Il Bollettino - Driemaandelijks ledenblad van de Vereniging Dante Alighieri Leiden-Den Haag
←
→
Transcription du contenu de la page
Si votre navigateur ne rend pas la page correctement, lisez s'il vous plaît le contenu de la page ci-dessous
Colofon Inhoud Il Bollettino 3 Agenda verschijnt 4 maal per jaar Open Avond Redactie Lezing september Coralie van Nes, Marèse Röselaers, Lezing oktober Gerard Schelvis 7 Uit het klaslokaal Redactieadres 9 Studiebeurzen bollettino@dante-alighieri.nl cavannes@gmail.com 12 Lezersbrieven De lol van het leren (5) Kopij voor het eerstvolgende nummer De koepel van de Santa Maria in te zenden vóór 17 september 2018 del Fiore aan te leveren in Word 16 Leuk Italiaans Gepubliceerde stukken vallen niet onder Codice Lingua (3) verantwoording van de redactie of het bestuur. De redactie behoudt zich het recht voor om 22 Boekrecensies ingezonden artikelen in te korten of niet te Le libere donne di Magliano plaatsen Da dove la vita è perfetta Advertentiekosten Sangue giusto kwart pagina € 37,50 halve pagina € 75,00 Una giornata nell’antica Roma hele pagina € 150,00 Divorare il cielo Abonnement Caesar in de Lage Landen Het abonnement is inbegrepen bij het 29 De Vertaaltuin lidmaatschap van de vereniging (€ 25 p.p. per cursusjaar) 31 Cultureel nieuws 36 Bestuurssamenstelling Productie en verzending MultiCopy Katwijk Klei-Oost Aan dit nummer hebben verder meegewerkt: Wim Jansen, Marisa Jansen-Miglioli, Bas Kegge en Lex Plompen,
Estate 2018 Il Bollettino, 155 Agenda De lezingen worden gehouden in de taal waarin ze zijn aangekondigd. De locaties kunnen verschillen; kijkt u hiervoor bij de info over de lezing. Tenzij anders aangegeven, beginnen de lezingen om 20:00 uur. Vrijdag 7 september Open Avond Locatie: Het Vreedehuis, Riouwstraat 1 te Den Haag Om 18:00 uur (indien gewenst) gratis niveautest voor nieuwe cursisten Van 19:00 tot 20:00 uur kennismaking met bestuur en docenten voor nieuwe cursisten en geïnteresseerden Om 20:00 uur muzikale voordracht door Marcella Pischedda La Storia canta (In het Italiaans gezongen liederen met Nederlandse toelichting) Vrijdag 5 oktober Locatie: Het Vreedehuis, Riouwstraat 1 te Den Haag Couperus en Italië Lezing in het Nederlands door Caroline de Westenholtz 3
Il Bollettino, 155 Estate 2018 Vrijdag 7 september Open Avond Kennismaking en gratis niveautest voor nieuwe cursisten en geïnteresseerden Om 18:00 uur gratis niveautest voor nieuwe cursisten. U dient zich hiervoor wel uiterlijk 4 september per e-mail aan te melden bij de cursusorganisator: corsi@dante-alighieri.nl. Van 19:00 tot 20:00 uur kan er nader kennis worden gemaakt met docenten en bestuur en kan men zich alsnog inschrijven voor het cursusjaar, voor zover er nog plaats is in de gewenste cursus. Het verdient daarom aanbeveling u eerder in te schrijven. Onze docenten kunnen u desgewenst adviseren over het voor u geschikte niveau. Als de niveautest uitwijst dat u beter een andere cursus kunt kiezen dan die waarvoor u zich heeft ingeschreven, kan dat alsnog in orde worden gemaakt. Om 20:00 uur kunt u aansluitend de eerste lezing van het seizoen bijwonen. La Storia canta Muzikale voordracht door Marcella Pischedda In dit optreden wordt ruim een eeuw Italiaanse geschiedenis verteld door middel van liederen, voordrachten en anekdotes. De periode waarover gezongen en verteld wordt, strekt zich uit van de Italiaanse eenwording (Unità d’Italia in 1861) tot de jaren 90 van de 20e eeuw (Seconda Repubblica). Met haar stem en gitaar zal zij het publiek verschillende emoties laten beleven: dromerige liefdesliedjes, realistische werk- en protestliederen en vrolijke volkswijsjes. 4
Estate 2018 Il Bollettino, 155 Napolitaanse liederen (de wieg van la canzone Italiana) Beroemd zijn de traditionele Napolitaanse liederen. Het klassieke Napolitaanse lied is een romantische ballade, met veel hartstocht gezongen. Het stamt uit het begin van de 19e eeuw en wist zich te verspreiden over de gehele wereld. In de liederen zijn vaak referenties aan de stad en de harde realiteit uit de dag van de gewone man. In de rauwe stad aan de baai van Napels kent men de traditie om het leven te vertellen aan de hand van liederen. Maar de muziek is ook wijdverspreid onder hen die niet in de muzikaalste stad van Italië wonen. Nog steeds worden Napolitaanse liederen over de hele wereld vertolkt. Niet in de laatste plaats in Amerika, waar zich een grote Napolitaanse gemeenschap bevindt. Natuurlijk leeft het Napolitaanse lied nog volop onder de rook van de vulkaan. Zangers van de liederen hebben met hun muziek vele muzikanten beïnvloed. Overbekend is natuurlijk het lied O sole mio dat uit het einde van de 19e eeuw dateert. Andere bekende liederen zijn Santa Lucia en Torna a Surriento. De muzikale reis brengt ons vanaf la Canzone Napoletana tot de Cantautori (beroemde singer-songwriters van de jaren 80/90). De hele reis wordt aan elkaar gepraat door Marcella en eindigt in een samenzang met het publiek. Marcella Pischedda is een Italiaanse folkzangeres (Lumàyna Trio), straatartieste, leidster van zangprojecten (met kinderen, volwassenen en verstandelijk gehandicapten) in Italië en in Nederland. Zij woont in Nederland . 5
Il Bollettino, 155 Estate 2018 Vrijdag 5 oktober Couperus en Italië Lezing door Caroline de Westenholtz Louis Couperus (1863-1923) beschouwde Italië als zijn tweede vaderland. Sinds zijn eerste bezoek in 1893 is hij er ontelbare keren geweest. Van 1910 tot 1915 woonde hij zelfs in Italië, in vaste pensions en hotels in verschillende plaatsen. Hij heeft er tal van verhalen, columns en reisverslagen over geschreven. Hij liet zich zijn leven lang inspireren door kunst en mythologie uit de Klassieke Oudheid. Denk hierbij aan boeken als Reisimpressies (1894), waarin hij zijn eerste reis door Italië beschrijft, verder aan romans als Dionyzos (1904), De berg van licht (1905/06), Herakles (1913) en beschrijvingen van kunst als in Uit blanke steden onder blauwe lucht (1912/13). De huidige expositie in het Louis Couperus Museum heet: ‘Een sneller schrik van schoonheid’... Louis Couperus en de beeldhouwkunst. De tentoonstelling, die nog te zien is tot en met 14 oktober, gaat deels over de klassieke Romeinse beeldhouwkunst en wat Couperus daarover schrijft. Over dit alles en nog veel meer gaat deze lezing. Caroline de Westenholz is kunsthistorica en oprichtster van het Louis Couperus Museum aan de Javastraat in Den Haag. In het museum zijn sinds de oprichting in 1996 vele tentoonstellingen door haar of op haar initiatief georganiseerd. Zij heeft vele publicaties op haar naam staan, onder andere over Couperus en Italië. 6
