Inleiding bij de beleidsverklaring van Binnenlandse Zaken en van de Federale Politie Door minister van Binnenlandse Zaken Annemie Turtelboom ...

 
CONTINUER À LIRE
Inleiding bij de beleidsverklaring van
               Binnenlandse Zaken en van de Federale Politie
                   Door minister van Binnenlandse Zaken
                           Annemie Turtelboom,
                 Kamercommissie van Binnenlandse Zaken,
                             24 november 2009

                Introduction à la note de politique générale
                    De l’Intérieur et de la Police Fédérale
                        Par la Ministre de l’Intérieur,
                           Annemie Turtelboom,
                À la Commission de l’Intérieur de la Chambre,
                            Le 24 novembre 2009

Dames en heren leden van de Kamer

Wat verlangen de mensen van ons land van het ministerie van Binnenlandse
Zaken, van hun ministerie van Binnenlandse Zaken? Dat is de vraag die we
moeten stellen bij de beleidsverklaring voor dat departement. Als ik de tekst
overloop is het antwoord eenvoudig: ze verwachten dat dit ministerie en zijn
minister klaarstaan in tijden van nood, van crisis, van bedreiging en van
rampen. Dat ze klaarstaan om op dat moment bij te springen, te helpen, de
noden te lenigen. Maar ook dat ze permanent bezig zijn om die problemen te
voorzien, zoveel als mogelijk te voorkomen en waar nodig in te dijken.
2

De diensten van Binnenlandse Zaken moeten niet permanent zichtbaar zijn, ze
moeten er wel staan als het moment van nood aanbreekt.

Dat geldt ook voor de politie, en dus ook voor de federale politie. Samen met
de lokale politiekorpsen gaat het om bijna 50.0001 mensen die waken over
onze veiligheid, die zich inzetten tegen criminaliteit en onveiligheid, maar die
ons ook beschermen in het verkeer, bij grote manifestaties, in het dagelijks
leven in onze wijk. Ook voor die politie geldt dat ze permanent bezig is om de
problemen zoveel als mogelijk te voorzien, zoveel als mogelijk te voorkomen
en waar nodig in te dijken.

Mensen beschermen is de core business van het departement waar ik sedert
juli de leiding over heb. Hoe we dat willen realiseren in 2010 is het onderwerp
van deze beleidsverklaring. Ik voeg daar een nuance aan toe. Een belangrijk
gegeven in de werking van Binnenlandse Zaken kan er steeds iets
onvoorspelbaar gebeuren en uiteraard is ons werking dermate georganiseerd
om daarop snel en adequaat te reageren.

Denk bijvoorbeeld maar aan het feit dat de Mexicaanse griep waarmee we nu
geconfronteerd zijn pas begin dit jaar is opgedoken. Maar we weten wel dat
we maximaal voorbereid moeten zijn op scenario’s die maximaal voorspellen
wat er zou kunnen mislopen. Mensen beschermen is noden voorzien, en het
noodlot waar mogelijk indijken. Ook dat is de uitdaging op dit departement.

1
    Environ 12.000 personnes pour la fédérale et 37.000 pour la police locale.

                                                                                 2
3

Dit departement draait, net als de politie, op mensen, op hun inzet en op hun
expertise. Vele van de diensten die onder mijn hoede staan zijn 24 uur op 24,
zeven dagen op zeven in de weer. De mensen die daar in meedraaien zijn op
hun terrein één voor één experts, van de brandweerman over de ingenieur van
de civiele bescherming tot de verkeersagent, de expert in crisisplanning of de
analist van mogelijke industriële of nucleaire ongevallen.

Het zijn noodzakelijkerwijs gemotiveerde, gedreven en degelijk opgeleide
mensen, zo heb ik ervaren in de maanden dat ik hier werk. Ook al weten de
meeste van die mensen dat het moment van algemene appreciatie maar kan
komen als de voorbereide calamiteit zich zal voordoen. Een goed Human
Ressources-beleid is in die context van groot belang. Het is niet evident dat in
deze tijden van noodzakelijke besparingen waar te maken, maar we doen dat
wel, samen met de ambtenaren van de FOD. En ik denk dat ieder van ons ook
oog moet hebben voor die vrij unieke personeelsstructuur van zowel de
diensten van Binnenlandse Zaken als van de Politie.

