Gebruiksaanwijzing Ergoline Sensor - JK-Global Service

La page est créée Sylvain Da
 
CONTINUER À LIRE
Gebruiksaanwijzing
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing

  Ergoline Sensor
                                                1020270-00A / nl / 06.2019
Impressum

Impressum
                                Fabrikant: JK-Products GmbH
                                           Köhlershohner Straße 60
                                           53578 Windhagen
                                           GERMANY
                                           Tel.: +49 (0) 22 24 / 818-140
                                           Fax: +49 (0) 22 24 / 818-166
              Klantendienst / Technische     JK-International GmbH,
             Service (Reserveonderdelen-     Division JK-Global Service
               bestelling voor componen-     Köhlershohner Straße 60
                                    ten):    53578 Windhagen
                                             GERMANY
                                             Tel.: +49 (0) 22 24 / 818-861
                                             Fax: +49 (0) 22 24 / 818-205
                                             E-Mail: service@jk-globalservice.de
            Reserveonderdelenbestelling JK-International GmbH,
                voor verbruiksmateriaal: Division JK-Licht
                                         Köhlershohner Straße 60
                                         53578 Windhagen
                                         GERMANY
                                         Tel.: +49 (0) 22 24 / 818-600
                                         Fax: +49 (0) 22 24 / 818-615
                                         E-Mail: info@jk-licht.de

                            GEVAAR!
                             Wanneer u deze gebruiksaanwijzing niet in acht neemt:
                             kan dit leiden tot ernstig letsel en de dood,
                             kan er schade aan het apparaat en het milieu ontstaan.
                             – Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat
                                 u deze apparaat in gebruikt neemt.
                             – Let ook op de aanwijzingen en de gedragsregels die
                                 voor een veilige werking van het apparaat noodzakelijk
                                 zijn.
                             – Stel de gebruiksaanwijzing en de aanvullende informa-
                                 tie van de fabrikant beschikbaar op de werkplek van het
                                 personeel.

            Auteurswet / Copyright
            Het copyright verblijft bij de JK-Holding GmbH.
            De inhoud mag noch gedeeltelijk noch volledig onbevoegd worden verveel-
            voudigd, verspreid of voor concurrentiedoeleinden worden gebruikt of open-
            baar worden gemaakt.
            De afbeeldingen en gegevens in deze gebruiksaanwijzing zijn van toepassing
            onder voorbehoud van technische wijzigingen!

2/30
Inhoudsopgave

Inhoudsopgave
                        1        Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen ............................ 5
                        1.1      Algemeen ........................................................................................ 5
                        1.1.1    Definities ......................................................................................... 5
                        1.1.2    Verklaring van de symbolen ............................................................ 6
                        1.2      Reglementaire toepassing .............................................................. 7
                        1.3      Te verwachten verkeerd gebruik ..................................................... 7
                        1.4      Veiligheidsaanwijzingen voor de gebruiker ..................................... 7
                        1.5      Algemene veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen ................. 8
                        1.5.1    Verplichtingen van de exploitant ..................................................... 8
                        1.5.2    Kwalificatie van het personeel ......................................................... 8
                        1.5.3    Omvang van de levering ................................................................. 8
                        1.5.4    Transport, montage en opstelling .................................................... 8
                        1.5.5    Inbedrijfstelling .............................................................................. 10
                        1.5.6    Bediening en onderhoud ............................................................... 10
                        1.5.7    Buiten werking stellen ................................................................... 10
                        1.5.8    Opslag ........................................................................................... 10
                        1.5.9    Afvalverwijdering ........................................................................... 11
                        1.5.10   Richtlijnen ..................................................................................... 11
                        1.5.11   Export ............................................................................................ 11
                        1.5.12   Technische wijzigingen ................................................................. 11
                        1.6      Borden en stickers op het apparaat .............................................. 12
                        1.7      Garantie ........................................................................................ 14
                        1.8      Uitsluitingen van garantie en aansprakelijkheid ............................ 14

                        2        Omschrijving ............................................................................... 15
                        2.1      Omvang van de levering ............................................................... 15
                        2.2      Beschrijving van het apparaat ....................................................... 15
                        2.3      Functiebeschrijving ....................................................................... 15

                        3        Bediening ..................................................................................... 16
                        3.1      Veiligheidsaanwijzingen voor de gebruiker ................................... 16
                        3.2      Meten ............................................................................................ 16
                        3.3      Meting 2x mislukt .......................................................................... 16
                        3.4      Bedrijfsindicatie van de sensor ..................................................... 17

                        4        Reiniging en onderhoud ............................................................. 18
                        4.1      Veiligheidsinstructies voor reiniging en onderhoud ....................... 18
                        4.2      Storingen ....................................................................................... 18
                        4.3      Reiniging en ontsmetting............................................................... 18
                        4.4      Reinigingsschema ......................................................................... 21
                        4.5      Onderhoud .................................................................................... 22
                        4.6      Onderhoudsschema ...................................................................... 22

06/2019   1020270-00A                                                                             Gebruiksaanwijzing – 3/30
Inhoudsopgave

                5     Technische gegevens ................................................................. 24
                5.1   Vermogen en aansluitwaarden ...................................................... 24
                5.2   Afmetingen .................................................................................... 25
                5.3   Reserveonderdelen en accessoires .............................................. 26

                6     Index ............................................................................................. 27

4/30
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen

1         Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
                           Om een veilig gebruik van het apparaat te garanderen, is het noodzakelijk om
                           de volgende veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen aandachtig door te
                           lezen en in acht te nemen.
                           De hier samengevatte veiligheidsaanwijzingen worden, voor zover noodzake-
                           lijk, bovendien nog in de relevante hoofdstukken herhaald.