Estate 2018 Il Bollettino, 155 Nieuws van de PLIDA examencommissie Met tevredenheid kunnen we u mededelen dat tijdens de voorjaars- sessie 2018, 13 kandidaten het PLIDA examen hebben afgelegd. In april heeft mw. M.Stefan haar certificaat op niveau C1 behaald! De 12 kandidaten van de examens van mei wachten nu in spanning op hun resultaten. Voor de najaarssessies 2018 is inschrijving mogelijk tot vrijdag 23 november. Deze examens vinden plaats op: woensdag 28 november: A1, A2 en donderdag 29 november: B2, C1 en C2 De data voor 2019 zijn nog niet bekend. Namens de Examencommissie PLIDA Patrizia Nanni Een P.L.I.D.A. certificaat (Progetto Lingua Italiana Dante Alighieri) wordt officieel erkend door de Italiaanse overheid en door het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het wordt ook erkend als geldig bewijs om zich in te schrijven op een Italiaanse Universiteit. Als u lid bent van Dante Alighieri in Nederland, kunt u een examen afleggen. Er zijn verschillende niveaus in het Italiaans aangegeven met: in het Nederlands omschreven als: A1 livello di contatto A Basisgebruiker A2 livello di sopravvivenza B1 livello di soglia B Onafhankelijke gebruiker B2 livello di progresso C1 livello di efficacia C Vaardige gebruiker C2 livello della padronanza Het examen toetst de vier vaardigheden: luisteren, lezen, spreken en schrijven. Alle onderdelen vinden op dezelfde dag plaats. Zie voor kosten, uitgebreidere informatie en inschrijving onze website www.dante-alighieri.nl (onder het kopje Cursussen) of kijk op www.plida.it/plida. 7
Il Bollettino, 155 Estate 2018 Geef u tijdig op voor de gewenste cursus Italiaans! U heeft natuurlijk het Programmaboekje ontvangen en waarschijnlijk ook wel doorgebladerd, maar denkt u eraan u tijdig aan te melden voor de gewenste cursus? Voor u het weet is het september en misschien is de door u gewenste cursus dan vol! Natuurlijk biedt Dante Leiden/Den Haag de bekende taalcursussen, voor beginners tot vergevorderden. Maar er is ook een breed aanbod aan thematische cursussen, zoals het luisteren en vertalen van liedjes, lessen over cultuur, actualiteit, landschap, literatuur etc. Hiermee wordt uw spreekvaardigheid en luistervaardigheid verbeterd en het geeft ook inzicht in allerlei aspecten van Italië en het Italiaans! Schrijf u daarom snel in zodat u zeker bent van een plaats in de cursus van uw keuze. Alle mogelijkheden vindt u op de website www.dante-alighieri.nl. Ga naar het tabblad ‘cursussen’, log in of registreer en kies uw cursus. U kunt ook een mail sturen naar corsi@dante-alighieri.nl. Geen internet? Benader dan een van de bestuursleden die u graag verder helpen. 8
Estate 2018 Il Bollettino, 155 Veel taleninstituten in Italië geven korting op het cursusgeld aan leden van onze vereniging. De voorwaarden waarop hiervan gebruik kan worden gemaakt (aantal weken, periode, etc.), alsmede de kortings- percentages verschillen (van 5 tot wel 100%!). Hieronder volgt een overzicht - gerangschikt naar regio - van de scholen waarmee ons Comitato de laatste 10 jaar contact heeft gehad over de beschikbaarheid van beurzen. Sicilia Catania Scuola Galatea www.scuolagalatea.it Cefalù Solemar Academy www.solemar-academy.com Palermo Sicilia Language School www.scuolaitalianosicilia.it Taormina Babilonia www.babilonia.it Sardegna Alghero Scuola di Lingua e Cultura www.unisstral.it Italiana Cagliari L’Accademia www.laccademia.com Puglia Lecce The Hub www.thehublecce.com Otranto Italian Language School www.ilsonline.it Campania Napoli Centro Italiano www.centroitaliano.it Salerno Accademia Leonardo www.accademialeonardo.it Lazio Roma Torre di Babele www.torredibabele.com Umbria Assisi Accademia Lingua Italiana www.aliassisi.it Todi La Lingua La Vita www.wellanguage.com Toscana Arezzo Cultura Italiana Arezzo www.culturaitalianaarezzo.it Firenze Scuola Leonardo da Vinci www.scuolaleonardo.com Firenze Centro Italiano www.centroitalianofirenze.com Firenze Centro Fiorenza www.centrofiorenza.com Firenze Dante Alighieri www.firenze.ladante.it Firenze Europass www.europass.it Firenze Istituto Il David www.davidschool.com Firenze Istituto Europeo www.istitutoeuropeo.it 9
Il Bollettino, 155 Estate 2018 Firenze Scuola Toscana www.scuola-toscana.it Lucca Lucca Italian School www.luccaitalianschool.com Orbetello Terramare www.linguaterramare.com Siena Dante Alighieri www.dantesiena.com Le Marche Camerino Dante Alighieri www.scuoladantealighieri.org Civitanova Civitas Italia www.civitasitalia.org Macerata Università di Macerata www.unimc.it Mondavio Dante Alighieri www.scuoladantealighieri.it Recanati Campus L’Infinito www.campusinfinito.it San Severino Edulingua www.edulingua.it Urbania Centro Studi Italiani www.centrostuditaliani.org Urbino Lingua Ideale www.linguaideale.it Veneto Caorle Il Faro www.ilfarolingua.it Venezia Istituto Venezia www.istitutovenezia.com Trieste Istituto Venezia www.istitutovenezia.com Verona Centro Italiano Idea www.ideaverona.com Friuli Udine Università degli studi www.uniud.it Emilia- Romagna Bologna ARCA www.arca-bologna.com Bologna Madrelingua www.madrelinguaitalian.com Modena Romanica www.romanica.it R.Emilia Reggio Lingua www.reggiolingua.it Rimini Tiberius International www.tiberius-international.com Lombardia Milano CALCIF www.calcif.unimi.it Liguria Chiavari Nel Blu www.nel-blu.it Genova Centro Internazionale di Studi www.centrint.unige.it Italiani Genova A door to Italy www.adoortoitaly.com Genova Scuola Tricolore www.scuola-tricolore.it Sanremo Omnilingua www.omnilingua.net Piemonte Torino L’Italiano Porticando www.italianoporticando.com Voor wat betreft de inschrijfprocedure wijzen wij u graag op het volgende: U informeert zich over een school waar u een cursus wilt volgen. De bovenstaande lijst kan daarbij behulpzaam zijn. 10
Estate 2018 Il Bollettino, 155 Vóórdat u zich inschrijft, neemt u contact op met Ad Spliet (e-mail borse@dante-alighieri.nl, telefonisch 070-3588080 of mobiel 06-51404357) die nagaat of het instituut van uw keuze een beurs aanbiedt. Als de school dat aanbod al niet spontaan had gedaan, zal hij daartoe een verzoek doen. Pas nádat positief bericht is ontvangen over de toekenning (op naam) van de beurs, schrijft u zich in. Verdere contacten met de school; betreffende lesmethode, niveau, buitenschoolse activiteiten, huisvesting, betaling, alsmede de reis, regelt u zelf. Tenslotte vermelden wij dat er bemiddelingsorganisaties zijn die het regelen van een cursus voor u uit handen nemen, onder andere Italstudio (www.italstudio.nl) en Tricolore (www.tricolore.nl). In veel gevallen krijgen onze leden ook korting op de door hen aangeboden cursussen. De vereniging Dante-Alighieri Leiden-Den Haag geeft hiermee geen oordeel over de kwaliteit en inhoud van de cursussen. 11