De beleidsverklaring van Binnenlandse Zaken is ook bedoeld als een uitleg bij
de ingediende begroting. Daarbij lijkt het mij nuttig twee structurele
elementen te signaleren, bij wijze van voetnoot, maar noodzakelijk om alle
misverstanden te vermijden.

Ten eerste horen onder de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en
dus onder haar begroting, ook de diensten die met Migratie te maken
hebben: de Dienst Vreemdelingenzaken, het autonome Commissariaat-
Generaal voor de Vluchtelingen en de Statenlozen, en de autonome Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen. Toen ik in maart 2008 de allereerste minister van

                                                                              3
4

Migratie en Asielbeleid werd zijn die bevoegdheden voor het eerst afgesplitst
van de minister van Binnenlandse Zaken. Staatssecretaris Wathelet, onder de
voogdij van collega Milquet, tekent nu voor de verantwoordelijkheid voor die
budgetten.

Een tweede voetnoot is dat het departement Binnenlandse Zaken in zijn
structuren en in zijn begroting ook nog steeds een aantal centrale instellingen
en budgetten beheert, die ten dienste staan van de hele federale regering of
overheid, of die centrale kredieten beheren. Dat is overigens ook zo in onze
buurlanden, omdat Binnenlandse Zaken vanuit een ver verleden – toen er
bijvoorbeeld bij ons, voor 1918, geen aparte eerste minister was - als noemer
gold voor bevoegdheidsoverschrijdende diensten. Denk aan de inmiddels
geregionaliseerde voogdij over gemeenten.

Het gaat om belangrijke institutionele taken van het departement die niet
direct met het beschermen van burgers mar met het beschermen van de
democratische vrijheden te maken hebben, maar die niettemin ruim een kwart
van de middelen opeisen. Ze zijn de facto ook core business.

Ik geef een paar voorbeelden: de voogdij over de Raad van State, de
organisatie van de verkiezingen, het beheer van de Dode Hand in Brussel, de
dotatie voor de hoofdstad, de mede-organisatie van de nationale feestdag, de
gedeeltelijke voogdij over de provincies of de Vaste Commissie voor
Taaltoezicht.

                                                                             4
5

Deze beleidsnota stippelt de beleidslijnen uit voor het departement,
hoofdzakelijk voor het komende jaar, maar ook met een optie op de verdere
toekomst. In deze inleiding, geef ik een overzicht geven van de grootste
uitdagingen en de belangrijkste beleidsplannen per domein.

   1. De federale politie

Je commencerais par la police fédérale. Après dix ans de législation Octopus, le
Conseil fédéral de police a évalué la réforme des polices. La conclusion est la
suivante : la réforme fondamentale des services de police belges est une
réussite. Une police intégrée, structurée à deux niveaux, était et demeure un
bon concept qui fonctionne.

Ces dernières années, on a beaucoup investi en termes de personnel et de
moyens.     Il convient maintenant de consolider cela avec les budgets
disponibles qui, c’est compréhensible, sont moindres en ces temps de crise
économique mondiale. C’est avec ce même sens du réalisme budgétaire, que
je verrai comment perfectionner encore cette réforme.

Le Conseil fédéral de police a en effet inventorié certains points
d’amélioration, et ce dans des matières les plus diverses. Les principaux points
d’amélioration concernent la police de quartier, la sélection et la formation,
le fonctionnement intégré des services déconcentrés de la police fédérale, les
applications ICT, la procédure disciplinaire, la vision stratégique à long terme
pour la police, la capacité en matière de maintien de l’ordre, le financement
et les missions de la police en ce qui concerne le transfert de prisonniers.

                                                                               5
6

Voor de wijkwerking komt het er op aan die functionaliteit inhoudelijk
aantrekkelijker te maken. De Vaste Commissie van de Lokale Politie is daarin
uiteraard een denkpartner.

Inzake selectie is de essentie de doorlooptijd te versnellen en de kwaliteit van
de proeven nog te verbeteren.