                           1.1              Algemeen
                           1.1.1            Definities
                           Exploitant
                           Persoon die de hier beschreven apparaten commercieel beschikbaar stelt
                           aan gebruikers. De exploitant is verantwoordelijk voor de correcte werking
                           van het apparaat en voor het aanhouden van de onderhoudsintervallen.

                           Gebruiker
                           Persoon die het apparaat in een commercieel geëxploiteerde ruimte gebruikt.

                           Personeel
                           Personen, die voor werking, reiniging en algemene onderhoudswerkzaamhe-
                           den verantwoordelijk zijn en de gebruikers instrueren m.b.t. de bediening van
                           de apparaten.

                           Elektricien
                           Een persoon met een geschikte vakkundige opleiding, kennis, ervaring en
                           kennis van de betreffende bepalingen zodat deze gevaren, van elektrische
                           oorsprong kan herkennen en voorkomen.

                           Geautoriseerd geschoold vakpersoneel
                           Vakpersoneel van een externe firma dat door de fabrikant wordt geschoold en
                           geautoriseerd voor montage- en onderhoudswerkzaamheden van bepaalde
                           apparaten.

06/2019      1020270-00A                                                         Gebruiksaanwijzing – 5/30
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen

                                            1.1.2            Verklaring van de symbolen
                                            De volgende soorten veiligheidsinstuctries worden in deze gebruiksaanwijzing
                                            gebruikt:

                                                            GEVAAR!
                                                             Soort en bron van het gevaar
                                                             Deze veiligheidsinstructie betekent dat er direct levensge-
                                                             vaar en gevaar voor letsel bestaat.

                                                            GEVAAR!
                                                             Soort en bron van het gevaar
                                                             Deze veiligheidsinstructie waarschuwt voor levensgevaar en
                                                             verwondingen die door elektriciteit worden veroorzaakt.

                                                            LET OP!
                                                             Soort en bron van het gevaar
                                                             Deze veiligheidsinstructie waarschuwt voor apparaat-, mate-
                                                             riaal- of milieuschade.

                                                             AANWIJZING:
                                                             Dit symbool duidt niet op veiligheidsvoorschriften, maar op
                                                             aanvullende informatie die tot doel heeft de werking van het
                                                             apparaat beter te begrijpen.

6/30
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen

                        1.2              Reglementaire toepassing
                        De sensor wordt gebruikt om de huidige lichtgevoeligheid en voorbruining van
                        de huid van de gebruiker te analyseren voordat een bruinings- of schoon-
                        heidsapparaat wordt gebruikt.
                        De sensor mag enkel op menselijke huid gebruikt worden.
                        Vóór elke bruiningssessie is een meetwaarde nodig. Er wordt gemeten op het
                        helderste deel van de huid dat moet worden gebruind, b.v. aan de binnenkant
                        van een bovenarm.
                        De sensor moet altijd met een tijdbesturing worden gebruikt. De runtime van
                        het apparaat moet worden beschermd door een tijdcontrole volgens EN
                        60335-2-27.

                        1.3              Te verwachten verkeerd gebruik
                        Het volgende gebruik van de sensor is uitdrukkelijk verboden:
                         Meting op ongeschikte huidgedeelten, zie 'Veiligheidsaanwijzingen voor
                            de gebruiker'.

                        1.4              Veiligheidsaanwijzingen voor de
                                         gebruiker
                        Op de volgende lichaamsgedeeltes mag de sensor niet worden gebruikt:
                         Levervlekken, ouderdomsvlekken en aders
                         Wonden, littekens en puistjes
                         Roodheid (Rosacea, zonnebrand)
                         Tatoeages
                         Behaarde huid
                         Diepe huidrimpels
                         Opgemaakte huid (make-up, cosmetica, zelfbruiner)
                         Bezwete, vochtige of glanzende huid

                        Vermijd toepassingsfouten zoals:
                         scheef plaatsen van de sensor
                         te hard aandrukken van de sensor bij het meten (verandert de doorbloe-
                           ding van de huid in het meetgedeelte)

06/2019   1020270-00A                                                       Gebruiksaanwijzing – 7/30
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen

                                            1.5               Algemene veiligheidsaanwijzingen en
                                                              waarschuwingen
                                            1.5.1             Verplichtingen van de exploitant
                                            Als exploitant bent u ervoor verantwoordelijk duidelijke bedienings-, reini-
                                            gings- en onderhoudsaanwijzingen beschikbaar te stellen en door scholing en
                                            instructies van het personeel de vakkundige en reglementaire werking van het
                                            apparaat te waarborgen.
                                            Uw bedieningsinstructies moeten onder inachtneming van de nationale ar-
                                            beidsbescherming- en milieuvoorschriften de gevaarloze werking en de ge-
                                            vaarloze bediening van het apparaat mogelijk maken en rekening houden met
                                            de eigenschappen en ervaringen van uw bedrijf. Binnen de EU geldt de EU-
                                            richtlijn 89/391/EEG.

