vous souhaitez participer, vous pouvez verser vos contributions au compte
suivant:
et envoyer un email à cette adresse pour recevoir des nouvelles sur leur utilisation:
makeadifference.palu@gmail.com
Merci pour votre confiance.
“ Nous ne pouvons pas aider tout le monde,
mais tout le monde peut aider quelqu’un”
- Ronald Reagan –
N° 47 / Page - Pagina 15Un bon Samaritain qui donne dans le « panneau »
(Extrait d’un N° du SOIR ILLUSTRÉ paru en 2000)
Si vous trouvez votre chemin vers le centre ou si vous n’êtes pas tombé dans un
trou, c’est peut-être grâce à un Bruxellois qui œuvre en silence pour le bien-
être de ses concitoyens et des voyageurs qui débarquent à la gare du Midi.
Qui aurait pu penser que « faire Science-Po » pouvait aussi conduire à pallier les
manquements des pouvoirs publics en matière d’infrastructure ? C’est en tout cas
ce que fait JEAN-CLAUDE REGOUT depuis de nombreuses années.
Ancien exploitant d’un garage
dans le quartier de la gare du
Midi à Bruxelles, il œuvre
régulièrement pour le bien être
des voyageurs et des
automobilistes. Tantôt relevant
un panneau directionnel
renversé, tantôt plaçant une
pancarte de sa fabrication pour
indiquer le centre-ville ; ici,
balayant des papiers « oubliés » ;
là, posant une planche pour
faciliter la traversée d’un chantier boueux …
Nous avons rencontré ce citoyen pas comme les autres (qui ne supporte pas qu’on
le qualifie d’ « original », de « curieux » ou qu’on le prenne pour Don Quichotte)
afin qu’il nous raconte comment il en était venu à jouer les bons Samaritains.
« Les sujets qui m’intéressent particulièrement sont ceux qui traitent de la
sécurité routière, de la propreté publique, de la lutte contre le tabagisme et de
l’accueil des étrangers ».
Il y a 28 ans, Jean-Claude Regout reprenait le garage d’un ami en se promettant
d’y engager un gérant. Seulement voilà : passionné par l’environnement haut en
couleur de son établissement, il décida de l’exploiter lui-même. La Direction de
la Région Bruxelloise, la Poste, les Chemins de fer, les allées et venues des
voyageurs de la gare du Midi : le voisinage ne manquait pas d’intérêt et, quand on
a l’esprit d’observation, on ne s’ennuie pas un seul instant.
« J’étais en contact avec toute sorte de gens, notamment les étudiants africains,
qui arrivaient à la gare du Midi avec 3,50 F en poche et se retrouvaient
inévitablement dans la dèche au bout de six mois. Certes, je n’ai pas fait fortune
avec mon garage, même si entretemps j’ai aussi vendu des voitures d’occasion,
mais au moins je ne me suis pas ennuyé une seconde. »
N° 47 / Page - Pagina 16Célibataire, Jean-Claude Regout profite de sa liberté pour déambuler dans la ville
à sa guise. Il est rare qu’il soit rentré avant minuit. Appareil de photo à la main, il
est toujours prêt à immortaliser des
situations incongrues. Des « trucs
qui clochent » et qu’il juge tout
simplement indignes d’une ville qui
se veut capitale de l’Europe.
Son territoire d’observation est
essentiellement celui de la gare du
Midi, parfois surnommé l’ « Ilot
COTE D’OR » en référence aux
établissements de notre célèbre
chocolatier situés dans le quartier.
« Ce quartier est une des entrées de la ville et je souffre de voir la façon dont on
y accueille les étrangers qui débarquent du train. J’ai déjà passé des heures à la
gare pour aider les gens à s’y retrouver. Il n’y a pas un seul bureau de tourisme
dans le coin. Or à la sortie du THALYS ou de l’EUROSTAR, les voyageurs demandent
aussi bien où se trouve le HEYSEL que le MANNEKEN PIS ! Cela me fait plaisir de
leur expliquer. Leurs sourires et leurs « merci » sont ma récompense. »
Lorsque la foire du Midi s’installe, il ne se passe pas une heure sans que quelqu’un
demande où elle se trouve et surtout où sont les parkings. C’est ainsi que Jean-
Claude Regout a eu l’idée de flécher l’entrée du parking de la gare pour les
visiteurs ; une initiative qui n’a pas plu en haut lieu …
Plus récemment, il a passé une bonne
partie de la nuit à combler un passage
dans lequel voyageurs et riverains
pataugeaient dans la boue avec valises,
poussettes et tutti quanti ! Il a ensuite posé
une grande planche dessus et depuis …
tout le monde s’en sert.