Voor wat betreft de politieopleidingen, waar zoveel om te doen is, wil ik
resultaten boeken. De kwaliteit van het politieonderwijs is een permanent
aandachtspunt. In het beleid voor 2010 inzake politieonderwijs vertrek ik van
de volgende vijf uitgangspunten:

   - het behoud van de actuele politiescholen;

   - de evolutie naar één politie-academiejaar van oktober tot oktober;

   - de strikte implementatie van de maatregelen in het KB van 6 april 2008
      over    de     kwaliteitsstandaarden     en     pedagogische      –    en
      omkaderingsnormen van de politiescholen;

   - de strikte uitvoering van het federaal opleidingsplan 2010. Daarin is een
      bijzondere plaats voor deontologie voor leidinggevenden voorzien;

   - via een projectwerking, de betrokken actoren motiveren rond
      “kwaliteitsmeting” en rond de problematiek van de noodzakelijke
      begeleiding tijdens de eerste maanden na het afstuderen;

                                                                              6
7

Wat de ICT aanbelangt, is het primordiaal de systemen te uniformiseren.

Er is tenslotte, gelet op de ervaringen van de voorbije jaren, een groot
draagvlak om de huidige politietuchtwet te herzien. Ik zal daar in 2010 via een
wetsontwerp werk van maken. Fundamentele kwesties zullen daarbij aan bod
komen: een aanpassing van het straffenarsenaal, een herschikking van de
tuchtbevoegdheden tussen ambtenarij en overheid, de professionalisering van
de procedure, en meer eenvormigheid in de tuchtrechtspraak. Ik zal daarbij de
rechten van de verdediging blijvend eerbiedigen, maar de overheid zal gelijke
armslag krijgen in de procedure.

Naast een efficiëntere organisatie, moeten we uiteraard ook aandacht hebben
voor het operationele luik, het politiewerk op zich.

Tot de prioriteiten van de politie behoort een resultaatgerichte aanpak van de
onveiligheid. Daarbij onderscheiden we twee domeinen: enerzijds de
criminaliteitsfenomenen, anderzijds de verkeersonveiligheid. Daarbij is het
belangrijk aan te stippen dat alle operationele diensten van de federale politie,
samen met de lokale politie, bijdragen tot een resultaatgerichte aanpak op
deze terreinen.

In uitvoering van het nationaal veiligheidsplan werd de voorbije jaren
geïnvesteerd in de projectmatige aanpak van de prioritaire fenomenen.

                                                                               7
8

Het resultaat van deze projectmatige aanpak is dat het voorbije jaar niet
minder dan 1 500 bij de georganiseerde of maatschappij-ontwrichtende
criminaliteit betrokken personen zijn voorgeleid voor de onderzoeksrechter.
Deze aanpak zullen we uiteraard voortzetten en verfijnen. We voorzien
bijkomende middelen om de georganiseerde sociale fraude op een pro-actieve
en systematische manier over het ganse land aan te pakken. Heel concreet zal
er een gemengde ondersteuningscel van start gaan en zullen er bijkomende
onderzoekers ingezet worden in een degelijke en deugdelijke ketenwerking.

De inspanningen op het vlak van de verkeershandhaving dragen bij tot het
realiseren van de streefnormen die door de Staten Generaal Verkeer werden
vooropgestelde. We boeken daar merkbare resultaten mee. Die inspanningen
zullen we de komende jaren onverminderd voortzetten, om, samen met de
andere betrokken partners, de einddoelstelling te halen.

De taskforce verkeersveiligheid heeft in een kadernota kwantitatieve
streefnormen en prioriteiten vastgelegd voor de politiediensten. De wegpolitie
van de federale politie zal haar controles oriënteren op snelheid, rijden onder
invloed en gebruik van de veiligheidsuitrusting.

La présidence belge du Conseil de l’Union européenne, au second semestre
2010, constitue certainement un événement exceptionnel, et ce à plus d’un
titre. La police y remplit, en effet, un double rôle.

                                                                             8
9

D’une part, elle doit veiller à ce que l’ensemble des grands événements ayant
lieu se déroule dans les meilleures conditions possibles pour les participants
mais aussi pour l’ensemble de la population. Des moyens spécifiques ont
d’ailleurs été prévus à cet effet.

D’autre part, la Police joue un rôle crucial dans la préparation des dossiers et
sujets qui seront traités au sein du Conseil des Ministres Justice et Affaires
intérieures (JAI). Les principaux thèmes s’inscrivent dans la continuité des
activités de l’union telles que la lutte contre la criminalité organisée et en
particulier le terrorisme, mais nous tenterons également de dégager certaines
priorités spécifiques notamment en matière de prévention du radicalisme
(projet Coppra).

