Het transportplan inpassen in een langetermijnvisie - Test-Aankoop
←
→
Transcription du contenu de la page
Si votre navigateur ne rend pas la page correctement, lisez s'il vous plaît le contenu de la page ci-dessous
Het transportplan inpassen in een langetermijnvisie Inscrire le plan transport dans une vision à long terme TreinTramBus, Navetteurs.be, Test-Achats/Test-Aankoop, Inter-Environnement Wallonie Audition à la Commission Infrastructure de la Chambre / Hoorzitting in de Commissie Infrastructuur van de Kamer 20 jan. 2016
PLAN 1. Le rail comme allié 2. L’importance d’une vision stratégique à long terme 3. Quelques jalons pour atteindre cette vision stratégique 4. Conclusion : que peut faire le Parlement fédéral ? 2
LE RAIL COMME ALLIÉ • Réponse aux enjeux fondamentaux : – Climatiques et environnementaux (COP21) – Bien-être des citoyens (pollution, stress, sécurité routière) – Attractivité économique (congestion, accessibilité) • Transfert modal vers modes alternatifs à la route à renforcer dans les différentes régions • Rail performant = ossature indispensable pour développer cette mobilité plus durable • Elaboration d’une vision à long terme (2030-2040) = nécessité pour réaliser des investissements pertinents et adapter les prochains plans de transport efficacement 4
OBJECTIFS DE MOBILITÉ À LONG TERME Afin de répondre aux enjeux climatiques, des objectifs de mobilité doivent être définis (réduction de la demande de 10% et transfert modal important vers les modes alternatifs) Répartition de la mobilité des personnes entre modes de transport Parts modales actuelles Perspectives Bureau du Plan Objectifs à soutenir pour répondre (2012, pkm) horizon 2030 (scénario BAU, pkm) aux enjeux climatiques Voiture et moto 81% 83% 45% Train 8% 8% 25% Bus, métro, tram 7% 5% 20% Vélo et marche 4% 4% 10% Total 100% 100% 100% + augmentation mobilité + réduction demande mobilité (+11% par rapport à 2012) (-10% par rapport à 2012) 5
DE L’AMBITION POUR LE RAIL • Le rail comme ossature d’un plan de mobilité multimodal ambitieux • Une vision ferroviaire partagée et validée • Un rail performant = – une offre de qualité – une politique tarifaire cohérente – un schéma d’exploitation attractif 7
UNE OFFRE DE QUALITÉ EN 2030 • Fréquence minimale à la demi-heure • Correspondances assurées entre modes • Amplitude horaire large : – Sur les lignes principales : entre 5h00 et 0h00 – Sur les lignes « rurales » : entre 6h00 et 23h00 – S-net : desserte au ¼ d’heure entre 5h00 et 0h00. – Offre de nuit sur lignes principales + aéroport • Ponctualité pondérée > 95% • Accessibilité intermodale et PMR • Offre de WE attractive (samedi ≠ dimanche) • Orientation « chaîne de déplacements » 8
UNE POLITIQUE TARIFAIRE COHÉRENTE Principes • Meilleure lisibilité de l’offre tarifaire : simplification des règles afin de d’éviter les discussions. • Pas d’augmentation tarifaire tant que la qualité de l’offre reste insuffisante. Tarifs intérieurs Au-delà des réductions pour les jeunes, seniors, familles nombreuses et navetteurs : • Accorder une plus grande attention aux petits groupes (pas nécessairement sur base familiale). • Formules « fidélité » / Cartes de réduction 50 %. • Tarifications intégrées, notamment au niveau des grandes agglomérations. • Automates / Internet / Guichets : toutes les formules doivent être disponibles. • Réduction tarifaire en heures creuses et le week-end 9