Non content de balayer son trottoir, il
balaie toute la rue. Quand un avaloir est
bouché, il le débouche. Et il pourrait vous
en raconter bien davantage ! Mais ce n’est
évidemment pas du goût des autorités …
« J’ai pris contact avec le cabinet du Ministre Président de la Région Bruxelloise
CHARLES PICQUÉ - se souvient Jean-Claude Regout - car je trouve scandaleux que
des étrangers en visite chez nous ne puissent même pas s’orienter correctement.
On m’a répondu qu’on se rendait bien compte du problème, mais qu’aucune
Commune n’était prête à s’y investir.»
N° 47 / Page - Pagina 17“Ik kan die vuiligheid niet zien”
(Uittreksel uit Het Laatste Nieuws mei 2000 – Bart PIERREUX)
Vrijgezel JEAN-CLAUDE REGOUT haalt om de haverklap borstel, hark en vuilblik uit
de kast om BRUSSEL-ZUID station een grondige beurt te geven. Iedere dag stelt de
vrijgezel met lede ogen de erbarmelijke staat in een rond het zuidstation vast.
“Ongehoord, reizigers moeten in die viezigheid op een taxi of bus wachten.” Het
Brussel gewest en de gemeente Sint-Gillis ondertekenden gisteren een
samenwerkingsprotocol om de properheid van de “Midi” te verbeteren. Dit
akkoord moet een betere coördinatie van de reinigingsdiensten mogelijk maken.
“ Die veiligheid blijft altijd liggen en de werven rond het zuidstation worden niet
onderhouden. Echt triestig, alles is enorm verwaarloosd.” In 1991 stond in het
beheerscontract van de Belgische spoorwegen dat daar iets aan zou veranderen.
Nadien heeft Brussels minister ERIC ANDRÉ de werf nog eens bezocht en
verbetering belooft. Nu komen ze aandraven met een samenwerkingsprotocol
voor de reinheid. “Ik geloof niet dat dit veel gaat opleveren.” Aan het woord Jean-
Claude Regout, gewezen uitbater van de garage AUTO MACO aan de
Onderwijsstraat, in de schaduw van het Zuidstation. Momenteel is de
gepensioneerde mecanicien, beter bekend als MISTER JOHN, enkel beroemd en
berucht als het gewesten van de buurt.
“Op paasmaandag ben ik nog vier uur aan de slag geweest om heel de
FRANKRIJKSTRAAT op te ruimen. Tien jaar lang doe ik dat al, af en toe om de
omgeving rond het Zuid proper maken. Ik fotografeer alles, hou alles in het oog.
Deze nacht heb ik nog tot twee uur ’s nachts rondgedwaald in het station!”
N° 47 / Page - Pagina 18Niet iedereen is opgetogen met die goed bedoelde
spionagepraktijken. “ Ik heb al veel problemen
gehad met de politie …” En Jean-Claude stopt met
zijn verhaal, meer wil hij over zijn aanvaringen
met de arm der wet niet kwijt.
Tegen beter weten in blijft hij alle rare toestanden
in het oog houden en op foto vastleggen. Brussel-
Zuid is door de jaren heen zijn levenswerk
geworden. " Ik heb geen geldproblemen, woon in
een mooi huis van de familie en ben altijd vrijgezel
gebleven. Ik heb al dikwijls gezegd dat ik ging
stoppen, maar ik kan niet. Iedere keer zie ik terug
vuilnis. En dan schaam ik over de spoorwegen,
mijn land en mijn stad.”
