JAMES ENSOR FRAGMENTEN EN ECHO'S - Ronny Van De Velde
←
→
Transcription du contenu de la page
Si votre navigateur ne rend pas la page correctement, lisez s'il vous plaît le contenu de la page ci-dessous
JAMES ENSOR FRAGMENTEN EN ECHO’S
JAMES ENSOR
FRAGMENTEN EN ECHO’S
TEKENINGEN
1873-1885
Patrick Florizoone - Willem Coppejans
RONNY VAN DE VELDE
INHOUDSTAFEL TABLE DES MATIÈRES TABLE OF CONTENTS
MIJMERINGEN VAN JAMES ENSOR MÉDITATIONS DE JAMES ENSOR SUR MUSINGS OF JAMES ENSOR ON
OVER DE GETEKENDE LIJN LA LIGNE DESSINÉE THE DRAWN LINE
Deel 1 DE VROEGSTE TEKENINGEN Partie 1 LES PREMIERS DESSINS Part 1 THE EARLIEST DRAWINGS
1873-1880 1873-1880 1873-1880
Modellen uit boek en in gips Modèles de livre et en plâtre Models drawn from books and
Modellen op atelier: de Modèles à l’atelier : les sculpted plaster casts
Oostendse types types ostendais Models in the studio: the Ostend types
Le Lampiste Le Lampiste The Lamp Boy
Deel 2 FRAGMENTEN EN ECHO’S - Partie 2 FRAGMENTS ET ÉCHOS - Part 2 FRAGMENTS AND ECHOES -
DE TEKENINGEN VAN 1880 TOT LES DESSINS DE 1880 À THE DRAWINGS FROM 1880 to
CIRCA 1885 1885 (ENV.) CIRCA 1885
INTRAMUROS - INTRA-MUROS - INTRAMUROS -
DE WONING ALS ATELIER LA MAISON COMME ATELIER THE HOME AS STUDIO
De ziel van de dingen L’âme des choses The soul of things
Interieur als stilleven: Le salon L’intérieur comme nature morte : Interior as still-life: Le salon
bourgeois, de oorspronkelijke Le salon bourgeois, la version bourgeois, the original version
versie van 1880 originale de 1880 from 1880
Familie en vrienden Famille et amis Family and friends
Willy Finch, schilder en Willy Finch, peintre et Willy Finch, painter and
melomaan mélomane music lover
Epiloog - James op hotel Épilogue - James Ensor à l’hôtel Epilogue - James at Hotel Providence
tijdens de oorlog pendant la guerre Régina during the war
EEN BLIK IN DE SPIEGEL - UN REGARD DANS LE MIROIR - A LOOK IN THE MIRROR -
OBSERVATIE WORDT L’OBSERVATION DEVIENT OBSERVATION BECOMES
INTROSPECTIE INTROSPECTION INTROSPECTION
EXTRAMUROS - EXTRA-MUROS - EXTRAMUROS -
HOEFGETRAPPEL EN BRUIT DE SABOTS ET HOOFBEATS AND
SILHOUETTEN SILHOUETTES SILHOUETTES
SCHETSBOEKEN CARNETS DE CROQUIS SKETCH BOOKS
VIER SCHILDERIJEN QUATRE TABLEAUX FOUR PAINTINGS
LATERE TEKENINGEN DESSINS TARDIFS LATER DRAWINGS
BIBLIOGRAFIE BIBLIOGRAPHIE BIBLIOGRAPHY
4
MIJMERINGEN VAN JAMES ENSOR
OVER DE GETEKENDE LIJN
Ensor hechtte veel waarde aan zijn tekeningen. Zo primitive et la ligne souffre et devient secondaire. Cette Lies De Maeyer kwam tijdens haar onderzoek tot
is het een veelzeggende keuze om voor zijn retro- vision sera peu comprise. Elle demande une longue de conclusie dat Ensors afkerigheid van orde, zijn
spectieve in 1929 circa driehonderdvijfentwintig observation, une étude attentive. Le vulgaire ne discer- grilligheid, zijn spel met het toeval de onderzoeker in
tekeningen te selecteren waaronder twaalf schetsen nera que désordre, chaos, incorrection. Et ainsi l’art a een echt labyrinth brengen.2 De rode draad doorheen
met silhouetten en vijftien grote houtskooltekenin- évolué depuis la ligne du gothique à travers la couleur dit onlogische kluwen is het observeren van de di-
gen uit de reeks Oostendse types. Gezien het artis- et le mouvement de la Renaissance, pour arriver à la recte omgeving. Werpt hij de blik naar buiten, uit
tieke belang is het opmerkelijk dat nog geen enkele lumière moderne. het zolderraam van zijn atelier, dan zien we hoe hij
auteur zich heeft gewaagd aan een overzichtswerk (James Ensor, ‘Réflexions sur l’art’, 1882 in: La Plume, in een vlugge open techniek silhouetten van toeval-
van het getekende oeuvre van James Ensor. De 1899 ) lige passanten vastlegt. Dit suggestietekenen, het
complexiteit qua datering en het grote aantal te- capteren van beweging, staat in contrast met de
keningen spelen daarin een bepalende rol.1 De In 1882, twee jaar afgestudeerd aan de academie, tekeningen die gemaakt werden wanneer hij bin-
vroege tekeningen werden wel reeds uitvoerig en schrijft Ensor deze gedachten over kunst neer, het is nenshuis tekent. Voorwerpen uit atelier, woonka-
diepgaand onderzocht door Lies De Maeyer in haar geen kunsthistorische overpeinzing. Hij probeert te mer en keuken worden in geconcentreerde lijnen
licentiaatsverhandeling, James Ensor, tekeningen en verwoorden welke weg hij heeft afgelegd, waar hij vastgelegd vanuit een interesse voor vorm, materie
akwarellen, 1873-1885 (1977, RUGent). Dit onder- staat en waar hij naartoe wil. Als metafoor voor de en licht. Ook inwonende familieleden worden veel-
zoek bleek van grote waarde bij het schrijven van ontwikkeling van zijn kunst gebruikt hij de lijn. In vuldig, bijna als onderdeel van het interieur, tijdens
dit essay. Een synthese van deze verhandeling met feite schrijft hij over zijn eigen ontwikkeling. hun dagelijkse bezigheden, vaak in rustende poses
focus op de silhouettekeningen werd gepubliceerd Hij evolueerde van een eenvoudige klassieke line- afgebeeld. Bij de zelfportretten uiteindelijk wordt
als artikel Modernistische aspecten van Ensors silhou- aire tekenstijl naar een beheersing van schaduw en Ensors blik naar binnen een blik in de spiegel, ob-
ettekeningen en aquarellen van 1880-82 (1985). Ook licht om volumes te materialiseren. In het spel met servatie wordt introspectie.
het onderzoek van Paul Fierens, Herwig Todts en het licht legt Ensor een intens leertraject af. La ligne
Robert Hoozee & Sabine Bown - Taevernier bleek souffre et devient secondaire of vrij geïnterpreteerd:
waardevol bronnenmateriaal. (zie bibliografie). de lijn lijdt en lost op in het licht: enkel door de 1 Op vlak van datering zet Ensor ons vaak op het
Deze catalogus en de hieraan gekoppelde expositie gevoeligheden van het moderne licht kan de kun- verkeerde been. Vele tekeningen werden pas
van Galerie Jessy en Ronny Van de Velde bundelt een stenaar zich bevrijden van de onderwerping aan de gesigneerd en gedateerd op het moment dat
mooi ensemble van vroege tekeningen van James lijn en ligt de weg open naar een zuivere expressie. ze verkocht werden, vaak twintig of dertig jaar
Ensor. Op enkele uitzonderingen na zijn ze alle te In 1882 was hij in die laatste fase aangekomen met later. Meer dan eens zou Ensor zich een jaartje
dateren tussen 1873 en 1885. Ze geven een duidelijk nog een paar jaar te gaan om het licht volledig te vergissen.
inzicht in de ontwikkeling van het artistieke creatie- beheersen en te laden met emotie en beweging: im- 2 De Maeyer L. (1977), p. 142
proces en tonen hoe door observatie van de directe pressionistisch en symbolistisch licht.
omgeving de fundamenten worden gelegd voor een
eigen unieke stijl, die buiten alle conventies valt. Kernachtig schrijft hij over deze laatste stap: Cette vi-
sion sera peu comprise… een belangrijke bekentenis.