Il Bollettino, 155 Estate 2018 De Lol van het Leren (5) Als er zoiets bestaat als een writer’s block, moet er ook sprake kunnen zijn van een learner’s block. Mogelijk kennen we dat verschijnsel allemaal uit ervaring: te veel aan ons hoofd, te veel afleiding om ons heen, te veel van alles en nog wat. Of een tijdelijk tekort aan motivatie, aan discipline of aan regelmaat. In dat geval staan er drie wegen open voor de geblokkeerde: 1. rustig afwachten tot de bui over drijft, 2. zich keihard aan nieuwe discipline onderwerpen (‘zin maken’), 3. op zoek gaan naar intrinsieke motivatie. Vrijwel altijd kies ik voor het laatste. Een taal leren moet een lolletje blijven. Daarom is het goed jezelf af en toe te verwennen met een handige mengeling van het nuttige en het aangename. Een vergulde pil levert vaak sneller resultaat op dan een bittere. Als incentivo kan bijvoorbeeld een reisje naar het favoriete buitenland dienen, al dan niet met als voornaamste doel een talencursus. Iets dergelijks heb ik mijzelf al een enkele keer toegestaan en het is uitstekend bevallen. Slechts de keuze van het adres was wat lastig. Uiteindelijk werd die bijna alleen bepaald door mijn geografische voorkeur. Enige onafhankelijke informatie over de kwaliteit van de aangeboden leergangen zou wel eens handig kunnen zijn, maar is moeilijk te verwezenlijken. Toch lijkt me die kwaliteit minstens zo relevant als de gepresenteerde kortingspercentages. Een kleine bijdrage om deze lacune op te vullen: met name mijn keuzes voor Verona en Calabrië (Tropea) vielen zeer goed uit. Het is lang geleden maar ik kan die plekken fortissimo aanbevelen. Helaas staan er tussen dromen en daden vaak praktische bezwaren in de weg, die een educatief tripje voorlopig even onmogelijk maken. In zo’n geval biedt internet een grote dosis troost. Een beetje creatieve surfer komt al snel uit snel bij Italy Heritage. Wat die site ons allemaal niet voor lekkernijen voorschotelt, grenst aan het 12
Estate 2018 Il Bollettino, 155 onvoorstelbare: geschiedenis, cultuur, folklore, toeristische artikelen, een cursus Italiaans, gastronomie, actualiteit, alles opgediend op een zacht bedje van licht verteerbare didactiek. Vooral de poëzie- en filmfragmenten zijn even nuttig als vermakelijk. Ze gaan vrijwel allemaal gepaard met een begeleidende tekst en de vertaling in een soort zijtiteling. De toeschouwer kan kijken, luisteren, de tekst volgen en af en toe een tersluikse blik werpen op de mee-scrollende vertaling. Als dat geen multitasken is… De argeloze bezoeker van de site valt van de ene sensatie in de andere. Hilarisch is bijvoorbeeld de beruchte scene met de toren van Pisa uit de film Amici miei, met onder anderen Ugo Tognazzi en Philippe Noiret. Het mooist echter is het verhaal van Roberto Benigni, I quattro anatroccoli. Helaas is het filmfragment om duistere redenen verdwenen, maar een kleine speurtocht in Google leverde de volgende link op: https://www.dailymotion.com/video/xq5zbc. Daar toont de grote (ja toch?) Benigni een verbluffend staaltje van zijn kunnen in een ontroerend autobiografisch verhaal. Van harte aanbevolen en helemaal gratis, in tegenstelling tot een waarschijnlijk instructiever instituut als Incontro Italiano. Dat verschaft abonnees prachtige nieuwsbrieven met veel tekst en uitleg in audio, video en podcast, gevolgd door transcripties, woordenlijsten, oefeningen en wat niet al. Voor nog geen veertig euro’s per jaar. A questo no si può cadere un bernoccolo (lees: li ci vai sul sicuro). Er zijn ook nog andere sites, bijvoorbeeld die van de Rai (http://www.italica.rai.it/corso.php), maar die is ongelofelijk schools. Ten slotte laat ook de BBC zich niet onbetuigd. Helaas heb ik er geen kennis van kunnen nemen, want de Brexit Broadcasting Corporation gunt zijn heerlijkheden niet aan stervelingen op het continent. Samenvattend gaan we daarom stellen dat Italië een land is dat ook op het net uitblinkt in het propageren van zijn taal en cultuur. Maar dat is ‘sfondare una porta aperta’. Gerard Schelvis 13
Il Bollettino, 155 Estate 2018 De koepel van de Santa Maria del Fiore Op 16 maart j.l. bezocht ik de lezing ‘De koepel van de Santa Maria del Fiore’ van ir. Bart Bleker. Ik had gehoopt op een leerzame avond over de minder bekende bouwkundige aspecten van de bekende koepel van Brunelleschi, maar ging teleurgesteld naar huis. Ik heb geen aantekeningen gemaakt en schrijf dus geen verslag, maar geef wat impressies die bij mij zijn blijven hangen. Wie een technisch getinte presentatie geeft aan een publiek dat in meerderheid niet wiskundig/technisch geschoold is, moet zijn terminologie tot in de puntjes op orde hebben, die helder uitleggen en consequent gebruiken. De in de bouwkunde zo belangrijke kettinglijn hoort niet bij een parabool, maar bij een hyperbolische functie. Een driedimensionale koepel is geen parabool, maar kan een paraboloïde zijn, of bijv. een halve bol. Maar pas op: niet alle paraboloïden zijn slank; ook schotelantennes zijn paraboloïden en wie weet gold dit ook voor het zo platte dak van het palazzo dello sport dat ons getoond werd. Zo werden twee- en driedimensionale figuren permanent door elkaar gehaald, een gotische spitsboog en een parabool ten onrechte min of meer tot synoniemen verklaard, en veel, heel veel bleef in de rommelige presentatie ergens hangen tussen beeld en tekst. Even terug naar de kettinglijn, die immers de contour van de koepel zou vormen. Deze had een aparte introductie op twee-drie inleidende plaatjes verdiend, waarop de prachtige opstellingen met omgekeerde koepels, touwtjes en gewichtjes van Gaudí in de Sagrada Familia van Barcelona niet mogen ontbreken. Ook het krachtsverloop binnen een boog als gevolg van het eigen gewicht en de resulterende krachten op de fundering kunnen een lekenpubliek heel aanschouwelijk worden uitgelegd, en niet zeggen dat het dan “al gauw te moeilijk wordt”. Met een simpele, maar goede tekening op het scherm en wat touwtjes en elastiekjes kun je heel ver komen en iedereen duidelijk maken waarom er in de koepel scheuren kunnen ontstaan en waarom die lopen zoals ze lopen. Wie de koepel wil stabiliseren, kan dat met stalen banden proberen, maar niet met kabels of kettingen (deze drie werden door de spreker te pas en te onpas door elkaar gehaald). Op mijn vraag of de koepel van Brunelleschi ooit met moderne middelen was nagerekend, was het antwoord een onduidelijk “nee”, 14
Estate 2018 Il Bollettino, 155 aangevuld met “men begrijpt het nog steeds niet, het blijft een mysterie” of iets in die trant. Dat “nee” wilde ik nog wel accepteren, maar met die aanvulling werd het allemaal wel erg ontwijkend, zodat ik, thuisgekomen, mijn vraag op het internet losliet. Wat blijkt nu? De koepel is in de jaren ’90 wel degelijk mathematisch gemodelleerd en nagerekend. En de contour is geen kettinglijn, waardoor de constructie niet alleen op druk belast wordt, maar ook op buiging, zodat al snel na de voltooiing van het bouwwerk scheuren ontstonden. Tot slot nog even dit: wie voor Dante-publiek spreekt, kan zich in zijn schermteksten geen spelfouten in Italiaanse woorden of namen veroorloven en behoort ook te weten hoe de gebruikte woorden worden uitgesproken. Ook dat alles ging consequent mis. Op deze avond is het lekenpubliek op een aantal punten met een kluitje in het riet gestuurd. Erger was het voor wie een beetje thuis is in de statica en sterkteleer van constructies. Ir. Wim Jansen 15