Au 11 Rue de Crayer
La RUE DE CRAYER à Bruxelles, où se trouve la maison familiale de JEAN-CLAUDE
ET MARCELLE REGOUT, donne dans le haut de l’AVENUE LOUISE, non loin de
l’ABBAYE DE LA CAMBRE.
Cette maison a été construite en 1902 par les célèbres architectes bruxellois
ALBERT ET ALEXIS DUMONT. Comme on peut le voir sur la photo ci-jointe, l’allure
générale de la façade est de style « néo-renaissance flamande ». Quant à
l’aménagement intérieur, il a fait l’objet de transformations fonctionnelles
importantes en 1941. Mais on peut encore y voir de nombreux éléments d’origine
qui témoignent du soin apporté à la construction, notamment les grilles en fer
forgé de la façade, les boiseries, portes et huisserie intérieures portant la marque
du style « art nouveau » prisé à l’époque.
C’est la famille TSCHAGGENY qui fit construire cette maison au début du siècle.
Et c’est par héritage qu’elle est devenue la propriété de CAMILLE MORIN, la mère
de Jean-Claude et Marcelle. En effet GEORGES MORIN, le père de Camille avait
épousé MARCELLE TSCHAGGENY.
Ce n’est que suite au décès de sa belle-mère, que PIERRE REGOUT et son épouse
Camille Morin, ayant hérité de la maison, s’y sont installés avec leurs enfants.
Deux d’entre eux restés célibataires – Marcelle et Jean-Claude – en ont hérité à
leur tour au décès de leur mère. Et c’est désormais séparée de son frère, décédé à
Noël à l’âge de 89 ans, que Marcelle continue à y habiter.
N° 47 / Page - Pagina 19La notoriété de la famille Tschaggeny en Belgique et ailleurs tient à deux peintres
de talent, très prisés à leur époque : CHARLES-PHILOGÈNE TSCHAGGENY (1815-
1894) et son frère EDMOND (1818-1873). Tous deux sont réputés avoir été les
élèves du peintre animalier EUGÈNE VERBOECKHOVEN.
Bien que le nom Tschaggeny 4 ait une consonance hongroise, la famille serait
originaire de Suisse ; on en relève en effet la présence à Berne dès de 17ème siècle.
Chineurs passionnés, Marcelle et Jean-Claude ont acquis au fil du temps plusieurs
tableaux de ces deux peintres qui leur sont apparentés du côté maternel. Nous
reviendrons lors d’une prochaine chronique sur leur production, qui est de qualité,
et dont nombre de tableaux figurent dans les musées de par le monde. Ils ont en
effet excellé dans la « peinture de genre » à la mode durant la seconde moitié du
19ème siècle, avec une prédilection pour les scènes animalières ou orientalistes.
Dans ce domaine, Charles-Philogène est d’ailleurs encore très prisé de nos jours
pour son talent à représenter les chevaux avec le plus grand réalisme.
Si Jean-Claude et Marcelle ont
décidé de faire don de leur maison à
l’ASSOCIATION FAMILIALE REGOUT
ASBL, c’est dans l’idée de
transmettre intact le patrimoine que
leur ont légué leurs parents et qu’ils
ont contribué à préserver et à décorer
avec leur amour des belles choses.
Bien sûr le monde a radicalement
changé, et cette démarche étonnera
sans doute les jeunes d’aujourd’hui.
Nous savons cependant à quel point
la solidarité familiale est souvent
ancrée dans des lieux de vie ou
même des objets qui nous rappellent
des moments de bonheur partagés
jadis avec nos proches.
C’est pourquoi, le geste de Jean-
Claude et Marcelle mérite de notre
part le plus grand respect et toute
notre gratitude. A nous de veiller à
en faire à l’avenir bon usage
conformément à leurs vœux.
Stany Regout
4
prononcer « tchagni »
N° 47 / Page - Pagina 20Carnet familial– Familie berichten
Naissances / Geboorten
• Le 19 décembre 2018, OLIVIA
REGOUT, épouse de BRUNO DE
MOOR, a donné le jour à Rio de
Janeiro à une petite fille
prénommée ALIX, qui s’apprête à
vivre son premier carnaval !
OLIVIA est la fille de M. PATRICK
REGOUT et Mme née DONATIENNE
t’ SERSTEVENS.
