QUATUOR ALFAMA JODIE DEVOS SOPRAAN JULIEN LIBEER PIANO - ONLIVE
←
→
Transcription du contenu de la page
Si votre navigateur ne rend pas la page correctement, lisez s'il vous plaît le contenu de la page ci-dessous
OnLive Jodie Devos sopraan Julien Libeer piano Quatuor Alfama do 6 mei 2021 / 20 uur / streaming vanuit de Blauwe zaal
teksten programmaboekje Klaas Coulembier coördinatie programmaboekje deSingel D/2021/5.497/012 Jodie Devos sopraan Julien Libeer piano Quatuor Alfama Pieter Jansen, Caroline Denys viool Morgan Huet altviool Renaat Ackaert cello Ernest Chausson (1855-1899) La chanson perpétuelle, opus 37 (Charles Cros) voor sopraan, strijkkwartet en piano Gabriel Fauré (1845-1924) La bonne chanson, opus 61 (Paul Verlaine) voor sopraan, strijkkwartet en piano Concertvleugels Met bijzondere dank aan Ortwin Moreau voor het stemmen en het onderhoud van de concertvleugels van deSingel Moreau Pianoservice / Kapucinessenstraat 32 / 2000 Antwerpen / +32 (0)486 83 63 98 moreau-pianoservice.be
Franse liedkunst: rechttoe, rechtaan, meeslepend Drie regels. Meer heeft Charles Cros niet nodig om de sfeer te scheppen in zijn gedicht ‘Nocturne’ uit de late jaren 1870. Tussen de ruisende bomen en onder een sterverlichte hemel jammert het hoofdpersonage dat haar geliefde ervandoor is. In de volgende strofen beschrijft ze hoe ze dit gemis nooit te boven zal komen en geen andere uitweg ziet dan zich te verdrinken in een meer. Haar ultieme hoop is dat haar laatste ademtocht met de zomer- wind meegevoerd wordt tot aan de lippen van haar geliefde. Charles Cros was een bijzonder figuur. Hij was uitvinder en dichter, en ondanks zijn korte leven (1842-1888) zijn heel wat van zijn gedichten bewaard en uitgegeven. De Franse componist Ernest Chausson (1855-1899) vond tien jaar na het overlijden van Cros inspiratie in zijn schrijfsels voor dit ‘Chanson perpétuelle’. Oorspronkelijk maakte hij deze compositie voor sopraan en orkest, maar naast de gebrui- kelijke pianoreductie maakte hij ook nog een bewerking met piano en strijkkwartet. In deze laatste versie blijft het orkestrale gehalte toch nog wat behouden terwijl de setting erg intiem blijft. Dat sluit aan bij de persoonlijke en toch wel passionele tekst. Qua muzikale stijl horen we duidelijk de invloed van Gabriel Fauré en vooral Claude Debussy in het gebruik van kleurrijke akkoorden en onverwachte harmonische wendingen. Ernest Chausson volgt de tekst nauwgezet op het vlak van metrum en prosodie. Eigen aan het Frans is een vrij declamatorische zangstijl, zonder al te grote melodische sprongen en met een vrij starre ritmiek. Op de sleutelmo- menten van het gedicht ruilt Chausson die vertellende toon echter in voor een dramatiek en lyriek die de hartstocht en de diepe emoties van het hoofdpersonage verklankt. Precies dat contrast tussen de neutrale beschrijvende passages en de diepromantische uithalen maken van dit lied een verhaal waarin je als luisteraar van begin tot einde wordt meegezogen. Wanneer filosoof en musicoloog Vladimir Jankélévitch het over de Franse liedkunst heeft, dan beschrijft hij die als volgt: “La mélodie française va tout droit, sans convulsions et sans frénésie, au rare, à l’exquis, à l’inattendu.” Franse Claude Debussy (zittend op de grond) en vlnr: Mme Chausson, Ernest Chausson en Raymond Bonheur. Luzancy, ca. 1893. 6
