Marcel Dupré Le Chemin de la Croix Erik Heijerman, declamatie Jan Hage, orgel - Concertprogramma - Domkerk
←
→
Transcription du contenu de la page
Si votre navigateur ne rend pas la page correctement, lisez s'il vous plaît le contenu de la page ci-dessous
Concertprogramma Zaterdagmiddagmuziek Marcel Dupré Le Chemin de la Croix Erik Heijerman, declamatie Jan Hage, orgel Zaterdag 27 maart 2021, 15.30 uur 1
De concerten blijven mogelijk als luisteraars gemiddeld 10 euro per persoon bijdragen. Geef uw gift door middel van een overboeking op NL96 RABO 0187 4857 47 t.n.v. Stichting Zaterdagmiddagmuziek Domkerk o.v.v. datum concert N.B. De Stichting Zaterdagmiddagmuziek is erkend als culturele ANBI (Algemeen Nut Beogende Instelling), waardoor uw donatie 125% aftrekbaar is bij de belastingdienst. Word donateur! U kunt ons blijvend steunen door donateur te worden van de Stichting Zaterdagmiddagmuziek Domkerk. Hier helpt u ons enorm mee en u krijgt er een paar leuke extra’s voor terug. Elders in dit programma vindt u een aanmeldingsfomulier, of kijk op onze website www.zaterdagmiddagmuziek.nl 2
Concertprogramma Marcel Dupré Le Chemin de la Croix (1886-1971) Première Station: Jésus condamné à mort Deuxième Station: Jésus chargé de la croix Troisième Station: Jésus tombe une première fois Quatrième Station: Jésus rencontre Marie Cinquième Station: Simon de Cyrène aide Jésus Sixième Station: La Sainte Véronique Septième Station: Jésus tombe encore Huitième Station: Les femmes de Jérusalem Neuvième Station: Jésus tombe une troisième fois Onzième Station: Jésus attaché à la croix Douzième Station: Jésus meurt sur la croix Treizième Station: Jésus détaché de la croix Quatorzième Station: Jésus mis au tombeau Heeft u een opmerking, tip of vraag? Laat het ons weten via de mail: zaterdagmiddagmuziek@domkerk.nl 3
Marcel Dupré (1886-1971) Marcel Dupré was een van de belangrijkste figuren in de orgelwereld van de twintigste eeuw. Deze Franse orgelvirtuoos maakte een unieke internationale carrière en was een invloedrijk promotor van de orgelkunst. In 1926 wordt hij orgeldocent aan het Parijse conservatorium en daarmee de invloedrijkste pedagoog van een hele generatie organisten in Frankrijk. In 1934 volgt hij Widor op als titularis van het legendarische orgel van de Saint-Sulpice. Zijn compositorische werk, grotendeels bestemd voor het orgel en geschreven in een persoonlijke stijl, heeft een vaste plaats in het orgelrepertoire verworven. Zijn werk ‘Le Chemin de la Croix’ (De kruisweg) heeft zijn oorsprong in een improvisatie die Dupré gaf op 13 februari 1931 in Brussel op teksten van Paul Claudel. Het succes daarvan bracht hem ertoe de belangrijkste elemen- ten die hij zich later daarvan kon herinneren te gebruiken voor een composi- tie. Op 18 maart 1932 voerde hij dit werk voor het eerst uit in de Trocadéro te Parijs. Om een innerlijke samenhang te verkrijgen tussen de veertien delen, voor elke kruiswegstatie éen, werkt Dupré met leitmotive. Bij elke statie horen melodische en klankschilderende motieven die een handeling of situatie dan wel een algemene stemming weergeven. De intervalssymboliek van de thema's is bewust verbonden met traditionele voorbeelden. Zo verwijzen de dubbele kwartsprong in het kruismotief (statie 2 en 5) of de voor verlossing staande stijgende drieklank (statie 3 en 6) naar de klanksymboliek van Johann Sebastian Bach. Jezus wordt vertegenwoordigd door de dalende kleine terts (in statie 1 als het Ecce homo van Pilatus, in statie 5,7,9 en 12, in de omkering in statie 4 en 14), de last door de dalende grote secunde in twee achtste noten, waarvan ook de thema's van het moeizame marcheren en de vallende Jezus zijn afgeleid (statie 3, 7 en 9). Andere thema's zijn die van het lijden (achtstentriool in dalende secundes, bijvoorbeeld in statie 3) en het medelijden (dalende kleine secundes, bijvoorbeeld in statie 4 en 13). De moeder van Jezus wordt door een dalende drieklank (statie 4 en 13), de troost van Jezus door een stijgende drieklank (statie 8 en 12) gesymboli- seerd. De kruisiging (statie 11) en de aardbeving bij Jezus' dood (statie 12) worden met de middelen die het moderne symfonische orgel ter beschik- king staan weergegeven. Hoewel de gedichten van Paul Claudel geen directe invloed hebben op het muzikale concept doch alleen als inspiratie- bron gezien moeten worden, leidt een uitvoering met combinatie van poëzie en muziek tot een wederzijdse verrijking. 4