(5ère branche : IV – E – 05 – a /
généalogie p. 191).
Décès / Overleden
• WILLEMIJN DE NERÉE TOT BABBERICH, ,
weduwe van Baron FRANS VAN VOORST TOT
VOORST, geboren in ’s Gravenhage op 21-07-
1918, is op 15- 03-2018 in Chexbres (Vaud,
Zwitserland) overleden
(Vierde tak : V – D – 1 / genealogie p. 145)
• INGRID REGOUT, geboren in Maastricht
op 10 december 1947, is op 29 oktober
2018 in Valkenburg overleden.
(Vijfde tak : I – I – 5 / genealogie p. 168)
• NORA MARRES, weduwe van LOUIS HOUBEN, geboren in Maastricht op 9
augustus 1921, is op 7 november 2018 in Roermond overleden.
(Tweede tak : VIII – E – 1 / genealogie p.97)
N° 47 / Page - Pagina 21Les parents de Nora – VICTOR MARRES et son
épouse née GABRIELLE REGOUT – ont quitté
Maastricht en 1924 pour s’établir à Uccle, ce qui a
permis à Victor d’exercer sa profession d’architecte
en Belgique et d’y importer le style hollandais !
Nora et son frère Frans habitaient avec leurs
parents une des deux maisons jumelées construites
par leur père, l’autre maison étant occupée par la
famille de leur cousin germain « BIM », fils unique
d’EDOUARD REGOUT et ZOÉ (Coco) DE SPIRLET.
En 1951, Nora épouse LOUIS HOUBEN, originaire
comme elle du Limbourg Hollandais. Le couple s’établit à Liège et ensuite à
Bruxelles. De retour dans son Limbourg natal (Huize Geno – OHÉ EN LAAK),
Nora y est décédée à l’âge de 97 ans, 16 ans après son mari.
-----------------------
De familie MARRES-REGOUT verhuisde in 1924 van Maastricht naar Brussel
om er zich in Ukkel te vestigen. Victor Marres kon er zijn beroep als architect
voortzetten en er zijn persoonlijke visie en ambities in een groter gebied zoals
Brussel waarmaken.
Nora en haar broer Frans woonden met hun ouders in één van de twee
halfvrijstaande huizen die Victor Marres had gebouwd, het andere huis was
bewoond door EDOUARD REGOUT en ZOÉ (Coco) DE SPIRLET en hun enige zoon
“BIM” (die op 23 maart 2018 is overleden). In 1951 trouwde Nora met LOUIS
HOUBEN, die eveneens afkomstig was uit Nederlands Limburg. Eerst woonde
het getrouwde stel in Luik, daarna in Brussel. Terug naar haar geboorteland
en haar geliefde Limburg (Huize Geno – OHÉ EN LAAK), is Nora er op 97
jarige leeftijd overleden, 16 jaar na haar echtgenoot, Louis.
• JEAN-CLAUDE REGOUT, frère et compagnon
de MARCELLE, né à Bruxelles le 21 août
1929, est décédé chez lui, Rue de Crayer, le
jour de Noël 2018.
(3ème branche : IX – A – 1 / généalogie p. 115)
N° 47 / Page - Pagina 22Les descendants de RAOUL ET BERNADETTE REGOUT
N° 47 / Page - Pagina 23
(5ème branche III-H / Généalogie pages 178 à 182)Bericht van de Stichting Grafkelder
De stichting Grafkelder onder de Roomsch-Katholieke commemoratieve Kapel
van PETRUS REGOUT – HOEBERECHTS heeft als doel "het bezorgen eener
begraafplaats in na te melden grafkelder aan de wettige afstammelingen van
wijlen den heer Petrus Regout", alsmede het onderhouden van de grafkelder en
de bijbehorende kapel.