Tekenen ligt aan de basis van vele beeldende kunst- Hij gebruikt de toekomstige wijs want hij weet waar
vormen. Een schilder, beeldhouwer of architect hij naartoe wil en dat zijn doel nog niet bereikt is.
schetst wat hij wil verwezenlijken. Tijdens het teke- Op tweeëntwintigjarige leeftijd voelt hij zich al bui-
nen capteren en concretiseren ze hun ideeën. ten het gewone, buiten het vulgaire want hij die deze
Vanaf de renaissance worden tekeningen als autono- zin schrijft heeft het wel begrepen. Dit korte zinnetje
me kunstwerken erkend, vanaf de romantiek worden impliceert dat hij een belangrijke weg alleen zal moe-
ze een genre op zich. Naast de uitgewerkte tekening ten afleggen, dat zijn zelfvertrouwen groot zal moe-
geniet vanaf nu ook schetsen meer en meer appreci- ten zijn en de inzinkingen diep. Profetische woorden,
atie als artistieke uitdrukkingsvorm. Waar de functi- die hun reflectie vinden in de zelfportretten.
onele tekening louter het denken vertegenwoordigt,
toont de spontane schets of de autonome tekening Het is wel degelijk over de tekenlijn dat hij mijmert
ook de ziel van de kunstenaar. en niet over de penseelstrook. De massale teken-
productie van de vroege jaren geeft voeding en im-
Ensor reflecteert over zijn tekenkunst in een gebal- pulsen aan het geschilderde oeuvre. Vaardigheden
de en doordachte tekst: en motieven die al tekenend verworven werden,
komen in de schilderijen tot volle ontplooiing.
Réflexions sur l’art Afgewerkte portretten worden hernomen in schil-
derijen zoals Le Lampiste (1880, Tr. 161) of La dame
La vision se modifie en observant. La première vision, à l’éventail (1880, Tr. 164) en diverse object- of por-
celle du vulgaire, c’est la ligne simple, sèche, sans re- tretschetsen worden samengebracht (1888, Tr. 293)
cherche de couleur. La seconde période, c’est celle où in impressionistische interieurschilderijen zoals
l’œil plus exercé discerne les valeurs des tons et leurs Musique russe (1881, Tr. 220) of Le salon bourgeois
délicatesses; celle-ci est déjà moins comprise du vul- (1880, Tr. 168). Massataferelen zoals in L’entrée du
gaire. La dernière est celle où l’artiste voit les subtilités Christ à Bruxelles hadden dan weer nooit kunnen
et les jeux multiples de la lumière, ses plans, ses gravi- ontstaan zonder de perspectivische blik en de oefe-
tations. Ces recherches progressives modifient la vision ning op vormsynthese van de silhouettetekeningen.
6
MÉDITATIONS DE JAMES ENSOR MUSINGS OF JAMES ENSOR
SUR LA LIGNE DESSINÉE ON THE DRAWN LINE
Ensor attachait beaucoup de valeur à ses dessins. tons et leurs délicatesses ; celle-ci est déjà moins tail (1880, Tr. 164). Divers croquis d’objets ou de Ensor attached much value to his drawings. more exercised eye discerns the values of tones and in paintings such as Le lampiste (1880, Tr. 161) or
Ainsi, sa sélection d’environ trois cent vingt-cinq comprise du vulgaire. La dernière est celle où
portraits sont réunis dans des tableaux impres- Thus, it is a telling choice with regards to his their delicacies; it is already less understood by the La dame à l’éventail (1880, Tr. 164), and various
dessins pour sa rétrospective de 1929, dont douze l’artiste voit les subtilités et les jeux multiples de la sionnistes d’intérieur, comme Musique russe (1881, 1929 retrospective that he selects some three- vulgar. The last is the one where the artist sees the object- or portrait sketches are brought together
esquisses de silhouettes et de quinze grands fu- lumière, ses plans, ses gravitations. Ces recherches Tr. 220) ou Le salon bourgeois (1880, Tr. 168). hundred twenty-five drawings, including twelve subtleties and multiple plays of light, its planes, its in impressionistic interior paintings like Musique
sains de la série des types ostendais, constitue un progressives modifient la vision primitive et la ligne Les scènes de foule comme L’Entrée du Christ à sketches with silhouettes and fifteen large char- gravitations. This progressive research modifies the russe (1881, Tr. 220) or Le salon bourgeois (1880,
choix significatif. Vu l’importance artistique, il est souffre et devient secondaire. Cette vision sera peu Bruxelles (1888, Tr. 293) n’auraient jamais pu exis- coal drawings from the series Ostend types. Given primitive vision, and the line suffers and becomes Tr. 168). Massive crowd scenes such as L’entrée
remarquable qu’à ce jour aucun auteur ne se soit comprise. Elle demande une longue observation, ter sans le regard perspectif et l’exercice de syn- the artistic importance, it is all the more remark- secondary. This vision will be poorly understood. It du Christ à Bruxelles (1888, Tr. 293) could never
essayé à un ouvrage de référence sur les dessins une étude attentive. Le vulgaire ne discernera thèse formelle des croquis de silhouette. able that to present not a single author has ven- requires long observation, careful study. The vulgar have arisen without the perspective view and the
de James Ensor. La complexité de la datation et que désordre, chaos, incorrection. Et ainsi l’art Au cours de sa recherche, Lies De Maeyer est arri- tured to pen a definitive survey-work devoted to will only discern disorder, chaos, incorrectness. And exercise of form-synthesis as seen in the silhou-
le grand nombre de dessins jouent un rôle déter- a évolué depuis la ligne du gothique à travers la vée à la conclusion que « l’aversion de l’ordre, la Ensor’s drawn oeuvre. The complexities to do so art evolved from the line of the Gothic through ette drawings.