                                            1.5.2             Kwalificatie van het personeel
                                            Als exploitant bent u verplicht uw personeel in te werken en van bestaande
                                            rechts- en ongevalpreventievoorschriften op de hoogte te brengen. Controleer
                                            of deze gebruiksaanwijzing door uw personeel wordt begrepen en opgevolgd.
                                            Dit geldt in het bijzonder voor de
                                             Gegevens in 'Reglementaire toepassing' en 'Te verwachten verkeerd
                                                 gebruik'
                                             Veiligheidsinstructies in het hoofdstuk bediening
                                             Bedieningsinstructies
                                             Reinigings- en onderhoudsaanwijzingen
                                            – Stel de gebruiksaanwijzing en de aanvullende informatie van de fabrikant
                                                 beschikbaar op de werkplek van het personeel.
                                            – Controleer regelmatig het veiligheid- en gevarenbewuste werken van uw
                                                 personeel onder inachtneming van uw gebruiksaanwijzingen.
                                            – Zorg ervoor dat de reinigingsintervallen worden aangehouden, in het
                                                 bijzonder de reiniging na elke sessie.
                                            – Zorg ervoor dat uw personeel de klanten naar behoren adviseert, in het
                                                 bijzonder over de bruiningstijden, mogelijke risico's en de bediening van
                                                 het apparaat.
                                            – Personen onder 18 jaar mogen het apparaat niet gebruiken. Laat uw
                                                 personeel in geval van twijfel het legitimatiebewijs van de klant controle-
                                                 ren.

                                            1.5.3             Omvang van de levering
                                            Gegevens m.b.t. de omvang van de levering staan vermeld in het hoofdstuk
                                            Beschrijving op pagina 15.

                                            1.5.4             Transport, montage en opstelling
                                            Het apparaat wordt door vakbedrijven geleverd en door de eigen klanten-
                                            dienst van de fabrikant of door een geautoriseerde klantendienst gemonteerd
                                            en opgesteld.
                                            Als exploitant bent u verantwoordelijk voor het opvolgen van de elektrische
                                            voorwaarden op de plaats van opstelling, zie pagina 9.

8/30
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen

                                Montage
                                                  GEVAAR!
                                                  Gevaar voor personen door vallend station!
                                                  – Het station opstellen op een effen en horizontale bo-
                                                     dem.

                                Opstellingsplaats
                                                  LET OP!
                                                  Zouthoudende lucht! Schadelijke stoffen in de lucht!
                                                  Apparaatschade door corrosie aan de behuizing en elektri-
                                                  sche componenten.
                                                  – Stel het apparaat liefst niet in een zwembad op.
                                                  – Gebruik het apparaat niet op locaties met agressieve
                                                      omgevingsfactoren (bijv. in chloorhoudende lucht).
                                                  Schade aan het apparaat mogelijk!
                                                  Bij grote temperatuurverschillen tussen het transporttraject
                                                  en de opstellingslocatie mag het apparaat niet meteen na
                                                  opstelling in gebruik worden genomen.
                                                  – Wacht minimaal 2 uur, voordat u het apparaat op de
                                                       stroomvoorziening aansluit.

                                Omgevingsvoorwaarden
                                   Optimale omgevingstemperatuur: tussen +15 °C en +32 °C
                                   Opslagtemperatuur: tussen -15 °C en +60 °C

                                Het apparaat mag niet in de open lucht worden gebruikt.
                                Bij hoogtes van meer dan 2000 meter boven zeeniveau (N.A.P.) is een om-
                                bouw noodzakelijk om een storingsvrij gebruik te kunnen garanderen.
                                In principe is het apparaat niet voor het gebruik in mobiele inrichtingen (sche-
                                pen, bussen, spoor) geschikt. Om een gebruik zonder storingen in mobiele
                                inrichtingen te kunnen garanderen is een ombouw noodzakelijk.
                                Neem absoluut contact op met de klantenservice vóór inbedrijfstelling - zie
                                pagina 2.
                    19144 / 0

06/2019   1020270-00A                                                                   Gebruiksaanwijzing – 9/30
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen

                                            1.5.5             Inbedrijfstelling
                                            Het apparaat wordt bedrijfsklaar geleverd.
                                            De eerste inbedrijfstelling vindt plaats door de eigen klantendienst van de
                                            fabrikant of door een geautoriseerde klantendienst. Het apparaat wordt be-
                                            drijfsklaar overgedragen.
                                            Wanneer het apparaat langere tijd niet werd gebruikt moet het voor de her-
                                            nieuwde inbedrijfstelling door onze klantendienst of een erkend vakbedrijf
                                            worden gecontroleerd.
                                            Het apparaat wordt toegepast met een timer.
                                            Een timer moet dusdanig geconstrueerd zijn dat het apparaat, ook als de
                                            besturing uitvalt, op zijn laatst na
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen

                        1.5.9             Afvalverwijdering
                        Verpakking
                        De verpakking bestaat voor 100 % uit herbruikbaar materiaal. Niet meer ge-
                        bruikte en door het JK-concern in omloop gebrachte verpakkingen kunnen
                        worden teruggeleverd aan het JK-concern. Uw vertegenwoordiger of dealer
                        adviseert u graag.

                        Afvalverwijdering van de sensor
                        Het apparaat werd gemaakt uit recycleerbare materialen. De JK-
                        ondernemingsgroep biedt informatie over de inhoud of mogelijke gevaren van
                        de gebruikte materialen.
                        Volgens de richtlijn 2012/19/EU is de fabrikant verplicht bepaalde elektrische
                        en elektronische componenten terug te nemen en af te voeren.
                        De desbetreffende bouwdelen en toestellen zijn van het volgende symbool
                        voorzien (hiernaast).
                        Het toestel wordt op aanvraag door de JK-ondernemingsgroep deskundig
                        verwerkt. Deze service is gratis. Uw vertegenwoordiger of dealer adviseert u
                        graag.