Paul Claudel (1868-1955) Paul Claudel was dichter, dramaturg en lid van de Académie française. Hij kwam uit een artistiek milieu; de beeldhouwster Camille Claudel was zijn jongere zus. Nadat hij het katholieke geloof enige jaren verloren had, kwam hij tot een plotselinge bekering tijdens het bijwonen van de kerstnachtmis in de Notre-Dame te Parijs in 1886. Als diplomaat brengt hij de jaren tussen 1893 tot 1933 vrijwel voortdurend in het buitenland door als consul te Praag, Frankfurt, Hamburg, ambassadeur in Tokyo en van 1933 tot 1955 in Brussel. In zijn jeugd werd Claudel sterk beïnvloed door de poëzie van Arthur Rimbaud en de Symbolisten. Evenals zij was hij gekant tegen de moderne wetenschappelijke materialistische kijk op het leven. In tegen- stelling tot de meesten van hen was de omarming van het rooms- katholicisme zijn antwoord daarop. Alles wat hij schreef is een gepassioneerde verwerping van een mechanistisch wereldbeeld waarin toeval heerst. In plaats daarvan procla-meert hij de diepe spirituele betekenis van het leven gebaseerd op Gods alom aanwezige genade en liefde. Claudel schreef in een unieke versstijl. Hij verwierp het traditionele metrum in ruil voor lange, weelderige zinnen zonder rijm, de zogenaamde verset claudelien. beïnvloed door de Latijnse psalmen in de Vulgaat. Zijn literaire concepten, in nauwe samenhang met zijn religieuze ideeën brengen hem ertoe de dichter te zien als iemand die de fundamentele eenheid van de wereld van de dingen en die van de geest vertaalt, waardoor de tegenstelling object-subject opgeheven wordt. 5
Le chemin de la croix Tekst: Paul Claudel Vertaling: Werkgroep Zaterdagmiddagmuziek Première Station Eerste statie Jésus condamné à mort Jezus wordt ter dood veroordeeld C’est fini. Nous avons jugé Dieu et Het is gedaan. We hebben God nous l’avons condamné à mort. berecht en we hebben Hem ter dood veroordeeld. Nous ne voulons plus de Jésus-Christ We willen geen Jezus Christus meer, avec nous, car il nous gêne. want Hij hindert ons. Nous n’avons plus d’autre roi que We hebben geen andere koning dan César ! d’autre loi que le sang et l’or. Caesar! Geen andere wet dan het Crucifiez-le, si vous le voulez, mais bloed en het goud. débarrassez-nous de lui ! qu’on Kruisig Hem, zo u wilt, maar verlos l’emmène ! ons van Hem! Voer Hem weg! Tolle ! tolle ! Tant pis ! puisqu’il le Tolle, Tolle! Jammer, maar het kan faut, qu’on l’immole et qu’on nous niet anders! Omdat het moet, slacht donne Barabbas ! Hem en geef ons Barabbas! Pilate siège au lieu qui est appelé Pilatus zetelt op een plaats genaamd Gabbatha. Gabbatha. ‘N’as-tu rien à dire ?’ dit Pilate. Et ‘Heb je niets te zeggen?’, vraagt Jésus ne répond pas. Pilatus. En Jezus antwoordt niet. ‘Je ne trouve aucun mal en cet ‘Ik vind geen kwaad in die man’, zegt homme’, dit Pilate, ‘mais bah !’ Pilatus, ‘maar vooruit, omdat jullie Qu’il meure, puisque vous y tenez ! Je het persé willen, laat Hem sterven. Ik vous le donne, Ecce homo’ geef Hem jullie, Ecce homo. Le voici, la couronne en tête et la Daar staat Hij, de kroon op het hoofd pourpre sur le dos. en het purperkleed aan. Une dernière fois vers nous ces yeux Een laatste maal naar ons gekeerd, pleins de larmes et de sang ! de ogen vol tranen en bloed! Qu’y pouvons-nous ? pas moyen de le Wat kunnen wij eraan doen? Wij kun- garder avec nous plus longtemps. nen Hem niet langer bij ons houden. Comme il était un scandale pour les Hij was een schandaal voor de Joden, Juifs, il est parmi nous un non-sens. een absurditeit in ons midden. La sentence d’ailleurs est rendue, Het oordeel is trouwens geveld, niets rien n’y manque, en langages ontbreekt eraan, in het Hebreeuws, hébraïques, grec et latin. Grieks en Latijn. Et l’on voit la foule qui crie et le juge En men ziet de schreeuwende menig- qui se lave les mains. te en de rechter die zijn handen wast. 6
Deuxième Station Tweede statie Jésus chargé de la croix Jezus wordt met het kruis beladen On lui rend ses vêtements et la croix Men geeft Hem zijn kleren terug en lui est apportée. brengt Hem het kruis. ‘Salut’, dit Jésus, ‘ô Croix que j’ai ‘Gegroet’, zegt Jezus, ‘O Kruis longtemps désirée ! ‘ waarnaar ik zo lang verlangde’ Et toi, regarde, chrétien, et frémis ! Zie, Christen, en huiver! Ah, quel instant solennel Wat een plechtig moment Que celui où le Christ pour la première wanneer Christus voor de eerste fois accepte la croix éternelle ! maal het eeuwige kruis aanvaardt! O consommation en ce jour de l’arbre O vervulling, op deze dag van de dans le Paradis ! boom in het paradijs! Regarde, pécheur, et vois à quoi ton Zie, zondaar, waartoe je zonde heeft péché a servi. geleid. Plus de crime sans un Dieu dessus et Geen misdaad meer zonder een God plus de croix sans le Christ ! erop en geen