minant dans cette absence1. Dans son mémoire couleur et le mouvement de la Renaissance, pour versatilité et le jeu avec le hasard d’Ensor mènent with accurate dating, as well as the sheer great the color and movement of the Renaissance, to ar-
de licence James Ensor, tekeningen en akwarellen, arriver à la lumière moderne. » le chercheur dans un véritable labyrinthe2. » Le fil number of drawings involved, have no doubt rive at the Modern Light. During her research, Lies De Maeyer came to
1873-1885 [James Ensor, dessins et aquarelles, (James Ensor, « Réflexions sur l’art », 1882 in : La conducteur à travers cet enchevêtrement dénué played a dissuasive role.1 On the other hand, (James Ensor, ‘Réflexions sur l’art’, 1882 in: La the conclusion that ‘Ensor’s aversion to order,
1873-1885] (1977, RUGent), Lies De Maeyer Plume, 1899) de logique est l’observation de l’environnement the early drawings have indeed benefitted from Plume, 1899 ) his capriciousness, his play with chance, lead the
analyse en détail et de manière approfondie les direct. Quand il oriente le regard vers l’extérieur, Lies De Maeyer’s extensive and thorough exami- researcher into a veritable labyrinth.’ 2 The com-
premiers dessins de l’artiste. Cette recherche En 1882, deux ans après avoir achevé ses études à à travers la lucarne de son atelier, on peut voir la nation in her Master’s thesis, James Ensor, teke- In 1882, two years out of art school, Ensor writes mon thread running through this illogical tangle
s’est révélée précieuse pour l’écriture de ce texte. l’académie, Ensor consigne ces pensées sur l’art. manière dont il fixe les silhouettes des passants ningen en akwarellen, 1873-1885 (1977, RUGent). down these ‘thoughts on art’. It is not an art- is Ensor’s observation of his immediate environ-
En 1985, la revue du Musée des Beaux-Arts Il tente d’exprimer le chemin qu’il a accompli, dans la rue à la faveur d’une technique ouverte Her work has been of great value in the writing historical meditation. He tries to put into words ment. Casting his gaze outside the attic window
d’Anvers (Museummagazine KMSK Antwerpen, de formuler où il en est et dans quelle direction et rapide. Cette façon suggestive de dessiner, de of this essay. A synthesis of this thesis with fo- the course he’d traveled, where he is, and where of his studio, we see how he adroitly depicts the
1985, 3-4) a publié une synthèse de ce mé- il souhaite aller. Comme métaphore pour le déve- capter le mouvement contraste avec les dessins cus on the silhouette drawings was published as he wants to go. As metaphor for the development silhouettes of casual passers-by in a fluid, open
moire intitulé Aspects modernistes des dessins de loppement de son art, il utilise la ligne. En réalité, réalisés chez lui, à l’intérieur. Des objets de l’ate- an article entitled ‘Modernistische aspecten van of his art he uses ‘the line’. In fact, he’s writing technique. This suggestion-drawing, the captur-
silhouettes et aquarelles d’Ensor entre 1880 et 1882. il écrit sur son propre développement. lier, du salon et de la cuisine sont reproduits à Ensors silhouettetekeningen en aquarellen van about his own development. ing of movement, stands in contrast to the draw-
Les recherches de Paul Fierens, de Herwig Todts Il a évolué d’un simple style de dessin linéaire travers des lignes concentrées et à partir d’un 1880-82,’ (1985). As well, the research findings of ings he makes of interior subjects. Objects from
et de Robert Hoozee & Bown-Taevernier se sont et classique à une maîtrise des ombres et de la intérêt pour la forme, la matière et la lumière. Paul Fierens, Herwig Todts and Robert Hoozee He evolved from a simple, classic linear draw- his studio, living room and kitchen are defined
également révélées du matériau précieux (voir lumière pour matérialiser les volumes. Dans le Les membres de la famille qui habitent le lieu & Sabine Bown-Taevernier proved valuable ing style to a command of shadow and light to in concentrated lines, from an interest in form,
bibliographie). jeu de lumière, Ensor effectue un trajet d’ap- sont abondamment représentés, quasi comme sources. (see bibliography) make volumes materialize. In this play with light, material and light. Frequently portrayed, as well,
Ce catalogue et l’exposition qu’il accompagne à prentissage intense. En 1882, il était parvenu à des éléments du décor, vaquant à leurs occupa- Ensor undertakes an intense learning process. In are resident family members - almost as parts of
la Galerie Jessy et Ronny Van de Velde réunissent une dernière phase : il ne lui faudrait plus que tions quotidiennes, souvent aussi dessinés dans This catalogue and the exhibition it accompanies 1882 he had arrived at a final phase, just a few the interior - going about their daily activities,
un bel ensemble de dessins des débuts de James quelques années pour maîtriser complètement la des poses de repos. Dans les autoportraits, le re- at Galerie Jessy and Ronny Van de Velde, presents years away from a complete mastery of light, in- often in postures of repose. In the self-portraits,
Ensor. À quelques exceptions près, ils sont tous lumière et la doter d’émotion et de mouvement : gard intérieur d’Ensor devient un regard dans le a fine ensemble of James Ensor’s early drawings, vesting it with emotion and movement: impres- Ensor’s inner gaze finally becomes a look in the
datés entre 1873 et 1885. Ils offrent une idée assez la lumière impressionniste et symboliste. « La miroir, l’observation devient introspection. the vast majority dating between 1873 and 1885. sionist and symbolist light. ‘The light suffers and mirror. Observation becomes introspection.
précise du développement du processus de créa- ligne souffre et devient secondaire » – ou libre- They offer clear insight into the development of becomes secondary’ – or, freely interpreted: the
tion artistique et montrent la façon dont Ensor ment interprété : la ligne souffre et se dissout dans his artistic creation process, and further show how line ‘suffers’ and dissolves in light: only through
jette, par son observation de l’environnement la lumière : l’artiste ne peut se libérer de l’asser- 1 En matière de datation, Ensor nous amène - via observation of his immediate surroundings - sensitivity to this ‘modern light’ can the artist 1 With respect to the works’ dating, Ensor of-
direct, les fondements d’un style singulier, bien vissement à la ligne qu’à travers les sensibilités de souvent sur une fausse piste. Il n’a signé the fundamentals were laid for a unique style, one free himself from subjugation to the line, to lay ten wrong-foots us. Many drawings were only
à lui et loin de toutes les conventions. la lumière moderne, et ainsi ouvrir la voie à une et daté bon nombre de ses dessins qu’au beyond all conventions of the time. the way open towards pure expression. In 1882 he signed and dated when they were sold, often
expression pure. moment de leur vente, parfois vingt ou trente had arrived at this last phase, with still a few years twenty or thirty years after their making. More
Le dessin est à l’origine de multiples formes d’arts années après leur réalisation. Et Ensor s’est Drawing forms the basis of many visual arts. The to go before a full mastery of light, imbuing it than once, Ensor would mistake a year.
plastiques et visuels. Le peintre, le sculpteur ou De façon concise, il écrit sur cette dernière étape : plus d’une fois trompé de date à un an près. painter, sculptor or architect sketches what they with emotion and movement - impressionist and 2 De Maeyer L. (1977), p. 142
l’architecte esquisse ce qu’il désire réaliser. C’est « cette vision sera peu comprise… » Un aveu impor- 2 De Maeyer, L. (1977), p. 142 wish to accomplish. During the drawing process symbolist light.
en dessinant qu’il capte et concrétise ses idées. tant. Il utilise la forme future parce qu’il sait dans they capt and concretize their ideas.
À partir de la Renaissance, les dessins sont recon- quelle direction il veut se diriger et a conscience Ever since the Renaissance, drawings have been He writes pithily about this last step: ‘This vision
nus comme des œuvres d’art autonomes. Avec le de ne pas encore avoir atteint son objectif. À l’âge recognized as autonomous art works, and from will be poorly understood’... a significant avowal.
romantisme ils deviennent un genre à part entière. de vingt-deux ans, il se sent déjà hors-norme, hors the Romantic era have become fully liberated. He uses the future tense because he knows where
Outre les dessins élaborés, les esquisses sont désor- du vulgaire, car qui écrit cette phrase lapidaire dé- Alongside the fully elaborated drawing, now he wants to go and that his goal has not yet been
mais de plus en plus appréciées en tant qu’expres- montre qu’il a bien compris ce qui l’attend : il va sketches too have also become more-and-more achieved. At the age of twenty-two, he already
sion artistique. Là où le dessin fonctionnel repré- lui falloir effectuer seul un chemin important, avoir appreciated as an artistic form of expression. feels himself out of the ordinary, beyond the
sente purement la réflexion, l’esquisse spontanée ou une grande confiance en lui et pouvoir affronter des Where the functional drawing purely represents ‘vulgar’ because he who writes this sentence has
le dessin autonome dévoile aussi l’âme de l’artiste. dépressions profondes. Des mots prophétiques qui thought, the spontaneous sketch or the autono- understood it. This short sentence implies that
trouvent leur reflet dans les autoportraits. mous drawing also reveals the ‘soul’ of the artist. he will have to take an important road alone, that
Ensor réfléchit sur son art du dessin dans un texte his confidence will have to be high and the de-
ramassé et mûrement pensé : Il s’agit bel et bien de la ligne de dessin sur laquelle Ensor reflects on his drawing art in a blunt and pression deep. Prophetic words, indeed.