liederen zijn rechttoe rechtaan, zonder stuiptrekkingen of Ook op muzikaal vlak blijkt Fauré een bijzonder doordachte uitbarstingen, maar wel gericht op het ongewone, het strategie te hanteren. De negen liederen die hij compo- onverwachte. Deze beschrijving lijkt haast gemaakt op neerde vormen een hechte cyclus, waarbij muzikale maat van dit lied van Ernest Chausson. motieven terugkomen in verschillende liederen, een aanpak die tijdgenoten zoals Saint-Saëns met verstom- ming deed kijken naar deze liedbundel. Daarnaast valt de Voor Gabriel Fauré (1845-1924) waren de jaren 1890 een grote spontaneïteit en expressiviteit op waarmee Fauré de boeiende periode waarin hij een aantal van zijn ambities woorden op muziek zet. kon waarmaken. In mei en juni 1891 was hij in Venetië te gast bij kunst- en muziekliefhebber Winnaretta Singer, Dat Verlaine zelf altijd een zekere muzikaliteit nastreefde in vrouw van Edmond de Polignac, waarna hij zijn reis zijn poëzie verklaart wellicht waarom Fauré zo graag met verderzette richting Firenze. In die periode componeerde zijn teksten aan de slag ging. Hij schuwt daarbij de grote hij ‘Cinq mélodies’ en meteen daarna ‘La bonne chanson’, lyriek en dramatische gestes niet, maar weet ook vaak de beide op teksten van Paul Verlaine. Ook op persoonlijk vlak meest fragiele emoties te verklanken. In het derde lied - ‘La lagen de kaarten gunstig. Hij voelde intense liefde voor lune blanche’ - vertrekt hij vanuit de eerder ongebruikelijke Emma Bardac (die later de tweede vrouw van Debussy zou toonaard van fa kruis groot om via onverwachte akkoord- worden). Zij is de zangeres aan wie hij ‘La bonne chanson’ veranderingen en wisselende maatsoorten een ultiem opdroeg, al is het werk geschreven voor tenor en piano. gevoel van rust en evenwicht te bereiken op de frase ‘l’heure exquise’ op het einde. De eenvoud van die laatste Hoewel de titel in het enkelvoud staat, is ‘La bonne zin komt pas tot haar volle recht door de geladen en chanson’ een verzameling van negen liederen op evenveel spanningsvolle muziek die eraan voorafgaat. Geen franjes, gedichten van Paul Verlaine (1844-1896). Verlaine publi- rechttoe rechtaan, maar wel betoverend. ceerde zijn bundel ‘La bonne chanson’ in het jaar van zijn huwelijk met de zestienjarige Mathilde Mauté de Fleurville. In de gedichten kijken we mee over de schouder van de dichter en zien we hoe hij zijn liefde ervaarde, ook al zou dat niet tot een gelukkig huwelijk leiden. Verlaine bleek immers vooral verliefd te zijn op Arthur Rimbaud, de bron van een gespannen situatie die in 1872 zelfs leidde tot een passioneel drama; een mislukte aanslag door Verlaine op Rimbaud in Brussel. Verlaine werd veroordeeld tot 18 maanden gevangenis en zag zo ook zijn huwelijks- en liefdesleven in rook opgaan. Ondanks het duistere beeld dat we van ‘poète maudit’ Paul Verlaine hebben, blijkt uit deze gedichten dat hij wel degelijk hoopte dat zijn huwelijk met Mathilde hem kon redden van zijn alcoholisme, zijn homoseksualiteit en zijn zwartgalligheid. Zo beschrijft hij haar vrolijke stem als muziek die zijn zwartgalligheid verdrijft. Deze bundel verbeeldt dan ook een moment van hoop in het anders zo getroebleerde leven van de dichter. Gabriel Fauré maakte een uitgekiende selectie uit de gedichten van Verlaine en ontwikkelde zo een eigen verhaallijn over een jong liefdeskoppel. Hij ordende enkele van de gedichten of zelfs fragmenten tot een nieuw geheel. 8 9