UNE POLITIQUE TARIFAIRE COHÉRENTE Tarifs transfrontaliers • Tarifs identiques pour tous les trajets transfrontaliers et le même qu' en trafic intérieur. • Formules transfrontalières avantageuses disponibles partout (donc également via Internet / Automates). Autres recommandations • Autoriser les interruptions de voyage. • Revoir le « Tarif à Bord » pour les abonnés. • Supprimer les interdictions de combiner certains titres de transport. • Prix en rapport avec le qualité offerte (peu de différence de confort 1ère Cl. dans certains trains). • Tarifs parkings pour voyageurs occasionnels (également via internet / automates). 10
UN SCHÉMA D’EXPLOITATION ATTRACTIF • Plan de transport = traduction en horaires du schéma d’exploitation • Schéma d’exploitation = organisation de la circulation des trains sur le réseau • Organiser ce schéma d’exploitation sur le principe du « cadencement en réseau » 11
FOCUS SUR LE CADENCEMENT EN RÉSEAU Démarche suisse 1. Définir des nœuds de correspondances ; 2. Obtenir des temps de parcours de 30’ – 45’ – 60’ – 90’ – 120’ entre les nœuds ; 3. Regrouper les arrivées – départ des trains dans des plages de « rendez- vous » autour des minutes 0’-30’ ou 15’-45’ dans les nœuds ; 4. Généraliser le système à l’ensemble du pays, et à l’ensemble des moyens de transport. 12
GARES = NŒUDS DE CORRESPONDANCES INTERMODAUX • Source : TRITEL, Plan de développement de la desserte ferroviaire en Wallonie, 2012. 13
AVANTAGES DU CADENCEMENT EN RÉSEAU Pour l’usager : amélioration sensible du service • Fréquences accrues • Correspondances assurées entre modes Pour l’économie des transports publics : • Gains de productivité pour les opérateurs (train, bus, tram) • Augmentation des recettes par l’amélioration de l’attractivité du service • Renforcement mutuel via l’effet réseau • Revalorisation des lignes de desserte locale 14
Quelques jalons pour atteindre cette vision stratégique
DES JALONS EXTERNES AU MONDE FERROVIAIRE • Gouvernance de la mobilité • Aménagement du territoire • Urbanisme (quartiers de gare) • Fiscalité automobile (TMC, accises, voitures de société) • Politique de stationnement • Socialisation aux modes alternatifs 16
DES JALONS INTERNES AU MONDE FERROVIAIRE • Des schémas d’exploitation de plus en plus ambitieux (Plans de transport successifs) • Des investissements planifiés en conséquence (Plans pluriannuels d’investissements – PPI) • Une gouvernance cohérente 17
DES JALONS INTERNES AU MONDE FERROVIAIRE • Des schémas d’exploitation de plus en plus ambitieux (Plans de transport successifs) • Des investissements planifiés en conséquence (Plans pluriannuels d’investissements – PPI) • Une gouvernance cohérente 18
ELÉMENTS INFLUENÇANT LE PLAN DE TRANSPORT • Définition de l’offre minimale : fréquences, amplitude, etc. (contrat de gestion) • Dotation d’exploitation • Redevance d’infrastructure 19
GEMIDDELDE GEBRUIKSVERGOEDING IN 2013 Bron: Independent Regulators’ Group – Rail, 3rd Annual Market Monitoring Report 2014, 3 april 2015, p. 21. 20
GEWICHT VAN DE VERGOEDING BINNEN HET TOTAAL VAN EXPLOITATIEKOSTEN Bron : SPW, Etude de potentiel et de faisabilité d’une offre ferroviaire urbaine dans les agglomérations de Liège et Charleroi, 2013. 21