Il Bollettino, 155 Estate 2018 Codice lingua (3) Nel Bollettino Primavera avevo scritto sulla Reale Accademia d’Italia, l’accademia fondata nel 1929 durante il periodo fascista, che aveva lo scopo di depurare la lingua italiana da tutti i forestierismi, di combattere contro l’uso del ‘lei’ a favore dell’uso del ‘voi’ e di svolgere una chiara funzione di propaganda, specialmente all’estero. Così Mussolini conclude, il 28 ottobre del 1929, il discorso per l’inaugurazione dell’Accademia d’Italia: Eccellenze, signore, signori! Sono fiero di aver fondato l’Accademia d’Italia: Sono certo che essa sarà all’altezza del suo compito nei secoli e nei millenni della nostra storia. Sono lieto d’inaugurare ufficialmente l’Accademia d’Italia nel simbolo del Littorio e nel nome augusto del Re. Gli accademici sono sessanta; sono nominati a vita con decreto reale su proposta del capo del governo; godono di un assegno annuo di 36.000 lire; nelle pubbliche funzioni e nelle cerimonie devono indossare una uniforme speciale. Nel 1939 assimilano nella loro struttura la Reale Accademia Nazionale dei Lincei, i cui soci, per lo meno quelli che accettano, e sono una trentina, vengono inseriti nell’organico come semplici soci aggregati. L’Accademia Nazionale dei Lincei scompare così dalla scena e solamente a fine guerra (1944), 16
Estate 2018 Il Bollettino, 155 e dopo la soppressione della Reale Accademia d’Italia, su consiglio di Benedetto Croce, riacquisterà la sua propria autonomia. Ma che cosa è un’accademia? Nell’enciclopedia Treccani leggiamo che il nome accademia deriva dal greco ed originariamente indica la scuola filosofica di Platone fondata nel 387 a.C.; questa scuola si trovava fuori le mura di Atene, in un bosco dedicato all’eroe di guerra Academo. In questo luogo Platone filosofa con i suoi discepoli, tra cui anche Aristotele, e scrive le sue opere. Per estensione si intende per accademia un’associazione permanente di studiosi, retta da un proprio statuto ed istituita con lo scopo di curare e promuovere le lettere, le scienze e le arti. Ancora con tale nome si intende il luogo delle riunioni o la sede degli uffici. In Italia le prime accademie nascono già nel Quattrocento; sono piuttosto cenacoli umanistici: amici e studiosi si riuniscono in modo informale e i loro dibattiti hanno temi di interesse vario, ma uno dei più sentiti e che dà adito a polemiche e a discussioni molto accese è la questione della lingua. Le accademie che si formano negli anni successivi, in particolare tra il Cinquecento e il Seicento, si vanno trasformando da semplici cenacoli ad organizzazioni ben strutturate, con leggi ben precise, con simboli, figure guida, ma soprattutto con un bisogno emergente: quello di rifondare la lingua volgare su nuove basi e su un canone ben definito e linguisticamente omogeneo. Fino a quel momento, praticamente dal Medioevo in poi, erano le università ad avere il compito di formare la classe intellettuale e per questo si servivano del latino, la lingua della tradizione, quella che permetteva l’immediata comunicazione nazionale ed internazionale. Le accademie, avendo strutture organizzative e ritualità diverse ed essendo generalmente meno rigide e formali delle università, diventano allora i luoghi privilegiati di elaborazione, riflessione e diffusione della lingua volgare, ovvero il fiorentino-italiano, che aspira a diventare la lingua nazionale, la lingua al di sopra dei tanti dialetti quotidianamente parlati, con l’intento di diffondersi in nuovi campi del sapere (filosofia, scienza, diritto), fino a quel momento dominio esclusivo del latino. In Italia si verifica allora un’esplosione di accademie distribuite per tutta la penisola, ciascuna con le proprie finalità e il proprio campo di interesse; a tutt’ oggi molte di loro sono ancora attive. 17
Il Bollettino, 155 Estate 2018 L’Accademia Nazionale dei Lincei, a cui avevo accennato più sopra, nasce come accademia scientifica. Fondata a Roma nel 1603 da Federico Cesi, un patrizio umbro, insieme con tre amici, due umbri come lui (Francesco Stelluti e Anastasio De Filiis) e un ... olandese, Johannes van Heeck1, (italianizzato in Ecchio) ha lo scopo di incentivare lo sviluppo delle scienze. Deve il suo nome all’acutezza che deve avere la vista di coloro che si dedicano alle scienze, proprietà fisiologica che caratterizza appunto la lince. Anche se non trascurano la letteratura, i Lincei coltivano soprattutto le scienze naturali e matematiche (il Cesi stesso fu naturalista) e quando nel 1611 Galileo Galilei ne diviene socio prendono posizione per le teorie del grande scienziato. Sappiamo che nel periodo del fascismo devono chiudere battente, ma alla caduta della dittatura uno dei primi provvedimenti dell’Italia liberata sarà appunto la sua ricostituzione. Come la mitica fenice, così la lince risorge dalle sue ceneri, riprendendo la sua attività di studio, ricerca e divulgazione delle scienze. L’Accademia ha mantenuto fin dalla sua nascita la stessa sede: il Palazzo Corsini, a Roma, nel rione di Trastevere. Non scientifica ma letteraria è l’Accademia dell’Arcadia che nasce a Roma nel 1690: è un movimento letterario che si sviluppa e si diffonde in tutta Italia durante il Settecento in risposta a quello che era considerato il cattivo gusto del Barocco. Essa si richiama nella terminologia e nella simbologia alla tradizione dei pastori-poeti della mitica regione dell’Arcadia. Anche la sua sede, una villa sulle pendici del Gianicolo, assume un nome ‘arcadico’, Bosco Parrasio. I suoi membri si chiamano Pastori; il loro protettore è Gesù bambino (adorato per primo dai pastori); come loro insegna scelgono la siringa del dio Pan, cinta di rami di alloro e di pino, ed 1 J. van Heeck (Deventer 1579 ?): studia latino, greco, astronomia ed astrologia nella sua città, ma in seguito alla persecuzione calvinista fugge dai Paesi Bassi, si rifugia in Italia e a Perugia, nel 1601, consegue la laurea in medicina. Esercita la professione e intanto viene a far parte dell’Accademia dei Lincei. Viaggia molto, non solo in Italia, ma anche in Europa, pur continuando ad essere socio dell’accademia. Nel 1616, a causa di squilibri mentali, viene escluso dalle adunanze. Da quel momento non se ne hanno più notizie e la data e il luogo della sua morte rimangono sconosciute. 18