De grafkelder, gelegen naast de Heilige
Sacraments-basiliek te Meerssen, bevat
124 nissen plus een later aangebrachte
urnenmuur met 30 plaatsen. Voorzover
bekend is het de grootste particuliere
grafkelder in Nederland. Grafkelder en kapel
zijn aangewezen als provinciaal en
rijksmonument. De instandhouding ervan
vormt een voortdurende zorg van het
bestuur, dat daarbij afhankelijk is van
subsidies. Een zeer klein aantal familieleden
plus een hoogst-enkele buitenstaander
ondersteunt de stichting met een jaarlijkse
gift. Deze weldoeners krijgen een nieuwsbrief, doorgaans met de laatste
restauratie-berichten, de laatste bijzetting(en), iets over verwerving van
bijzondere attributen, zoals het nieuw gemaakte St. Petrus-beeld in de nis boven
de kapel-ingang, een groot kruisbeeld (herkomst: Sphinx) etc. In 2019 bestaat de
stichting 150 jaar.
Momenteel zijn er nog 10 grafnissen en 16 urne nissen onbezet en nog niet aan
iemand toegekend. Behoudens een concreet vastgelegde toezegging van de
stichting heeft niemand een formele aanspraak op een plaats in de grafkelder. Wel
bevatten de statuten een regel dat evenredige verdeling van plaatsten over de
familietakken moet worden nagestreefd. Wellicht bij wijze van tijdelijke
financiële ondersteuning, zijn in het verleden tegen betaling enkele plaatsen
beschikbaar gehouden ten behoeve van familieleden uit de tak Kruisdonk. Omdat,
na recente inventarisatie binnen en door genoemde tak, er in die gelederen geen
interesse blijkt om daadwerkelijk in de grafkelder te worden bijgezet, zijn deze
plaatsten onlangs aangeboden en door de stichting terug gekocht, zodat er een
klein aantal plaatsen extra beschikbaar is gekomen. De stichting wil zich een beeld
vormen van de interesse van andere gegadigden en ziet dit bericht in de
familiekroniek daarvoor als de beste mogelijkheid.
De stichting hanteert als richtsnoer voor toekenning van een graf- of urnenplek in
de kelder de volgende criteria, waaraan overigens, zoals vermeld, geen
aanspraken kunnen worden ontleend.
N° 47 / Page - Pagina 24Iemand die in de grafkelder wordt bijgezet is :
- een directe afstammeling(e) 'in den bloede' van Petrus en Aldegonda Regout-
Hoeberechts - een drager/-ster van de familienaam Regout krachtens die
afstamming
- of een wettige echtgenoot/-ote van zodanige wettige afstammeling
- van de oudste generatie, d.w.z. voorouders zijn overleden; een verzoek om
'alvast' een plaats voor een kind of (achter-) kleinkind is niet ontvankelijk
- vooruit betaal plichtig aan de stichting voor het reserveren van een graf-nis (€
1600) of urn-nis (€ 800); na bijzetting moet betaald worden voor het
aanbrengen van de graf- c.q. urn-steen met naamsvermelding etc. volgens de
traditionele uitvoering zoals die nu is
- het valt niet volledig uit te sluiten dat van de nazaten ooit om een beperkte
onderhoudsbijdrage wordt gevraagd, als de toestand van het monument en van
de stichting dat noodzakelijk maken. De stichting zoekt uit hoe in een
dergelijk commitment - werkzaam en overzichtelijk v.w.b. de omvang van de
verplichtingen - kan worden voorzien.
Naast de bovengenoemde, zal de stichting ook andere criteria moeten hanteren,
gezien het zeer beperkte aantal plaatsen.
Het bestuur van de stichting bestaat uit LUCIE VAN DIJK-REGOUT (voorzitster),
ROB SCHMEDDING (secretaris), EDGAR REGOUT (voorheen penningmeester), TOM
REGOUT en 'ondergetekende' als nieuwe penningmeester.
De financiële situatie van de stichting is solide en de status van het monument is
goed, zij het dat binnenkort een dakreparatie aan de orde is, waarvoor een
overheidssubsidie-aanvraag loopt.
Het bestuur roept familie-leden thans op
- om een interesse in de verwerving van een graf-nis of urn-nis kenbaar te
maken binnen 3 maanden na verschijnen van deze kroniek;
- om de stichting bij de instandhouding van de rustplaats der voorouders en van
het familie-erfgoed te steunen met een jaarlijkse bijdrage (van bijv € 25) naar
bankrekeningnummer NL39 INGB 0008 3219 18 t.n.v. STICHTING
GRAFKELDER PETRUS REGOUT, waarvoor dank;
- zich te beraden over een mogelijke kandidaat/-ate voor een functie (eventueel
op termijn) in het stichtingsbestuur, waarvan de meeste leden reeds vele jaren
actief zijn. Idealiter woont de kandidaat op niet grote afstand van de
grafkelder.