Enfin en ce qui concerne le budget de la police fédérale2, je dirais que la police
contribue, elle aussi, à l’assainissement des finances publiques. Cette situation
réclame de la part des mandataires une gestion adaptée, basée sur la
créativité, l’audace et une pensée innovante.

2012 (deux mille douze) constituera une année charnière car, à partir de là et
jusqu’en 2015 (deux mille quinze), les conséquences des différentes
réglementations statutaires de transition disparaîtront.

2
    829 millions : huit cent vingt neuf millions

                                                                                9
10

A partir de 2012, la proportion entre les différents cadres opérationnels de la
police intégrée, à savoir le cadre officier, le cadre moyen et le cadre de base,
pourra dès lors, être progressivement adaptée afin d’augmenter la proportion
du nombre du cadre de base3.

En tout état de cause, il sera veillé à ce que la capacité du cadre de base de la
police intégrée soit garantie. C’est pourquoi seront admis à la formation de
base, un nombre suffisant d’aspirants-inspecteurs, à savoir 1000.

Afin de traverser la période allant jusqu’en 2015, la créativité sera donc requise
et le débat relatif aux tâches-clés essentiel. A cet égard, je compte mener un
débat avec les responsables de la police fédérale sur les tâches et leurs
implications en termes d’organisation et de fonctionnement. Toute la gamme
des activités sera examinée.

Ik besluit voor wat dit hoofdstuk over de politie betreft. De politiehervorming
van tien jaar geleden heeft ontegensprekelijk een betere politie opgeleverd.
Het vertrouwen van de burger in de politiediensten neemt de jongste jaren
toe, zo zal ook later deze week blijken wanneer we de cijfers van de
veiligheidsmonitor bekendmaken.

3Fin 2011 : pour la police intégrée, la proportion sera de 12%, 21% et 67% alors que la norme idéale est 7% ,
23% et 70%. Pour la police fédérale, la proportion sera de 21%, 29% et que 50% alors que la norme idéale est
12%, 31% et 56%

                                                                                                          10
11

Maar we blijven niet op onze lauweren rusten. De mogelijkheden die ontstaan
doordat de overgangsfase van de politiehervorming naar haar einde loopt. Die
kansen willen we aangrijpen om de werking van onze politie permanent te
optimaliseren, door ze meer op haar kerntaken toe te spitsen, door haar
internationale ervaring en samenwerking aan te scherpen, door betere
opleiding naar een hoger onderwijsniveau toe, door een efficiëntere inzet, op
het terrein.

Het is dus niet de bedoeling grote blauwdrukken uit te tekenen, of
revolutionaire hervormingen door te voeren, maar ik wil wel samen met de
politie elke dag hard werken om resultaten te boeken waar resultaten nodig
zijn: in de straten van ons land, onder alle burgers van ons land.

   2. De civiele veiligheid

Ik kom nu tot het tweede luik van mijn beleidsverklaring: de FOD
binnenlandse zaken. Eén van de zwaartepunten is civiele veiligheid.

De voorbije weken heb ik duidelijk gemaakt dat ik verder ga met de
hervorming van de civiele veiligheid, en kies voor een stap voor stap
uitwerking.

Chers membres,

Les priorités que je retiens pour 2010 et 2011 sont celles déjà avancées lors
des premiers travaux sur la réforme : à savoir une meilleure formation, un
matériel adapté et un partage des connaissances.

                                                                          11
12

L’offre de formation pour les pompiers et les agents de la protection civile sera
étoffée. Je renforcerai, pour ce qui concerne les services d’incendie, l’offre de
formation, tant pour les pompiers professionnels que pour les pompiers
volontaires, sur trois axes :
   - amélioration fondamentale des programmes de formation de base qui
      comprendront plus d’exercices pratiques ;
   - organisation de formations spécialisées, notamment relatives aux
      nouveaux risques (panneaux solaires, voitures hybrides,…)
   - organisation d’une formation en management pour les officiers.

Outre ces priorités, j’accorderai une attention particulière à la prévention en
matière d’incendie, notamment à travers le plan national « habiter en
sécurité » et la formation de préventionnistes chargés de donner aux citoyens
des conseils pour sécuriser leur habitation contre le risque d’incendie.

Tout comme les membres des services d’incendie, les agents de la protection
civile bénéficieront également de certaines formations spécialisées pour lutter
contre des risques spécifiques (utilisation de tenues anti-gaz, plongeur,
instructeur en secours cynophiles). Par ailleurs, une gamme variée de
formation sera proposée compte tenu des spécificités des unités de la
protection civile : brevet I, formation « IBIS » pour renforcer la collaboration
avec le Disaster Victim Identification-team de la police fédérale, formation
seconde langue nationale, informatique.