kruis zonder de Christus! Certes le malheur de l’homme est Zeker, het ongeluk van de mens is grand, mais nous n’avons rien à dire, groot, maar wij hebben niets te zeggen, Car Dieu est maintenant dessus, qui want God is er nu bovenop, Hij die est venu non pas expliquer mais niet kwam om te verklaren maar om remplir. te vervullen. Jésus reçoit la Croix comme nous Jezus ontvangt het kruis zoals wij de recevons la Sainte Eucharistie : eucharistie ontvangen: ‘Nous lui donnons du bois pour son ‘We geven hem hout voor brood’ pain’, comme il est dit par le zoals gesproken is door de profeet prophète Jérémie. Jeremia. Ah, que la croix est longue, et qu’elle Ach, wat is het kruis lang en wat is est énorme et difficile ! het groot en zwaar! Qu’elle est dure ! qu’elle est rigide ! Wat is het hard! Wat is het streng! que c’est lourd, le poids du pécheur Wat is het zwaar, het gewicht van een inutile ! nutteloze zondaar! Que c’est long à porter pas à pas Wat is het lang om te dragen, stap jusqu’à ce qu’on meure dessus ! voor stap, totdat men er op sterft! Est- ce vous qui allez porter cela tout Gaat Gij dat helemaal alleen dragen, seul, Seigneur Jésus ? Heer Jezus? Rendez-moi patient à mon tour du Maak mij op mijn beurt geduldig onder bois que vous voulez que je supporte. het hout dat Gij wilt dat ik draag. Car il nous faut porter la croix avant Want wij moeten het kruis dragen que la croix nous porte. voordat het kruis ons zal dragen. 7
Troisième Station Derde statie Jésus tombe une première fois Jezus valt voor de eerste maal On marche ! Victime et bourreaux à Daar gaan ze! Slachtoffer en beulen la fois, tout s’ébranle vers le calvaire. samen, alles beweegt richting Golgotha. Dieu qu’on tire par le cou tout à coup God, aan wiens nek men rukt, chancelle et tombe à terre. wankelt plots en valt op de grond. Qu’en dites-vous, Seigneur, de cette Wat zegt U, Heer, van deze eerste première chute ? val? Et puisque, maintenant, vous savez, En omdat Gij er nu van weet, wat qu’en pensez-vous ? cette minute denkt Ge van het moment Ou l’on tombe et où le faix mal waarop je valt en de slecht geladen chargé vous précipite ! last je neerwerpt? Comment la trouvez-vous, cette terre Hoe vindt Gij die aarde die U verwekt que vous fites ? heeft? Ah ! ce n’est pas la route du bien Ach, niet alleen de weg van het seulement qui est raboteuse, goede is ruw, Celle du mal, elle aussi, est perfide et die van het kwade is ook vals en vertigineuse ! duizelingwekkend! Il n’est pas que d’y aller tout droit, il Het is niet genoeg erop rechtdoor te faut s’instruire pierre à pierre, gaan, men moet steen na steen leren Et le pied y manque souvent, alors kennen, en dikwijls wankelt de voet, que le cœur persévère. terwijl het hart zou willen volharden. Ah, Seigneur ! par ces genoux sacrés, Ach Heer! Door uw heilige knieën, die ces deux genoux qui vous ont fait twee knieën die het lieten afweten faute à la fois, door het plotselinge kokhalzen en de Par le haut-le-cœur soudain et la val bij het begin van de afschuwelijke chute à l’entrée de l’horrible Voie, weg, Par l’embûche qui a réussi, par la door de gelukte hinderlaag, door de terre que vous avez apprise, aarde die Gij hebt leren kennen, Sauvez-nous du premier péché l’on bewaar ons voor de eerste zonde die commet par surprise ! men bij verrassing begaat! Quatrième Station Vierde statie Jésus rencontre Marie Jezus ontmoet Maria O mères qui avez vu mourir le O moeders die het eerste en enig premier et l’unique enfant, kind hebben zien sterven, Rappelez-vous cette nuit, la dernière, herinner je die nacht, de laatste, auprès du petit être gémissant, bij het kreunende wezentje, L’eau qu’on essaye de faire boire, la het water dat men het probeert te glace, le thermomètre, laten drinken, het ijs, de thermometer, Et la mort qui vient peu à peu et en de dood die stilaan komt en die qu’on ne peut plus méconnaître. men niet meer kan ontkennen. 8