                        Registratienummers
                        De ondernemingen van de JK-ondernemingsgroep zijn als fabrikanten in
                        Duitsland geregistreerd en nemen alle verplichtingen over in verband met de
                        Duitse wet m.b.t. elektrische en elektronische apparatuur.
                        Registratienummer JK-Products GmbH (apparaten):
                        WEEE-DE 62655951

                        1.5.10            Richtlijnen
                        Zie de meegeleverde EG-conformiteitsverklaring.

                        1.5.11            Export
                        Wij maken u erop attent dat het apparaat uitsluitend bestemd is voor de Eu-
                        ropese markt en niet mag worden geëxporteerd naar andere landen zoals de
                        Verenigde Staten of Canada en daar niet mag worden gebruikt! Wij aanvaar-
                        den geen aansprakelijkheid indien deze instructie niet wordt nageleefd! We
                        wijzen er uitdrukkelijk op dat overtredingen grote aansprakelijkheidsrisico's
                        voor de exporteur en/of de exploitant tot gevolg kunnen hebben.

                        1.5.12            Technische wijzigingen
                        Dit apparaat is gebouwd volgens de stand van de techniek en de geldende
                        veiligheidsbepalingen. Ten opzichte van afbeeldingen en gegevens in deze
                        gebruiksaanwijzing zijn wijzigingen voorbehouden die noodzakelijk zijn voor
                        de verbetering van het apparaat.
                        Eigenmachtige verbouwingen en veranderingen aan het apparaat en de be-
                        sturing zijn niet toegestaan. Bij niet-inachtneming vervalt de EU-
                        conformiteitsverklaring!
                        Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. Bij niet-inachtneming vervalt
                        de EU-conformiteitsverklaring!

06/2019   1020270-00A                                                        Gebruiksaanwijzing – 11/30
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen

                                            1.6               Borden en stickers op het apparaat
                                            Op het apparaat zijn borden aangebracht die op gevarengebieden wijzen of
                                            belangrijke informatie over componenten geven. De onderstaande borden zijn
                                            voorbeelden. Let erop dat de aanwijzingsborden altijd goed herkenbaar en
                                            leesbaar zijn. Ontbrekende aanwijzingsborden en stickers moeten vervangen
                                            worden.

                                                                                                        2

                                                                                1

                                                                                                                   19122 / 0

                                            1: Typeplaatje

                                            Op de onderkant is het typeplaatje aangebracht. Het bevat belangrijke infor-
                                            matie voor de identificatie van het apparaat (bijv. het serienummer = Serial-
                                            No.).

12/30
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen

                        2: Waarschuwingssticker Ergoline sensorstation (1511871-..)

                                          OPGELET:
                                NIET OP BEHAARDE LICHAAMS-
                                DELEN, LEVERVLEKKEN OF
                                ZICHTBARE ADEREN METEN!
                                         ATTENTION:
                               NE PAS EFFECTUER DE MESURE
                               SUR LES PARTIES PILEUSES DU
                              CORPS, LES GRAINS DE BEAUTE‘
                              OU LES VEINES APPARENTES!

                                              1511827-00a
                                                                      19204 / 0

                        De sticker bevindt zich op de voorkant van het sensorstation

06/2019   1020270-00A                                                             Gebruiksaanwijzing – 13/30
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen

                                            1.7              Garantie
                                            JK-International GmbH is aansprakelijk jegens klanten die een sensor kopen
                                            voor eigen of commercieel gebruik van een distributiepartner van JK-
                                            International GmbH in overeenstemming met de volgende bepalingen voor
                                            defecten aan de sensor; de garantie dekt geen slijtagedelen zoals bijv. het
                                            referentiemeetvlak.
                                            Vertonen de goederen gebreken, dan heeft JK-International in eerste instantie
                                            het recht en de plicht deze naar eigen inzicht en keuze te repareren of ver-
                                            vangende exemplaren te leveren. Voor zover een reparatie / herstelling of
                                            vervangende levering niet mogelijk of mislukt is, kan de koper van de koop-
                                            overeenkomst terugtreden of een aangemeten verlaging van de koopprijs
                                            verlangen. De garantietermijn bedraagt een jaar vanaf het moment van leve-
                                            ring of het moment van afname, voor zover een afname vereist is.
                                            De rechten van de klant uit deze garantie zijn onafhankelijk van eventueel
                                            contractuele aanspraken van de klant en laten die ongewijzigd.

                                            1.8              Uitsluitingen van garantie en aanspra-
                                                             kelijkheid
                                            Garantie en aansprakelijkheid bij persoonlijke en materiaalschade zijn uitge-
                                            sloten wanneer deze resulteren uit een of meerdere van de volgende oorza-
                                            ken:
                                               niet-reglementaire toepassing van het apparaat;
                                               onvakkundig montage, inbedrijfstelling, bediening en onderhoud van het
                                                apparaat;
                                               toepassing van het apparaat bij defecte veiligheidsinrichtingen of niet
                                                volgens de voorschriften aangebrachte of niet functionerende veiligheids-
                                                en beschermingsinrichtingen incl. waarschuwingsstickers;
                                               niet-inachtneming van de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing m.b.t.
                                                transport, opslag, opstelling, inbedrijfstelling, werking en onderhoud;
                                               inzetten van niet geïnstrueerd personeel;
                                               eigenmachtige veranderingen aan het apparaat of de besturing;
                                               gebrekkige bewaking van onderdelen die aan slijtage onderhevig zijn;
                                               onvakkundig uitgevoerde reparaties;
                                               het gebruik van niet-originele reserveonderdelen
                                               rampen door inwerking van vreemde voorwerpen en overmacht.