il médite, non pas sur le coup de pinceau. La pro- thoughtful text:
Réflexions sur l’art duction massive de dessins des premières années It is surely about the drawn line that he is musing,
nourrit et inspire l’œuvre picturale. Les aptitudes Réflexions sur l’art and not the brushstroke. The massive drawn pro-
« La vision se modifie en observant. La première et les motifs acquis en dessinant atteignent leur duction of the early years gives nourishment and
vision, celle du vulgaire, c’est la ligne simple, sèche, plein épanouissement dans les tableaux. Les por- Vision changes by observing. The first vision, that of stimulus to the painted oeuvre. Skills and motifs
sans recherche de couleur. La seconde période, c’est traits achevés sont repris dans des toiles comme the vulgar, is the simple, dry line, without a search acquired in drawing, come into full bloom in his
celle où l’œil plus exercé discerne les valeurs des Le Lampiste (1880, Tr. 161) ou La Dame à l’éven- for color. The second phase is that in which the paintings. Finished drawn portraits are reprised
8
Deel 1: DE VROEGSTE TEKENINGEN
1873-1880
Modellen uit boek en in gips
De ontwikkeling van James Ensor tot uitzonderlijk uitmaakt van een schetsboek van de collectie van In oktober 1877 schrijft Ensor zich in aan de
tekenaar liep van 1873 tot 1885. Binnen dit tijdsbestek het KMSK Antwerpen (afb. p. 30).5 Dit wijst er Brusselse Academie voor Schone Kunsten. We
kreeg hij gedurende twee korte periodes onderricht: op dat de jonge Ensor werkte naar zogenaamde vinden zijn naam terug in de registers bij drie op-
van 1873 tot 1875 en van 1877 tot 1880. Hoewel hij modelboeken: studieboeken voor de beginnende eenvolgende schooljaren. Het laatste schooljaar
de kwaliteit van beide opleidingen meermaals zou tekenaar waarin motieven worden gerangschikt 1879-1880 breekt hij vroegtijdig af. Ensor kwam
bagatelliseren, bleken ze belangrijk voor zijn verdere van eenvoudig naar complex: startend met objec- later in interviews, toespraken en geschriften vaak
evolutie. De klassieke basistechnieken gaven hem ten, vervolgens figuren, figurengroepjes, interieurs met enige minachting en ironie op deze periode
immers de middelen om zich verder te ontplooien en uiteindelijk figurengroepjes in interieurs. Hier terug.10 Een houding die past in het door hem ge-
naar een eigen stijl en visie. Het volle artistieke mees- betreft het modelboeken met zeventiende-eeuwse cultiveerde imago van misbegrepen genie: À dix-sept
terschap wordt in 1885-1886 bereikt met Les aureoles voorbeelden.6 ans, j’entre à l’Académie de Bruxelles (…) Dès mon
du Christ. Deze exceptionele impressionistische en De potloodschets van het interieur (afb. p. 31) toont entrée, un gros ennui se dessine. On m’ordonne de
socio-politieke reeks op groot formaat zal uiteindelijk een dubbele oefening, enerzijds op dieptewerking, peindre, d’après un plâtre vierge, le buste d’Octave, le
in 1887 nog overtroffen worden door La tentation de door het balkenplafond, anderzijds op compositie: plus auguste des Césars. Ce plâtre neigeux m’horripile.
Saint Antoine, een surrealistisch, brutaal en ten dele het plaatsen van schijnbaar willekeurige objecten in J’en fais de la chair de poule rose et vive et je roussis
autobiografisch tijdspamflet. een sterk afgebakende ruimtelijke context. la chevelure au grand émoi des élèves, émoi suivi de
De hier tentoongestelde tekeningen tonen de evo- De jonge James concentreert zich voorbeeldig op de brimade, grimaces et horion.
lutie van begaafde schooljongen tot wonderlijk te- te kopiëren modelafbeeldingen. Niet alleen de vor- Devant mon audace, les professeurs interdits n’insistèrent
kenkunstenaar. men en schaduwen probeert hij punctueel te kopi- point et, par la suite, je peignis en liberté d’après modèle
ëren, ook respecteert hij letterlijk de ruimte van de vivant. Pour apprendre à respecter l’art académique, je
Au Collège Notre-Dame, des maîtres bienveillants modelafbeelding. Daarom bakent hij op het schets- dessine et essuie le soir tous les plâtres et j’enlève le second
m’éduquèrent en douceur. Le goût de la peinture blad de omtrek af waarbinnen gekopieerd dient te prix de dessin d’après la tête antique. (Ensor, Ma vie en
me vint vers les treize ans; alors, deux vieux peintres worden. Al snel zal hij deze praktijk loslaten en het abrégé,[1934]1974, p. 205)
d’Ostende, Van Cuyck et Dubar, saumurés et hui volle tekenblad benutten. Hij zal zich niet langer
leux, m’initièrent professoralement aux poncifs déce- gebonden voelen het blad als een visuele, structure- De scores die Ensor als student behaalde zijn alles
vants de leur métier morne, borné et mort-né. Mais à rende ruimte te beschouwen. Voorwerpen of perso- behalve constant. In het schooljaar 1877-1878 is hij
quinze ans je peins d’après nature des vues des environs nen, in close-up, dichtbij of ver zal hij kriskras over ingeschreven in de lessenreeksen tekenen naar an-
d’Ostende; ces petites œuvres sans prétention, peintes het blad tekenen waardoor elke hiërarchie verdwijnt. tiek hoofd samen met schilderen naar natuur. Voor
au pétrole sur carton rose me charment encore. (James De blik van de kijker die eerst centraal geleid werd, het tekenen eindigde hij 20ste op 26 leerlingen, voor
Ensor, Ma vie en abrégé,[1934]1974, p. 205) wordt nu multifocaal. Deze lichte chaos respecteert het schilderen 18de op 19 leerlingen. Het volgende
niet langer de traditionele eenheid van tijd en ruimte jaar eindigde hij 3de op 23 voor tekenen naar antiek
De vierenzeventig-jarige Ensor geeft een hint naar en sluit aan bij de opkomende moderne artistieke torso en 13de op 16 voor schilderen naar natuur. Voor
zijn vroegste kennismaking met potlood en penseel. tendensen van het einde van de 19de eeuw. het vak historisch compositietekenen was hij de laatste
Als dertienjarige kreeg hij tekenles in het Onze- van de klas. Tot slot, in het academiejaar 1879-1880,
Lieve-Vrouwe-college van de Oostendse kunstenaar Op de ommezijde van de interieur-schets is een scoorde hij de 5de plaats op 22 in het tekenen naar an-
Van Cuyck.1 Waarschijnlijk refereert hij in boven- anekdotisch groepje in historische klederdracht tieke figuur. Voor historisch compositietekenen werd hij
staand citaat aan Michel Van Cuyck. Deze was ook afgebeeld (afb. p. 135). Hoewel de tekening 1882 8ste op 10 en voor historisch compositieschilderen werd
leraar en bestuurder van de School van Teeken en is gedateerd kunnen we door stijlanalyse quasi ze- zijn inzending zelfs niet ontvankelijk verklaard.11 De
Bouwkunde te Oostende. Het is echter niet dui- ker zijn dat de zeventiende-eeuwse figuren enkele andere plaatsen in deze competities werden ingeno-
delijk of Ensor hier ooit lessen heeft gevolgd. Uit jaren vroeger zijn getekend. Het is een typisch en- men door al even bekende kunstenaars als Fernand
de vroegste tekeningen en aquarellen van ca. 1873 soriaanse praktijk om schetsen later aan te vullen of Khnopff, Dario De Regoyos of Willy Finch.