Mettez-lui ses pauvres souliers, Doe het zijn arme schoentjes aan, changez-le de linge et de brassière. nieuw linnen en een nieuw lijfje. Quelqu’un vient qui va me le prendre Er komt iemand die het me zal et le mettre dans la terre. afnemen en in de aarde leggen. Adieu, mon bon petit enfant ! adieu, Vaarwel mijn lief klein kind! Vaarwel, ô chair de ma chair ! vlees van mijn vlees! La quatrième Station est Marie qui a De vierde statie is Maria, die alles tout accepté. heeft aanvaard. Voici au coin de la rue qui attend le Zie haar op de hoek van de straat, Trésor de toute Pauvreté. wachtend op de Schat van alle armen. Ses yeux n’ont point de pleurs, sa Haar ogen zijn zonder tranen, haar bouche n’a point de salive. mond zonder speeksel. Elle ne dit pas un mot et regarde Zij spreekt geen woord en kijkt naar Jésus qui arrive. Jezus die nadert. Elle accepte. Elle accepte encore une Zij aanvaardt. Zij aanvaardt nogmaals. fois. Le cri Haar smartekreet Est sévèrement réprimé dans le cœur is streng bedwongen in het sterke en fort et strict, strenge hart, Elle ne dit pas un mot et regarde zij zegt geen woord en kijkt naar Jésus-Christ. Jezus Christus. La mère regarde son Fils, l’Eglise son De moeder ziet haar Zoon, de kerk Rédempteur. haar Verlosser. Son âme violemment va vers lui Van binnen schreeuwt zij als een comme le cri du soldat qui meurt ! stervende soldaat! Elle se tient debout devant Dieu et Zij blijft rechtop voor God en laat zich lui offre son âme à lire, haar ziel lezen, Il n’y a rien dans son cœur qui refuse er is niets in haar hart dat weigert of ou qui retire, zich terugtrekt. Pas une fibre en son cœur transpercé Niet één vezel in haar doorstoken qui n’accepte et ne consente. hart die niet aanvaardt en toestemt. Et comme Dieu lui-même qui est là, En als God zelf, die daar is, is ook zij elle est présente. aanwezig. Elle accepte et regarde ce Fils qu’elle Zij aanvaardt en ziet die Zoon die zij a conçu dans son sein. in haar schoot heeft ontvangen. Elle ne dit pas un mot et regarde le Zij zegt geen woord en ziet het Saint des Saints. Heilige der heiligen. Cinquième Station Vijfde statie Simon de Cyrène aide Jésus Simon van Cyrene helpt Jezus L’instant vient où ça ne va plus et l’on Het ogenblik komt dat het niet meer ne peut plus avancer. gaat en men niet verder meer kan. C’est là que nous trouvons jointure et Het is dan dat wij er deel van uit gaan 9
où vous permettez maken en Gij toestaat Qu’on nous emploie nous aussi, dat men ook ons, zelfs met geweld, même de force, à votre Croix. gebruikt voor uw Kruis. Tel Simon le Cyrénéen qu’on attelle à Zoals Simon van Cyrene die men aan ce morceau de bois. dit stuk hout spant. Il l’empoigne solidement et marche Hij omvat het stevig en stapt achter derrière Jésus, Jezus aan, Afin que rien de la Croix ne traîne et opdat niets van het kruis zou slepen ne soit perdu. of verloren gaan. Sixième Station Zesde statie La Sainte Véronique De heilige Veronica Tous les disciples ont fui, Pierre lui- Alle discipelen zijn gevlucht, zelfs même renie avec transport ! Petrus verloochent met overgave! Une femme au plus épais de l’insulte Een vrouw werpt zich te midden van et au centre de la mort de hevigste beschimpingen en in het Se jette et trouve Jésus et lui prend centrum van de dood en vindt Jezus le visage entre les mains. en neemt zijn gezicht in haar handen. Enseignez-nous, Véronique, à braver Leer ons, Veronica, het aanzien van le respect humain. de mensen te trotseren. Car celui à qui Jésus-Christ n’est pas Want hij voor wie Jezus niet slechts seulement une image, mais vrai, een beeld maar waarheid is, Aux autres hommes aussitôt devient wordt voor andere mensen dadelijk désagréable et suspect. onaangenaam en verdacht. Son plan de vie est à l’envers, ses Zijn levensplan loopt andersom, zijn motifs ne sont plus les leurs. beweegredenen zijn niet de hunne. Il y a quelque chose en lui toujours Er is altijd iets in hem dat ontsnapt en qui échappe et qui est ailleurs. elders is. Un homme fait qui dit son chapelet Een man die zijn rozenkrans bidt en et qui va impudemment à confesse, onbeschaamd te biecht gaat, Qui fait maigre le vendredi et qu’on die vrijdags vast en die men te midden voit parmi les femmes à la messe, van de vrouwen in de mis ziet, Cela fait rire et ça choque, c’est drôle is lachwekkend en shockerend, mal et c’est irritant aussi. en irritant tegelijk. Qu’il prenne garde à ce qu’il fait, car Hij moet letten op wat hij doet, want on a les yeux sur lui. hij wordt in de gaten gehouden. Qu’il prenne garde à chacun de ses Hij moet op al zijn schreden letten, pas, car il est un signe. want hij is een teken. Car tout chrétien de son Christ est Want elke christen is van zijn Christus l’image vraie quoique indigne. het ware, hoewel onwaardige, beeld. Et le visage qu’il montre est le reflet En het gezicht dat hij toont is de trivial alledaagse weerschijn 10