INKOMSTEN VAN INFRABEL = SUBTIEL EVENWICHT INKOMSTEN INFRABEL Dotaties van de Belgische Staat Gebruiksvergoeding Exploitatievergoeding Investeringsdotatie (gefactureerd aan de (via het beheerscontract via het meerjarig aanbieders van Infrabel – Belgische Staat) investeringsplan of transport) andere specifieke fondsen (bv Fonds voor het Regionaal Expresnetwerk) = Dekking van de totale kosten van Infrabel 22
BUDGETAIRE BEPERKINGEN Redevance d’utilisation Gebruiksvergoeding Dotation d’exploitation Gebruiksdotatie ontvangen reçue de l’Etat van de Belgische Staat 1. Financieel evenwicht over een periode van 5 jaar 2. Minimum van 50% aan commerciële inkomsten van Infrabel ten opzichte van het totaal aan kosten in rekening gebracht binnen de scope van SEC 2010. Anders consolidatie van het budget (en van de schuld) van Infrabel in de rekeningen van de Belgische Staat. Manoeuvreerruimte ? Thans wordt 51% van de kosten van Infrabel gedekt door commerciële inkomsten (volgens Infrabel) 23
SAMENSTELLING VAN DE GEBRUIKSVERGOEDING De componenten van de gebruiksvergoeding: • het treinpadrecht-lijn, voor het gebruik van de doorgaande Actuele gemiddelde prijs in België spoorlijnen, Reizigersverkeer = 7€/tr.km • het treinpadrecht-installatie, voor het gebruik van de Goederenverkeer = 2€/tr.km perronsporen en sommige aankomst- en vertreksporen, Hogesnelheidslijn = 11€/tr.km • het rangeerrecht, voor het gebruik van de rangeerinstallaties, • de administratiekosten voor de behandeling van de capaciteitsaanvragen Totaal 680 Mio € (chiffre 2014 Infrabel) 24
VERGOEDING TREINPADRECHT-LIJN P * Pt * L * C * C1 * C2 * Ce * H * T P = basisprijs = 0,346140 € / km Pt = belang van traject L = lengte van de sectie C = massa van de trein C1 = operationeel belang van de trein C2 = technische uitrusting van de lijn Ce = coëfficient van weerslag op het leefmilieu H = dag of uur waarop verkeer plaats heeft T = relatief verschil tussen de commerciële snelheid van de dienst en de standaard snelheid op het netwerk 25
VERGOEDING TREINPADRECHT - INSTALLATIE Pv * Cu * Ci Pv = Basisprijs = 2,186147 € / km Cu = aard van de stopplaats (vertrek, tussenstop, eindstation) Ci = operationeel belang en uitrusting van de stopplaats 26
RICHTLIJN 2012/34/EC • Twee manieren van vergoedingen : – Directe kosten (verplicht) : variabel naar gelang de intensiteit van het spoorverkeer (vb : slijtage aan rails,…) = slechts een deel van de kosten (belangrijke vaste kosten) – Mark-up (optioneel) : prijsstijging van sommige segmenten (vb : hogesnelheidslijn) Bepalen van een nieuwe structuur van gebruiksvergoeding laat toe om de noodzakelijke hoogte van de exploitatiedotatie te bepalen. (beheerscontract) 27
EUROPESE AGENDA • 12 juni 2015 : EC bepaalt modaliteiten mbt directe kosten • Juni 2016 : Infrabel legt zijn formule voor de berekening van directe kosten voor aan de regulator + goedkeuring van haar voorstel van mark-ups per KB • December 2017 : publicatie Netverklaring • Januari 2019 : implementatie 28
INZET VAN EEN HERZIENING VAN DE GEBRUIKSVERGOEDING Vinden van een economisch model dat niet alleen het aanbod maar ook de commerciële initiatieven verbetert (ten dienste van de bestaande klanten of de potentiële) en die bediening van de lokale lijnen handhaaft. 3 mogelijke scenario’s 29