blijkt in ieder geval een methodisch onderricht op te herwerken. De stoelleuning links en het straat-
basis van modelboeken.2 Vervolgens verwijst Ensor zicht rechts zijn hier mooie voorbeelden van. De Het toenmalig academisch kunstonderwijs was
naar Edouard Dubar (1803- 1879), een romantisch zoekende, golvende lijn van de figuren contrasteert nog traditioneel en hiërarchisch, vooral gericht
schilder, als tweede leermeester. Vader Ensor en met de vaste en meer trefzekere lijn van straatzicht op technisch vakmanschap. Op vlak van tekenen
Dubar waren beiden lid van de filantropische ver- en stoelleuning. begon men met het kopiëren van gravures, eerst
eniging Cercle Coecilia en het is mogelijk dat de de zuivere lijntekening, later de schaduwteke-
jonge James via deze connectie bij Edouard Dubar Tot 1875 lijkt Ensor, door zijn provinciale, traditi- ning; vervolgens naar gipsen buste en uiteinde-
in de leer ging. 3 onele vorming voorbestemd een romantisch kun- lijk figuren ten voeten uit. Na zich te bekwamen
Ensors aquarellen en tekeningen uit zijn eerste stenaar te worden.7 Vanaf 1876 doet hij voor de in het tekenen naar Grieks-Romeinse gipsen kon
schoolperiode zijn vaak kopies naar bestaande wer- eerste keer beroep op zijn eigen onderwerpkeuze de 19de eeuwse academiestudent naar levend mo-
ken. De vroegste schetsen – vooral genretaferelen en en observatievermogen. Diverse vroege natuur- en del tekenen. Uiteindelijk was er nog het meest
stillevens – tonen een anekdotisch, klassieke teken- landschapstudies heeft hij in situ getekend en ge- creatieve genre, het werken uit het hoofd: teke-
stijl met afrondende vormbehandeling en golvende schilderd. Als plein-airist observeert hij een bosje en nen of schilderen naar een opgelegd religieus of
contouren.4 Bij analyse vallen de vaak weerkerende de graszoden en tekent deze met zoekende gevoe- historisch onderwerp.12
types, houdingen en objecten op. Bijvoorbeeld: de ligheid voor het licht.8 Het contact met de natuur
mand die rechtsboven hangt in een interieurschets voelt als een bevrijding, een spontane reactie op de In het tentoongestelde ensemble zijn vier uitge-
(afb. p. 31) komt ook terug in een schets die deel eerste vorming.9 (afb. p. 152) werkte tekeningen naar gipsen replica’s van populaire
10
antieke beelden: Venus de Medici (afb. p. 20-21)13, een eigen stijl te ontwikkelen. Ook smeedde hij ven, bijvoorbeeld in de tekening La grève (1888) We zien hem afgebeeld als Gamin Assis en Oostends 9 Hier dient wel opgemerkt te worden dat dit fe-
Sater met cymbalen en kroupezion (afb. p. 22-23),14 een er blijvende, invloedrijke vriendschapsbanden en schilderijen als Les gendarmes (1892; Tr. 348) en type (afb. p. 38) getekend in de stijl van de gipsen nomeen meer dan bij de tekeningen in het ge-
niet geïdentificeerde Kariatide-Torso (afb. p. 24-25) met medekunstenaars en met personen uit de Les poissardes mélancolique (1892; Tr. 356). beelden, statisch maar met duidelijk meer beheersing schilderde oeuvre kan waargenomen worden. Zo
en Borghese gladiator (afb. p. 26-27). Het zijn intellectuele Brusselse kringen. van het metier. Er is een duidelijke evolutie in de kan hij zich op vlak van kleur en textuur meer
houtskoolstudies op groot formaat, aangezet De hier getoonde tekeningen zijn uitgewerkt in lijnvoering. Bij de academische tekeningen was dit uitleven in de vrije paletmestechniek. Het is
met zwart krijt en potlood. Door de stabiele De Oostendse types vormen een groep houtskool- houtskool en zwart krijt. Het donkere, stofferige aftastend: verschillende technieken en stijlen worden hierbij ook opvallend dat het motief van de zee
pose en dito lichteffecten is het gipsen beeld een tekeningen op groot formaat, circa 74 x 55 cm. karakter van dit materiaal blijkt niet alleen ideaal samen toegepast binnen de welbepaalde afgrenzing vaak voorkomt in het geschilderde oeuvre maar
gemakkelijker onderwerp dan het levend mo- Net als in de studies naar gipsen beelden zien voor de sfeer die Ensor wil neerzetten, het nodigt van het lichaam. Bij de Oostendse types vervaagt die nagenoeg volledig afwezig is in de tekeningen.
del. Ensor kon oefenen op anatomie, houding, we centraal op het blad, een frontaal weergege- ook uit tot een vlotte synthetische vormgeving en grens, de omringende ruimte wordt erbij betrokken, 10 Ensor blikt vol ironie terug op zijn schooltijd
lichtgradaties, contour, schaduw en volume. ven figuur ten voeten uit in een gesloten, gemo- een subtiel spel met grijswaarden.20 en de lijnen worden suggestiever en complexer, wel in: ‘Trois semaines à l’Académie, monologue à
We zien hoe hij door middel van arceren, doe- delleerde weergave.17 Waar de academische stu- In La laveuse, gedateerd 1880, zijn de contouren nog wat aarzelend, met heel wat hernemingen. tiroirs’ (gepubliceerd in L’Art Moderne, 1884),
zelen, openwrijven of opengommen streeft naar dies een anatomisch ideaalbeeld nastreven, zijn sterk aangezet in zwart krijt (afb. p. 35). Hierin De poses die de jongen aanneemt in deze tekenin- ‘Réflexions sur le corps académique, ses mem-
het weergeven van correcte grijswaarden om vo- de Oostendse types portretten van volkse mensen: herkennen we nog de invloed van de academi- gen kennen hun vervolg op een studieblad op klein bres, son estomac’ (s.d.) en het interview met
lumewerking te suggereren. De tekenstijl is nog romantiek wordt realisme. De verworven aca- sche tekeningen. De figuur is driekwart gedraaid formaat (afb. p. 39). Hier wordt het blad gevuld met Fleischmann (1934).
aarzelend en meerdere lijnen worden twijfelend demische vaardigheden worden doorheen het waardoor het ernstige gelaat volledig belicht en echo’s en fragmenten over en door elkaar. Opvallend 11 Ollinger Zinque (1987), p. 163-165
hernomen. Soms heeft hij moeite met het per- spel met licht en volumewerking geaffirmeerd benadrukt wordt. De focus wordt nog meer op zijn de studies van handen en vingers. Ensor zoekt 12 De Maeyer L. (1977), p. 57
spectivisch verkorten van lichaamsdelen of het en verder ontwikkeld.18 Hier merken we een di- de vrouw gelegd door de smalle witruimte die de naar houdingen en verhoudingen en laat zich niet 13 Van dit beeld had Ensor een kleine kopie op de
afbeelden van de correcte musculatuur. recte invloed van de cultuurhistorische context. figuur van de achtergrond scheidt. Een alledaagse remmen door schaal of perspectief, de snelheid van schouw staan. De datum van aankoop dateert
Het toenmalige sociaal realistische klimaat in bezigheid wordt centraal tussen een expressief web tekenen leidt naar een grotere trefzekerheid. Dit vrije bijna met zekerheid van na de creatie van deze
Alle vier de tekeningen zijn gesigneerd en ge- Brussel kan Ensor gestimuleerd hebben tot het van arceringen voorgesteld. en associatieve proces illustreert op welke creatieve studie. We zien het nog als attribuut in verschil-
dateerd, drie 1878 en één 1879. Signatuur en uitkiezen van straatmodellen en huispersoneel. Le charbonnier, gedateerd 1882, baadt in een zacht wijze Ensor zich op dat moment ontwikkelde; wat lende schilderijen terugkeren.
datum zijn (veel) later toegevoegd. Ensor da- Paul Fierens, kunstkenner en latere conservator verglijdend licht (afb. p. 37). Ensor demonstreert een verademing betekent in vergelijking met de stati- 14 De kroupezion is het object onder de voet van de
teert zijn academisch werk binnen de periode van de KMSKB Brussel gaat in zijn essay over hier zijn technisch meesterschap. Vormen worden sche academische composities. sater. Het is een percussie instrument dat bestaat
van zijn schooljaren. Of de datering binnen de tekeningen van Ensor dieper in op de ont- niet bepaald door de lijn maar door de schakerin- uit een metalen klapper die ingebouwd was in
deze drie jaren punctueel is, is twijfelachtig. staanscontext van deze bijzondere reeks: jeunes gen van het grisaille. We voelen als het ware het Deze kleine cyclus waarin hij de jongen afbeeldt een soort schoeisel waarmee de uitvoerder ritmi-
Slechts een grondige stilistisch studie van een et vieux pêcheurs, ouvriers, ménagères, gosses, dont stof liggen op de kledij van dit personage. in onderzoekende schetsen en als Oostends type sche impulsen kon geven tijdens gezangen.