Ernest Chausson La chanson perpétuelle, opus 37 tekst: Charles Cros (1842-1888) Bois frissonnants, ciel étoilé, Les bonheurs passés verseront Mon bien-aimé s’en est allé, Leur douce lueur sur mon front; Emportant mon cœur désolé! Et les joncs verts m’enlaceront. Vents, que vos plaintives rumeurs, Et mon sein croira, frémissant Que vos chants, rossignols charmeurs, Sous l’enlacement caressant, Aillent lui dire que je meurs! Subir l’étreinte de l’absent. Le premier soir qu’il vint ici Mon âme fut à sa merci. De fierté je n’eus plus souci. Mes regards étaient pleins d’aveux. Il me prit dans ses bras nerveux Et me baisa près des cheveux. J’en eus un grand frémissement; Et puis, je ne sais plus comment Il est devenu mon amant. Je lui disais: “Tu m’aimeras Aussi longtemps que tu pourras!” Je ne dormais bien qu’en ses bras. Mais lui, sentant son cœur éteint, S’en est allé l’autre matin, Sans moi, dans un pays lointain. Puisque je n’ai plus mon ami, Je mourrai dans l’étang, parmi Les fleurs, sous le flot endormi. Sur le bord arrêtée, au vent Je dirai son nom, en rêvant Que là je l’attendis souvent. Et comme en un linceul doré, Dans mes cheveux défaits, au gré Du vent je m’abandonnerai. 10 11
Gabriel Fauré (1845-1924) 3. La lune blanche La bonne chanson, opus 61 La lune blanche Luit dans les bois; teksten: Paul Verlaine (1844-1896) De chaque branche Part une voix Sous la ramée... 1. Une Sainte en son auréole Ô bien aimée. Une Sainte en son auréole, Une Châtelaine en sa tour, L’étang reflète, Tout ce que contient la parole Profond miroir, Humaine de grâce et d’amour. La silhouette Du saule noir La note d’or que fait entendre Où le vent pleure... Le cor dans les lointains des bois, Mariée à la fierté tendre Rêvons, c’est l’heure. Des nobles Dames d’autrefois; Un vaste et tendre Avec cela le charme insigne Apaisement D’un frais sourire triomphant Semble descendre Éclos dans les candeurs de cygne Du firmament Et des rougeurs de femme-enfant; Que l’astre irise... Des aspects nacrés, blancs et roses, C’est l’heure exquise. Un doux accord patricien: Je vois, j’entends toutes ces choses Dans son nom Carlovingien. 4. J’allais par les chemins perfides J’allais par les chemins perfides, 2. Puisque l’aube grandit Douloureusement incertain. Vos chères mains furent mes guides. Puisque l’aube grandit, puisque voici l’aurore, Puisque, après m’avoir fui longtemps, l’espoir veut bien Si pâle à l’horizon lointain Revoler devers moi qui l’appelle et l’implore, Luisait un faible espoir d’aurore; Puisque tout ce bonheur veut bien être le mien, Votre regard fut le matin. Je veux, guidé par vous, beaux yeux aux flammes douces, Nul bruit, sinon son pas sonore, Par toi conduit, ô main où tremblera ma main, N’encourageait le voyageur. Marcher droit, que ce soit par des sentiers de mousses Votre voix me dit: “Marche encore!” Ou que rocs et cailloux encombrent le chemin; Mon coeur craintif, mon sombre coeur Et comme, pour bercer les lenteurs de la route, Pleurait, seul, sur la triste voie; Je chanterai des airs ingénus, je me dis L’amour, délicieux vainqueur, Qu’elle m’écoutera sans déplaisir sans doute; Nous a réunis dans la joie. Et vraiment je ne veux pas d’autre Paradis. 12 13