De cette Face de Dieu en son cœur , van dat Goddelijke gezicht in zijn abominable et triomphale ! hart, verfoeilijk en triomfantelijk. Laissez-nous la regarder encore une Laat ons nog eenmaal, Veronica, fois, Véronique, op het linnen waarop gij het Sur le linge où vous l’avez recueillie, ontvangen hebt, het gezicht van het la face du Saint Viatique, heilige Viaticum [sacrament van de Ce voile de lin pieux où Véronique a stervenden] aanschouwen. caché Die vrome sluier waarin Veronica het La face du Vendangeur au jour de son aanschijn van de Wijngaardenier ving ébriété, op de dag van zijn oververzadiging, Afin qu`éternellement son image s’y opdat zijn beeltenis daar eeuwig aan attachât, gehecht zou zijn, Qui est faite de son sang, de ses met zijn bloed gevormd, met zijn larmes et de nos crachats ! tranen en ons spuug! Septième Station Zevende statie Jésus tombe encore Jezus valt voor de tweede maal Ce n’est pas la pierre sous le pied, ni Het is niet de steen onder de voet, le licou noch de leiband Tiré trop fort, c’est l’âme qui fait waaraan te hard werd getrokken, het défaut tout à coup, is de ziel die plotseling stokt. O milieu de notre vie ! ô chute que O midden van het leven! O val die l’on fait spontanément ! men spontaan maakt! Quand l’aimant n’a plus de pôle et la Wanneer de magneet geen pool meer foi plus de firmament, heeft en het geloof geen firmament. Parce que la route est longue et Omdat de weg zo lang is en parce que le terme est loin, het doel zo ver, Parce que l’on est tout seul et que la omdat men helemaal alleen is en de consolation n’est point. troost ontbreekt. Longueur du temps ! dégoût en Lengte van tijd, geheime walging die secret qui s’accroît groeit De l’injonction inflexible et de ce door de onbuigzame dwang en die compagnon de bois ! houten metgezel! C’est pourquoi on étend les deux bras Daarom spreidt men beide armen à la fois comme quelqu’un qui nage. tegelijk als iemand die zwemt. Ce n’est plus sur les genoux qu’on Men valt niet meer op de knieën, tombe, c’est sur le visage, maar op het gezicht, Le corps tombe, il est vrai, et l’âme en het lichaam valt, inderdaad, en de ziel même temps a consenti. heeft het tegelijk begeven. Sauvez-nous de la Seconde chute que Red ons van de tweede val die men l’on fait volontairement pas ennui. vrijwillig maakt uit verveling. 11
Huitième Station Achtste statie Les femmes de Jérusalem De vrouwen van Jeruzalem Avant qu’il ne monte une dernière Voordat Hij voor de laatste maal de fois sur la montagne, berg opgaat, Jésus lève le doigt et se tourne vers heft Jezus de hand en wendt zich le peuple qui l’accompagne, naar het volk dat rond Hem staat, Quelques pauvres femmes en pleurs enkele arme wenende vrouwen met avec leurs enfants dans les bras. hun kinderen in de armen. Et nous, ne regardons pas seulement, En wij, laten we niet alleen kijken, maar écoutons Jésus, car il est là. ook naar Jezus luisteren, want Hij is daar. Ce n’est pas un homme qui lève le Het is niet een mens die de hand doigt au milieu de cette pauvre verheft te midden van dat arme enluminure. kleurrijke stelletje. C’est Dieu qui pour notre salut n’a Het is God die, niet in schijn, voor ons pas souffert seulement en peinture. heil heeft geleden. Ainsi cet homme était le Dieu tout- Zo was dus die man de almachtige puissant, il est donc vrai ! God, het is dus waar! Il est un jour où Dieu a souffert cela Er is een dag waarop God dat al voor pour nous, en effet ! ons heeft geleden, in feite! Quel est-il donc, le danger dont nous Wat is toch het gevaar waaruit wij avons été rachetés à un tel prix ? tegen zo’n prijs zijn vrijgekocht? Le salut de l’homme est-il si simple Is het heil van de mens zo’n affaire que le Fils eenvoudige zaak dat de Zoon Pour l’accomplir est obligé de om die te volvoeren zich uit zijn s’arracher du sein du Père ? Vaders schoot moest losrukken? S’il va ainsi du Paradis, qu’est-ce donc Als het zo gaat om het paradijs, wat is l’Enfer ? dan de hel? Que fera-t-on du bois mort, si l’on fait Wat zal men doen met dood hout als ainsi du bois vert ? men zo handelt met het groene? Neuvième Station Negende statie Jésus tombe une troisième fois Jezus valt voor de derde maal Je suis tombé encore et cette fois, Ik ben nogmaals gevallen en ditmaal c’est la fin. is het gedaan. Je voudrais me relever qu’il n’y a pas Al wou ik Me oprichten, het zou niet moyen. gaan. Car on m’a pressé comme un fruit et Want men heeft Mij uitgeperst als l’homme que j’ai sur le dos est trop een vrucht en de mens die Ik op mijn lourd. rug draag is te zwaar. J’ai fait le mal, et l’homme mort avec Ik heb het kwaad gedaan en de dode moi est trop lourd ! mens bij Mij is te zwaar! 12