uitgebreid corpus kan dat eventueel uitwijzen. la réalité s’accentue puissamment, dont les silhou- Beide tekeningen zijn opgedragen aan Albert zal hij hetzelfde jaar, in 1880, afronden met het 15 De Maeyer L (1977), p. 90
(idem voor de Oostendse types, zie volgend ettes se construisent à larges plans, à larges masses, Croquez (1886-1949), een persoonlijke vriend bekende schilderij Le lampiste (afb. p. 38, Tr. 161). 16 Todts H. (2010) Wat de arcering, lijnvoering
hoofdstuk). et dont la fière allure atteint au style.19 die tevens door Ensor werd geportretteerd in zijn De expressieve en synthetische afwisseling van en schaduwwerking betreft staat deze teke-
Met deze reeks sluit Ensor aan bij de realistisch- ambt van advocaat (1928; tr. 583). Hij schreef reeds vlakken en volumes, vooral bij de zittende figuur, ning dichter bij tekeningen van Spaanse sol-
De minnestrelen, gedateerd 1878, toont een fi- naturalistische tendens van L’Art Social waarvan in 1908 over het werk van Ensor en publiceerde in verleidden Ensor tot grootspraak: Oui, des cubis- daten en picareske personages.
gurengroep met koning, minnestrelen en hof- Eugène Laermans, Constantin Meunier of ook 1935 een catalogus van zijn grafisch werk.21 tes citent les angles du Lampiste.23 17 Naast de studies naar gipsen beelden leerde
dames in een neogotische setting (afb. p. 29). Van Gogh rond 1881 vertegenwoordigers zijn. Het is het eerste werk, in 1895 en voor de som Ensor ook tekenen en vooral schilderen naar
De vage vormbehandeling in deze academische Eind 1883 woont Van Gogh in het plattelands- De invloed van zijn academische opleiding zin- van 2500 Belgische frank, dat door een openbare levend model. Hier blijft hetzelfde principe
tekening zou volgens Lies De Maeyer verklaard dorpje Neunen, waar zijn vader dominee is. De dert na in zijn Oostendse types. In deze tekenin- instelling, namelijk de KMSKB Brussel, aange- gelden.
kunnen worden door het feit dat het hier gaat Brabanste boeren met hun karakteristieke kop- gen toont hij zijn aangeleerd vakmanschap. Het kocht wordt. Waar Ensor met de schilderijen uit 18 De tekeningen op groot formaat tonen twee
om een historische verbeeldingscompositie.15 pen inspireren hem en staan model voor een is echter belangrijk te duiden dat hij doorheen deze periode al snel zijn eerste successen kende, homogene groepen. Enerzijds met het thema
Welk tafereel hier wordt afgebeeld is tot op serie ‘koppen uit het volk’. Het gaat Van Gogh het schetsen, parallel met deze portretten een kwamen de Oostendse types pas veel later in de be- volkse mensen, de zogenaamde Oostendse types
heden nog niet achterhaald. Stilistisch is deze niet om academische perfectie, maar om expres- eigen originele impressionistische stijl ontwik- langstelling. Nog in het begin van de 20ste eeuw en anderzijds ook personen, volwassenen of kin-
tekening in relatie met een tekening uit de col- sie. Een echt boerenschilderij moet volgens hem kelt (cfr. Infra). 1880-1883 zijn scharnierjaren werden ze in povere condities bewaard op Ensors deren, met burgerlijke activiteiten. Zij poseren
lectie van het MSK Gent Le Christ aux éclopés.16 ruiken naar spek, rook en aardappelwasem. in zijn ontwikkeling, enerzijds een afsluiten zolderatelier. Albert Croquez getuigt in 1908: ces met een boek in de hand, als violist, gezeten aan
(afb. p. 28) De oorspronkelijke potloodtekening Zo zintuigelijk wenst Ensor zijn types niet te van zijn academische opleiding, anderzijds een fusains,(…) sont pour la plupart enfouis dans des een salontafel, enz.
wordt 1879 gedateerd, de bijwerkingen met tekenen, daarvoor poseren ze te veel. Soms voelt complexloze ontvankelijkheid voor alles wat cartons et relégués dans une méchante salle, toute 19 Fierens P. (1944), p. 12
aquarel en gouache zijn veel later bijgevoegd, men een zekere houterigheid daar ze uit hun na- zich binnen in huis bevindt of wat zich buiten petite et mal éclairée à un quatrième étage.24 20 De Maeyer L (1977), p. 110
misschien rond 1890, en geven het oorspronke- tuurlijke omgeving naar het atelier gehaald zijn. op straat afspeelt. 21 Croquez A., L’oeuvre gravé de James Ensor (1935
lijk christelijk en devoot tafereel een meer gro- Het Oostendse type Le pauvre hère (afb. p. 36) en 1947)
teske en ironische inhoud. Dergelijke travestie toont dezelfde persoon als Le charbonnier met De Oostendse types zijn verwant met het geschil- 22 Fierens P. (1944), p. 12
werken zijn kenmerkend voor het eigenzinnige dezelfde kleren, toch is de ene 1880 gedateerd en derde zogenaamde sombere oeuvre zoals Le lam- 1 In zijn geschriften spreekt Ensor over Van 23 Ensor J. (1911)
oeuvre van Ensor. de andere 1882. Le charbonnier staat afgebeeld in piste (1880, Tr. 161) of Le rameur (1883, Tr. 248). Cuyck. Wetende dat deze familienaam verwijst 24 Croquez A. (1908), p. 4
het boek van Verhaeren met als titel Le terrassier De uitgewerkte geschilderde en getekende figu- naar een hele dynastie van kunstenaars laat hij
(1908 p. 40). Deze twee vaststellingen tonen dat ren kunnen inderdaad als één groep beschouwd ons hier deels in het ongewisse. De pater fami-
Modellen op atelier: Ensor zijn straatmodellen poses deed aannemen, worden. Fierens omschrijft de reeks als Études lias Michel Thomas Antoine Van Cuyck stierf
de Oostendse types (1880-1883) al dan niet met attributen, die hij conform de de caractère, mais qui sont d’un ‘peintre’ avant op 10 mei 1875, op 78-jarige leeftijd. Bijgevolg is
titel achtte en bijgevolg niet steeds hun echte tout par la justesse des valeurs, la délicatesse des het niet duidelijk of hij bij hem schoolonderricht
Wanneer Ensor in 1880 besluit om de academie beroep afbeeldt. Wat dan ook de psychologische ombres et la caresse des lumières (…).22 of privé-onderricht kreeg en wie dan wel op het
te verlaten en terugkeert naar Oostende voelt profielen die hen door verschillende auteurs college les gaf. (Hostyn N., 2010, pp. 90-107)
hij zich wegens de tegenvallende schoolresul- aangemeten werd, twijfelachtig maakt. 2 Hostyn N. (2010), p. 90-107
taten miskend door het academische establish- De focus op sociaal realistische motieven, het Le lampiste 3 Vandenabeele P. (1996)
ment. Desalniettemin zijn de studentenjaren in afbeelden van de mens en zijn bij wijlen fysiek 4 De Maeyer L. (1977), p. 50
Brussel van grote waarde voor zijn verdere kun- zware bestaan, beslaat maar een korte periode in Er is één volks model dat Ensor meer aanspreekt 5 Schoonbaert L. (1981), p. 73-74
stenaarschap. Op vlak van techniek en métier zijn getekend oeuvre van 1880 tot 1883. en waarvan hij een interessante reeks tekent: een 6 De Maeyer L. (1977), p. 45
heeft hij door zijn traditionele academische op- Het sociaal maatschappelijke aspect zal later ech- jochie met pet, grote schoenen, getooid in werk- 7 De Maeyer L. (1977), p. 50
leiding voldoende bagage verworven om weldra ter wel een belangrijk thema in zijn oeuvre blij- mansplunje. 8 De Maeyer L. (1977), p. 53
12
Partie 1 : LES PREMIERS DESSINS 1873-1880 ment axé sur les aptitudes techniques. En matière tels « travestissements » sont caractéristiques de dés dans cet atelier où il les a fait venir, hors de
de dessin, on commence par la copie de gravures, l’œuvre singulière de James Ensor. leur biotope naturel. Le pauvre hère (ill. p. 36) et
Modèles de livre et en plâtre avec en priorité le pur dessin au trait suivi de la Le charbonnier (ill. p. 37) représentent le même
sciographie (la représentation des ombres) ; ensuite personnage, vêtu des mêmes habits, mais l’un
vient le dessin d’après des bustes de plâtre et fina- Modèles à l’atelier : est daté de 1880 et l’autre de 1882. Le charbonnier