Estate 2018 Il Bollettino, 155 ogni partecipante deve assumere, come pseudonimo, un nome di ispirazione pastorale greca. La sede dell’Arcadia è a Roma, presso la Biblioteca Angelica, biblioteca ricca di libri e archivi che vengono regolarmente consultati non solo da studenti ma anche da ricercatori italiani e stranieri; organizza pure cicli di conferenze rivolte non soltanto ai suoi soci ma anche a chiunque ne sia interessato. Ma l’accademia più famosa e quella che continua a tutt’oggi a con- trollare e curare la lingua nazionale è senz’altro l’Accademia della Crusca, che come accademia linguistica è in effetti la più vecchia del mondo. Sorge a Firenze tra il 1582 e il 1583 per iniziativa di alcuni letterati con l’intento di studiare e conservare la lingua nazionale italiana; assume intenzionalmente questo nome ‘buffo’, proprio perché il suo scopo è quello di separare le parole non buone da quelle di uso puro, così come la farina viene separata dalla crusca 2. Il suo motto è: ‘Il più bel fior ne coglie’ (Ze plukt de mooiste bloem), un adattamento di un verso del Petrarca (’l più bel fior ne colse dal Canzoniere, Poi che per mio destino); le sue adunate sono scherzosamente chiamate ‘cruscate’ e il simbolo dell’Accademia stessa è il frullone, l’arnese che separa appunto la farina dalla crusca. I soci si chiamano ‘cruscanti’; le loro sedie sono gerle della farina rovesciate e i loro stessi nomi vengono sostituiti da soprannomi presi dalla terminologia dei mulini. Così il primo dei cruscanti è Leonardo Salviati (l’Infarinato); e Michelangelo, pure lui socio, si fa chiamare l’Impastato. 2 Crusca: Residuo della macinazione dei cereali costituito dagli strati più esterni dei semi separati da quasi tutta la farina, residuo che viene poi usato per l’alimentazione degli animali. In olandese crusca è tradotta con kaf (quindi: het kaf van het koren scheiden). 19
Il Bollettino, 155 Estate 2018 L’opera principale dell’Accademia è Il Vocabolario, che pubblica nel 1612 a Venezia; questo vocabolario non solo sarà uno straordinario strumento di identità nazionale, ma sarà anche lo strumento migliore per conoscere la lingua nazionale contribuendo in modo decisivo alla sua identificazione e alla sua diffusione. Nuove edizioni, modificate ed arricchite; si susseguono nel corso dei secoli fino al 1923; in quell’anno subisce un arresto che durerà ben più di trent’anni. Nel 1955 l’idea di un nuovo grande vocabolario storico verrà ripresa, ma solo dal 1965, grazie anche ad un finanziamento del CNR (Consiglio Nazionale delle Ricerche) si possono riprendere i lavori e nasce una collaborazione tra l’Accademia e il centro studi del CNR, l’OVI (Opera del Vocabolario Italiano). A questo punto l’accademia, liberata in parte da quel lavoro, può indirizzarsi con maggiore energia alla ricerca e alla consulenza dell’italiano sui fronti grammaticali, lessicologici e filologici. Si modernizza, tanto è vero che ora possiamo consultare il suo sito (http://www.accademiadellacrusca.it), che dà ampio spazio a domande, dubbi, quesiti su problemi della lingua (sezione di consulenza linguistica), che presenta una lista, sempre aggiornata, di parole ‘nuove’ che sono entrate a tutti gli onori nella lingua italiana (sezione ‘Parole nuove’) ed informa su eventi ed incontri non solo a livello nazionale ma anche a livello internazionale. Per quanto riguarda le parole ‘nuove’, la regola è che, senza il beneplacito dell’accademia stessa, la parola non può entrare nei dizionari italiani! Ne è la prova quanto è successo un po’ più di un anno fa con l’aggettivo ‘petaloso’. Matteo, un bambino di 8 anni, alunno di terza elementare di una scuola di Ferrara, in un tema dove doveva descrivere un fiore, usa l’aggettivo ‘petaloso’ per spiegare appunto che il fiore in oggetto aveva molti petali! Petaloso 3, almeno fino a quel momento, non esiste e non si trova in nessun dizionario italiano. È pura fantasia del bambino: la maestra lo deve quindi considerare errore segnandolo con la matita rossa, ma, incuriosita e divertita, decide di inviare il nuovo lemma all’Accademia della Crusca per una valutazione, e la Crusca risponde: 3 In effetti esisteva già, ma non come parola di uso comune in italiano, essendo apparso in un trattato di botanica del Seicento. Nel suo libro Centuriae Decem Rariora Naturae, un registro di specie animali, vegetali e fossili scritto tra il 1693 e il 1703 con termini latini e italiani, il botanico e farmacista inglese James Petiver aveva infatti definito il fiore del peperoncino, la pimenta, ‘petaloso’. A detta dei suoi colleghi era sì un buon botanico ma un pessimo latinista: forse anche allora un simpatico errore? 20
Estate 2018 Il Bollettino, 155 È una parola ben formata, chiara e bella, che potrebbe essere utilizzata nella lingua italiana, come le altre parole formatesi nel medesimo modo. Nella sua risposta, l’Accademia non ha potuto, quindi, che constatare la corretta formazione di questo aggettivo derivato dal sostantivo ‘petalo’ con l’aggiunta del comune suffisso ‘-oso’; l’italiano conosce centinaia di aggettivi simili (coraggio/coraggioso; calore/caloroso; paura/pauroso...). Intanto, la notizia si diffonde e ‘petaloso’ comincia ad essere usato in maniera virale sui social network; però, solo se sarà usato in maniera continua da tantissime persone, solo allora il nuovo aggettivo godrà di pieno riconoscimento e potrà essere inserito tra i vocaboli della lingua italiana. Per intanto la gioia del piccolo Matteo, della sua mamma e della sua maestra è alle stelle. Marisa Jansen-Miglioli ۞۞۞۞۞ M’ama, non m’ama… A proposito di ‘petaloso’, quindi di petali, chi non conosce la frase: m’ama non m’ama…? È la tipica frase degli innamorati, insicuri, incerti del loro amore: la ragazza o il ragazzo del cuore mi ama oppure non mi ama? E così interpellano la… margherita! Questo bel fiore, semplice nel suo biancore con quel cuoricino giallo, è il fiore ideale per ‘spetalare’ e qui invento anch’io una parola, o meglio un verbo, ‘lo spetalare’, che in nessun dizionario si trova. Ma l’azione è appunto intesa a togliere poco per volta i petali della margherita rinnovando ad ogni ‘spetalatura’ o meglio sfogliatura la domanda in questione. Sembra che questa tradizione si debba a Margherita di Provenza, moglie del re Luigi IX di Francia, fatto prigioniero dai saraceni durante la crociata del 1248. Margherita sfogliava appunto questi fiori, recitando una preghiera ad ogni petalo strappato e continuò fino a quando il marito non ritornò a casa! Il re, commosso da quel gesto, fece aggiungere sullo stendardo del casato tre margherite d’argento. 21
