Marcel Dupré Le Chemin de la Croix Erik Heijerman, declamatie Jan Hage, orgel - Concertprogramma - Domkerk

La page est créée Aurélien Dupuis
 
CONTINUER À LIRE
Marcel Dupré Le Chemin de la Croix Erik Heijerman, declamatie Jan Hage, orgel - Concertprogramma - Domkerk
Concertprogramma
     Zaterdagmiddagmuziek

    Marcel Dupré
  Le Chemin de la Croix

Erik Heijerman, declamatie
      Jan Hage, orgel

            Zaterdag 27 maart 2021, 15.30 uur

               1
De concerten blijven mogelijk als luisteraars gemiddeld 10 euro per persoon
bijdragen.
Geef uw gift door middel van een overboeking op NL96 RABO 0187 4857 47
t.n.v. Stichting Zaterdagmiddagmuziek Domkerk o.v.v. datum concert

N.B. De Stichting Zaterdagmiddagmuziek is erkend als culturele ANBI
(Algemeen Nut Beogende Instelling), waardoor uw donatie 125% aftrekbaar
is bij de belastingdienst.

Word donateur!
U kunt ons blijvend steunen door donateur te worden van de Stichting
Zaterdagmiddagmuziek Domkerk. Hier helpt u ons enorm mee en u krijgt er
een paar leuke extra’s voor terug. Elders in dit programma vindt u een
aanmeldingsfomulier, of kijk op onze website www.zaterdagmiddagmuziek.nl

                                     2
Concertprogramma

Marcel Dupré          Le Chemin de la Croix
(1886-1971)               Première Station: Jésus condamné à mort
                          Deuxième Station: Jésus chargé de la croix
                          Troisième Station: Jésus tombe une première fois
                          Quatrième Station: Jésus rencontre Marie
                          Cinquième Station: Simon de Cyrène aide Jésus
                          Sixième Station: La Sainte Véronique
                          Septième Station: Jésus tombe encore
                          Huitième Station: Les femmes de Jérusalem
                          Neuvième Station: Jésus tombe une troisième fois
                          Onzième Station: Jésus attaché à la croix
                          Douzième Station: Jésus meurt sur la croix
                          Treizième Station: Jésus détaché de la croix
                          Quatorzième Station: Jésus mis au tombeau

Heeft u een opmerking, tip of vraag? Laat het ons weten via de mail:
zaterdagmiddagmuziek@domkerk.nl

                                      3
Marcel Dupré (1886-1971)
Marcel Dupré was een van de belangrijkste figuren in de orgelwereld van de
twintigste eeuw. Deze Franse orgelvirtuoos maakte een unieke internationale
carrière en was een invloedrijk promotor van de orgelkunst. In 1926 wordt
hij orgeldocent aan het Parijse conservatorium en daarmee de invloedrijkste
pedagoog van een hele generatie organisten in Frankrijk. In 1934 volgt hij
Widor op als titularis van het legendarische orgel van de Saint-Sulpice. Zijn
compositorische werk, grotendeels bestemd voor het orgel en geschreven
in een persoonlijke stijl, heeft een vaste plaats in het orgelrepertoire
verworven.
Zijn werk ‘Le Chemin de la Croix’ (De kruisweg) heeft zijn oorsprong in een
improvisatie die Dupré gaf op 13 februari 1931 in Brussel op teksten van
Paul Claudel. Het succes daarvan bracht hem ertoe de belangrijkste elemen-
ten die hij zich later daarvan kon herinneren te gebruiken voor een composi-
tie. Op 18 maart 1932 voerde hij dit werk voor het eerst uit in de Trocadéro
te Parijs.
Om een innerlijke samenhang te verkrijgen tussen de veertien delen, voor
elke kruiswegstatie éen, werkt Dupré met leitmotive. Bij elke statie horen
melodische en klankschilderende motieven die een handeling of situatie dan
wel een algemene stemming weergeven. De intervalssymboliek van de
thema's is bewust verbonden met traditionele voorbeelden. Zo verwijzen de
dubbele kwartsprong in het kruismotief (statie 2 en 5) of de voor verlossing
staande stijgende drieklank (statie 3 en 6) naar de klanksymboliek van
Johann Sebastian Bach.
Jezus wordt vertegenwoordigd door de dalende kleine terts (in statie 1 als
het Ecce homo van Pilatus, in statie 5,7,9 en 12, in de omkering in statie 4 en
14), de last door de dalende grote secunde in twee achtste noten, waarvan
ook de thema's van het moeizame marcheren en de vallende Jezus zijn
afgeleid (statie 3, 7 en 9).
Andere thema's zijn die van het lijden (achtstentriool in dalende secundes,
bijvoorbeeld in statie 3) en het medelijden (dalende kleine secundes,
bijvoorbeeld in statie 4 en 13).
De moeder van Jezus wordt door een dalende drieklank (statie 4 en 13), de
troost van Jezus door een stijgende drieklank (statie 8 en 12) gesymboli-
seerd. De kruisiging (statie 11) en de aardbeving bij Jezus' dood (statie 12)
worden met de middelen die het moderne symfonische orgel ter beschik-
king staan weergegeven. Hoewel de gedichten van Paul Claudel geen
directe invloed hebben op het muzikale concept doch alleen als inspiratie-
bron gezien moeten worden, leidt een uitvoering met combinatie van poëzie
en muziek tot een wederzijdse verrijking.