5. J’ai presque peur, en vérité 6. Avant que tu ne t’en ailles J’ai presque peur, en vérité Avant que tu ne t’en ailles, Tant je sens ma vie enlacée Pâle étoile du matin A la radieuse pensée -- Mille cailles Qui m’a pris l’âme l’autre été, Chantent, chantent dans le thym. -- Tant votre image, à jamais chère, Tourne devers le poète Habite en ce coeur tout à vous, Dont les yeux sont pleins d’amour; Ce coeur uniquement jaloux -- L’alouette De vous aimer et de vous plaire; Monte au ciel avec le jour. -- Et je tremble, pardonnez-moi Tourne ton regard que noie D’aussi franchement vous le dire, L’aurore dans son azur; À penser qu’un mot, qu’un sourire -- Quelle joie De vous est désormais ma loi, Parmi les champs de blé mûr! -- Et qu’il vous suffirait d’un geste, Et fais luire ma pensée D’une parole ou d’un clin d’oeil, Là-bas -- bien loin, oh, bien loin! Pour mettre tout mon être en deuil -- La rosée De son illusion céleste. Gaîment brille sur le foin. -- Mais plutôt je ne veux vous voir, Dans le doux rêve où s’agite L’avenir dût-il m’être sombre Ma vie endormie encor... Et fécond en peines sans nombre, -- Vite, vite, Qu’à travers un immense espoir, Car voici le soleil d’or. -- Plongé dans ce bonheur suprême De me dire encore et toujours, En dépit des mornes retours, 7. Donc, ce sera par un clair jour d’été Que je vous aime, que je t’aime! Donc, ce sera par un clair jour d’été Le grand soleil, complice de ma joie, Fera, parmi le satin et la soie, Plus belle encor votre chère beauté; Le ciel tout bleu, comme une haute tente, Frissonnera somptueux à longs plis Sur nos deux fronts qu’auront pâlis L’émotion du bonheur et l’attente; Et quand le soir viendra, l’air sera doux Qui se jouera, caressant, dans vos voiles, Et les regards paisibles des étoiles Bienveillamment souriront aux époux. 14 15
8. N’est-ce pas? N’est-ce pas? nous irons gais et lents, dans la voie Modeste que nous montre en souriant l’Espoir, Peu soucieux qu’on nous ignore ou qu’on nous voie. Isolés dans l’amour ainsi qu’en un bois noir, Nos deux coeurs, exhalant leur tendresse paisible, Seront deux rossignols qui chantent dans le soir. Sans nous préoccuper de ce que nous destine Le Sort, nous marcherons pourtant du même pas, Et la main dans la main, avec l’âme enfantine. De ceux qui s’aiment sans mélange, n’est-ce pas? 9. L’hiver a cessé L’hiver a cessé: la lumière est tiède Et danse, du sol au firmament clair. Il faut que le coeur le plus triste cède À l’immense joie éparse dans l’air. J’ai depuis un an le printemps dans l’âme Et le vert retour du doux floréal, Ainsi qu’une flamme entoure une flamme, Met de l’idéal sur mon idéal. Le ciel bleu prolonge, exhausse et couronne L’immuable azur où rit mon amour La saison est belle et ma part est bonne Et tous mes espoirs ont enfin leur tour. Que vienne l’été! que viennent encore L’automne et l’hiver! Et chaque saison Me sera charmante, ô Toi que décore Cette fantaisie et cette raison! 16 17