Mourons donc, car il est plus facile Laten we dan sterven, want het is mak- d’être à plat ventre que debout, kelijker op je buik te liggen dan te staan, Moins de vivre que de mourir, et sur minder makkelijk te leven dan te la croix que dessous. sterven, minder op dan onder het kruis. Sauvez-nous du Troisième péché qui Red ons van de derde zonde: de est le désespoir ! wanhoop! Rien n’est encore perdu tant qu’il Niets is verloren zolang de dood nog reste la mort a boire ! te drinken blijft! Et j’en ai fini de ce bois, mais il me En met dit hout heb Ik afgedaan, reste le fer ! maar Mij rest het ijzer! Jésus tombe une troisième fois, mais Jezus valt voor de derde maal, doch c’est au sommet du Calvaire. op de top van Golgotha. Dixième Station Tiende statie Jésus dépouillé de ses vêtements Jezus wordt ontdaan van zijn kleren Voici l’aire où le grain de froment Ziehier de dorsvloer waarop de hemel- céleste est égrugé. se tarwekorrel wordt platgedrukt. Le Père est nu, le voile du Tabernacle De Vader is naakt, de sluier van de est arraché. Tabernakel is afgerukt, La main est portée sur Dieu, la Chair de hand is aan God geslagen, het de la Chair tressaille, Vlees van het Vlees rilt, L’Univers en sa source atteint frémit het heelal, getroffen in zijn bron, trilt jusqu’au fond de ses entrailles ! tot in het diepst van zijn ingewanden! Nous, puisqu’ils ont pris la tunique et Wij, omdat zij de tunica en het la robe sans couture, naadloze kleed hebben genomen, Levons les yeux et osons regarder heffen de ogen op en durven Jezus in Jésus tout pur. zijn zuiverheid te aanschouwen. Ils ne vous ont rien laissé, Seigneur, Zij hebben U niets gelaten, Heer, ils ont tout pris, ze hebben alles genomen, La vêture qui tient à la chair, comme de kleding die aan het vlees gehecht aujourd’hui is, zoals men heden On arrache sa coulle au moine et son de monnik zijn kap afrukt en de voile à la vierge consacrée. gewijde maagd haar sluier. On a tout pris, il ne lui reste plus rien Men heeft alles genomen, er blijft Hem pour se cacher. niets meer over om zich te verbergen. Il n’a plus aucune défense, il est nu Hij heeft geen enkele verdediging comme un ver, meer, Hij is naakt als een worm, Il est livré à tous les hommes et Hij is overgeleverd aan alle mensen découvert. en onbedekt. Quoi, c’est là votre Jésus ! Il fait rire. Wat, is dat jullie Jezus! Hij doet me Il est plein de coups et d’immondices, lachen. Hij is vol builen en vuil, Hij Il relève des aliénistes et de la police. hoort thuis in het gekkenhuis of in de 13
gevangenis. Tauri pingues obsederunt me, Libera Tauri pingues obsederunt me, Libera me, Domine, de ore canis. me, Domine, de ore canis. Il n’est pas le Christ. Il n’est pas le Fils Hij is de Christus niet. Hij is niet de de l’Homme. Il n’est pas Dieu. Zoon des mensen. Hij is God niet. Son évangile est menteur et son Père Zijn evangelie liegt en zijn Vader is n’est pas aux cieux. niet in de hemel. C’est un fou ! C’est un imposteur ! Het is een zot! Het is een bedrieger! Qu’il parle ! Qu’il se taise ! Laat Hem spreken! Laat Hem zwijgen! Le valet d’Anne le soufflette et Anna’s knecht geeft Hem een Renan le baise. kaakslag en Renan kust Hem. Ils ont tout pris. Mais il reste le sang Zij hebben alles afgenomen. Maar het écarlate. scharlaken bloed blijft. Ils ont tout pris. Mais il reste la plaie Ze hebben alles afgenomen. Maar de qui éclate ! bloedende wond blijft! Dieu est caché. Mais il reste l’homme God is verborgen. Maar de Man van de douleur. smarten blijft. Dieu est caché. Il reste mon frère qui God is verborgen. Mijn wenende pleure ! broer blijft! Par votre humiliation, Seigneur, par Door uw vernedering, Heer, door uw votre honte, schande, Ayez pitié des vaincus, du faible que heb medelijden met de overwonnenen, le fort surmonte. met de zwakke die de sterke overmant. Par l’horreur de ce dernier vêtement Door de verschrikking van dit laatste qu’on vous retire, kleed dat men van U wegneemt, Ayez pitié de tous ceux qu’on heb medelijden met allen die worden déchire ! verscheurd! De l’enfant opéré trois fois que le Met het kind dat drie keer is geope- médecin encourage, reerd en door de dokter wordt bemoedigd, Et de ce pauvre blessé dont on en met de arme gewonde wiens renouvelle les bandages, verband wordt vernieuwd, De l’époux humilié, du fils près de sa met de vernederde echtgenoot, met mère qui meurt, de zoon bij zijn stervende moeder, Et de ce terrible amour qu’il faut en met die vreselijke liefde die wij uit nous arracher du cœur ! ons hart moeten snijden! Onzième Station Elfde statie Jésus attaché à la croix Jezus wordt aan het kruis geslagen Voici que Dieu n’est plus avec nous, Il En nu is God niet meer met ons. Hij est par terre. ligt op de grond. La meute en tas l’a pris à la gorge De jachthonden hebben Hem samen 14