                                      4
Paul Claudel (1868-1955)
Paul Claudel was dichter, dramaturg en lid van de Académie française. Hij
kwam uit een artistiek milieu; de beeldhouwster Camille Claudel was zijn
jongere zus. Nadat hij het katholieke geloof enige jaren verloren had, kwam
hij tot een plotselinge bekering tijdens het bijwonen van de kerstnachtmis in
de Notre-Dame te Parijs in 1886. Als diplomaat brengt hij de jaren tussen
1893 tot 1933 vrijwel voortdurend in het buitenland door als consul te
Praag, Frankfurt, Hamburg, ambassadeur in Tokyo en van 1933 tot 1955 in
Brussel. In zijn jeugd werd Claudel sterk beïnvloed door de poëzie van
Arthur Rimbaud en de Symbolisten. Evenals zij was hij gekant tegen de
moderne wetenschappelijke materialistische kijk op het leven. In tegen-
stelling tot de meesten van hen was de omarming van het rooms-
katholicisme zijn antwoord daarop. Alles wat hij schreef is een
gepassioneerde verwerping van een mechanistisch wereldbeeld waarin
toeval heerst. In plaats daarvan procla-meert hij de diepe spirituele
betekenis van het leven gebaseerd op Gods alom aanwezige genade en
liefde.
Claudel schreef in een unieke versstijl. Hij verwierp het traditionele metrum
in ruil voor lange, weelderige zinnen zonder rijm, de zogenaamde verset
claudelien. beïnvloed door de Latijnse psalmen in de Vulgaat. Zijn literaire
concepten, in nauwe samenhang met zijn religieuze ideeën brengen hem
ertoe de dichter te zien als iemand die de fundamentele eenheid van de
wereld van de dingen en die van de geest vertaalt, waardoor de
tegenstelling object-subject opgeheven wordt.

                                      5
Le chemin de la croix
Tekst: Paul Claudel                     Vertaling: Werkgroep Zaterdagmiddagmuziek

Première Station                          Eerste statie
Jésus condamné à mort                     Jezus wordt ter dood veroordeeld
C’est fini. Nous avons jugé Dieu et       Het is gedaan. We hebben God
nous l’avons condamné à mort.             berecht en we hebben Hem ter dood
                                          veroordeeld.
Nous ne voulons plus de Jésus-Christ We willen geen Jezus Christus meer,
avec nous, car il nous gêne.              want Hij hindert ons.
Nous n’avons plus d’autre roi que         We hebben geen andere koning dan
César ! d’autre loi que le sang et l’or. Caesar! Geen andere wet dan het
Crucifiez-le, si vous le voulez, mais     bloed en het goud.
débarrassez-nous de lui ! qu’on           Kruisig Hem, zo u wilt, maar verlos
l’emmène !                                ons van Hem! Voer Hem weg!
Tolle ! tolle ! Tant pis ! puisqu’il le   Tolle, Tolle! Jammer, maar het kan
faut, qu’on l’immole et qu’on nous        niet anders! Omdat het moet, slacht
donne Barabbas !                          Hem en geef ons Barabbas!
Pilate siège au lieu qui est appelé       Pilatus zetelt op een plaats genaamd
Gabbatha.                                 Gabbatha.
‘N’as-tu rien à dire ?’ dit Pilate. Et    ‘Heb je niets te zeggen?’, vraagt
Jésus ne répond pas.                      Pilatus. En Jezus antwoordt niet.
‘Je ne trouve aucun mal en cet            ‘Ik vind geen kwaad in die man’, zegt
homme’, dit Pilate, ‘mais bah !’          Pilatus, ‘maar vooruit, omdat jullie
Qu’il meure, puisque vous y tenez ! Je het persé willen, laat Hem sterven. Ik
vous le donne, Ecce homo’                 geef Hem jullie, Ecce homo.
Le voici, la couronne en tête et la       Daar staat Hij, de kroon op het hoofd
pourpre sur le dos.                       en het purperkleed aan.
Une dernière fois vers nous ces yeux Een laatste maal naar ons gekeerd,
pleins de larmes et de sang !             de ogen vol tranen en bloed!
Qu’y pouvons-nous ? pas moyen de le Wat kunnen wij eraan doen? Wij kun-
garder avec nous plus longtemps.          nen Hem niet langer bij ons houden.
Comme il était un scandale pour les       Hij was een schandaal voor de Joden,
Juifs, il est parmi nous un non-sens.     een absurditeit in ons midden.
La sentence d’ailleurs est rendue,        Het oordeel is trouwens geveld, niets
rien n’y manque, en langages              ontbreekt eraan, in het Hebreeuws,
hébraïques, grec et latin.                Grieks en Latijn.
Et l’on voit la foule qui crie et le juge En men ziet de schreeuwende menig-
qui se lave les mains.                    te en de rechter die zijn handen wast.

