QUATUOR ALFAMA JODIE DEVOS SOPRAAN JULIEN LIBEER PIANO - ONLIVE

La page est créée Ludovic Valentin
 
CONTINUER À LIRE
QUATUOR ALFAMA JODIE DEVOS SOPRAAN JULIEN LIBEER PIANO - ONLIVE
OnLive

Jodie Devos sopraan
Julien Libeer piano
Quatuor Alfama

do 6 mei 2021 / 20 uur / streaming vanuit de Blauwe zaal
QUATUOR ALFAMA JODIE DEVOS SOPRAAN JULIEN LIBEER PIANO - ONLIVE
Gabriel Fauré © Collection Mme Emmanuel Fauré-Fremiet
teksten programmaboekje Klaas Coulembier             coördinatie programmaboekje deSingel
                                                     D/2021/5.497/012
                                                                                            Jodie Devos sopraan
                                                                                            Julien Libeer piano

                                                                                            Quatuor Alfama
                                                                                            Pieter Jansen, Caroline Denys viool
                                                                                            Morgan Huet altviool Renaat Ackaert cello

                                                                                            Ernest Chausson (1855-1899)
                                                                                            La chanson perpétuelle, opus 37 (Charles Cros)
                                                                                            voor sopraan, strijkkwartet en piano

                                                                                            Gabriel Fauré (1845-1924)
                                                                                            La bonne chanson, opus 61 (Paul Verlaine)
                                                                                            voor sopraan, strijkkwartet en piano

Concertvleugels Met bijzondere dank aan Ortwin
Moreau voor het stemmen en het onderhoud van de
concertvleugels van deSingel
Moreau Pianoservice / Kapucinessenstraat 32 / 2000
Antwerpen / +32 (0)486 83 63 98
moreau-pianoservice.be
Franse liedkunst:
                                                                                                                     rechttoe, rechtaan, meeslepend
                                                                                                                     Drie regels. Meer heeft Charles Cros niet nodig om de
                                                                                                                     sfeer te scheppen in zijn gedicht ‘Nocturne’ uit de late
                                                                                                                     jaren 1870. Tussen de ruisende bomen en onder een
                                                                                                                     sterverlichte hemel jammert het hoofdpersonage dat haar
                                                                                                                     geliefde ervandoor is. In de volgende strofen beschrijft ze
                                                                                                                     hoe ze dit gemis nooit te boven zal komen en geen andere
                                                                                                                     uitweg ziet dan zich te verdrinken in een meer. Haar
                                                                                                                     ultieme hoop is dat haar laatste ademtocht met de zomer-
                                                                                                                     wind meegevoerd wordt tot aan de lippen van haar
                                                                                                                     geliefde.

                                                                                                                      Charles Cros was een bijzonder figuur. Hij was uitvinder en
                                                                                                                      dichter, en ondanks zijn korte leven (1842-1888) zijn heel
                                                                                                                      wat van zijn gedichten bewaard en uitgegeven. De Franse
                                                                                                                      componist Ernest Chausson (1855-1899) vond tien jaar na
                                                                                                                      het overlijden van Cros inspiratie in zijn schrijfsels voor dit
                                                                                                                     ‘Chanson perpétuelle’. Oorspronkelijk maakte hij deze
                                                                                                                      compositie voor sopraan en orkest, maar naast de gebrui-
                                                                                                                      kelijke pianoreductie maakte hij ook nog een bewerking
                                                                                                                      met piano en strijkkwartet. In deze laatste versie blijft het
                                                                                                                      orkestrale gehalte toch nog wat behouden terwijl de
                                                                                                                      setting erg intiem blijft. Dat sluit aan bij de persoonlijke en
                                                                                                                      toch wel passionele tekst. Qua muzikale stijl horen we
                                                                                                                      duidelijk de invloed van Gabriel Fauré en vooral Claude
                                                                                                                      Debussy in het gebruik van kleurrijke akkoorden en
                                                                                                                      onverwachte harmonische wendingen.

                                                                                                                     Ernest Chausson volgt de tekst nauwgezet op het vlak van
                                                                                                                     metrum en prosodie. Eigen aan het Frans is een vrij
                                                                                                                     declamatorische zangstijl, zonder al te grote melodische
                                                                                                                     sprongen en met een vrij starre ritmiek. Op de sleutelmo-
                                                                                                                     menten van het gedicht ruilt Chausson die vertellende toon
                                                                                                                     echter in voor een dramatiek en lyriek die de hartstocht en
                                                                                                                     de diepe emoties van het hoofdpersonage verklankt.
                                                                                                                     Precies dat contrast tussen de neutrale beschrijvende
                                                                                                                     passages en de diepromantische uithalen maken van dit
                                                                                                                     lied een verhaal waarin je als luisteraar van begin tot einde
                                                                                                                     wordt meegezogen.