Jodie Devos Lausanne, in ‘Dialogues des Julien Libeer in 2013. Libeers eerste soloplaat Jodie Devos behaalde haar masterdi- Carmélites’ aan het Théâtre du Op zesjarige leeftijd zat Julien Libeer ‘Lignes Claires’ werd unaniem geloofd ploma aan de Royal Academy of Capitole in Toulouse, in ‘Ariadne auf voor het eerst achter een piano. Het door de vakpers. Een volgende Music of London in 2013. Ze stu- Naxos’ in Montpellier, etc. Jodie Devos instrument werd snel een loyale opname met Lorenzo Gatto schopte deerde er bij Lillian Watson en daar- heeft een exclusief contract met ‘compagnon de route’, een expressie- het tot Diapason d’Or van het Jaar voor ook bij Benoît Giaux en Elise Outhere Music France. Op dit label middel voor een jonge muzikant die 2016 en ook de cd ‘Réminiscences’ Gäbele in Namen. Amper een jaar na verscheen haar debuut-cd ‘Offenbach zijn inspiratie net zo goed haalt uit met Camille Thomas werd door haar afstuderen ontving ze de Tweede Colorature’ die onder meer met een opera en kamermuziek als uit symfo- France Musique verkozen tot één van Prijs en de Publieksprijs in de prestigi- Diapason d’or werd bekroond. Zopas nisch repertoire en grote solowerken. de tien beste klassieke opnames van euze Koningin Elisabethwedstrijd. Ze verscheen haar nieuwe cd met Na het beëindigen van zijn studies bij 2016. Als begenadigd communicator is tevens laureate van de Bell’Arte Engelse liederen getiteld ‘And love Daniel Blumenthal (Brussel) en Jean is Libeer gegeerd door de (inter) Wedstrijd, de Nouveaux Talents de said’. Fassina (Parijs), vervoegde Julien nationale media. In 2015 engageerde l’Art lyrique en de Jacques Dôme Prijs. Libeer als ‘artist in residence’ de tv-zender Canvas hem als gastheer In haar jonge carrière zong Devos jodiedevos.com Muziekkapel Koningin Elisabeth, waar van het programma ‘Studio Flagey reeds onder leiding van gerenom- hij zich tot 2014 vervolmaakte bij Klassiek’. Julien Libeer is artistiek meerde dirigenten als Leonardo Abdel Rahman El Bacha en Maria directeur van het ‘Singing Molenbeek’ Garcia Alarcón, Christian Arming, João Pires. Julien Libeer was te gast in project, waarbij hij koorrepetities leidt Laurence Equilbey, Mikko Franck, het Paleis voor Schone Kunsten met kinderen van verschillende Emmanuelle Haïm, Philippe Jordan, (Brussel), het Théâtre de la Ville en de Molenbeekse scholen. Het koor staat Dmitri Jurowski, Louis Langrée, Marc Salle Cortot in Parijs, de Barbican Hall symbool voor de overtuiging dat Minkowski, François-Xavier Roth, in Londen, het Auditorio Nacional te muziek een fundamenteel element is Christophe Rousset, Guy van Waas en Madrid, het Palau de la Musica in van het onderwijs en van het ze zong rollen in operaproducties in Barcelona, de Münchner gemeenschapsleven. een regie van David Bobée, Romeo Philharmonie, het Salzburgse Castellucci, David Lescot, Denis Mozarteum en het Concertgebouw julienlibeer.net Podalydès, Emilio Sagi, Robert Wilson Amsterdam. Hij toerde uitgebreid ea. In 2014 maakte ze deel uit van het doorheen Japan, Libanon en de VS en vaste ensemble van de Opéra speelde in het gezelschap van onder Comique Academy in Parijs. Meer meer het Brussels Philharmonic, het recent maakte Devos haar debuut in Nationaal Orkest van België, Antwerp de titelrol van ‘Lakmé’ in Tours, ze Symphony Orchestra (voorheen zong de rol van Yniold in ‘Pelléas et deFilharmonie), Sinfonia Varsovia en Mélisande’ aan de Opéra National de het New Japan Philharmonic. Als Paris, de rol van Koningin van de veelgevraagd kamermuzikant werkt hij Nacht in ‘Die Zauberflöte’ in Caen, regelmatig samen met Augustin Dijon, Limoges en concertant aan de Dumay, Camille Thomas, Frank