comme un cerf. bij de keel gegrepen als een hert. Vous êtes donc venu ! Vous êtes Gij zijt dus gekomen! Gij zijt waarlijk vraiment avec nous, Seigneur ! met ons, Heer! On s’est assis sur vous, on vous tient Men is op U gaan zitten, de knie op le genou sur le cœur. de borst. Cette main que le bourreau tord, Deze hand die de beul verdraait, is de c’est la droite du Tout-Puissant. rechterhand van de Almachtige. On a lié l’Agneau par les pieds, on Men heeft het Lam bij de voeten gebon- attache l’Omniprésent. den, de Alomtegenwoordige vastge- maakt. On marque à la craie sur la croix sa Men tekent met krijt op het kruis zijn hauteur et son envergure. hoogte en breedte. Et quand il va goûter de nos clous, En wanneer Hij onze spijkers proeft, nous allons voir sa figure. zullen wij zijn gelaatsuitdrukking zien. Fils Éternel, dont la borne est votre Eeuwige Zoon, voor wie de grens de seule infinité, enige oneindigheid is, La voici donc avec nous, cette place hier is dus in ons midden de smalle étroite que vous avez convoitée. plaats die U hebt begeerd. Voici Elie sur le mort qui se couche de Zie hier Elia die zich languit op de son long, dode legt, Voici le trône de David et la gloire de zie hier de troon van David en de Salomon, glorie van Salomo, Voici le lit de notre amour avec vous, zie hier het bed van onze liefde met puissant et dur ! U, krachtig en sterk! Il est difficile à un Dieu de se faire à Het is moeilijk voor een God zich te notre mesure. plooien naar onze maat. On tire et le corps à demi disloqué Men trekt en het half ontwrichte craque et crie. lichaam kraakt en krijst. Il est bandé comme un pressoir, il est Hij is gespannen als een wijnpers, Hij affreusement équarri. is afzichtelijk uitgerekt. Afin que le Prophète soit justifié qui Opdat de profeet gelijk krijgt die het l’a prédit en ces mots : met deze woorden heeft voorspeld: ‘Ils ont percé mes mains et mes pieds. ‘Zij hebben mijn handen en voeten Ils ont énumeré tous mes os’. doorboord. Zij hebben al mijn beenderen geteld’. Vous êtes pris, Seigneur, et ne Gij zijt gevangen, Heer, en kunt niet pouvez plus échapper. meer ontsnappen. Vous êtes cloué sur la croix par les Gij zijt aan handen en voeten aan het mains et par les pieds. kruis genageld. Je n’ai plus rien à chercher au ciel Ik heb in de hemel niets meer te avec l’hérétique et le fou. zoeken met de ketter en de dwaas. Ce Dieu est assez pour moi qui tient Deze God is mij genoeg, vast tussen entre quatre clous. vier spijkers. 15
Douzième Station Twaalfde statie Jésus meurt sur la croix Jezus sterft aan het kruis Il souffrait tout à l’heure, c’est vrai, Hij leed daarstraks, het is waar, mais maintenant il va mourir. maar nu gaat Hij sterven. La grande croix dans la nuit faible- Zacht beweegt het grote kruis met ment remue avec le Dieu qui respire. de ademende God in de nacht. Tout y est. Il n’y a plus qu`à laisser Alles is er. faire l’Instrument. Nu moet slechts het instrument elke Qui du joint de la Double nature mogelijkheid tot lijden die in Hem is inépuisablement uit de bron van lichaam en ziel en De la source du corps et de l’âme et wezen van zijn onuitputtelijke de l’hypostase, exprime et tire tweevoudige natuur persen en Toute la possibilité qui est en lui de trekken. souffrir. Il est tout seul comme Adam quand il Hij is heel alleen, zoals Adam toen hij était seul dans l’Eden. alleen was in Eden. Il est pour trois heures seul et Hij is drie uur lang alleen en proeft de savoure le Vin, wijn, L’ignorance invincible de l’homme de onoverwinnelijke onwetendheid van dans le retrait de Dieu ! de mens in Gods teruggetrokkenheid! Notre hôte est appesanti et son front Onze gast is loom en zijn voorhoofd fléchit peu à peu. zakt langzaam omlaag. Il ne voit plus sa Mère et son Père Hij ziet zijn moeder niet meer en zijn l’abandonne. Vader heeft Hem verlaten. Il savoure la coupe et la mort Hij proeft van de kelk en de dood die lentement qui l’empoisonne. Hem langzaam vergiftigt. N’en avez-vous donc pas assez de ce Hebt Gij dan niet genoeg van die vin aigre et mêlé d’eau , zure, met water gemengde wijn Pour que vous vous redressiez tout à dat Gij U plotseling opricht en coup et criiez : Sitio ? schreeuwt: Sitio? Vous avez soif, Seigneur ? Est-ce à Hebt Gij dorst, Heer? Spreekt Gij tot moi que vous parlez ? mij? Est-ce moi dont vous avez besoin Ben ik het die Gij nodig hebt en mijn encore et de mes péchés ? zonden? Est-ce moi qui manque avant que Ben ik het die ontbreekt voordat tout soit consommé ? alles voltrokken zal zijn? Treizième Station Dertiende statie Jésus détaché de la croix Jezus wordt van het kruis afgenomen Ici la Passion prend fin et la Hier is de Passie voorbij en gaat het Compassion continue. Medelijden verder. Le Christ n’est plus sur la Croix, il est Christus is niet meer aan het kruis, Hij 16