14/30
Omschrijving

2         Omschrijving

                           2.1              Omvang van de levering
                               Ergoline sensor
                               Stroomvoorziening 24 V

                           2.2              Beschrijving van het apparaat

                                                   5            1

                                               2                                   3        4

                                                                                                 19123/ 0

                           1.   Sensor
                           2.   Sensorstation
                           3.   Netaansluiting (24 V DC)
                           4.   Controlesysteem-aansluiting (RS232 bus)
                           5.   Bedrijfsindicatie

                           2.3              Functiebeschrijving
                           De sensor bepaalt de actuele UV-verdraagbaarheid en de voorbruining van
                           de menselijke huid. Opdat niet alleen de oppervlakkige huidskleur wordt be-
                           oordeeld, meet de sensor tot in de onderste huidlagen.
                           Vóór elke bruiningssessie wordt een meting aan de binnenkant van de bo-
                           venarm uitgevoerd.
                           De meetwaarde wordt aan de tijdbesturing overgedragen en daar verder
                           verwerkt.

06/2019      1020270-00A                                                       Gebruiksaanwijzing – 15/30
Bediening

3           Bediening

                                    3.1              Veiligheidsaanwijzingen voor de ge-
                                                     bruiker
                                    Op de volgende lichaamsgedeeltes mag de sensor niet worden gebruikt:
                                     Levervlekken, ouderdomsvlekken en aders
                                     Wonden, littekens en puistjes
                                     Roodheid (Rosacea, zonnebrand)
                                     Tatoeages
                                     Behaarde huid
                                     Diepe huidrimpels
                                     Opgemaakte huid (make-up, cosmetica, zelfbruiner)
                                     Bezwete, vochtige of glanzende huid

                                    Vermijd toepassingsfouten zoals:
                                     scheef plaatsen van de sensor
                                     te hard aandrukken van de sensor bij het meten (verandert de doorbloe-
                                       ding van de huid in het meetgedeelte)

                                    3.2              Meten
                                    Let ook op de aanwijzingen in het hoofdstuk 'Veiligheidsaanwijzingen voor de
                                    gebruiker'.

                                                     AANWIJZING:
                                                     De doorbloeding van de huid heeft invloed op het meetresul-
                                                     taat. Zodoende kunnen vorm van de dag, sportactiviteiten of
                                                     extreme omgevingstemperaturen verschillende meetresulta-
                                                     ten veroorzaken.

                                    Meting op het lichaam
                                    –   Houd de sensor op het lichtste punt van het lichaam en druk hem aan,
                                        bijv. op de binnenzijde van de bovenarm. Wacht op de signaaltoon.

                                    3.3              Meting 2x mislukt
                                    Als een meting twee keer mislukt, wordt de meting verwijderd en moet deze
                                    opnieuw worden gestart.

                                                     OPMERKING:
                                                     Als een meting mislukt, klinkt er bijkomend een signaal.

                        19127 / 0

16/30
Bediening

                                     3.4               Bedrijfsindicatie van de sensor
     Kleur van de LED Gedrag van de LED Status                                Volgende stap
Bedrijf met sensor (sensor wordt voor de meting van het station genomen)
1    wit-geel            pulserend         bedrijfsklaar (stand-by)
2    wit-geel            knippert          bedrijfsklaar, wacht op meting     Meting (bovenarm, binnenkant)
3    groen-geel          knippert          Meting geslaagd                    Sensor op het basisstation leggen
4    1 x rodd-geel,      knippert          1. meting mislukt                  Meting herhalen
     daarna wit-geel
5    blauw-wit           knippert          2. meting mislukt of zelftest na   Reiniging herhalen Informeer de
                                           reiniging mislukt                  klantenservice, wanneer de indicatie
                                                                              naar meervoudige reiniging niet
                                                                              'Bedrijfsklaar/stand-by' aangeeft
                                                                              (zie punt 1).
6    wit                 knippert          ophangen                           Leggen sensor in het station.

06/2019           1020270-00A                                                             Gebruiksaanwijzing – 17/30
Reiniging en onderhoud

4         Reiniging en onderhoud

                          4.1               Veiligheidsinstructies voor reiniging
                                            en onderhoud
                                            GEVAAR!
                                            Elektrische spanning in het hele apparaat!
                                            Gevaar voor personen door elektrische schokken en ver-
                                            brandingsgevaar.
                                            – Trek vóór het reinigen van de sensor steeds de stekker
                                                uit de contactdoos.
                                            – Vergewis u ervan dat de sensor na de reiniging hele-
                                                maal droog is voordat hij weer gebruikt wordt.

                          4.2               Storingen
                          Als er een storing optreedt, licht de sensor permanent rood op.
                           Neem contact op met de klantendienst als het niet lukt om de storing te
                               verhelpen – zie pagina 2.

                          4.3               Reiniging en ontsmetting
                          Voor de bepaling van de actuele UV-verdraagbaarheid wordt een optisch
                          meetproces inzet met behulp van een fotoelektrische sensor. Dit precisie-
                          instrument maakt een exacte analyse van de actuele huidtoestand mogelijk.
                          Aan de hand van de meetresultaten wordt de betreffende UV-
                          verdraagbaarheid bepaald.
                          Alleen met exacte meetresultaten kunnen de voorwaarden voor een veilige
                          bruining gecreëerd worden die de huid ontziet. In het belang van uw klanten
                          zou u veilig moeten stellen dat bij de reiniging en verzorging van de sensor
                          bijzonder zorgvuldig te werk gegaan wordt.
                          De navolgende aanwijzingen helpen u erbij om de vereiste reinigingshande-
                          lingen op een effectieve manier uit te voeren.
                          Snel desinfecterend reinigingsmiddel SOLARFIX
                          Voor een snelle en grondige desinfectie adviseren wij de snelle oppervlak-
                          desinfectiereiniger SOLARFIX.
                          SOLARFIX concentraat, 150 ml        Bestel-nr.:         500001273-..
                          Schuimspuitkop:                     Bestel-nr.:         1016765-..
                          Fles met schuimspuitkop,            Bestel-nr.:         500001275-..
                          1000 ml (leeg)
                          Mengbus, 10 l. (leeg)               Bestel-nr.:         190000671
                          Afvoerkraan                         Bestel-nr.:         1011281-..