Il Bollettino, 155 Estate 2018 Le libere donne di Magliano di Mario Tobino Interrompo la mia serie sul bestiario della Divina Commedia per un libro che si potrebbe intitolare, irriverentemente, ‘un bestiario dell’umana tragedia’. Vorrei parlare di Le libere donne di Magliano di Mario Tobino, apparso nel 1953. Sono molto grato a Mariolina Devalle per averne proposta la lettura nel corso Cinema en Letteratura di quest’anno. È un libro che per me, e per altri corsisti di Mariolina, appartiene alle rarissime opere letterarie che non si possono dimenticare. Lo scrittore e poeta Mario Tobino (19101991) ha lavorato per lungo tempo come psichiatra in un ospedale psichiatrico vicino a Lucca. Nel suo libro, che ha il carattere di un diario, descrive le donne ricoverate nel suo reparto del manicomio. Dico ‘manicomio’ perché è proprio quello il termine che Tobino volutamente usa, come anche la parola ‘matto’, invece di malato di mente o qualcosa del genere. Non solo scrisse in un’epoca politicamente ancora ‘scorretta’ – non si preferiva ancora quel tipo di termini eufemistici – ma soprattutto non sottilizzò con le parole per richiamare l’attenzione dei sani su coloro che erano stati colpiti dalla follia. In quel tempo i matti furono rinchiusi come bestie in una gabbia, invece di essere trattati come creature umane. Il libro comincia in medias res: Oggi è arrivata, proveniente da Firenze, una malata, una matta, giovane, fresca, alta, con lo stampo della salute fisica. Quando sono entrato nel reparto era seduta a letto e mangiava con golosità. Aveva la camicia aperta sì che si vedeva comodamente un seno. Non aveva alcun pudore, neppure la finzione del pudore. È affetta da “schizofrenia”, quella malattia mentale che scompone la persona umana rendendola senza senso e senza scopo. Tutto quello che fa l’unicità del libro è qui: osservazione precisa, descrizione esatta, diagnosi scientifica, e allo stesso tempo, e quasi in 22
Estate 2018 Il Bollettino, 155 ogni parola, pietà e compassione. La distanza clinica del medico non gli impedisce mai di vedere e di compiangere la persona umana sotto l’apparenza disumana. Però, non pensare che il libro sia sentimentale. Non lo è affatto, perché è proprio l’insieme di distanza e di pietà che commuove il lettore. Mi risultò difficile leggere il libro in un tratto, perché la quasi spietosa acutezza dei ritratti dipinti dallo scrittore ti fa mancare il fiato. Ci vuole ogni tanto una pausa per riprendersi prima di continuare la lettura. Succede per esempio che un matto, solo nella sua cella, può urlare ventiquattro su ventiquattro ore senza che alcuno lo rimproveri, nominare selvaggiamente il nome di Dio, pisciare verso l’aria e contro il muro, defecare ridendo, con lo sterco disegnare le bianche pareti, scrivere sui muri nomi accompagnati dagli insulti più profondi, bere la sua stessa orina, ballare cantando e arruffandosi la chioma come un Bacco eccitato, pacatamente in sé stesso confabulare, dare alla voce il tono conciliativo. L’alienato nella cella è libero, sbandiera, non tralasciandone alcun grano, la sua pazzia, la cella suo regno dove dichiara sé stesso, che è il compito della persona umana. Il comportamento di questo malato sembra poco meno che bestiale, ma Tobino riesce a riscoprire nei suoi atti e nelle sue grida il bisogno esistenziale dell’uomo di esprimersi. Lo chiama addirittura libero, quel matto. Sono libere le donne di Magliano perché non sentono i freni della cultura, della religione, della vergogna, o se ne fregano. Combattono ogni ostacolo per ostentare i loro sentimenti, gioia o dolore. Lo scopo del libro è proprio dare una voce a quelle libere donne di Magliano: La mia vita è qui, nel manicomio di Lucca. Qui si snodano i miei sentimenti. Qui sincero mi manifesto. Qui vedo albe, tramonti, e il tempo scorre nella mia attenzione. Dentro una stanza del manicomio studio gli uomini e li amo. Ed il mio desiderio è di fare di ogni grano di questo territorio un tranquillo, ordinato, universale parlare. Vi raccomando di leggere il libro (che purtroppo non è ancora stato tradotto in olandese4). Tobino vi presenta personaggi originali e storie straordinarie, spesso commoventi ma anche divertenti. Lo scrittore- psichiatra sa raccontare, non solo sulle sue pazienti, ma anche sulle infermiere, che sono tutte di famiglie contadine; e sulle suore, alcune molto carine, altre invece rigidissime. E poi, Tobino è un poeta, sono 4 Cerco di interessare un editore per la traduzione. 23
Il Bollettino, 155 Estate 2018 bellissime le sue descrizioni del paesaggio toscano; basterà un solo esempio: La pianura lucchese d’estate è un muovere-ondeggiare di verde ridente, un conversare spiritoso con ogni frutto e gemma e la vista varia e danza e si perde e si rinfranca e per nulla i monti che lontanamente circondano ostacolano quella letizia. Dieci anni dopo la pubblicazione del libro sono arrivati gli psicofarmaci. In un’appendice lo scrittore si chiede: sono ora finalmente e veramente libere, le mie donne, grazie a quelle pasticche? La risposta è sì e no. In alcuni casi gli psicofarmaci mettono un’altra camicia di forza, forse, a nostra insaputa, più dolorosa. Ma Tobino ricorda anche un matto che si sentiva sempre in colpa e domandava tutta la notte e il giorno dopo di punirlo, di frustarlo, di seviziarlo; per lui la pasticca fu infatti la liberazione dal suo tormento. Credo che il dilemma che preoccupò Tobino sia sempre attuale: gli psicofarmaci hanno il potere di rompere le nebbie, non di purificare del tutto. A questo punto ci vorrebbe l’aiuto da uomo a uomo, la psicoterapia; aggiungere ai psicofarmaci il nostro fraterno aiuto. Una panacea però non c’è. Anche se, dopo gli anni cinquanta, si è svolto un forte progresso nella scienza e nell’arte della psichiatria, penso che anche molti psichiatri di oggi si riconoscano sempre nel sogno e sospiro melanconico con cui Tobino chiude il libro: Adesso sono venticinque anni che vivo tra i matti e la notte sempre più me li sogno: volti che vicinissimi mi ridono spastiche risate, parole che mi arrivano distinte eppure non riesco a decifrare se sono di derisione o di richiesta di aiuto, donne mi piangono davanti con i capelli disciolti e so che non ho nessuna possibilità di consolarle. Lex Plompen ۞۞۞۞۞ 24
Estate 2018 Il Bollettino, 155 Da dove la vita è perfetta Silvia Avallone maakte acht jaren geleden furore met Acciaio (Staal), waarvoor ze een aantal literaire prijzen ontving. Nu komt ze sterk terug met een nieuwe, hyperrealistische roman die zich afspeelt in een betonwijk aan de rand van Bologna, waar armoede troef is. De moeders proberen met slechtbetaalde baantjes het gezin op de been te houden, de vaders zijn afwezig, leven van drugshandel, pendelen tussen huis en gevangenis. Adele, opgegroeid in deze woestijn van stenen, heeft geen toekomstperspectief, raakt zwanger op haar zeventiende, bevalt alleen in een ziekenhuiskamer. Slechts een paar minuten mag ze haar dochtertje vasthouden, dan moet ze het afstaan aan de kinderbescherming. Na deze ingrijpende openingsscene, wordt de lezer meegevoerd naar het begin van haar ongewenste zwangerschap. Adele is omringd door mensen die knokken om het hoofd boven water te houden. Manuel, de vader van het kind, neemt de benen als hij het nieuws verneemt. Dan is er ook Zeno, de verlegen, intelligente buurjongen die het buurtleven observeert vanuit zijn raam en met wie zij een vriendschap opbouwt. In een andere wijk leven Dora en Fabio, een stel dat door hun onvervulde kinderwens uiteen gedreven wordt, totdat .... Avallone maakt duidelijk dat ontsnappen aan deze marginale maatschappij onmogelijk is; alleen het moeizame streven naar een perfect leven blijft overeind in de harde werkelijkheid van het economisch zwakke Italië. Het is een harde maar ook empatische roman, met feministische trekjes en een scherpe kijk op de hedendaagse maatschappij vanuit afzonderlijke levens. Een mix van Elsa Morante, Elena Ferrante en de naturalistische doem van Emile Zola. Silvia Avallone, Da dove la vita è perfetta Rizzoli, 2017 ۞۞۞۞۞ 25