L’évolution qui fera de James Ensor un dessina- ondulants4. L’analyse de ces dessins démontre des pour la première fois appel à son propre poten- lement les personnages en pied. Après s’être formé les types ostendais (1880-1883) est représenté dans le livre de Verhaeren sous le
teur exceptionnel a lieu entre 1873 et 1885. Dans types, des postures et des objets récurrents. Par tiel d’observation et choix de sujet. Il dessine et au dessin d’après plâtres gréco-romains, l’étudiant titre Le terrassier (1908 p. 40). Ces deux consta-
ce laps de temps, il suit à deux reprises un en- exemple : le panier qui pend en haut à droite peint diverses études de paysage et de nature in d’académie du XIXe siècle passait au dessin d’après Lorsque Ensor décide de quitter l’académie en tations démontrent qu’Ensor fait adopter à ses
seignement de courte durée : de 1873 à 1875 et sur l’esquisse Intérieur (ill. p. 31) revient dans un situ. En sa qualité de pleinairiste, il observe le modèle vivant. Et pour finir, il y avait le genre le 1880 et de revenir à Ostende, il se sent méjugé modèles de rue des poses, avec ou sans attributs
de 1877 à 1880. Bien qu’il minimise souvent la croquis de carnet qui appartient à la collection bosquet et les mottes d’herbe et les croque avec plus créatif : dessiner ou peindre un sujet religieux par l’establishment académique en raison de ses qu’il considère comme représentatifs du titre, et
qualité des deux formations, elles se sont avérées du Musée Royal des Beaux-Arts d’Anvers – le une sensibilité curieuse de la lumière8. Le contact ou historique imposé, sans modèle, en s’appuyant résultats scolaires décevants. Néanmoins, ses qu’ils n’incarnent donc pas toujours leur véri-
importantes pour sa progression. Les techniques KMSKA (ill. p. 30)5. Cela suggère que le jeune avec la nature paraît être une libération, comme sur son imagination12. années d’études à Bruxelles se révéleront d’une table métier. Ce qui rend aussi assez douteux les
de base classiques lui ont en effet permis de déve- Ensor travaillait à partir de livres dits de modèles, une réaction spontanée à sa formation initiale9. grande importance pour sa pratique ultérieure et profils psychologiques que divers auteurs leurs
lopper un style et une vision bien à lui. Il atteint c.-à-d. des livres d’étude pour dessinateurs débu- (ill. p. 152) Dans l’ensemble exposé, il y a quatre dessins pour son statut d’artiste. Sur le plan de la tech- confèrent.
la pleine maîtrise artistique en 1885-1886 avec tants dans lesquels les motifs sont classés par degré réalisés d’après des répliques en plâtre de sculp- nique et du métier, sa formation académique
l’extraordinaire série de dessins impressionnistes de difficulté, allant de simple à complexe : cela En octobre 1877, Ensor s’inscrit à l’Académie tures antiques populaires : La Vénus de Médicis13 traditionnelle lui a permis d’acquérir suffisam- L’accent mis sur les motifs socio-réalistes, la
et socio-politiques sur grand format, Les auréoles commence par des objets, suivis de personnages, des Beaux-Arts de Bruxelles. On retrouve son (ill. p. 20, 21), Satyre avec cymbales et kroupezion14 ment de bagage pour prestement développer son représentation de l’homme et de son existence
du Christ ou les Sensibilité de la lumière, qu’il de groupe de personnages, d’intérieurs pour finir nom dans les registres lors de trois années aca- (ill. p. 22, 23), Torse de cariatide (ill. p. 24, 25) propre style. Mais il y a aussi tissé des liens d’ami- physique parfois pénible n’occupe qu’une brève
surpasse d’ailleurs en 1887 avec La Tentation de par des groupes de personnages dans des intéri- démiques successives. En 1880, avant la fin de sa et le Gladiateur Borghèse (ill. p. 26, 27). Il s’agit tié durables et influents avec des confrères artistes période dans son œuvre, de 1880 à 1883.
saint Antoine, un pamphlet dans l’air du temps, eurs. Dans le cas présent, il s’agit de livres de mo- dernière année, il abandonne prématurément ses d’études au fusain en grand format, accentuées et des figures éminentes des cercles intellectuels Nonobstant, l’aspect social et sociétal reste un
surréaliste, brutal et en partie autobiographique. dèles avec des exemples du XVIIe siècle6. études. Dans des interviews, des discours et des à la craie noire et au crayon. Par ses postures et bruxellois. thème important de son travail par la suite, par
Les dessins exposés ici montrent l’évolution d’un L’esquisse au crayon Intérieur (ill. p. 31) montre écrits ultérieurs, Ensor revient sur cette période effets de lumière stables, la sculpture de plâtre est exemple, dans le dessin La grève et dans des ta-
écolier doué à un artiste singulier au trait de un double exercice : d’une part sur l’effet de pro- avec quelque mépris ou ironie10. Une attitude un sujet plus facile que le modèle vivant. Ensor Les types ostendais constituent un groupe de bleaux comme Les gendarmes (1892 ; Tr. 348) et
crayon exceptionnel. fondeur, suggéré par le plafond de poutres, et qui cadre avec l’image de génie incompris qu’il peut ainsi s’exercer à la reproduction de l’anato- dessins au fusain sur grand format, environ Les poissardes mélancoliques (1892 ; Tr. 356).
d’autre part sur la composition, à savoir la mise a cultivée : mie, de la pose, des gradations de lumière, du 740 x 550 mm. À l’instar des études d’après des
« Au collège Notre-Dame, des maîtres bienveil- en place, en apparence arbitraire, d’objets dans contour, de l’ombre et du volume. sculptures en plâtre, on aperçoit au centre de la Les dessins présentés ici sont réalisés au fusain et
lants m’éduquèrent en douceur. Le goût de la un contexte spatial très circonscrit. « À dix-sept ans, j’entre à l’Académie de Bruxelles On observe qu’à l’aide de hachures, d’estom- feuille un personnage en pied, reproduit de front, à la craie noire. Le caractère sombre, poussiéreux
peinture me vint vers les treize ans ; alors, deux Le jeune Ensor se concentre de façon exemplaire […] Dès mon entrée, un gros ennui se dessine. On pages, d’étalements ou de gommages, le jeune dans une représentation modelée et fermée17. Si de ce matériau s’avère idéal non seulement pour
vieux peintres d’Ostende, Van Cuyck et Dubar, sur les représentations de modèle à copier. Il ne m’ordonne de peindre, d’après un plâtre vierge, le Ensor aspire à la restitution précise des valeurs de les études académiques représentent une image l’atmosphère qu’Ensor veut brosser, mais invite
saumurés et huileux, m’initièrent professorale- tente pas seulement de copier avec précision les buste d’Octave, le plus auguste des Césars. Ce plâtre gris permettant de suggérer un effet de volume. anatomique idéale, les types ostendais sont des por- aussi à une esthétique fluide et synthétique ainsi
ment aux poncifs décevants de leur métier morne, formes et les ombres, mais respecte aussi littéra- neigeux m’horripile. J’en fais de la chair de poule rose Le style du dessin est encore hésitant et plusieurs traits de gens du peuple : le romantisme devient qu’à un jeu subtil des valeurs de gris20.
borné et mort-né. Mais à quinze ans, je peins lement l’espace de la représentation du modèle. et vive et je roussis la chevelure au grand émoi des lignes sont reprises avec incertitude. Parfois, il a réalisme. Les compétences académiques acquises Dans La laveuse, datée de 1880, les contours sont
d’après nature des vues des environs d’Ostende ; Ainsi, il trace sur la feuille des lignes qui déli- élèves, émoi suivi de brimade, grimaces et horion. du mal avec le raccourcissement perspectif des s’affirment et se développent à travers le jeu de fortement rehaussés à la craie noire (ill. p. 35).