18/30
Reiniging en onderhoud

                                –   Bevochtig een vezelvrije doek (microvezeldoek) of een geschikt reini-
                                    gingspapier met desinfectiemiddel.

                    19128 / 0

                                                 AANWIJZING:
                                                 De sensor niet direct met ontsmettingsmiddel besproeien!
                                                 Neem de sensor voor het reinigen en ontsmetten steeds uit
                                                 het station!

                    19129 / 0

                                –   Reinig de sensorbehuizing en het meetvenster.

                                                 GEVAAR!
                                                  Huidverbrandingen en schadelijke gevolgen op langte
                                                  termijn door foute UV-verdraagbaarheid !
                                                  Vervuilingen zoals bijv. vetresten vervalsen het meetresul-
                                                  taat en leiden tot een foute berekening van de UV-
                    19130 / 0
                                                  verdraagbaarheid.
                                                  – Reinig het meetvenster na iedere sessie zorgvuldig.

                                –   Controleer het resultaat van de reiniging.
                                Er mogen geen strepen, vingerafdrukken of resten van het desinfectiemiddel
                                op het meetvenster achterblijven. Eventueel moet de reiniging herhaald
                                worden.
                                –   Controleer de sensor op beschadigingen aan de buitenkant.
                                –   Leg de sensor niet terug in het basisstation.

                    19131 / 0

06/2019   1020270-00A                                                                Gebruiksaanwijzing – 19/30
Reiniging en onderhoud

                                                      AANWIJZING:
                                                      De controle of de reiniging geslaagd is, zou pas moeten
                                                      plaatsvinden, nadat het desinfectiemiddel verdampt is. Het
                                                      resultaat kan anders beïnvloed worden.

                         19132 / 0

                                     Het basisstation maakt deel uit van de meting. Op het station bevindt zich een
                                     referentiemeetvlak dat eveneens gereinigd moet worden.

                         19133 / 0

                                     –   Reinig en ontsmet de opnameschaal en het referentiemeetvlak.
                                     –   Controleer het meetvlak op krassen en andere beschadigingen.

                                     Bij beschadigingen contact opnemen met de klantenservice.

                                                      AANWIJZING:
                         19134 / 0
                                                      Voordat de gereinigde sensor teruggelegd wordt, moet het
                                                      basisstation vrij zijn van vochtresten en poetsstrepen.

                                     –   Plaats de sensor terug in het basisstation.
                                     –   Verplaats de sensor vervolgens niet meer.

                                                      AANWIJZING:
                                                      Meteen nadat de sensor in het basisstation teruggelegd is,
                                                      vindt een controlemeting plaats. Deze meting kan mislukken,
                                                      wanneer de sensor tijdens deze tijd bewogen wordt.
                         19135 / 0

20/30
Reiniging en onderhoud

                                4.4                      Reinigingsschema

                                                                                     1                            2

                                           4

                                                                                               5

                                                                              3

                                                                                                                      19124 / 0

          Component                   Interval                          Activiteit                        Zie pagina
                                        Na elk gebruik

                                                          Volgens be-
                                                          hoefte

    1     Sensor                                                        Reinigen                                18
                                                              X
    2     Kabel                                                         Reinigen                                18
                                                              X
    3     Basisstation                                                  Reinigen                                18
                                                              X
    4     Referentie-meetvlak              X                            Reinigen                                18
    5     Meetvenster                      X                            Reinigen en desinfecteren               18

06/2019           1020270-00A                                                                  Gebruiksaanwijzing – 21/30
Reiniging en onderhoud

                                         4.5              Onderhoud
                                         Of het apparaat op bevredigende wijze voldoet aan de vereisten, is mede
                                         afhankelijk van service en onderhoud. Daarom is het absoluut noodzakelijk
                                         dat de voorgeschreven onderhoudstermijnen in acht worden genomen en de
                                         service- en onderhoudswerkzaamheden zorgvuldig worden uitgevoerd.

                                         4.6              Onderhoudsschema
                                                          LET OP!
                                                          Gebruik alleen originele onderdelen van hetzelfde type! Bij
                                                          gebruik van andere delen stemt het apparaat niet meer
                                                          overeen met de conformiteitsverklaring en mag het niet
                                                          meer worden gebruikt!
                                                          Voor schade die aantoonbaar is ontstaan door het gebruik
                                                          van andere dan originele onderdelen, kunnen wij niet aan-
                                                          sprakelijk worden gesteld.

                                                                                            1

                                                1

                                                                                                              19189 / 0

                         Component             Interval               Activiteit             Informatie
                                                      1500 h/
                                                      1 jaar

           1             Referentie-meetvlak              x           Vervangen              Wend u tot de
                                                                                             klantendienst

22/30
Reiniging en onderhoud

                        Onderhoud door geautoriseerd, geschoold en gekwalificeerd personeel

                                         OPGELET!
                                          Gevaar voor personen door niet uitgevoerde onder-
                                          houdswerkzaamheden!
                                          Als de onderhoudswerkzaamheden niet uitgevoerd worden,
                                          kan er materiaalen persoonlijke schade optreden!
                                          – De onderhoudswerkzaamheden mogen enkel door
                                               personen uitgevoerd worden die door JK-International
                                               GmbH, afdeling JK-Global Service, geautoriseerd, ge-
                                               vormd en gekwalificeerd werden!
                                          – De operator is verantwoordelijk voor het onderhoud van
                                               de onderhoudsintervallen!