Il Bollettino, 155 Estate 2018 Sangue giusto Na de veelgeprezen roman Eva dorme, uit 2010, waarin Francesca Melandri de woelige geschiedenis van Alto Adige beschrijft sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog, verscheen afgelopen herfst een nieuwe roman van deze auteur, Sangue giusto die verslag doet van een recenter tijdperk, namelijk dat van Berlusconi. De centrale figuur is Ilaria, een linkse docente met een geliefde die deel uitmaakt van de regering Berlusconi, en een demente vader die een vooraanstaande rol speelde tijdens de hoogtijdagen van de Democrazia Cristiana. Op een dag staat er een jonge Ethiopiër op de stoep, een vluchteling die claimt een kleinkind te zijn van haar vader, uit een relatie tijdens de Italiaanse kolonisatie. Deze familiegeschiedenis dient als achtergrond voor een afrekening met een verzwegen episode uit de Italiaanse geschiedenis. Kolonialisme, racisme, minachting voor de medemens zijn de echte thema’s van de roman. Melandri voert ons mee naar het Ethiopië van maarschalk Graziani en laat zien dat het racisme voortvloeiend uit het kolonialisme vandaag de dag nog springlevend is in al zijn inhumane verschijningsvormen. Ook de situatie in een andere Italiaanse ex-kolonie, Libië, onder leiding van Gaddafi, komt uitgebreid aan de orde. Ondanks, of misschien juist dankzij, een flinke portie historisch materiaal is deze roman een aanwinst in een land waar ook de linkse partijen, uit opportunisme of onwetendheid, nog steeds vasthouden aan de breed gedeelde opvatting dat de Italianen brava gente zijn en dat immigranten een bedreiging vormen. Francesca Melandri, Sangue giusto Rizzoli, 2017 N.B. Deze roman is ook in het Nederlands verschenen, uit het Italiaans vertaald door Etta Maris. De lange weg naar Rome Uitgeverij Cossee, ISBN 9789059367784 ۞۞۞۞۞ 26
Estate 2018 Il Bollettino, 155 Una giornata nell’antica Roma Hoe leefden de oude Romeinen? Wat gebeurde er elke dag in de straten van Rome? Wat deden de Romeinen in hun vrije tijd? Hoe smaakte het voedsel? Het zijn vragen die we ons allemaal wel eens gesteld hebben en waarop we het antwoord vinden in dit zeer leesbare boek. We volgen het leven van de Romeinse burger in de oudheid van de vroege ochtend tot de late avond, te beginnen met het leven in de domus tot een bezoek aan het Forum, aan een rechtszitting en de slavenmarkt. De middag wordt grotendeels gevuld door de spelen in het Colosseum waarna de avond wordt doorgebracht met banketten en andere, intieme genoegens van de Romeinen. Een aanrader voor wie Rome op een andere manier wil bezoeken. Alberto Angela, Una giornata nell’antica Roma Vita quotidiana, segreti e curiosità, Mondadori ۞۞۞۞۞ Divorare il cielo A dieci anni dal successo di La solitudine dei numeri primi, Premio Strega 2008, Paolo Giordano ritorna con il suo nuovo romanzo Divorare il cielo. La storia suddivisa in tre parti, è quasi tutta ambientata in una masseria in Puglia, vicino ad Ostuni; i protagonisti sono quattro ragazzi: tre fratelli che non sono fratelli, un padre che non di tutti è padre, e che li cresce nel culto di una religione propria, una setta, dicono gli altri. Una ragazza di buona famiglia, che arriva da Torino in vacanza, li spia di là dal muro che divide la masseria dei ‘fratelli’ dalla villa. Dieci anni di vita in comune durante i quali tutti e quattro cercano qualcosa in cui credere senza morirne. Un romanzo di ben 430 pagine, scritto con la precisione del thriller, dove però il delitto è soltanto la vita comune di quattro ragazzi. Paolo Giordano, Divorare il cielo, Edizione Einaudi 27
Il Bollettino, 155 Estate 2018 Caesar in de Lage Landen Het Rijksmuseum van Oudheden heeft een gezichtsreconstructie van Julius Caesar laten maken. Volgens het museum was de wereldberoemde veldheer qua uiterlijk minder heroïsch dan gedacht: Caesar was kalig en had als gevolg van problemen bij zijn geboorte een schedelafwijking. Archeoloog Tom Buijtendorp deed die bevindingen tijdens zijn onderzoek naar de rol van Caesar in de Lage Landen. Op basis daarvan is een ‘nieuw’ gezicht voor Caesar gemaakt, waarbij de schedelafwijking te zien is en ook de haardracht afwijkt van de gebruikelijke afbeeldingen. Onlangs publiceerde hij zijn onderzoek in een nieuw boek. Archeoloog en fysisch antropoloog Maja d’Hollosy maakte op basis van Buijtendorps werk en een marmeren Caesarbuste een ‘nieuw’ gezicht voor Caesar waarbij schedelvorm en haardracht afwijken van de gebruikelijke afbeeldingen. Op verschillende bekende bustes heeft Caesar namelijk een vrij weelderige haardos. Die beelden zijn echter veelal gemaakt na het overlijden van de veldheer en niet echt waarheidsgetrouw. Medisch onderzoek toont volgens Buijtendorp aan dat een marmeren beeld in Turijn het meest getrouwe beeld van Caesar biedt. Daarop is zelfs de schedelafwijking aangegeven die het gevolg moet zijn geweest van een zware bevalling. Ook was Caesar qua militaire overwinningen minder succesvol dan vaak gedacht en leed hij waarschijnlijk bij Maastricht zijn grootste nederlaag. Dit blijkt uit nieuw onderzoek, dat aantoont dat Caesar een belangrijk deel van zijn Gallische Oorlog in de Lage Landen voerde. Caesars gezichtsreconstructie is de komende maanden gratis te zien in de centrale hal van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. Tom Buijtendorp, Caesar in de Lage Landen Omniboek 28