                                       6
Deuxième Station                          Tweede statie
Jésus chargé de la croix                  Jezus wordt met het kruis beladen
On lui rend ses vêtements et la croix     Men geeft Hem zijn kleren terug en
lui est apportée.                         brengt Hem het kruis.
‘Salut’, dit Jésus, ‘ô Croix que j’ai     ‘Gegroet’, zegt Jezus, ‘O Kruis
longtemps désirée ! ‘                     waarnaar ik zo lang verlangde’
Et toi, regarde, chrétien, et frémis !    Zie, Christen, en huiver!
Ah, quel instant solennel                 Wat een plechtig moment
Que celui où le Christ pour la première   wanneer Christus voor de eerste
fois accepte la croix éternelle !         maal het eeuwige kruis aanvaardt!
O consommation en ce jour de l’arbre      O vervulling, op deze dag van de
dans le Paradis !                         boom in het paradijs!
Regarde, pécheur, et vois à quoi ton      Zie, zondaar, waartoe je zonde heeft
péché a servi.                            geleid.
Plus de crime sans un Dieu dessus et      Geen misdaad meer zonder een God
plus de croix sans le Christ !            erop en geen kruis zonder de Christus!
Certes le malheur de l’homme est          Zeker, het ongeluk van de mens is
grand, mais nous n’avons rien à dire,     groot, maar wij hebben niets te zeggen,
Car Dieu est maintenant dessus, qui       want God is er nu bovenop, Hij die
est venu non pas expliquer mais           niet kwam om te verklaren maar om
remplir.                                  te vervullen.
Jésus reçoit la Croix comme nous          Jezus ontvangt het kruis zoals wij de
recevons la Sainte Eucharistie :          eucharistie ontvangen:
‘Nous lui donnons du bois pour son        ‘We geven hem hout voor brood’
pain’, comme il est dit par le            zoals gesproken is door de profeet
prophète Jérémie.                         Jeremia.
Ah, que la croix est longue, et qu’elle   Ach, wat is het kruis lang en wat is
est énorme et difficile !                 het groot en zwaar!
Qu’elle est dure ! qu’elle est rigide !   Wat is het hard! Wat is het streng!
que c’est lourd, le poids du pécheur      Wat is het zwaar, het gewicht van een
inutile !                                 nutteloze zondaar!
Que c’est long à porter pas à pas         Wat is het lang om te dragen, stap
jusqu’à ce qu’on meure dessus !           voor stap, totdat men er op sterft!
Est- ce vous qui allez porter cela tout   Gaat Gij dat helemaal alleen dragen,
seul, Seigneur Jésus ?                    Heer Jezus?
Rendez-moi patient à mon tour du          Maak mij op mijn beurt geduldig onder
bois que vous voulez que je supporte.     het hout dat Gij wilt dat ik draag.
Car il nous faut porter la croix avant    Want wij moeten het kruis dragen
que la croix nous porte.                  voordat het kruis ons zal dragen.

                                          7
Troisième Station                           Derde statie
Jésus tombe une première fois               Jezus valt voor de eerste maal
On marche ! Victime et bourreaux à          Daar gaan ze! Slachtoffer en beulen
la fois, tout s’ébranle vers le calvaire.   samen, alles beweegt richting Golgotha.
Dieu qu’on tire par le cou tout à coup      God, aan wiens nek men rukt,
chancelle et tombe à terre.                 wankelt plots en valt op de grond.
Qu’en dites-vous, Seigneur, de cette        Wat zegt U, Heer, van deze eerste
première chute ?                            val?
Et puisque, maintenant, vous savez,         En omdat Gij er nu van weet, wat
qu’en pensez-vous ? cette minute            denkt Ge van het moment
Ou l’on tombe et où le faix mal             waarop je valt en de slecht geladen
chargé vous précipite !                     last je neerwerpt?
Comment la trouvez-vous, cette terre        Hoe vindt Gij die aarde die U verwekt
que vous fites ?                            heeft?
Ah ! ce n’est pas la route du bien          Ach, niet alleen de weg van het
seulement qui est raboteuse,                goede is ruw,
Celle du mal, elle aussi, est perfide et    die van het kwade is ook vals en
vertigineuse !                              duizelingwekkend!
Il n’est pas que d’y aller tout droit, il   Het is niet genoeg erop rechtdoor te
faut s’instruire pierre à pierre,           gaan, men moet steen na steen leren
Et le pied y manque souvent, alors          kennen, en dikwijls wankelt de voet,
que le cœur persévère.                      terwijl het hart zou willen volharden.
Ah, Seigneur ! par ces genoux sacrés,       Ach Heer! Door uw heilige knieën, die
ces deux genoux qui vous ont fait           twee knieën die het lieten afweten
faute à la fois,                            door het plotselinge kokhalzen en de
Par le haut-le-cœur soudain et la           val bij het begin van de afschuwelijke
chute à l’entrée de l’horrible Voie,        weg,
Par l’embûche qui a réussi, par la          door de gelukte hinderlaag, door de
terre que vous avez apprise,                aarde die Gij hebt leren kennen,
Sauvez-nous du premier péché l’on           bewaar ons voor de eerste zonde die
commet par surprise !                       men bij verrassing begaat!

Quatrième Station                           Vierde statie
Jésus rencontre Marie                       Jezus ontmoet Maria
O mères qui avez vu mourir le               O moeders die het eerste en enig
premier et l’unique enfant,                 kind hebben zien sterven,
Rappelez-vous cette nuit, la dernière,      herinner je die nacht, de laatste,
auprès du petit être gémissant,             bij het kreunende wezentje,
L’eau qu’on essaye de faire boire, la       het water dat men het probeert te
glace, le thermomètre,                      laten drinken, het ijs, de thermometer,
Et la mort qui vient peu à peu et           en de dood die stilaan komt en die
qu’on ne peut plus méconnaître.             men niet meer kan ontkennen.