                        De onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd in overeenstem-
                        ming met checklijst 1019858-.. door een onderhoudstechnicus van de fabri-
                        kant of door personen die zijn geautoriseerd, opgeleid en gekwalificeerd door
                        de fabrikant.
                        In de checklijst 1019858-.. moeten de juist uitgevoerde onderhoudswerk-
                        zaamheden ingevoerd en bevestigd worden.
                        De onderhoudswerkzaamheden moeten na volgende intervallen uitgevoerd
                        worden:
                           Na 10 jaar
                        Als het apparaat volgens de productiedatum de leeftijd van 10 jaar heeft be-
                        reikt, moet de toestand van het apparaat worden beoordeeld door een JK-
                        International GmbH gecertificeerde servicemonteur van de afdeling JK-Global
                        Service, voordat het apparaat kan worden gebruikt.
                        Als deze evaluatie van het apparaat niet gebeurt, kunnen schade aan perso-
                        nen of zaken het gevolg zijn.
                        Elke aansprakelijkheid is uitgesloten als het apparaat 10 jaar na de produc-
                        tiedatum zonder 'toestandsevaluatie' wordt gebruikt.

06/2019   1020270-00A                                                        Gebruiksaanwijzing – 23/30
Technische gegevens

5          Technische gegevens

                               5.1   Vermogen en aansluitwaarden
Ergoline sensor
Nominaal opgenomen vermogen:                       6W
Nominale spanning:                               12V DC
Gewicht:                                          2,2 kg

24/30
Technische gegevens

                        5.2        Afmetingen

                         H

                                      B                              T

                                                                           19125/ 0

                              H=                156 mm
                              B=                209 mm
                              T=                141 mm

06/2019   1020270-00A                                    Gebruiksaanwijzing – 25/30
Technische gegevens

                      5.3              Reserveonderdelen en accessoires

                                      1                            2                           3

                                                                                           19126 / 0

                            Aantal   Omschrijving                                       Bestelnr.
                       1       1     Stroomvoorziening 24 V DC                         1511816-..
                       2       1     Sticker logo                                      1511871-..
                       3       1     Waarschuwingsinstructies sensorstation (nl, fr)   1511827-..

26/30
Index

6         Index
                           A
                           Aansluitwaarden ............................................................................................ 28
                           Accessoires.................................................................................................... 30
                           Afmetingen ..................................................................................................... 29
                           Afvalverwijdering ............................................................................................ 13

                           B
                           Bedrijfsindicatie .............................................................................................. 21
                           Behaarde huid............................................................................................ 8, 20
                           Beschrijving.................................................................................................... 18
                           Beschrijving van het apparaat ........................................................................ 18
                           Bestelnummers .............................................................................................. 30
                           Buiten werking stellen .................................................................................... 11

                           D
                           Definities .......................................................................................................... 6

                           E
                           Elektrische installatie ..................................................................................... 10
                           Export............................................................................................................. 13

                           F
                           Filterglazen
                               Onderhoudstermijnen ............................................................................... 26
                           Filters
                               reinigingsintervallen.................................................................................. 25
                           Foutcodes ...................................................................................................... 22

                           G
                           Garantie ......................................................................................................... 17
                           Gezichtsbruiner
                              Onderhoudstermijnen ............................................................................... 26

                           H
                           Huidrimpels ................................................................................................ 8, 20

                           I
                           Inbedrijfstelling ............................................................................................... 11

                           K
                           Klantendienst ................................................................................................... 2
                           Kwalificatie van het personeel.......................................................................... 9

06/2019      1020270-00A                                                                                   Gebruiksaanwijzing – 27/30
Index

        L
        Levervlekken ............................................................................................. 8, 20
        Looptijd van het apparaat .............................................................................. 11

        M
        Maten ............................................................................................................ 29
        Meten ............................................................................................................ 20
        Meting mislukt ............................................................................................... 21
        Montage ........................................................................................................ 10

        O
        Omvang van de levering ........................................................................... 9, 18
        Onderhoud .............................................................................................. 22, 26
        Onderhoudsoverzicht .................................................................................... 26
        Ontsmetting ................................................................................................... 22
        Opgemaakte huid ...................................................................................... 8, 20
        Opslag ........................................................................................................... 12
        Opstelling ...................................................................................................... 10
        Opstellingsplaats ........................................................................................... 10

        R
        Recycling....................................................................................................... 13
        Reglementaire toepassing............................................................................... 8
        Reiniging ....................................................................................................... 22
        Reiniging en ontsmetting ............................................................................... 22
        Reinigingsintervallen ..................................................................................... 25
        Reinigingsoverzicht ....................................................................................... 25
        Reserveonderdelen ....................................................................................... 26
           Bestelnummers ........................................................................................ 30
        Richtlijnen...................................................................................................... 13
        Roodheid ................................................................................................... 8, 20

        S
        Steekverbinding ............................................................................................ 10
        Storingen ....................................................................................................... 22
        Symbolen ........................................................................................................ 7

        T
        Tatoeages ..................................................................................................... 20
        Tatoeages ................................................................................................. 8, 20
        Te verwachten verkeerd gebruik ..................................................................... 8
        Technische gegevens ................................................................................... 28
        Timer ............................................................................................................. 11
        Transport ....................................................................................................... 10

28/30
Index

                        V
                        Veiligheid ....................................................................................................... 10
                        Veiligheidsaanwijzingen
                            Algemene veiligheidsaanwijzingen ............................................................. 9
                        Veiligheidsinrichting ....................................................................................... 17
                        Veiligheidsvoorschriften bij onderhoudswerkzaamheden .............................. 22
                        Vermogen ...................................................................................................... 28
                        Verpakking ..................................................................................................... 13
                        Verplichtingen van de exploitant ...................................................................... 9