                                                                                                                     Wanneer filosoof en musicoloog Vladimir Jankélévitch het
                                                                                                                     over de Franse liedkunst heeft, dan beschrijft hij die als
                                                                                                                     volgt: “La mélodie française va tout droit, sans convulsions
                                                                                                                     et sans frénésie, au rare, à l’exquis, à l’inattendu.” Franse
Claude Debussy (zittend op de grond) en vlnr: Mme Chausson, Ernest Chausson en Raymond Bonheur. Luzancy, ca. 1893.

                               6
liederen zijn rechttoe rechtaan, zonder stuiptrekkingen of    Ook op muzikaal vlak blijkt Fauré een bijzonder doordachte
uitbarstingen, maar wel gericht op het ongewone, het          strategie te hanteren. De negen liederen die hij compo-
onverwachte. Deze beschrijving lijkt haast gemaakt op         neerde vormen een hechte cyclus, waarbij muzikale
maat van dit lied van Ernest Chausson.                        motieven terugkomen in verschillende liederen, een
                                                              aanpak die tijdgenoten zoals Saint-Saëns met verstom-
                                                              ming deed kijken naar deze liedbundel. Daarnaast valt de
Voor Gabriel Fauré (1845-1924) waren de jaren 1890 een        grote spontaneïteit en expressiviteit op waarmee Fauré de
boeiende periode waarin hij een aantal van zijn ambities      woorden op muziek zet.
kon waarmaken. In mei en juni 1891 was hij in Venetië te
gast bij kunst- en muziekliefhebber Winnaretta Singer,         Dat Verlaine zelf altijd een zekere muzikaliteit nastreefde in
vrouw van Edmond de Polignac, waarna hij zijn reis             zijn poëzie verklaart wellicht waarom Fauré zo graag met
verderzette richting Firenze. In die periode componeerde       zijn teksten aan de slag ging. Hij schuwt daarbij de grote
hij ‘Cinq mélodies’ en meteen daarna ‘La bonne chanson’,       lyriek en dramatische gestes niet, maar weet ook vaak de
beide op teksten van Paul Verlaine. Ook op persoonlijk vlak    meest fragiele emoties te verklanken. In het derde lied - ‘La
lagen de kaarten gunstig. Hij voelde intense liefde voor       lune blanche’ - vertrekt hij vanuit de eerder ongebruikelijke
Emma Bardac (die later de tweede vrouw van Debussy zou         toonaard van fa kruis groot om via onverwachte akkoord-
worden). Zij is de zangeres aan wie hij ‘La bonne chanson’     veranderingen en wisselende maatsoorten een ultiem
opdroeg, al is het werk geschreven voor tenor en piano.        gevoel van rust en evenwicht te bereiken op de frase
                                                              ‘l’heure exquise’ op het einde. De eenvoud van die laatste
Hoewel de titel in het enkelvoud staat, is ‘La bonne           zin komt pas tot haar volle recht door de geladen en
chanson’ een verzameling van negen liederen op evenveel        spanningsvolle muziek die eraan voorafgaat. Geen franjes,
gedichten van Paul Verlaine (1844-1896). Verlaine publi-       rechttoe rechtaan, maar wel betoverend.
ceerde zijn bundel ‘La bonne chanson’ in het jaar van zijn
huwelijk met de zestienjarige Mathilde Mauté de Fleurville.
In de gedichten kijken we mee over de schouder van de
dichter en zien we hoe hij zijn liefde ervaarde, ook al zou
dat niet tot een gelukkig huwelijk leiden. Verlaine bleek
immers vooral verliefd te zijn op Arthur Rimbaud, de bron
van een gespannen situatie die in 1872 zelfs leidde tot een
passioneel drama; een mislukte aanslag door Verlaine op
Rimbaud in Brussel. Verlaine werd veroordeeld tot 18
maanden gevangenis en zag zo ook zijn huwelijks- en
liefdesleven in rook opgaan.