                                                                              12
13

Pour maintenir une certaine qualité dans l’exécution des missions des services
d’incendie, ceux-ci continueront à bénéficier de subventions fédérales pour
pouvoir acquérir du matériel d’intervention.

Sur le plan du personnel de la sécurité civile, différentes questions liées au
statut doivent absolument être résolues. Il ne s’agit pas d’une remise en
cause fondamentale des statuts mais de problèmes ponctuels comme :
   - l’application de la réglementation relative au temps de travail pour les
      services d’incendie et les unités de la protection civile,
   - l’amélioration du statut social du pompier volontaire,
   - la fin de carrière des pompiers professionnels
   - l’harmonisation des textes relatifs au statut des volontaires de la
      protection civile

L’objectif de la réforme étant de favoriser l’opérationnalité entre les services
d’incendie d’une zone, à savoir notamment une meilleure répartition du
matériel et du personnel, et des procédures d’intervention communes, je
mettrai en place dans le cours de l’année 2010 des « prézones » de secours
opérationnelles, sur une base volontaire.

L’application du principe de l’aide adéquate la plus rapide pose des problèmes
pratiques. En 2010, le SPF Intérieur accompagnera les communes dans la
recherche de solution adaptée pour supprimer notamment les doubles départs
systématiques.

Afin de disposer d’une base stable pour la réforme et d’un organe de conseil
permanent pour la politique, je vais installer une Commission permanente

                                                                             13
14

pour les services d’incendie. Les pompiers, dans toute leur diversité, seront les
principaux acteurs à côté d’autres intervenants.

Enfin, je poursuivrai activement l’exécution du projet 112 et ce, en application
de la directive européenne sur le numéro d’urgence unique pour tous les
services de secours. Il s’agira de créer une structure de coordination et de
contrôle, l’agence 112, et d’y intégrer les centres 100 et 101 actuels. Ceci
implique notamment la fédéralisation des préposés aux appels qui sont
actuellement du personnel communal, et le développement d’un dispatching
provincial, sous la forme d’un projet pilote en 2010.

   3. Veiligheid en preventie

Inzake veiligheid en preventie zal ik in 2010 onze inspanningen verder zetten
naar de verschillende doelgroepen toe, zoals we dat in het voorbije jaar
hebben gedaan onder meer inzake inbraken, de bewaking van kindercrèches of
de veiligheid van huisartsen. Ik verwijs daarbij naar het opvallend rendement
van technopreventieve adviseurs, die aan huis de mensen raad komen geven
inzake veiligheid, op voorwaarde uiteraard dat de mensen van hun bestaan op
de hoogte zijn. Ook daaraan werken we.

In 2010 staat onder meer brandveiligheid op het programma in de
preventiecampagnes. Daarnaast willen we ook verder werken aan de
reglementering van de bewakingssector. Vandaag wil ik hier drie punten
weerhouden: de strijd tegen radicalisering, de responsabilisering van de
voetbalclubs en de optimalisering van de veiligheidscontracten.

                                                                              14
15

In uitvoering van het Europees actieplan preventie radicalisering en rekrutering
zal ik een plan ontwikkelen dat ernaar streeft vroeg in te grijpen in het
radicaliseringproces bij jongeren en volwassenen, om te voorkomen dat
radicalisering leidt tot (de bereidheid tot) het gebruik van geweld. Het
preventieplan zal vertrekken vanuit een positief sociaal-maatschappelijke
benadering. Ook het vroegtijdig herkennen en correct interpreteren van
signalen van radicalisering is van belang om gepaste interventies te kunnen
voorzien.

Gezien het sociale aspect en de complexiteit van deze problematiek, overstijgt
zo’n preventieplan de verschillende bevoegdheidsdomeinen –en niveaus. De
uitdaging ligt er dan ook in om alle bevoegde sectoren (onderwijs,
tewerkstelling, gelijke kansen, …) te responsabiliseren en in overleg te komen
tot een integraal en geïntegreerd preventiebeleid tegen gewelddadige
radicalisering en polarisering.