Braley, Philharmonie in Parijs met Les Talens Maria João Pires en Lorenzo Gatto, Lyriques olv. Christophe Rousset, met wie hij de integrale maar ook in de Munt in Brussel en de Beethovensonates uitvoert. Hoewel Opéra National de Paris. Verder zong Libeer zich bewust ver van het ze rollen in ‘Lakmé’, ‘Rigoletto’, ‘La Fille wedstrijdcircuit houdt, ontving hij de du régiment’, ‘Hamlet’ en ‘Mignon’ aan voorbije jaren een indrukwekkende de Opéra Royal de Wallonie, in ‘Les reeks ereprijzen: de Juventusprijs Indes galantes’ en ‘Les Contes (meest veelbelovende jonge solist) in d’Hoffmann’ aan de Opéra National de 2008, Jonge Muzikant van het Jaar Paris, in ‘Fantasio’ aan de Opéra (toegekend door de Belgische muziek- Comique, in ‘Le Domino Noir’ in pers) in 2010 en de Klara Publieksprijs 18 19
Quatuor Alfama Deze fijne, ludieke voorstelling richt Pieter Jansen, Caroline Denys viool zich tot groot en klein en is de ideale Morgan Huet altviool gelegenheid om met het strijkkwartet Renaat Ackaert cello kennis te maken. ‘Le rêve d’Ariane’ werd ca. 250 keer opgevoerd. In 2015 Het Alfama Kwartet werd vijftien jaar ging de Nederlandstalige versie in geleden in Brussel opgericht en is een première in deSingel. De tweede van de toonaangevende ensembles kindervoorstelling ‘Pomme-Henriette’ van vandaag. Het zet zijn muzikaal werd in 2015 gecreëerd in de parcours verder met repertoire Philharmonie van Luxemburg en gaande van klassiek tot hedendaags. hernomen in onder andere de Het kwartet volgde masterclasses bij Philharmonie van Parijs en de Opera Walter Levin van het LaSalle Quartet, van Bordeaux. De Nederlandstalige Rainer Schmidt van het Hagen versie ging in première in deSingel in Quartett, Heime Müller en Natalia 2017. Ook de Nederlandstalige versie Prischepenko van het Artemis van ‘Fanny et Felix’, een familievoor- Quartett, Eberhard Feltz en de leden stelling over het gezin Mendelssohn, van het Quatuor Danel. Hun opnames beleefde zijn première in deSingel. werden zeer lovend onthaald door de Het Alfama Kwartet geniet de gewaar- gespecialiseerde Belgische en deerde steun van de Fédération internationale pers. In de lente van Wallonie-Bruxelles. 2019 verscheen hun recentste cd, gewijd aan Schubert met ‘Der Tod quatuoralfama.com und das Mädchen’ en een liedcyclus van Fafchamps, bij het label Cyprès, met de medewerking van mezzosop- raan Albane Carrère. Het Alfama Kwartet treedt op in grote concert- zalen en op diverse festivalpodia: Bozar, Philharmonie Luxembourg, Festival d’Ambronay, Cité de La Musique, Flagey, Musée d’Orsay, Festival de Stavelot, Opéra de Bordeaux, Opéra de Dijon, Festival d’Alcobaça, Espinho in Portugal, Chapelle Corneille in Rouen…Naast de concerten in kwartetvorm werkt het Alfama Kwartet regelmatig samen met partners als de cellistes Camille Thomas en Marie Hallynck, de pianisten Julien Libeer, Guillaume Coppola en Nathanaël Gouin, de sopraan Jodie Devos, de mezzo- sopraan Albane Carrère en de accor- deoniste Anne Niepold. Samen met Ariane Rousseau schreef het Alfama Kwartet in 2011 ‘Le rêve d’ Ariane’. 20 21
Volgende week in deSingel OnLive Bertrand Chamayou piano werken van Maurice Ravel en Franz Liszt do 13 mei 2021 / 20 uur / streaming vanuit de Blauwe zaal
deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Overheid mediasponsors
Vous pouvez aussi lire