Ondanks het duistere beeld dat we van ‘poète maudit’ Paul
Verlaine hebben, blijkt uit deze gedichten dat hij wel
degelijk hoopte dat zijn huwelijk met Mathilde hem kon
redden van zijn alcoholisme, zijn homoseksualiteit en zijn
zwartgalligheid. Zo beschrijft hij haar vrolijke stem als
muziek die zijn zwartgalligheid verdrijft. Deze bundel
verbeeldt dan ook een moment van hoop in het anders zo
getroebleerde leven van de dichter.

Gabriel Fauré maakte een uitgekiende selectie uit de
gedichten van Verlaine en ontwikkelde zo een eigen
verhaallijn over een jong liefdeskoppel. Hij ordende enkele
van de gedichten of zelfs fragmenten tot een nieuw geheel.

8                                                             9
Ernest Chausson
La chanson perpétuelle, opus 37
       tekst: Charles Cros (1842-1888)

         Bois frissonnants, ciel étoilé,         Les bonheurs passés verseront
         Mon bien-aimé s’en est allé,            Leur douce lueur sur mon front;
        Emportant mon cœur désolé!               Et les joncs verts m’enlaceront.

    Vents, que vos plaintives rumeurs,            Et mon sein croira, frémissant
  Que vos chants, rossignols charmeurs,           Sous l’enlacement caressant,
      Aillent lui dire que je meurs!                Subir l’étreinte de l’absent.

         Le premier soir qu’il vint ici
          Mon âme fut à sa merci.
         De fierté je n’eus plus souci.

   Mes regards étaient pleins d’aveux.
    Il me prit dans ses bras nerveux
     Et me baisa près des cheveux.

       J’en eus un grand frémissement;
       Et puis, je ne sais plus comment
           Il est devenu mon amant.

        Je lui disais: “Tu m’aimeras
     Aussi longtemps que tu pourras!”
    Je ne dormais bien qu’en ses bras.

       Mais lui, sentant son cœur éteint,
          S’en est allé l’autre matin,
       Sans moi, dans un pays lointain.

         Puisque je n’ai plus mon ami,
        Je mourrai dans l’étang, parmi
        Les fleurs, sous le flot endormi.

          Sur le bord arrêtée, au vent
          Je dirai son nom, en rêvant
          Que là je l’attendis souvent.

      Et comme en un linceul doré,
    Dans mes cheveux défaits, au gré
       Du vent je m’abandonnerai.

  10                                        11
Gabriel Fauré (1845-1924)                                    3. La lune blanche  
         La bonne chanson, opus 61                                       La lune blanche
                                                                        Luit dans les bois;
              teksten: Paul Verlaine (1844-1896)                       De chaque branche
                                                                          Part une voix
                                                                         Sous la ramée...
              1. Une Sainte en son auréole
                                                                          Ô bien aimée.
                Une Sainte en son auréole,
                 Une Châtelaine en sa tour,                              L’étang reflète,
               Tout ce que contient la parole                            Profond miroir,
               Humaine de grâce et d’amour.                               La silhouette
                                                                          Du saule noir
                La note d’or que fait entendre                          Où le vent pleure...
              Le cor dans les lointains des bois,
                  Mariée à la fierté tendre                           Rêvons, c’est l’heure.
               Des nobles Dames d’autrefois;
                                                                       Un vaste et tendre
              Avec cela le charme insigne                                Apaisement
              D’un frais sourire triomphant                            Semble descendre
           Éclos dans les candeurs de cygne                              Du firmament
           Et des rougeurs de femme-enfant;                             Que l’astre irise...
          Des aspects nacrés, blancs et roses,                        C’est l’heure exquise.
               Un doux accord patricien:
          Je vois, j’entends toutes ces choses
              Dans son nom Carlovingien.
                                                            4. J’allais par les chemins perfides

                                                              J’allais par les chemins perfides,
                 2. Puisque l’aube grandit                       Douloureusement incertain.
                                                            Vos chères mains furent mes guides.
      Puisque l’aube grandit, puisque voici l’aurore,
 Puisque, après m’avoir fui longtemps, l’espoir veut bien           Si pâle à l’horizon lointain
      Revoler devers moi qui l’appelle et l’implore,             Luisait un faible espoir d’aurore;
     Puisque tout ce bonheur veut bien être le mien,                 Votre regard fut le matin.
Je veux, guidé par vous, beaux yeux aux flammes douces,       Nul bruit, sinon son pas sonore,
      Par toi conduit, ô main où tremblera ma main,              N’encourageait le voyageur.
 Marcher droit, que ce soit par des sentiers de mousses      Votre voix me dit: “Marche encore!”
     Ou que rocs et cailloux encombrent le chemin;
                                                            Mon coeur craintif, mon sombre coeur
     Et comme, pour bercer les lenteurs de la route,           Pleurait, seul, sur la triste voie;
         Je chanterai des airs ingénus, je me dis               L’amour, délicieux vainqueur,
     Qu’elle m’écoutera sans déplaisir sans doute;               Nous a réunis dans la joie.
        Et vraiment je ne veux pas d’autre Paradis.