Dit is overigens ook element dat van belang is in de strijd tegen evenementen
zoals we die afgelopen vrijdag nog in Anderlecht hebben meegemaakt en die
tegenwoordig te veel in onze hoofdstad voorkomen. Ik zal er dadelijk nog een
tweede noemen.

Vanuit de federale politie doen we al het mogelijke om het repressieve aspect
van die problematiek zo efficiënt mogelijk te organiseren. Maar ik heb ook al
herhaaldelijk gezegd dat die repressieve aanpak slechts op het inperken slaat
van problemen die hun oorzaak vinden in diepere maatschappelijke
fenomenen. Vaak genoemd zijn dan de werkloosheid, het onderwijs, het feit
dat minderjarigen helemaal aan de controle van hun ouders ontsnappen.

                                                                             15
16

Daaraan verhelpen is een werk van lange adem, dat we met zijn allen op alle
niveaus tot urgentie zouden moeten uitroepen.

Chers membres,

En matière de football, j’entends parvenir à une mobilisation policière bien
réfléchie basée sur une approche qualitative et donc liée aux risques. Par le
biais d’une concertation bilatérale avec toutes les zones distinctement, nous
voulons tendre à une mobilisation policière plus ciblée, c'est-à-dire limitée à
ce qui est nécessaire et sans conséquences négatives pour la sécurité.

Dans ce cadre, une attention toute particulière sera accordée à la réforme des
compétitions et à son impact sur la mobilisation policière. Les résultats positifs
de ces dernières années en termes de sécurité – recherche d’un équilibre
croissant entre les efforts des partenaires publics et ceux des acteurs privés –
doivent    être   maintenus     indépendamment        du    nouveau      format   des
compétitions. Eu égard à l’importante responsabilité du monde du football et
au rôle crucial qu’il a jouer, il faut continuer à le responsabiliser.

Je soutiendrai aussi la candidature de notre pays et des Pays-Bas à la Coupe du
Monde de football de 2018. Je suis convaincue que l’organisation d’un tel
événement, dix-huit ans après Euro 2000 peut avoir un effet positif sur la
réputation de notre pays, à l’extérieur et à l’intérieur. J’entamerai, en ce qui
concerne l’Intérieur, tout particulièrement les préparatifs du volet sécurité.

En 2010 sera menée l’évaluation finale des plans stratégiques de sécurité et
de prévention 2007-2010. Je tiendrai bien entendu compte de cette évaluation

                                                                                   16
17

pour préparer les nouveaux plans et ce, en étroite collaboration avec les autres
départements fédéraux et régionaux qui fournissent également un soutien aux
autorités locales en matière de prévention.

Pour l’avenir, l’objectif est d’aboutir à un plan local de sécurité intégrale : une
intégration des différentes enveloppes budgétaires dans une philosophie
cohérente de sécurité et de prévention au niveau local ; une orientation
stratégique et des accords plus axés sur les résultats (sur la base d’un
diagnostic local de sécurité) sur une période de plusieurs années. Cette
proposition s’inscrit dans une volonté de simplification administrative et, par
là, d’uniformité au niveau de l’utilisation et du contrôle des montants alloués,
ainsi que dans un souci de cohérence et de complémentarité accrus.

   4. De grote risico’s

Tot slot, dicht ik zal op de voornaamste plannen voor het Crisiscentrum, OCAD
en het FANC.

Voor het crisiscentrum is de belangrijkste voorspelbare uitdaging voor het
komende jaar de coördinatie van de veiligheid tijdens het Belgisch
voorzitterschap van de Europese Unie. Daarvoor is al een ad hoc-task force
opgericht en zijn er ook bijkomende budgetten voorzien.

Daarnaast vormt het heersende A/H1N1-virus een belangrijk aandachtspunt
voor het Crisiscentrum omdat conform de wetgeving noodplanning de Minister
van Binnenlandse Zaken de Federale Beleidscel voorzit. Het crisiscentrum
speelt een belangrijke rol want is verantwoordelijk voor het contact en de

                                                                                17
18

communicatie tussen het federale beleidsniveau enerzijds en de provincies en
gemeenten anderzijds.

Het OCAD van zijn kant beschikt vandaag over het noodzakelijk
gespecialiseerde personeel en werkt verder aan de beveiligde technische
uitrusting noodzakelijk voor de communicatie met de partners. Een van de
prioriteiten van OCAD in 2010 is de uitbouw van zijn netwerk, voornamelijk
met homologe diensten in het buitenland.