                                            8
Mettez-lui ses pauvres souliers,           Doe het zijn arme schoentjes aan,
changez-le de linge et de brassière.       nieuw linnen en een nieuw lijfje.
Quelqu’un vient qui va me le prendre       Er komt iemand die het me zal
et le mettre dans la terre.                afnemen en in de aarde leggen.
Adieu, mon bon petit enfant ! adieu,       Vaarwel mijn lief klein kind! Vaarwel,
ô chair de ma chair !                      vlees van mijn vlees!
La quatrième Station est Marie qui a       De vierde statie is Maria, die alles
tout accepté.                              heeft aanvaard.
Voici au coin de la rue qui attend le      Zie haar op de hoek van de straat,
Trésor de toute Pauvreté.                  wachtend op de Schat van alle armen.
Ses yeux n’ont point de pleurs, sa         Haar ogen zijn zonder tranen, haar
bouche n’a point de salive.                mond zonder speeksel.
Elle ne dit pas un mot et regarde          Zij spreekt geen woord en kijkt naar
Jésus qui arrive.                          Jezus die nadert.
Elle accepte. Elle accepte encore une      Zij aanvaardt. Zij aanvaardt nogmaals.
fois. Le cri                               Haar smartekreet
Est sévèrement réprimé dans le cœur        is streng bedwongen in het sterke en
fort et strict,                            strenge hart,
Elle ne dit pas un mot et regarde          zij zegt geen woord en kijkt naar
Jésus-Christ.                              Jezus Christus.
La mère regarde son Fils, l’Eglise son     De moeder ziet haar Zoon, de kerk
Rédempteur.                                haar Verlosser.
Son âme violemment va vers lui             Van binnen schreeuwt zij als een
comme le cri du soldat qui meurt !         stervende soldaat!
Elle se tient debout devant Dieu et        Zij blijft rechtop voor God en laat zich
lui offre son âme à lire,                  haar ziel lezen,
Il n’y a rien dans son cœur qui refuse     er is niets in haar hart dat weigert of
ou qui retire,                             zich terugtrekt.
Pas une fibre en son cœur transpercé       Niet één vezel in haar doorstoken
qui n’accepte et ne consente.              hart die niet aanvaardt en toestemt.
Et comme Dieu lui-même qui est là,         En als God zelf, die daar is, is ook zij
elle est présente.                         aanwezig.
Elle accepte et regarde ce Fils qu’elle    Zij aanvaardt en ziet die Zoon die zij
a conçu dans son sein.                     in haar schoot heeft ontvangen.
Elle ne dit pas un mot et regarde le       Zij zegt geen woord en ziet het
Saint des Saints.                          Heilige der heiligen.

Cinquième Station                          Vijfde statie
Simon de Cyrène aide Jésus                 Simon van Cyrene helpt Jezus
L’instant vient où ça ne va plus et l’on   Het ogenblik komt dat het niet meer
ne peut plus avancer.                      gaat en men niet verder meer kan.
C’est là que nous trouvons jointure et     Het is dan dat wij er deel van uit gaan

                                           9
où vous permettez                          maken en Gij toestaat
Qu’on nous emploie nous aussi,             dat men ook ons, zelfs met geweld,
même de force, à votre Croix.              gebruikt voor uw Kruis.
Tel Simon le Cyrénéen qu’on attelle à      Zoals Simon van Cyrene die men aan
ce morceau de bois.                        dit stuk hout spant.
Il l’empoigne solidement et marche         Hij omvat het stevig en stapt achter
derrière Jésus,                            Jezus aan,
Afin que rien de la Croix ne traîne et     opdat niets van het kruis zou slepen
ne soit perdu.                             of verloren gaan.

Sixième Station                            Zesde statie
La Sainte Véronique                        De heilige Veronica
Tous les disciples ont fui, Pierre lui-    Alle discipelen zijn gevlucht, zelfs
même renie avec transport !                Petrus verloochent met overgave!
Une femme au plus épais de l’insulte       Een vrouw werpt zich te midden van
et au centre de la mort                    de hevigste beschimpingen en in het
Se jette et trouve Jésus et lui prend      centrum van de dood en vindt Jezus
le visage entre les mains.                 en neemt zijn gezicht in haar handen.
Enseignez-nous, Véronique, à braver        Leer ons, Veronica, het aanzien van
le respect humain.                         de mensen te trotseren.
Car celui à qui Jésus-Christ n’est pas     Want hij voor wie Jezus niet slechts
seulement une image, mais vrai,            een beeld maar waarheid is,
Aux autres hommes aussitôt devient         wordt voor andere mensen dadelijk
désagréable et suspect.                    onaangenaam en verdacht.
Son plan de vie est à l’envers, ses        Zijn levensplan loopt andersom, zijn
motifs ne sont plus les leurs.             beweegredenen zijn niet de hunne.
Il y a quelque chose en lui toujours       Er is altijd iets in hem dat ontsnapt en
qui échappe et qui est ailleurs.           elders is.
Un homme fait qui dit son chapelet         Een man die zijn rozenkrans bidt en
et qui va impudemment à confesse,          onbeschaamd te biecht gaat,
Qui fait maigre le vendredi et qu’on       die vrijdags vast en die men te midden
voit parmi les femmes à la messe,          van de vrouwen in de mis ziet,
Cela fait rire et ça choque, c’est drôle   is lachwekkend en shockerend, mal
et c’est irritant aussi.                   en irritant tegelijk.
Qu’il prenne garde à ce qu’il fait, car    Hij moet letten op wat hij doet, want
on a les yeux sur lui.                     hij wordt in de gaten gehouden.
Qu’il prenne garde à chacun de ses         Hij moet op al zijn schreden letten,
pas, car il est un signe.                  want hij is een teken.
Car tout chrétien de son Christ est        Want elke christen is van zijn Christus
l’image vraie quoique indigne.             het ware, hoewel onwaardige, beeld.
Et le visage qu’il montre est le reflet    En het gezicht dat hij toont is de
trivial                                    alledaagse weerschijn

                                         10
De cette Face de Dieu en son cœur ,        van dat Goddelijke gezicht in zijn
abominable et triomphale !                 hart, verfoeilijk en triomfantelijk.