SCENARIO 1 = Gevoelige vermindering van de gebruiksvergoeding; de overheid subsidieert vooral de beheerder van de infrastructuur en minder de operator. Als inspiratie kan het Nederlands of het Zwitsers model dienen. De vrije markt bevorderen en het mogelijk maken van commerciële initiatieven Voordelen Nadelen • Ondersteuning van de • Integratie van de schuld ontwikkeling van het van Infrabel in de aanbod begroting van de overheid • Grotere luisterbereidheid naar de wensen van de gebruikers • Nuloperatie voor de overheid • Mogelijke aanpassing aan politieke doelen (mark ups) 30
SCENARIO 2 = Verminderen van de gebruikersvergoeding zonder de de herverdeling van de overheidsdotaties tussen de beheerder van de infrastructuur en de operator te herbekijken Voordelen Nadelen • Geen consolidering van de • Beperkte schuld van Infrabel manoeuvreerruimte • Vermindering van de betreffende de hoogte van vergoeding voor de NMBS de vergoeding (50% bijna zonder te raken aan de bereikt) dotatie van de overheid voor de operator (nieuwe budgetaire marges) • Mogelijke aanpassing aan de politieke doelen (mark ups) 31
SCENARIO 3 = Herziening van sommige parameters van de vergoeding zonder te raken aan het globale bedrag, noch aan de verdeling van publieke middelen. Voordelen Nadelen • Geen consolidering van de • Snijdt maar een deel van schuld van Infrabel het probleem aan. Geen • Mogelijke aanpassing aan gebruik maken van het de politieke doelstellingen momentum om tot een (mark-ups) totale herziening te komen van het systeem terwijl dit vroeg of laat toch zal nodig zijn. 32
VERVOERSPLAN 2014 Fundamentele gebreken van het TP 2014 : – Verlenging van de reistijden (« Het oprekken van de dienstregeling ») – Beperking van de amplitude – Schrappen van « eerste » en « laatste » treinen – Verbindingen gericht op Brussel – Stiptheidsproblemen blijven – Frequenties stagneren op bepaalde lijen – Onaangepast materiaal: Desiro ≠ IC Trein 33
VERVOERSPLAN 2014 – Meer treinen naar de luchthaven Brussel Airport ten koste van andere trajecten – Gebrek aan ambitieuze normen voor amplitude en frequentie (in het beheerscontract) – Gebrek aan aandacht voor andere verplaatsingen dan woon-werk-verkeer en woon - schoolverkeer – Beperkte leesbaarheid van het aanbod (IC-L) – Geen echt overleg, geen informatiedoorstroom naar beneden toe. Geen einde van grote infrastructuurwerken tussen 2014 en 2017 behalve de tunnel Schuman- Josaphat. 34
VERVOERSPLAN 2014 Verlenging van de reistijden in Wallonie Etude Plan de Transport 2014 – Cellule Ferroviaire Wallonne – Sept 2015 35
PLAN DE TRANSPORT 2014 Langere reistijden (Vlaanderen) + 17,7 % + 20 % + 19 % + 8,5 % + 20 % +0% + 28 % Reistijden in minuten 36
VERVOERSPLAN 2014 Inkrimping van de amplitude (Wallonië) Etude Plan de Transport 2014 – Cellule Ferroviaire Wallonne – Sept 2015 Filosofie Vervoersplan 2014 « Aanbod aan de vraag aanpassen » 37
VERVOERSPLAN 2014 VS 2017 Amplitude | IC-verbindingen Amplitudes ↗ Luik - Maastricht + 1 trein in late avond Namen - Lille Fl. Doortrekking eerste trein Namen - Doornik tot Lille Eigenbrakel - Brus.