         12                                                 13
5. J’ai presque peur, en vérité           6. Avant que tu ne t’en ailles  

        J’ai presque peur, en vérité           Avant que tu ne t’en ailles,
       Tant je sens ma vie enlacée                Pâle étoile du matin
           A la radieuse pensée                      -- Mille cailles
       Qui m’a pris l’âme l’autre été,      Chantent, chantent dans le thym. --

     Tant votre image, à jamais chère,           Tourne devers le poète
      Habite en ce coeur tout à vous,       Dont les yeux sont pleins d’amour;
       Ce coeur uniquement jaloux                      -- L’alouette
     De vous aimer et de vous plaire;         Monte au ciel avec le jour. --

    Et je tremble, pardonnez-moi                Tourne ton regard que noie
  D’aussi franchement vous le dire,               L’aurore dans son azur;
 À penser qu’un mot, qu’un sourire                      -- Quelle joie
   De vous est désormais ma loi,               Parmi les champs de blé mûr! --

  Et qu’il vous suffirait d’un geste,              Et fais luire ma pensée
  D’une parole ou d’un clin d’oeil,            Là-bas -- bien loin, oh, bien loin!
 Pour mettre tout mon être en deuil                       -- La rosée
      De son illusion céleste.                   Gaîment brille sur le foin. --

  Mais plutôt je ne veux vous voir,             Dans le doux rêve où s’agite
    L’avenir dût-il m’être sombre                Ma vie endormie encor...
 Et fécond en peines sans nombre,                       -- Vite, vite,
  Qu’à travers un immense espoir,                 Car voici le soleil d’or. --

 Plongé dans ce bonheur suprême
   De me dire encore et toujours,
    En dépit des mornes retours,         7. Donc, ce sera par un clair jour d’été  
  Que je vous aime, que je t’aime!
                                           Donc, ce sera par un clair jour d’été
                                           Le grand soleil, complice de ma joie,
                                               Fera, parmi le satin et la soie,
                                           Plus belle encor votre chère beauté;

                                         Le ciel tout bleu, comme une haute tente,
                                           Frissonnera somptueux à longs plis
                                            Sur nos deux fronts qu’auront pâlis
                                             L’émotion du bonheur et l’attente;

                                          Et quand le soir viendra, l’air sera doux
                                         Qui se jouera, caressant, dans vos voiles,
                                            Et les regards paisibles des étoiles
                                          Bienveillamment souriront aux époux.

14                                        15
8. N’est-ce pas?

 N’est-ce pas? nous irons gais et lents, dans la voie
  Modeste que nous montre en souriant l’Espoir,
Peu soucieux qu’on nous ignore ou qu’on nous voie.

   Isolés dans l’amour ainsi qu’en un bois noir,
Nos deux coeurs, exhalant leur tendresse paisible,
 Seront deux rossignols qui chantent dans le soir.

  Sans nous préoccuper de ce que nous destine
 Le Sort, nous marcherons pourtant du même pas,
   Et la main dans la main, avec l’âme enfantine.

 De ceux qui s’aiment sans mélange, n’est-ce pas?

                9. L’hiver a cessé  

         L’hiver a cessé: la lumière est tiède
         Et danse, du sol au firmament clair.
       Il faut que le coeur le plus triste cède
          À l’immense joie éparse dans l’air.

     J’ai depuis un an le printemps dans l’âme
           Et le vert retour du doux floréal,
     Ainsi qu’une flamme entoure une flamme,
            Met de l’idéal sur mon idéal.

   Le ciel bleu prolonge, exhausse et couronne
        L’immuable azur où rit mon amour
     La saison est belle et ma part est bonne
      Et tous mes espoirs ont enfin leur tour.

       Que vienne l’été! que viennent encore
       L’automne et l’hiver! Et chaque saison
       Me sera charmante, ô Toi que décore
           Cette fantaisie et cette raison!