Laissez-nous la regarder encore une        Laat ons nog eenmaal, Veronica,
fois, Véronique,                           op het linnen waarop gij het
Sur le linge où vous l’avez recueillie,    ontvangen hebt, het gezicht van het
la face du Saint Viatique,                 heilige Viaticum [sacrament van de
Ce voile de lin pieux où Véronique a       stervenden] aanschouwen.
caché                                      Die vrome sluier waarin Veronica het
La face du Vendangeur au jour de son       aanschijn van de Wijngaardenier ving
ébriété,                                   op de dag van zijn oververzadiging,
Afin qu`éternellement son image s’y        opdat zijn beeltenis daar eeuwig aan
attachât,                                  gehecht zou zijn,
Qui est faite de son sang, de ses          met zijn bloed gevormd, met zijn
larmes et de nos crachats !                tranen en ons spuug!

Septième Station                           Zevende statie
Jésus tombe encore                         Jezus valt voor de tweede maal
Ce n’est pas la pierre sous le pied, ni    Het is niet de steen onder de voet,
le licou                                   noch de leiband
Tiré trop fort, c’est l’âme qui fait       waaraan te hard werd getrokken, het
défaut tout à coup,                        is de ziel die plotseling stokt.
O milieu de notre vie ! ô chute que        O midden van het leven! O val die
l’on fait spontanément !                   men spontaan maakt!
Quand l’aimant n’a plus de pôle et la      Wanneer de magneet geen pool meer
foi plus de firmament,                     heeft en het geloof geen firmament.
Parce que la route est longue et           Omdat de weg zo lang is en
parce que le terme est loin,               het doel zo ver,
Parce que l’on est tout seul et que la     omdat men helemaal alleen is en de
consolation n’est point.                   troost ontbreekt.
Longueur du temps ! dégoût en              Lengte van tijd, geheime walging die
secret qui s’accroît                       groeit
De l’injonction inflexible et de ce        door de onbuigzame dwang en die
compagnon de bois !                        houten metgezel!
C’est pourquoi on étend les deux bras      Daarom spreidt men beide armen
à la fois comme quelqu’un qui nage.        tegelijk als iemand die zwemt.
Ce n’est plus sur les genoux qu’on         Men valt niet meer op de knieën,
tombe, c’est sur le visage,                maar op het gezicht,
Le corps tombe, il est vrai, et l’âme en   het lichaam valt, inderdaad, en de ziel
même temps a consenti.                     heeft het tegelijk begeven.
Sauvez-nous de la Seconde chute que        Red ons van de tweede val die men
l’on fait volontairement pas ennui.        vrijwillig maakt uit verveling.

                                       11
Huitième Station                         Achtste statie
Les femmes de Jérusalem                  De vrouwen van Jeruzalem
Avant qu’il ne monte une dernière        Voordat Hij voor de laatste maal de
fois sur la montagne,                    berg opgaat,
Jésus lève le doigt et se tourne vers    heft Jezus de hand en wendt zich
le peuple qui l’accompagne,              naar het volk dat rond Hem staat,
Quelques pauvres femmes en pleurs        enkele arme wenende vrouwen met
avec leurs enfants dans les bras.        hun kinderen in de armen.
Et nous, ne regardons pas seulement,     En wij, laten we niet alleen kijken, maar
écoutons Jésus, car il est là.           ook naar Jezus luisteren, want Hij is
                                         daar.
Ce n’est pas un homme qui lève le        Het is niet een mens die de hand
doigt au milieu de cette pauvre          verheft te midden van dat arme
enluminure.                              kleurrijke stelletje.
C’est Dieu qui pour notre salut n’a      Het is God die, niet in schijn, voor ons
pas souffert seulement en peinture. heil heeft geleden.
Ainsi cet homme était le Dieu tout-      Zo was dus die man de almachtige
puissant, il est donc vrai !             God, het is dus waar!
Il est un jour où Dieu a souffert cela Er is een dag waarop God dat al voor
pour nous, en effet !                    ons heeft geleden, in feite!
Quel est-il donc, le danger dont nous Wat is toch het gevaar waaruit wij
avons été rachetés à un tel prix ?       tegen zo’n prijs zijn vrijgekocht?
Le salut de l’homme est-il si simple     Is het heil van de mens zo’n
affaire que le Fils                      eenvoudige zaak dat de Zoon
Pour l’accomplir est obligé de           om die te volvoeren zich uit zijn
s’arracher du sein du Père ?             Vaders schoot moest losrukken?
S’il va ainsi du Paradis, qu’est-ce donc Als het zo gaat om het paradijs, wat is
l’Enfer ?                                dan de hel?
Que fera-t-on du bois mort, si l’on fait Wat zal men doen met dood hout als
ainsi du bois vert ?                     men zo handelt met het groene?

Neuvième Station                          Negende statie
Jésus tombe une troisième fois            Jezus valt voor de derde maal
Je suis tombé encore et cette fois,       Ik ben nogmaals gevallen en ditmaal
c’est la fin.                             is het gedaan.
Je voudrais me relever qu’il n’y a pas    Al wou ik Me oprichten, het zou niet
moyen.                                    gaan.
Car on m’a pressé comme un fruit et       Want men heeft Mij uitgeperst als
l’homme que j’ai sur le dos est trop      een vrucht en de mens die Ik op mijn
lourd.                                    rug draag is te zwaar.
J’ai fait le mal, et l’homme mort avec    Ik heb het kwaad gedaan en de dode
moi est trop lourd !                      mens bij Mij is te zwaar!

                                         12
Mourons donc, car il est plus facile         Laten we dan sterven, want het is mak-
d’être à plat ventre que debout,             kelijker op je buik te liggen dan te staan,
Moins de vivre que de mourir, et sur         minder makkelijk te leven dan te
la croix que dessous.                        sterven, minder op dan onder het kruis.
Sauvez-nous du Troisième péché qui           Red ons van de derde zonde: de
est le désespoir !                           wanhoop!
Rien n’est encore perdu tant qu’il           Niets is verloren zolang de dood nog
reste la mort a boire !                      te drinken blijft!
Et j’en ai fini de ce bois, mais il me       En met dit hout heb Ik afgedaan,
reste le fer !                               maar Mij rest het ijzer!
Jésus tombe une troisième fois, mais         Jezus valt voor de derde maal, doch
c’est au sommet du Calvaire.                 op de top van Golgotha.