-Lux. + 2 treinen per richting Amplitudes ↘ Brussel - Welkenraedt - Afschaffing 1ste en laatste treinen tussen Luik en Welkenraedt - Eerste trein vertrek uit Luik - Laatste trein beperkt tot Luik Moeskroen - Brussel Afschaffing eerste/laatste treinen in elke richting op traject Moeskroen - Doornik en treinen beperkt tot Doornik Binche - Brussel - Afschaffing eerste trein naar Binche - Twee laatste treinen beperkt tot La Louvière-Sud Quiévrain - Brussel - Luik Afschaffing laatste trein in elke richting op het volledige traject Dinant - Brussel Vervanging 3 laatste treinen in elke richting door verbindingen met overstap in Namen Namen - Luik Afschaffing eerste en laatste treinen van en naar Luik Charleroi - Luik Afschaffing laatste twee treinen naar Luik Charleroi - Bergen Afschaffing laatste trein naar Bergen Charleroi - Couvin Afschaffing laatste trein naar Couvin Etude Plan de Transport 2014 – Cellule Ferroviaire Wallonne – Sept 2015 38
VERVOERSPLAN 2014 Welk beleid inzake amplitude op het S-net rond Brussel? Premières arrivées à Bruxelles Derniers départs de Bruxelles 2014 2015 2014 2015 Antwerpen 05:23 05:51 23:35 23:43 Leuven 05:38 05:25 23:22 22:34 Ottignies 05:41 05:34 22:46 22:52 Nivelles 05:59 05:42 00:01 00:18 Braine-le-Comte 05:54 06:03 22:39 22:26 Geraardsbergen 05:37 05:13 22:23 21:38 Zottegem 05:02 05:40 23:27 23:19 Aalst (via Jette) 05:55 06:00 23:07 21:59 Dendermonde 05:31 05:59 23:29 23:21 39
VERVOERSPLAN 2014 Afschaffing van eerste en laatste treinen Gemiddeld wordt de amplitude met bijna 2u verminderd. De volgende lijnen en trajecten worden het zwaarst getroffen (afschaffing 2 tot 4 treinen per dag) : - L162 * Namur – Assesse ; Ciney – Jemelle ; Jemelle – Libramont, Libramont – Arlon - L165 * Libramont – Bertrix - L118 Mons – La Louvière - L112 La Louvière – Charleroi-Sud - L161 Namur – Ottignies - L125 Namur – Huy - L96 Quévy – Mons - L116 Braine-le-Comte – Manage Etude Plan de Transport 2014 – Cellule Ferroviaire Wallonne – Sept 2015 * Twee-uurdienst 40
VERVOERSPLAN 2014 Aansluitingen van en naar Brussel Voorbeeld Charleroi-Sud Ottignies-Charleroi (L) naar Mons (L) : 44’ Ottignies-Charleroi (L) naar Mons (IC) : 2’ of 39’ Ottignies-Charleroi (L) naar Erquelinnes (L) : 46’ Ottignies-Charleroi (L) naar Brussel (IC): 15’ Namur-Charleroi (L) naar Mons (IC) : 32’ Namur-Charleroi (L) naar Brussel (IC): 12’ Couvin-Charleroi (IC) naar Namur (L) : 32’ Couvin-Charleroi (IC) naarMons (IC) : 2’ ou 25’ Couvin-Charleroi (IC) naar Brussel (IC) : 17’ Erquelinnes-Charleroi (L) naar Couvin (IC) : 32’ Erquelinnes-Charleroi (L) naar Brussel (IC): 11’ Mons-Charleroi (IC) naar Couvin (IC) : 25’ Mons-Charleroi (L) naar Erquelinnes (L) : 48’ Mons-Charleroi (L) naar Ottignies (L) : 44’ Mons-Charleroi (L) naar Brussel: 17’ Etude Plan de Transport 2014 – Cellule Ferroviaire Wallonne – Sept 2015 41
PRINCIPES POUR LE PLAN DE TRANSPORT 2017 • Résolution des problèmes structurels – Augmenter le nombre de nœuds de correspondance – Améliorer vitesse commerciale (tps de parcours global > ligne) – Augmenter l’amplitude horaire (CG 2016-2020) – Harmoniser et adapter du type de matériel par desserte – Offre crédible le WE (min 1train/h le samedi, confort, TdP) – Développer les réseaux S (Anvers, Gand, Liège et Charleroi) – Développer l’offre transfrontalière : Roosendaal, Breda, Aachen, Maubeuge, Valenciennes, Lille – Meilleure lisibilité de l’offre en réinstaurant la catégorie IR – Développer les alternatives pour la JNM (ex. Louvain – Malines – Termonde – Gand, Anvers – Quartier UE via Schuman-Josaphat et l’aéroport) 42