avec Marie qui l’a reçu : is bij Maria die Hem heeft ontvangen: Comme elle l’accepta, promis, elle le Zoals zij Hem, beloofd, heeft aanvaard, reçoit, consommé. ontvangt zij Hem, volbracht. Le Christ qui a souffert aux yeux de Christus, die voor de ogen van allen tous de nouveau au sein de sa mère geleden heeft, is opnieuw in de est caché. schoot van zijn moeder geborgen. L’Église entre ses bras à jamais prend De Kerk heeft haar geliefde voor charge de son bien-aimé. altijd in de armen gesloten. Ce qui est de Dieu, et ce qui est de la Wat van God is, en wat van de moeder mère, et ce que l’homme a fait, is, en wat de mens heeft gedaan, Tout cela sous son manteau est avec dat alles is voorgoed bij haar onder elle à jamais. haar mantel verenigd. Elle l’a pris, elle voit, elle touche, elle Zij heeft Hem genomen, zij ziet, zij prie, elle pleure, elle admire ! tast, zij bidt, zij weent, zij bewondert! Elle est le suaire et l’onguent, elle est Zij is het doodskleed en de zalf, zij is la sépulture et la myrrhe, de grafsteen en de mirre, Elle est le prêtre et l’autel et le vase zij is de priester en het altaar, het vat et le Cénacle. en het Cenakel. Ici finit la Croix et commence le Hier eindigt het Kruis en begint de Tabernacle. Tabernakel. Quatorzième Station Veertiende statie Jésus mis au tombeau Jezus wordt in het graf gelegd Le tombeau où le Christ qui est mort Het graf waarin Christus, die lijdend ayant souffert est mis, moest sterven, gelegd is, Le trou à la hâte descellé pour qu’il y het hol haastig ontzegeld opdat Hij er dorme sa nuit, de nacht in zou doorbrengen, Avant que transpercé ressuscite et voordat de doorboorde verrijst en monte au Père. opstijgt naar de Vader. Ce n’est pas seulement ce sépulcre Het is niet alleen dit nieuwe graf, neuf, c’est ma chair, het is mijn vlees, C’est l’homme, votre créature, qui est het is de mens, uw schepsel, die plus profond que la terre ! dieper is dan de aarde! Maintenant que son cœur est ouvert et Nu zijn hart open is en zijn handen maintenant que ses mains sont percées, zijn doorboord, Il n’est plus de croix avec nous où son is er geen kruis meer bij ons of zijn corps ne soit adapté, lichaam hangt eraan, Il n’est plus de péché en nous où la is er geen zonde meer in ons waar plaie ne corresponde ! niet één van zijn wonden bij hoort! Venez donc de l’autel où vous êtes Kom toch tot ons vanaf het altaar caché vers nous, Sauveur du monde ! waar Gij verborgen zijt, Redder der Seigneur, que votre créature est wereld! Heer, wat is uw schepping 17
ouverte et qu’elle est profonde ! open en wat is zij groot en diep! We zijn onze begunstigers zeer dankbaar voor hun bijdrage aan de concerten. De Zaterdagmiddagmuziek is mogelijk dankzij subsidie, donaties en giften van: Gemeente Utrecht – Broekmans en Van Poppel Bladmuziek – Orgelmakers Gebr. van Vulpen – TransFORMotion – Van Grafhorst Notarissen – Fentener van Vlissingen Fonds – Stichting Mien van 't Sant Fonds – Prins Bernhard Cultuurfonds – Carel Nengerman Fonds – Elise Mathilde Fonds – K.F. Hein Fonds – vele particuliere donateurs 18
Machtiging concertbijdragen en/of donateurschap Organisatie Stichting Zaterdagmiddagmuziek Domkerk Adres Achter de Dom 1, 3512 JN Utrecht Incassant ID NL69ZZZ411812560000 Type machtiging O eenmalige machtiging concertbijdrage (vanaf €5) (keuze aanvinken) O eenmalige machtiging donateurschap (vanaf €40) O doorlopende machtiging donateurschap (vanaf €40) Bedrag (invullen) € _________ Door ondertekening van dit formulier geeft u toestemming aan Stichting Zaterdagmiddagmuziek Domkerk een incasso-opdracht te sturen naar uw bank om dit bedrag van uw rekening af te schrijven. Als u het niet eens bent met deze afschrijving kunt u deze laten terugboeken. Neem hiervoor binnen 8 weken na afschrijving contact op met uw bank. Vraag uw bank naar de voorwaarden. Naam __________________________________ Adres __________________________________ Postcode en plaats __________________________________ Telefoon __________________________________ Emailadres __________________________________ (ter bevestiging van de machtiging) IBAN _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Plaats en datum __________________________________ Handtekening Graag aanvinken wat O aanmelding nieuwe donateur O is reeds donateur van toepassing is O wil concertinformatie per email ontvangen Lever dit formulier in bij de collecte na afloop van het concert of stuur het naar Stichting Zaterdagmiddagmuziek Domkerk, Achter de Dom 1, 3512 JN Utrecht 19
Vous pouvez aussi lire