Estate 2018 Il Bollettino, 155 Op de vorige aflevering kwamen maar liefst vier reacties, waaronder een waardevolle van Kees Wenneker, die ons attendeerde op enkele onvolkomenheden in de weergave van de oorspronkelijke tekst. Gehuld in een warm boetekleed danken wij hem daarvoor hartelijk. Daarnaast schijnen er enkele Dante-leden zachtjes te kennen te hebben gegeven dat ze zich misschien ook wel aan een vertaling zouden willen wagen. Om deze redenen en opdat de naderende vakantie deze aarzelingen zouden kunnen wegnemen, hebben we besloten de inzendingstermijn een stukje te prolongeren, namelijk tot 15 augustus. Daarom hier nog eens de tekst van Gabriele D’Annunzio, maar nu zonder enig gebrek. I Pastori Settembre, andiamo. E’ tempo di migrare. Ora in terra d’Abruzzi i miei pastori lascian gli stazzi e vanno verso il mare: scendono all’Adriatico selvaggio che verde è come i pascoli dei monti. Han bevuto profondamente ai fonti alpestri, che sapor d’acqua natìa rimanga ne’ cuori esuli a conforto che lungo illuda la lor sete in via. Rinnovato hanno verga d’avellano. E vanno pel tratturo antico al piano, quasi per un erbal fiume silente su le vestigia degli antichi padri. O voce di colui che primamente conosce il tremolar della marina! Ora lungh’esso il litoral cammina la greggia. Senza mutamento è l’aria. Il sole imbionda sì la viva lana che quasi dalla sabbia non divaria. Isciaquìo, calpestìo, dolci rumori. Ah perchè non son io co’ miei pastori? 29
Il Bollettino, 155 Estate 2018 Een onafhankelijke jury zal zich buigen over de inzendingen en de beste/mooiste belonen met de gids over de Abruzzen van Ingrid Paardekooper. En wie zich wil laten ‘inspireren’ (om dit afgeragde, afgrijselijke reclamewoord maar eens te gebruiken) door een fraaie vertolking van het gedicht, kan terecht op http://www.italyheritage.com/learn-italian/literature/dannunzio-i- pastori.htm. Veel plezier en succes. Gerard Schelvis ۞۞۞۞۞ Osteria Francescana opnieuw het allerbeste restaurant De lijst van de 50 beste restaurants ter wereld, The World’s 50 Best, verwelkomt dit jaar een oude bekende. Osteria Francescana van chef- kok Massimo Bottura uit het Italiaanse Modena is opnieuw verkozen tot nummer één van de wereld. Dat was hij ook al in 2016. Bottura hangt een vernieuwde Italiaanse keuken aan. Hij serveert bijvoorbeeld ossobuco, het traditionele gerecht van gestoofde kafsschenkel, als een soepje met Japanse rijst en presenteert zijn bollito misto van gekookt vlees als de skyline van New York! 30
Estate 2018 Il Bollettino, 155 Il bello della bicicletta “L’uso della bicicletta permette di misurare il tempo, cosa a cui non siamo più abituati nel nostro mondo digitale. Ci consente di attraversare spazi, che altrimenti non sarebbe possibile percorrere. Insomma ci dà un altro rapporto con lo spazio e con il tempo. Ci dà un senso di libertà prezioso”. Queste righe dal saggio Il bello della bicicletta dell’antropologo della contemporaneità Marc Augé avranno ispirato anche il Touring Club Italiano, fondato nel 1894 da 57 ‘velocipedisti’, e trasformato, nel Novecento, in un formidabile strumento di conoscenza del territorio italiano, della sua storia culturale, delle sue bellezze naturali e dunque in un vettore di turismo nell’era dell’automobile e della mobilità di massa. Ora il Touring torna in qualche modo alle sue origine per proporsi “come protagonista attivo di un ripensamento soprattutto culturale della mobilità italiana” proprio mentre il Ministero delle Infrastrutture e dei Trasporti ha già stanziato fondi (quasi 5 milioni di euro) per i quattro progetti nazionali di grandi ciclovie, cioè la ciclovia VENTO (Venezia-Torino), la Verona-Firenze, la ciclabile dell’Acquedotto Pugliese, (in somma 1800 kilometri e 5 milioni di euro d’investi- mento) e il GRAB (Gran Raccordo annulare delle Bici, 45 kilometri all’interno della città di Roma. Quest’ultimo percorso, pianeggiante, è anche una lezione itinerante di storia: parte da Romolo e Remo e arriva alle architetture contemporanee di Renzo Piano e Zaha Hadid, unendo tra loro Colosseo, San Pietro, Trastevere, Galleria Borghese, eccetera, attraversando parchi e paesaggi bucolici (a 3 kilometri dal Foro Romano ci sono pastori e greggi di pecore!). L’apertura dei cantieri delle quattro ciclovie era prevista per quest’anno. E poi, ci sono altre infrastrutture, già realizzate o in via di realizzazione: la 31
Il Bollettino, 155 Estate 2018 ciclovia del Garda, la Lignano-Grado-Trieste, la Adriatica, la Tirrenica, la ciclovia della Magna Grecia, quella sarda e infine la via ciclabile che da Trieste conduce nel cuore dell’Europa, in tutto più di 3000 kilometri di piste nuove. Una belle notizia anche per gli sportivi olandesi che desiderano attraversare il bel Paese in bici! Il Touring sta immaginando uno slogan da collegare all’immagine di un’Italia ricca di straordinari tesori culturali e paesaggi magnifici, per non parlare del cibo e del vino: “Ma prima prendete la bicicletta”, un invito legato al grande interesse che la biclicetta registra in molti indicatori (pubblicità, Rete, sequenze in televisione e nei film). Si può dire che la bicicletta “va di moda”: in Italia la ‘bicicletta muscolare’ tradizionale è usata da 1.555.000 ciclisti, quella a pedalata assistita da 125.000 con una forte tendenza alla crescita. Bronnen: Ministero delle Infrastrutture e dei Trasporti, Touring Club Italiano, Velolove.it 32
Estate 2018 Il Bollettino, 155 L’invasione dell’arte Sono arrivate le installazioni dell’arte. Tante installazioni, a Palermo. Chiese deserte, palazzi vecchi in costruzione, palazzi nascosti dentro la città, l’archivio di stato pieno di libri grossi, una vecchia cripta e palazzi che sono stati chiusi talvolta per vent’anni: quest’anno tantissimi edifici a Palermo sono aperti al pubblico per la Manifesta 12. La città famigerata è cambiata dal mio primo incontro. Il sindaco, molto noto, Leoluca Orlando, racconta che la città non era proprio preparata dieci, quindici anni fa per questa biennale. Prima di quel periodo Palermo era conosciuta come capitale della mafia. Orlando ha fatto tante cose buone per la città. Nel 2018 Palermo è diventata Capitale Italiana della Cultura e città degli ospiti della Manifesta 12. Nel 2013 il sindaco ha chiamato Hedwig Feijen, direttrice della fondazione olandese Manifesta per chiedere se lei potesse fare qualcosa per la città. Manifesta è una biennale d’arte e cultura contemporanea e la terza più importante in Europa. Ogni edizione si svolge in una città diversa. Feijen racconta, le ambizioni del sindaco erano un po’ difficili perciò lei ha invitato lo studio di architettura olandese OMA (Office for Metropolitan Architecture) per una collaborazione. Intitolato “Il Giardino Planetario. Coltivare la coesistenza”, Manifesta 12 è ispirato tra gli altri all’Orto Botanico per esplorare il grande tema del convivere. I sottotemi sono derivati dalle storie degli abitanti: artisti, autori e giornalisti sono stati intervistati. Tutte le storie, le analisi, le foto e tante mappe sono assemblate nel Palermo Atlas. È interessante vedere che la maggior parte dei artisti mostrano lavori sociali rilevanti invece di solo bellezza. Cinquanta artisti sono stati invitati e mostrano il loro lavoro nei diversi luoghi. Dentro la città storica sono accessibili a piedi. Sebbene la splendida mappa della città indica dove dovrebbero trovarsi questi luoghi, qualche volta si deve cercare la propria installazione. Così scopri la città che si sviluppa 33
Vous pouvez aussi lire