PRINCIPES POUR LE PLAN DE TRANSPORT 2017 • Résolution des problèmes spécifiques – Supprimer les « blancs-travaux » (= « trous » dans l’horaire) sur les lignes 2 Louvain-Liège et 4 Anvers – Noorderkempen – Trains IC plus rapides: Anvers – Bruxelles (WE), Gand – Courtrai – Lille, Gand – Anvers, Malines – Louvain, Tournai – Liège, Liège – Namur, Bruxelles – Luxembourg – Proposer une offre cadencée complète sur L 132 Charleroi- Couvin – Rétablir des correspondances correctes à Pepinster – Etaler les pointes (06h00 - 09h30 – 15h30-19h30) – Rétablir la relation directe Anvers – Lierre (Lier) – Hasselt 43
PRINCIPES POUR LE PLAN DE TRANSPORT 2017 • Résolution des problèmes spécifiques (suite) – Rétablir la relation directe Liège – Aachen – Rétablir la relation de base cadencée sur la ligne 90 Alost - Denderleeuw – Grammont – Meilleure desserte des gares en périphérie : Gentbrugge, Haasrode, Antwerpen-Zuid (WE), Ceria/Coovi – Réintroduction de « vrais » trains IC entre Bruges et Courtrai ainsi que sur la Dorsale wallonne – Rétablir une offre cadencée sur L 144 Jemeppe-sur-Sambre – Gembloux en l’optimisant – Introduction d’un troisième IC cadencé sur la relation Gand – Courtrai 44
INTERNE IJKPUNTEN IN DE SPOORWERELD • Steeds ambitieuzere exploitatieschema’s. (opeenvolgende transportplannen) • Opeenvolgende investeringsgolven (Meerjareninvesteringsplannen – PPI) • een coherent beheer 45
MEERJARENINVESTERINGSPLAN (PPI 2016-2020) • PPI geldig voor 5 jaar (in plaats van 12 jaar voordien) • Oprichting van een investeringscel (strategisch en technisch niveau) • PPI zal volledig gedekt moeten zijn door bestaande financiering (zonder bijkomende leningen) • Wat is de impact van de aangekondigde besparingen? 46
PRIORITEITEN VOOR HET PPI (2016- 2020) Gebaseerd op exploitatieplan op lange termijn: voorrang voor: • Behoud gegarandeerde capaciteit (zie focus) • Rollend materieel i.f.v. bedieningstype, i.f.v. beoogde reistijd (voldoende acceleratievermogen), inclusief reservematerieel • Minimaal voorzieningenniveau in stations en onbemande stopplaatsen, en programma voor verhoging van de perrons (76 cm), inclusief dynamische reisinfo en fietsparkings • Afwerking van werven (S-net, As 3, renovatie stations (Vilvoorde, Mechelen, Gent, Tienen…), toegankelijk maken • Bijkomende parkings bij voorkeur rond regionale stations 47
FOCUS OP BEHOUD CAPACITEIT Behoud capaciteit = vervanging van infrastructurele elementen die einde levensduur zijn. ≠ onderhoud = gericht op elementen die einde levensduur nog niet bereikt hebben, met het oog op een optimale werking 48
ALGEMENE VEROUDERING VAN HET NET Source : Infrabel, mai 2015 49
« Viaduc des Allemands », L24, Albertkanaal (Visé) 50
GEVOLGEN • Het net mist robuustheid (= mogelijkheid om bij storingen snel de normale dienst en verlies van regelmaat te herstellen) • Structurele stiptheidsproblemen 1/3 van de vertragingen veroorzaakt door Infrabel = infrastructuurproblemen • Veiligheidsrisico’s • Stijging van de onderhoudskosten • Verwaarlozing van landelijke lijnen 51
EVOLUTIE VAN DE INVESTERINGEN NOOD AAN EEN INHAALBEWEGING Source: EPFL-LITEP 2011 52
MIP 2013-2025 VOOR EN NA REGERINGSCONCLAAF Timing onvoldoende in verhouding tot de vereiste inhaalbeweging 53 Source: SPW
AANBEVELINGEN OP VLAK VAN BEHOUD VAN CAPACITEIT (MIP 2016-2020) • Infrastructuurnoden definiëren i.f.v. de langetermijnvisie • Budget van 490 miljoen € / jaar voorzien voor de post «Capaciteitsbehoud» in het MIP • Zorgen voor de inhaalbeweging in het begin van de MIP • Investeringen definiëren i.f.v. de reële noden op het net (regelmatige audit, voorspelbaar onderhoud) 54