      16                                                17
Jodie Devos                                    Lausanne, in ‘Dialogues des                Julien Libeer                               in 2013. Libeers eerste soloplaat
Jodie Devos behaalde haar masterdi-            Carmélites’ aan het Théâtre du             Op zesjarige leeftijd zat Julien Libeer    ‘Lignes Claires’ werd unaniem geloofd
ploma aan de Royal Academy of                  Capitole in Toulouse, in ‘Ariadne auf      voor het eerst achter een piano. Het        door de vakpers. Een volgende
Music of London in 2013. Ze stu-               Naxos’ in Montpellier, etc. Jodie Devos    instrument werd snel een loyale             opname met Lorenzo Gatto schopte
deerde er bij Lillian Watson en daar-          heeft een exclusief contract met          ‘compagnon de route’, een expressie-         het tot Diapason d’Or van het Jaar
voor ook bij Benoît Giaux en Elise             Outhere Music France. Op dit label         middel voor een jonge muzikant die          2016 en ook de cd ‘Réminiscences’
Gäbele in Namen. Amper een jaar na             verscheen haar debuut-cd ‘Offenbach        zijn inspiratie net zo goed haalt uit       met Camille Thomas werd door
haar afstuderen ontving ze de Tweede           Colorature’ die onder meer met een         opera en kamermuziek als uit symfo-         France Musique verkozen tot één van
Prijs en de Publieksprijs in de prestigi-      Diapason d’or werd bekroond. Zopas         nisch repertoire en grote solowerken.       de tien beste klassieke opnames van
euze Koningin Elisabethwedstrijd. Ze           verscheen haar nieuwe cd met               Na het beëindigen van zijn studies bij      2016. Als begenadigd communicator
is tevens laureate van de Bell’Arte            Engelse liederen getiteld ‘And love        Daniel Blumenthal (Brussel) en Jean         is Libeer gegeerd door de (inter)
Wedstrijd, de Nouveaux Talents de              said’.                                     Fassina (Parijs), vervoegde Julien          nationale media. In 2015 engageerde
l’Art lyrique en de Jacques Dôme Prijs.                                                   Libeer als ‘artist in residence’ de         tv-zender Canvas hem als gastheer
In haar jonge carrière zong Devos              jodiedevos.com                             Muziekkapel Koningin Elisabeth, waar        van het programma ‘Studio Flagey
reeds onder leiding van gerenom-                                                          hij zich tot 2014 vervolmaakte bij          Klassiek’. Julien Libeer is artistiek
meerde dirigenten als Leonardo                                                            Abdel Rahman El Bacha en Maria              directeur van het ‘Singing Molenbeek’
Garcia Alarcón, Christian Arming,                                                         João Pires. Julien Libeer was te gast in    project, waarbij hij koorrepetities leidt
Laurence Equilbey, Mikko Franck,                                                          het Paleis voor Schone Kunsten              met kinderen van verschillende
Emmanuelle Haïm, Philippe Jordan,                                                         (Brussel), het Théâtre de la Ville en de    Molenbeekse scholen. Het koor staat
Dmitri Jurowski, Louis Langrée, Marc                                                      Salle Cortot in Parijs, de Barbican Hall    symbool voor de overtuiging dat
Minkowski, François-Xavier Roth,                                                          in Londen, het Auditorio Nacional te        muziek een fundamenteel element is
Christophe Rousset, Guy van Waas en                                                       Madrid, het Palau de la Musica in           van het onderwijs en van het
ze zong rollen in operaproducties in                                                      Barcelona, de Münchner                      gemeenschapsleven.
een regie van David Bobée, Romeo                                                          Philharmonie, het Salzburgse
Castellucci, David Lescot, Denis                                                          Mozarteum en het Concertgebouw             julienlibeer.net
Podalydès, Emilio Sagi, Robert Wilson                                                     Amsterdam. Hij toerde uitgebreid
ea. In 2014 maakte ze deel uit van het                                                    doorheen Japan, Libanon en de VS en
vaste ensemble van de Opéra                                                               speelde in het gezelschap van onder
Comique Academy in Parijs. Meer                                                           meer het Brussels Philharmonic, het
recent maakte Devos haar debuut in                                                        Nationaal Orkest van België, Antwerp
de titelrol van ‘Lakmé’ in Tours, ze                                                      Symphony Orchestra (voorheen
zong de rol van Yniold in ‘Pelléas et                                                     deFilharmonie), Sinfonia Varsovia en
Mélisande’ aan de Opéra National de                                                       het New Japan Philharmonic. Als
Paris, de rol van Koningin van de                                                         veelgevraagd kamermuzikant werkt hij
Nacht in ‘Die Zauberflöte’ in Caen,                                                       regelmatig samen met Augustin
Dijon, Limoges en concertant aan de                                                       Dumay, Camille Thomas, Frank Braley,
Philharmonie in Parijs met Les Talens                                                     Maria João Pires en Lorenzo Gatto,
Lyriques olv. Christophe Rousset,                                                         met wie hij de integrale
maar ook in de Munt in Brussel en de                                                      Beethovensonates uitvoert. Hoewel
Opéra National de Paris. Verder zong                                                      Libeer zich bewust ver van het
ze rollen in ‘Lakmé’, ‘Rigoletto’, ‘La Fille                                              wedstrijdcircuit houdt, ontving hij de
du régiment’, ‘Hamlet’ en ‘Mignon’ aan                                                    voorbije jaren een indrukwekkende
de Opéra Royal de Wallonie, in ‘Les                                                       reeks ereprijzen: de Juventusprijs
Indes galantes’ en ‘Les Contes                                                            (meest veelbelovende jonge solist) in
d’Hoffmann’ aan de Opéra National de                                                      2008, Jonge Muzikant van het Jaar
Paris, in ‘Fantasio’ aan de Opéra                                                         (toegekend door de Belgische muziek-
Comique, in ‘Le Domino Noir’ in                                                           pers) in 2010 en de Klara Publieksprijs