Dixième Station                              Tiende statie
Jésus dépouillé de ses vêtements             Jezus wordt ontdaan van zijn kleren
Voici l’aire où le grain de froment          Ziehier de dorsvloer waarop de hemel-
céleste est égrugé.                          se tarwekorrel wordt platgedrukt.
Le Père est nu, le voile du Tabernacle       De Vader is naakt, de sluier van de
est arraché.                                 Tabernakel is afgerukt,
La main est portée sur Dieu, la Chair        de hand is aan God geslagen, het
de la Chair tressaille,                      Vlees van het Vlees rilt,
L’Univers en sa source atteint frémit        het heelal, getroffen in zijn bron, trilt
jusqu’au fond de ses entrailles !            tot in het diepst van zijn ingewanden!
Nous, puisqu’ils ont pris la tunique et      Wij, omdat zij de tunica en het
la robe sans couture,                        naadloze kleed hebben genomen,
Levons les yeux et osons regarder            heffen de ogen op en durven Jezus in
Jésus tout pur.                              zijn zuiverheid te aanschouwen.
Ils ne vous ont rien laissé, Seigneur,       Zij hebben U niets gelaten, Heer,
ils ont tout pris,                           ze hebben alles genomen,
La vêture qui tient à la chair, comme        de kleding die aan het vlees gehecht
aujourd’hui                                  is, zoals men heden
On arrache sa coulle au moine et son         de monnik zijn kap afrukt en de
voile à la vierge consacrée.                 gewijde maagd haar sluier.
On a tout pris, il ne lui reste plus rien    Men heeft alles genomen, er blijft Hem
pour se cacher.                              niets meer over om zich te verbergen.
Il n’a plus aucune défense, il est nu        Hij heeft geen enkele verdediging
comme un ver,                                meer, Hij is naakt als een worm,
Il est livré à tous les hommes et            Hij is overgeleverd aan alle mensen
découvert.                                   en onbedekt.
Quoi, c’est là votre Jésus ! Il fait rire.   Wat, is dat jullie Jezus! Hij doet me
Il est plein de coups et d’immondices,       lachen. Hij is vol builen en vuil, Hij
Il relève des aliénistes et de la police.    hoort thuis in het gekkenhuis of in de

                                         13
gevangenis.
Tauri pingues obsederunt me, Libera            Tauri pingues obsederunt me, Libera
me, Domine, de ore canis.                      me, Domine, de ore canis.
Il n’est pas le Christ. Il n’est pas le Fils   Hij is de Christus niet. Hij is niet de
de l’Homme. Il n’est pas Dieu.                 Zoon des mensen. Hij is God niet.
Son évangile est menteur et son Père           Zijn evangelie liegt en zijn Vader is
n’est pas aux cieux.                           niet in de hemel.
C’est un fou ! C’est un imposteur !            Het is een zot! Het is een bedrieger!
Qu’il parle ! Qu’il se taise !                 Laat Hem spreken! Laat Hem zwijgen!
Le valet d’Anne le soufflette et               Anna’s knecht geeft Hem een
Renan le baise.                                kaakslag en Renan kust Hem.
Ils ont tout pris. Mais il reste le sang       Zij hebben alles afgenomen. Maar het
écarlate.                                      scharlaken bloed blijft.
Ils ont tout pris. Mais il reste la plaie      Ze hebben alles afgenomen. Maar de
qui éclate !                                   bloedende wond blijft!
Dieu est caché. Mais il reste l’homme          God is verborgen. Maar de Man van
de douleur.                                    smarten blijft.
Dieu est caché. Il reste mon frère qui         God is verborgen. Mijn wenende
pleure !                                       broer blijft!
Par votre humiliation, Seigneur, par           Door uw vernedering, Heer, door uw
votre honte,                                   schande,
Ayez pitié des vaincus, du faible que          heb medelijden met de overwonnenen,
le fort surmonte.                              met de zwakke die de sterke overmant.
Par l’horreur de ce dernier vêtement           Door de verschrikking van dit laatste
qu’on vous retire,                             kleed dat men van U wegneemt,
Ayez pitié de tous ceux qu’on                  heb medelijden met allen die worden
déchire !                                      verscheurd!
De l’enfant opéré trois fois que le            Met het kind dat drie keer is geope-
médecin encourage,                             reerd en door de dokter wordt
                                               bemoedigd,
Et de ce pauvre blessé dont on                 en met de arme gewonde wiens
renouvelle les bandages,                       verband wordt vernieuwd,
De l’époux humilié, du fils près de sa         met de vernederde echtgenoot, met
mère qui meurt,                                de zoon bij zijn stervende moeder,
Et de ce terrible amour qu’il faut             en met die vreselijke liefde die wij uit
nous arracher du cœur !                        ons hart moeten snijden!