ces petites œuvres sans prétention, peintes au pé- mitent le pourtour dans lequel il lui faut copier. Devant mon audace, les professeurs interdits n’in- parties du corps ou la représentation exacte de lumière et l’effet de volume18. On y reconnaît encore l’influence des dessins
trole sur carton rose me charment encore. » (James Vite, il abandonne cette pratique et utilise la sistèrent point et, par la suite, je peignis en liberté la musculature. Nous remarquons ici une influence directe du académiques. La reproduction de trois quarts
Ensor, Ma vie en abrégé, [1934] 1974, p. 205) page entière. Dès lors, il ne se sent plus tenu d’après modèle vivant. Pour apprendre à respecter contexte historico-culturel : le climat socio-réaliste du personnage permet d’entièrement éclairer et
de considérer la feuille comme un espace visuel l’art académique, je dessine et essuie le soir tous les Les quatre dessins sont signés et datés, trois en qui règne à l’époque à Bruxelles stimule Ensor accentuer son visage grave. L’espace blanc étroit
Dans ce texte autobiographique écrit à l’âge de structurant et dessine pêle-mêle sur toute la sur- plâtres et j’enlève le second prix de dessin d’après la 1878 et un en 1879, mais ces signatures et ces dans le choix de modèles choisis dans la rue et qui détache la silhouette de l’arrière-plan oriente
74 ans, Ensor évoque sa première découverte face des objets ou des personnes, en gros plan, tête antique. » (Ensor, Ma vie en abrégé, [1934] dates ont été ajoutées (bien) plus tard. Ensor date de gens de maison. Dans son texte sur les dessins d’autant plus le regard vers le personnage de la
du crayon et du pinceau. À treize ans, au col- de près ou de loin, éliminant de la sorte toute 1974, p. 205) ses œuvres académiques dans la période de sa for- d’Ensor, Paul Fierens, expert en art et plus tard laveuse et son activité. Entre une toile expressive
lège Notre-Dame, il reçoit des cours de dessins hiérarchie. Le regard du spectateur, orienté dans mation, mais il est douteux que la datation dans conservateur des Musées Royaux des Beaux-Arts de hachures, il met en avant une occupation de
de l’artiste ostendais Michel Van Cuyck1, auquel un premier temps vers le centre, devient à présent Les notes de l’étudiant Ensor sont tout sauf ce laps de trois ans corresponde est ponctuelle. à Bruxelles, approfondit le contexte dans lequel la vie quotidienne.
il fait référence dans la citation ci-dessus. Van multifocal. Ce léger chaos ne respecte plus l’unité constantes. Au cours de l’année scolaire 1877- Seule une étude stylistique approfondie d’un cor- cette série particulière a émergé : « (…) jeunes Le charbonnier, daté de 1882, baigne dans une
Cuyck était également enseignant et directeur de traditionnelle de temps et d’espace et répond aux 1878, il s’inscrit dans les séries de cours dessiner pus étendu peut éventuellement le démontrer. (Il et vieux pêcheurs, ouvriers, ménagères, gosses, lumière légèrement fuyante (ill. p. 37). Ensor
l’École de Dessin et d’Architecture à Ostende. tendances artistiques modernes qui émergent à la d’après buste antique et peindre d’après nature. va de même pour les Types ostendais, voir le cha- dont la réalité s’accentue puissamment, dont les démontre ici sa maîtrise technique. Les formes
Il n’est cependant pas clair si Ensor y a un jour fin du XIXe siècle. (Voir ci-après) Pour le dessin, il termine 20e sur 26, pour la pitre suivant). silhouettes se construisent à larges plans, à larges ne sont pas déterminées par la ligne, mais par les
suivi des cours. Les premiers dessins et aqua- peinture, 18e sur 19. L’année suivante, il termine masses, et dont la fière allure atteint au style19. » valeurs de la grisaille. On sent pour ainsi dire la
relles réalisés vers 1873 révèlent en tout cas un Au verso de l’esquisse Intérieur se trouve un petit 3e sur 23 pour le dessin d’après buste antique, Les Ménestrels, un dessin daté de 1878, montre un Avec cette série, Ensor s’inscrit dans la tendance poussière sur le vêtement de ce personnage.
enseignement méthodique qui s’appuie sur des groupe anecdotique représenté en costumes histo- 13e sur 16 pour la peinture d’après nature, et groupe de personnages – des ménestrels et des réaliste naturaliste de l’Art social dont Eugène Les deux dessins sont dédiés à Albert Croquez
livres de modèles2. Ensuite, Ensor fait référence riques (ill. p. 135). Bien que le dessin soit daté de dernier de classe pour le dessin de composition dames d’honneur – avec un roi, dans un décor Laermans, Constantin Meunier, mais aussi Van (1886-1949), un ami personnel dont Ensor a par
à Édouard Dubar (1803-1879), un peintre roman- 1882, une analyse de style permet d’affirmer avec historique. Finalement, au cours de l’année aca- néo-gothique (ill. p. 29). Selon Lies De Maeyer, Gogh sont des représentants vers 1881. ailleurs fait le portrait dans l’exercice de sa fonc-
tique, comme second professeur. Le père d’Ensor quasi-certitude que les personnages du XVIIe siècle démique 1879-1880, il grimpe à la 5e place sur la composition historique imaginaire pourrait À la fin de l’année 1883, Van Gogh s’installe dans tion d’avocat (1928 ; Tr. 583). Fervent défenseur
et Dubar étaient tous deux membres de l’asso- ont été dessinés quelques années auparavant. 22 pour le dessin d’après personnage antique, expliquer les formes estompées de ce dessin aca- le petit village rural de Nuenen, où son père exerce de l’œuvre d’Ensor, Croquez écrit dès 1908 sur
ciation philanthropique Cercle Cœcilia et c’est Compléter ou retravailler ultérieurement des es- mais n’est que 8e sur 10 pour le dessin de com- démique15. À ce jour, on n’a toujours pas retracé la fonction de pasteur. Les paysans brabançons l’œuvre d’Ensor et publie en 1935 un catalogue de
peut-être par ce biais que le jeune James a été quisses est une pratique typiquement ensorienne. position historique, et pour la peinture de com- quelle scène ce dessin représente. D’un point aux têtes caractéristiques l’inspirent et lui servent son œuvre graphique21.
l’élève d’Édouard Dubar3. Le dossier de la chaise à gauche et la vue de rue à position historique, l’œuvre qu’il présente est de vue stylistique, on peut établir un lien avec de modèles pour une série intitulée Têtes de pay-
droite en sont des exemples probants. La ligne tâ- déclarée irrecevable11. Parmi les autres étudiants Le Christ aux éclopés16 (ill. p. 28), un dessin de sans. Van Gogh ne cherche pas la perfection aca- L’influence de sa formation académique opère
Les aquarelles et les dessins de la première pé- tonnante, ondulante des personnages contraste avec de ces concours, on compte de futurs artistes la collection du Musée des Beaux-Arts de Gand démique, mais à donner de l’expression. Selon lui, encore dans les dessins des types ostendais, qui
riode d’initiation d’Ensor sont souvent des copies la ligne plus précise de la vue de la rue et du dossier. renommés, comme Fernand Khnopff, Dario De (MSK). Le dessin original au crayon est daté de un vrai tableau de paysans doit respirer le lard, la témoignent du savoir-faire qu’il a acquis. Il est
d’œuvres existantes. Les premiers croquis – sur- Regoyos ou Willy Finch. 1879, les ajouts à l’aquarelle et à la gouache sont fumée et l’effluve de pommes de terre. cependant important d’indiquer que parallè-
tout des scènes de genre et des natures mortes Jusqu’en 1875, Ensor semble prédestiné, par sa ultérieurs, peut-être aux alentours de 1890, et Ensor ne souhaite pas dessiner ses types avec lement à ces portraits, il développe un propre
– montrent un style anecdotique, classique, avec formation traditionnelle et provinciale, à devenir L’enseignement artistique académique de l’époque confèrent à la scène christique et dévote d’ori- autant de sensorialité, ils prennent trop la pose style impressionniste original (voir ci-après). Les
un traitement arrondi de la forme et des contours un artiste romantique7. À partir de 1876, il fait est encore traditionnel et hiérarchique, principale- gine un aspect plus grotesque et ironique. De pour cela. Parfois, on les sent quelque peu guin- années 1880-1883 sont une période charnière dans
14
Vous pouvez aussi lire