Alle respons is zeer welkom en zal uiteraard discreet worden behandeld. Reacties
m.b.t. het voorgaande gaarne zenden aan rob.schmedding@kpnmail.nl
Namens de Stichting Grafkapel: Clemens Regout
N° 47 / Page - Pagina 25Adreslijst bestuurleden – Coordonnées du Comité
John Regout, President Jean-Marc Regout, Secrétaire
Boslaan 5 Begijnenhof 1
NL – 1405 BX Bussum B – 3060 Bertem
Tel. 035 538 87 60 Tél : 016 47 15 17
regout@rodanal.nl jmregout@hotmail.com
Maïte Marchesini-Regout Stany Regout,
Secretariaat Chronique / Kroniek
Soerenseweg 15 Rue de Rhisnes 32
NL- 7314-CA Appeldoorn B – 5080 La Bruyère
Tél : 0555-22-49-75 Tél : 081 21 34 32
lgn.marchesini@chello.nl stany.regout@skynet.be
Clemens Regout, Archieven Axel d’Oreye de Lantremange
Prinses Marielaan 4 A Kapucijnendreef, 66
NL-3743 JA Baarn B - 3090 Overijsse
Tel. 035 543 17 32 Tel : 02 657 00 30
cl.regout@gmail.com axeldoreye@gmail.com
Peter van Meeuwen, Penningmeester Dominique Regout, Trésorier
Zuidwerflaan 7 Rue du Tilleul, 13
NL-2594 CW ‘s Gravenhage 1315 Sart-Risbart
Tel. 070.385 14 22 Tél : 010 65 57 73
vanmeeuwen@planet.nl domimaregout@gmail.com
Bankrekening van de stichting (Nl) N° compte de l’Association (B) :
Postbank Giro : 1716898 776-5982925-62
IBAN : NL12INGB0001716898 IBAN : BE51 7765 9829 2562
BIC : INGBNL2A BIC : GKCCBEBB
Adresse du site web / website : www.regout.be
Commande / Bestelling Généalogie : 25 € – norbert.regout@skynet.be
Changement d’adresse : secretaire@regout.be
N° 47 / Page - Pagina 26De Kroniek van de Familie Regout is een uitgave van de STICHTING REGOUT die
verschijnt tweemaal per jaar. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd
en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke
wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
De eindredactie behoudt zich het recht voor ingezonden brieven en/of artikelen
wel dan niet te plaatsen, in te korten of aan de geest en de bedoeling van het blad
aan te passen zonder voorafgaande kennisgeving.
De kroniek wordt toegestuurd aan al de leden die hun jaarlijks bijdrage betaald
hebben, zoals vermeld op pagina 2.
*****
La Chronique de la Famille Regout est une publication bisannuelle de
L’ASSOCIATION FAMILIALE REGOUT ASBL. Aucune de ces publications ne peut
être multipliée ni rendue publique par voie d’impression, de photocopie, de
microfilm ni par toute autre voie, sans avoir préalablement obtenu l’autorisation
écrite de l’éditeur. Le rédacteur en chef se réserve le droit de ne pas publier,
d’écourter ou d’adapter l’esprit ou la signification des articles qui lui ont été
envoyés.
La chronique est envoyée à tous les membres en règle de cotisation comme
mentionné à la page 2.
© Copyright ASSOCIATION FAMILIALE REGOUT ASBL / STICHTING REGOUT
Editeur responsable/ Uitgever : Le Comité de l’Association
Rédaction/ Redactie STANY REGOUT
Adresse / Adres Rue de Rhisnes 32 – B 5080 Emines
Tel : +32 (0)81 21 34 32
Email : stany.regout@skynet.be
N° 47 / Page - Pagina 27N° 47 / Page - Pagina 28
Vous pouvez aussi lire