DES JALONS INTERNES AU MONDE FERROVIAIRE • Des schémas d’exploitation de plus en plus ambitieux (Plans de transport successifs) • Des investissements planifiés en conséquence (Plans pluriannuels d’investissements – PPI) • Une gouvernance cohérente 55
UNE GOUVERNANCE COHÉRENTE • Une organisation du travail pensée en cohérence avec les objectifs de mobilité et le schéma d’exploitation à long terme : - Harmoniser le matériel en circulation par type de ligne - Instaurer une polyvalence au niveau des ateliers (entretien, réparations, …) - Roulement du personnel : flexibilité lors des aller/retour sur une même relation - Limiter les parcours à vide - Réutilisation rapide du matériel / Limitation des temps de stationnement aux terminus 56
UNE GOUVERNANCE COHÉRENTE • Des normes techniques, d’organisation et de fonctionnement cohérentes, mises à jour (avec suppression des normes obsolètes), adaptables selon l’évolution des usages et visant le service fonctionnel plutôt que le prestige : - Normes techniques : - Hauteur des quais stabilisée à 76 cm - Commande de matériel roulant (ex : M7) adapté à la hauteur des quais - Définition d’un standard de confort minimum dans les gares et PANG - Révision et mise en place d’une procédure de départ simplifiée - One man car : révision de la règlementation (normes de sécurité, obligation de présence d’un accompagnateur, etc.) et des formations 57
UNE GOUVERNANCE COHÉRENTE • Une culture ferroviaire partagée et soutenue par les pouvoirs publics – Un débat public sur la vision stratégique à long terme – Une concertation accrue sur les décisions stratégiques (Plan Transport 2017, PPI, Contrats de gestion) – Une transparence des données et une communication proactive, notamment sur la ponctualité (retards et causes) 58
Conclusion : l’avenir du rail est (aussi) entre vos mains !
QUE PEUT FAIRE LE PARLEMENT FÉDÉRAL? • Contrôle de l’action gouvernementale : – Analyser compatibilité entre objectifs stratégiques de la Ministre (juillet 2015) et dotations allouées (investissements et exploitation) – Demander à la Ministre de fixer la répartition des économies entre Investissements/Exploitation et entre SNCB/Infrabel + rétroplanning pour PPI et Contrats de gestion • Contrats de gestion : – Auditionner la Cour des Comptes (rapport d’évaluation des CG 2008-2012) avant élaboration des nouveaux Contrats de gestion – Définir précisément les objectifs de qualité et les indicateurs (KPI) y afférant, dans une orientation « résultats » plutôt que moyens – Assurer un suivi bimestriel des objectifs et des indicateurs – Repenser les outils qui impactent l’économie globale du système (redevance d’utilisation de l’infrastructure, politique tarifaire) 60
QUE PEUT FAIRE LE PARLEMENT FÉDÉRAL? • Plan de transport : – Elargir le débat en inscrivant l’élaboration des plans de transport dans une vision stratégique ferroviaire à long terme, soumise à débat public et basée sur le cadencement en réseau – Veiller à la résolution des problèmes structurels et spécifiques mentionnés • PPI : – Veiller à la priorité accordée au maintien de capacité et au matériel roulant adapté • Veiller à la cohérence des différents documents stratégiques (contrats de gestion, plans de transport et PPI) au niveau des contenus et des calendriers 61
Merci pour votre attention !
Vous pouvez aussi lire