De nucleaire veiligheid en beveiliging vallen ook onder mijn bevoegdheid, via
het Federaal Agentschap voor de Nucleaire Controle. Gezien de verlenging
van de levensduur van de kerncentrales Doel 1 en 2 en Tihange 1 spreekt het
voor zich dat de verdere uitbating bijzondere voorwaarden vereist die het hoge
veiligheidsniveau blijvend garanderen. Op dat vlak bestaat er al heel wat
internationale ervaring, en zijn er ook initiatieven vanuit het Internationaal
Atoomenergie-Agentschap Als bevoegd Minister kijk ik dan ook uit naar de
internationale OSART-inspectie die in maart 2010 in Doel zal plaatsvinden, naar
analogie met de inspectie die gedaan werd op de site van Tihange in mei 2007.

   5. Instellingen en bevolking

Zoals ik in het begin van mijn uiteenzetting zei, blijft Binnenlandse Zaken
bevoegd voor diverse institutionele aangelegenheden en budgetten. De
directie Instellingen en bevolking staat daar voor in, en ook zij plant volgend
jaar enkele nieuwe initiatieven, die er vooral op gericht zijn de administratieve
rompslomp te verminderen, ook en vooral naar de burger toe.

                                                                              18
19

Avant tout, je ferai prolonger la durée de validité actuelle de la carte
d’identité électronique de 5 à 10 ans. Pour les personnes plus âgées,
j’envisage une carte d’identité à durée illimitée. Cette mesure facilitera la vie
du citoyen en lui permettant d’économiser du temps et de l’argent.

En outre, l’ajout d’un code-barres sur la carte d’identité électronique doit
permettre de nouvelles applications. Le code-barres mentionnera le numéro
de carte et le numéro de registre national du titulaire et permettra ainsi une
utilisation sécurisée de la carte en cas d’applications qui ont recours à un
lecteur de codes-barres. La e-ID avec code-barres facilitera également
l’intégration d’autres cartes électroniques, comme la carte SIS.

En ce qui concerne les applications online, j’envisage de permettre au citoyen,
via l’application “mon dossier”, de communiquer également un changement
d’adresse, et ce directement à la commune concernée. Le citoyen pourra ainsi
non seulement contrôler ses données et leur utilisation dans le Registre
national, mais également, et pour la première fois, les gérer.

Tenslotte wil ik in 2010 van start gaan met een project om het stemmen van
Belgen in het buitenland via Internet4 uit te testen. Dit zou meteen een
vereenvoudiging betekenen van de talrijke formaliteiten die de Belg in het
buitenland moet ondernemen om zijn burgerplicht na te komen. Ook de
consulaire en diplomatieke posten in het buitenland zouden bij dergelijke

4
  Les Belges résidant à l’étranger peuvent voter : Pour les élections législatives fédérales (Chambre et Sénat),
suivant l’un des cinq modes de vote prévus à cet effet : en personne ou par procuration dans la commune
belge de leur choix, en personne ou par procuration dans le poste diplomatique ou consulaire où ils sont
inscrits et enfin, par correspondance. Pour les élections européennes : par correspondance ; pour ces
élections le droit de vote est limité aux Belges qui résident sur le territoire d’un autre Etat membre de l’Union
européenne.

                                                                                                               19
20

stemming verlost zijn van een belangrijke werklast en een hoop kosten. De
cruciale kwestie daar blijft uiteraard het verzoenen van de nieuwe
mogelijkheden van elektronische communicatie met de wetgeving op het
geheim van de stemming en de controlemogelijkheden daarop.

SLOT

Dames en heren, mesdames, messieurs

Ik heb hiermee een overzicht gegeven te hebben van de vele activiteiten en
ambities van het departement van Binnenlandse Zaken dat ook na de vele
regionaliseringen een cruciale rol blijft spelen in onze samenleving. Dat laatste
geldt uiteraard nog meer voor onze federale politie.

Onze mensen beschermen zonder ze teveel of te nadrukkelijk lastig te vallen,
blijft één van de moeilijkste uitdagingen in het dagelijkse politieke werk. Ik
hoop U ervan te overtuigen dat we dat op de best mogelijke manier proberen
te realiseren. En ik kijk graag uit naar uw opmerkingen en overwegingen.

                          ------------------------------

                                                                              20
Vous pouvez aussi lire