Onzième Station                                Elfde statie
Jésus attaché à la croix                       Jezus wordt aan het kruis geslagen
Voici que Dieu n’est plus avec nous, Il        En nu is God niet meer met ons. Hij
est par terre.                                 ligt op de grond.
La meute en tas l’a pris à la gorge            De jachthonden hebben Hem samen

                                           14
comme un cerf.                             bij de keel gegrepen als een hert.
Vous êtes donc venu ! Vous êtes            Gij zijt dus gekomen! Gij zijt waarlijk
vraiment avec nous, Seigneur !             met ons, Heer!
On s’est assis sur vous, on vous tient     Men is op U gaan zitten, de knie op
le genou sur le cœur.                      de borst.
Cette main que le bourreau tord,           Deze hand die de beul verdraait, is de
c’est la droite du Tout-Puissant.          rechterhand van de Almachtige.
On a lié l’Agneau par les pieds, on        Men heeft het Lam bij de voeten gebon-
attache l’Omniprésent.                     den, de Alomtegenwoordige vastge-
                                           maakt.
On marque à la craie sur la croix sa       Men tekent met krijt op het kruis zijn
hauteur et son envergure.                  hoogte en breedte.
Et quand il va goûter de nos clous,        En wanneer Hij onze spijkers proeft,
nous allons voir sa figure.                zullen wij zijn gelaatsuitdrukking zien.
Fils Éternel, dont la borne est votre      Eeuwige Zoon, voor wie de grens de
seule infinité,                            enige oneindigheid is,
La voici donc avec nous, cette place       hier is dus in ons midden de smalle
étroite que vous avez convoitée.           plaats die U hebt begeerd.
Voici Elie sur le mort qui se couche de    Zie hier Elia die zich languit op de
son long,                                  dode legt,
Voici le trône de David et la gloire de    zie hier de troon van David en de
Salomon,                                   glorie van Salomo,
Voici le lit de notre amour avec vous,     zie hier het bed van onze liefde met
puissant et dur !                          U, krachtig en sterk!
Il est difficile à un Dieu de se faire à   Het is moeilijk voor een God zich te
notre mesure.                              plooien naar onze maat.
On tire et le corps à demi disloqué        Men trekt en het half ontwrichte
craque et crie.                            lichaam kraakt en krijst.
Il est bandé comme un pressoir, il est     Hij is gespannen als een wijnpers, Hij
affreusement équarri.                      is afzichtelijk uitgerekt.
Afin que le Prophète soit justifié qui     Opdat de profeet gelijk krijgt die het
l’a prédit en ces mots :                   met deze woorden heeft voorspeld:
‘Ils ont percé mes mains et mes pieds.     ‘Zij hebben mijn handen en voeten
Ils ont énumeré tous mes os’.              doorboord. Zij hebben al mijn
                                           beenderen geteld’.
Vous êtes pris, Seigneur, et ne            Gij zijt gevangen, Heer, en kunt niet
pouvez plus échapper.                      meer ontsnappen.
Vous êtes cloué sur la croix par les       Gij zijt aan handen en voeten aan het
mains et par les pieds.                    kruis genageld.
Je n’ai plus rien à chercher au ciel       Ik heb in de hemel niets meer te
avec l’hérétique et le fou.                zoeken met de ketter en de dwaas.
Ce Dieu est assez pour moi qui tient       Deze God is mij genoeg, vast tussen
entre quatre clous.                        vier spijkers.

                                         15
Douzième Station                             Twaalfde statie
Jésus meurt sur la croix                     Jezus sterft aan het kruis
Il souffrait tout à l’heure, c’est vrai,     Hij leed daarstraks, het is waar,
mais maintenant il va mourir.                maar nu gaat Hij sterven.
La grande croix dans la nuit faible-         Zacht beweegt het grote kruis met
ment remue avec le Dieu qui respire.         de ademende God in de nacht.
Tout y est. Il n’y a plus qu`à laisser       Alles is er.
faire l’Instrument.                          Nu moet slechts het instrument elke
Qui du joint de la Double nature             mogelijkheid tot lijden die in Hem is
inépuisablement                              uit de bron van lichaam en ziel en
De la source du corps et de l’âme et         wezen van zijn onuitputtelijke
de l’hypostase, exprime et tire              tweevoudige natuur persen en
Toute la possibilité qui est en lui de       trekken.
souffrir.
Il est tout seul comme Adam quand il         Hij is heel alleen, zoals Adam toen hij
était seul dans l’Eden.                      alleen was in Eden.
Il est pour trois heures seul et             Hij is drie uur lang alleen en proeft de
savoure le Vin,                              wijn,
L’ignorance invincible de l’homme            de onoverwinnelijke onwetendheid van
dans le retrait de Dieu !                    de mens in Gods teruggetrokkenheid!
Notre hôte est appesanti et son front        Onze gast is loom en zijn voorhoofd
fléchit peu à peu.                           zakt langzaam omlaag.
Il ne voit plus sa Mère et son Père          Hij ziet zijn moeder niet meer en zijn
l’abandonne.                                 Vader heeft Hem verlaten.
Il savoure la coupe et la mort               Hij proeft van de kelk en de dood die
lentement qui l’empoisonne.                  Hem langzaam vergiftigt.
N’en avez-vous donc pas assez de ce          Hebt Gij dan niet genoeg van die
vin aigre et mêlé d’eau ,                    zure, met water gemengde wijn
Pour que vous vous redressiez tout à         dat Gij U plotseling opricht en
coup et criiez : Sitio ?                     schreeuwt: Sitio?
Vous avez soif, Seigneur ? Est-ce à          Hebt Gij dorst, Heer? Spreekt Gij tot
moi que vous parlez ?                        mij?
Est-ce moi dont vous avez besoin             Ben ik het die Gij nodig hebt en mijn
encore et de mes péchés ?                    zonden?
Est-ce moi qui manque avant que              Ben ik het die ontbreekt voordat
tout soit consommé ?                         alles voltrokken zal zijn?