                       18                                                                                      19
Quatuor Alfama                           Deze fijne, ludieke voorstelling richt
Pieter Jansen, Caroline Denys viool      zich tot groot en klein en is de ideale
Morgan Huet altviool                     gelegenheid om met het strijkkwartet
Renaat Ackaert cello                     kennis te maken. ‘Le rêve d’Ariane’
                                         werd ca. 250 keer opgevoerd. In 2015
Het Alfama Kwartet werd vijftien jaar    ging de Nederlandstalige versie in
geleden in Brussel opgericht en is een   première in deSingel. De tweede
van de toonaangevende ensembles          kindervoorstelling ‘Pomme-Henriette’
van vandaag. Het zet zijn muzikaal       werd in 2015 gecreëerd in de
parcours verder met repertoire           Philharmonie van Luxemburg en
gaande van klassiek tot hedendaags.      hernomen in onder andere de
Het kwartet volgde masterclasses bij     Philharmonie van Parijs en de Opera
Walter Levin van het LaSalle Quartet,    van Bordeaux. De Nederlandstalige
Rainer Schmidt van het Hagen             versie ging in première in deSingel in
Quartett, Heime Müller en Natalia        2017. Ook de Nederlandstalige versie
Prischepenko van het Artemis             van ‘Fanny et Felix’, een familievoor-
Quartett, Eberhard Feltz en de leden     stelling over het gezin Mendelssohn,
van het Quatuor Danel. Hun opnames       beleefde zijn première in deSingel.
werden zeer lovend onthaald door de      Het Alfama Kwartet geniet de gewaar-
gespecialiseerde Belgische en            deerde steun van de Fédération
internationale pers. In de lente van     Wallonie-Bruxelles.
2019 verscheen hun recentste cd,
gewijd aan Schubert met ‘Der Tod         quatuoralfama.com
und das Mädchen’ en een liedcyclus
van Fafchamps, bij het label Cyprès,
met de medewerking van mezzosop-
raan Albane Carrère. Het Alfama
Kwartet treedt op in grote concert-
zalen en op diverse festivalpodia:
Bozar, Philharmonie Luxembourg,
Festival d’Ambronay, Cité de La
Musique, Flagey, Musée d’Orsay,
Festival de Stavelot, Opéra de
Bordeaux, Opéra de Dijon, Festival
d’Alcobaça, Espinho in Portugal,
Chapelle Corneille in Rouen…Naast
de concerten in kwartetvorm werkt
het Alfama Kwartet regelmatig samen
met partners als de cellistes Camille
Thomas en Marie Hallynck, de
pianisten Julien Libeer, Guillaume
Coppola en Nathanaël Gouin, de
sopraan Jodie Devos, de mezzo-
sopraan Albane Carrère en de accor-
deoniste Anne Niepold. Samen met
Ariane Rousseau schreef het Alfama
Kwartet in 2011 ‘Le rêve d’ Ariane’.

                    20                                                             21
Volgende week
in deSingel OnLive

Bertrand Chamayou piano
werken van
Maurice Ravel en Franz Liszt

do 13 mei 2021 / 20 uur / streaming vanuit de Blauwe zaal
deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Overheid   mediasponsors
Vous pouvez aussi lire