Treizième Station                            Dertiende statie
Jésus détaché de la croix                    Jezus wordt van het kruis afgenomen
Ici la Passion prend fin et la               Hier is de Passie voorbij en gaat het
Compassion continue.                         Medelijden verder.
Le Christ n’est plus sur la Croix, il est    Christus is niet meer aan het kruis, Hij

                                            16
avec Marie qui l’a reçu :                     is bij Maria die Hem heeft ontvangen:
Comme elle l’accepta, promis, elle le         Zoals zij Hem, beloofd, heeft aanvaard,
reçoit, consommé.                             ontvangt zij Hem, volbracht.
Le Christ qui a souffert aux yeux de          Christus, die voor de ogen van allen
tous de nouveau au sein de sa mère            geleden heeft, is opnieuw in de
est caché.                                    schoot van zijn moeder geborgen.
L’Église entre ses bras à jamais prend        De Kerk heeft haar geliefde voor
charge de son bien-aimé.                      altijd in de armen gesloten.
Ce qui est de Dieu, et ce qui est de la       Wat van God is, en wat van de moeder
mère, et ce que l’homme a fait,               is, en wat de mens heeft gedaan,
Tout cela sous son manteau est avec           dat alles is voorgoed bij haar onder
elle à jamais.                                haar mantel verenigd.
Elle l’a pris, elle voit, elle touche, elle   Zij heeft Hem genomen, zij ziet, zij
prie, elle pleure, elle admire !              tast, zij bidt, zij weent, zij bewondert!
Elle est le suaire et l’onguent, elle est     Zij is het doodskleed en de zalf, zij is
la sépulture et la myrrhe,                    de grafsteen en de mirre,
Elle est le prêtre et l’autel et le vase      zij is de priester en het altaar, het vat
et le Cénacle.                                en het Cenakel.
Ici finit la Croix et commence le             Hier eindigt het Kruis en begint de
Tabernacle.                                   Tabernakel.

Quatorzième Station                           Veertiende statie
Jésus mis au tombeau                          Jezus wordt in het graf gelegd
Le tombeau où le Christ qui est mort          Het graf waarin Christus, die lijdend
ayant souffert est mis,                       moest sterven, gelegd is,
Le trou à la hâte descellé pour qu’il y       het hol haastig ontzegeld opdat Hij er
dorme sa nuit,                                de nacht in zou doorbrengen,
Avant que transpercé ressuscite et            voordat de doorboorde verrijst en
monte au Père.                                opstijgt naar de Vader.
Ce n’est pas seulement ce sépulcre            Het is niet alleen dit nieuwe graf,
neuf, c’est ma chair,                         het is mijn vlees,
C’est l’homme, votre créature, qui est        het is de mens, uw schepsel, die
plus profond que la terre !                   dieper is dan de aarde!
Maintenant que son cœur est ouvert et         Nu zijn hart open is en zijn handen
maintenant que ses mains sont percées,        zijn doorboord,
Il n’est plus de croix avec nous où son       is er geen kruis meer bij ons of zijn
corps ne soit adapté,                         lichaam hangt eraan,
Il n’est plus de péché en nous où la          is er geen zonde meer in ons waar
plaie ne corresponde !                        niet één van zijn wonden bij hoort!
Venez donc de l’autel où vous êtes            Kom toch tot ons vanaf het altaar
caché vers nous, Sauveur du monde !           waar Gij verborgen zijt, Redder der
Seigneur, que votre créature est              wereld! Heer, wat is uw schepping

                                          17
ouverte et qu’elle est profonde !    open en wat is zij groot en diep!

We zijn onze begunstigers zeer dankbaar voor hun bijdrage aan de
concerten. De Zaterdagmiddagmuziek is mogelijk dankzij subsidie,
donaties en giften van:

Gemeente Utrecht – Broekmans en Van Poppel Bladmuziek –
Orgelmakers Gebr. van Vulpen – TransFORMotion – Van Grafhorst
Notarissen – Fentener van Vlissingen Fonds – Stichting Mien van 't
Sant Fonds – Prins Bernhard Cultuurfonds – Carel Nengerman Fonds –
Elise Mathilde Fonds – K.F. Hein Fonds – vele particuliere donateurs

                                    18
Machtiging concertbijdragen en/of donateurschap

Organisatie              Stichting Zaterdagmiddagmuziek Domkerk
Adres                    Achter de Dom 1, 3512 JN Utrecht
Incassant ID             NL69ZZZ411812560000
Type machtiging          O eenmalige machtiging concertbijdrage (vanaf €5)
(keuze aanvinken)        O eenmalige machtiging donateurschap (vanaf €40)
                         O doorlopende machtiging donateurschap (vanaf €40)
Bedrag (invullen)        € _________
Door ondertekening van dit formulier geeft u toestemming aan Stichting
Zaterdagmiddagmuziek Domkerk een incasso-opdracht te sturen naar uw bank om dit
bedrag van uw rekening af te schrijven. Als u het niet eens bent met deze afschrijving kunt
u deze laten terugboeken. Neem hiervoor binnen 8 weken na afschrijving contact op met
uw bank. Vraag uw bank naar de voorwaarden.
Naam                     __________________________________
Adres                    __________________________________
Postcode en plaats       __________________________________
Telefoon                 __________________________________
Emailadres               __________________________________
                         (ter bevestiging van de machtiging)
IBAN                     _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
Plaats en datum          __________________________________
Handtekening

Graag aanvinken wat      O aanmelding nieuwe donateur O is reeds donateur
van toepassing is        O wil concertinformatie per email ontvangen
Lever dit formulier in bij de collecte na afloop van het concert of stuur het naar
Stichting Zaterdagmiddagmuziek Domkerk, Achter de Dom 1, 3512 JN Utrecht

                                              19
Vous pouvez aussi lire