                        W
                        Wonden, littekens en puistjes .................................................................... 8, 20

06/2019   1020270-00A                                                                                  Gebruiksaanwijzing – 29/30
Index

30/30
Instructions de service
Traduction des instructions de service originales

  Ergoline Sensor
                                                    1020270-00A / fr / 06.2019
Notice

Notice
                       Constructeur : JK-Products GmbH
                                      Köhlershohner Straße 60
                                      53578 Windhagen
                                      GERMANY
                                      Tél. : +49 (0) 22 24 / 818-140
                                      Fax : +49 (0) 22 24 / 818-166
            SAV / Service technique      JK-International GmbH,
          (commande des pièces de        Division JK-Global Service
                  rechange pour les      Köhlershohner Straße 60
                     composants) :       53578 Windhagen
                                         GERMANY
                                         Tél. : +49 (0) 22 24 / 818-861
                                         Fax : +49 (0) 22 24 / 818-205
                                         E-Mail : service@jk-globalservice.de
          Commande des pièces de JK-International GmbH,
               rechange pour les Division JK-Licht
                 consommables : Köhlershohner Straße 60
                                 53578 Windhagen
                                 GERMANY
                                 Tél. : +49 (0) 22 24 / 818-600
                                 Fax : +49 (0) 22 24 / 818-615
                                 E-Mail : info@jk-licht.de
                          DANGER !
                           Si vous ne respectez pas les présentes instructions de
                           service :
                           • vous prenez le risque de graves blessures, voire d'un
                               accident mortel,
                           • l'appareil et l'environnement peuvent être
                               endommagés.
                           – Veuillez lire les présentes instructions de service avant
                               de mettre en service votre de l'appareil
                           – Respectez les consignes et les règles de conduite né-
                               cessaires pour un fonctionnement sécuritaire de l'appa-
                               reil.
                           – Mettez la notice d'utilisation et les informations com-
                               plémentaires du fabricant à la disposition des person-
                               nels, sur les postes de travail.

         Propriété intellectuelle / Copyright
         JK-Holding GmbH détient la propriété intellectuelle.
         Il est interdit de dupliquer le contenu intégralement ou partiellement, de le
         diffuser, d'en utiliser abusivement aux fins de concurrence, et de le communi-
         quer aux tiers.
         Sous réserve de modifications techniques pour ce qui est des illustrations et
         des indications de ces instructions de service !

2/30
Sommaire

Sommaire
                         1        Consignes de sécurité et avertissements................................... 5
                         1.1      Généralités ...................................................................................... 5
                         1.1.1    Définitions ....................................................................................... 5
                         1.1.2    Explication des symboles ................................................................ 6
                         1.2      Utilisation normale........................................................................... 7
                         1.3      Erreurs d'utilisation prévisibles ........................................................ 7
                         1.4      Consignes de sécurité pour l'utilisateur........................................... 7
                         1.5      Consignes de sécurité générales et avertissements ....................... 8
                         1.5.1    Obligations de l'exploitant ............................................................... 8
                         1.5.2    Qualification du personnel............................................................... 8
                         1.5.3    Contenu de la livraison.................................................................... 8
                         1.5.4    Transport, montage et installation ................................................... 9
                         1.5.5    Mise en service ............................................................................. 10
                         1.5.6    Fonctionnement et maintenance ................................................... 10
                         1.5.7    Mise hors service .......................................................................... 10
                         1.5.8    Stockage ....................................................................................... 10
                         1.5.9    Elimination .................................................................................... 11
                         1.5.10   Directives ...................................................................................... 11
                         1.5.11   Exportation .................................................................................... 11
                         1.5.12   Modifications techniques ............................................................... 11
                         1.6      Plaques et autocollants sur l'appareil ............................................ 12
                         1.7      Garantie ........................................................................................ 14
                         1.8      Exclusion de garantie et de responsabilité ................................... 14

                         2        Description .................................................................................. 15
                         2.1      Contenu de la livraison.................................................................. 15
                         2.2      Description de l'appareil ................................................................ 15
                         2.3      Description des fonctions .............................................................. 15

                         3        Fonctionnement .......................................................................... 16
                         3.1      Consignes de sécurité pour l'utilisateur......................................... 16
                         3.2      Mesure .......................................................................................... 16
                         3.3      Mesure échouée 2 x...................................................................... 16
                         3.4      Affichage du fonctionnement du capteur ...................................... 17

                         4        Nettoyage et maintenance .......................................................... 18
                         4.1      Consignes de sécurité pour le nettoyage et la maintenance......... 18
                         4.2      Défauts .......................................................................................... 18
                         4.3      Nettoyage et désinfection.............................................................. 18
                         4.4      Plan de nettoyage ......................................................................... 21
                         4.5      Maintenance.................................................................................. 22
                         4.6      Plan de maintenance .................................................................... 22

06/2019   1020270 -00A                                                                        Instructions de service – 3/30
Sommaire

           5     Caractéristiques techniques ...................................................... 24
           5.1   Puissance et valeurs de raccordement ......................................... 24
           5.2   Dimensions.................................................................................... 25
           5.3   Pièces de rechange et accessoires ............................................... 26

           6     Index ............................................................................................. 27

4/30
Consignes de sécurité et avertissements

1         Consignes de sécurité et avertissements
                           Pour assurer le bon fonctionnement de l'appareil, il faut lire avec attention et
                           respecter les consignes de sécurité et les avertissements suivants.
                           Les consignes de sécurité regroupées ici seront, si nécessaire, de nouveau
                           mentionnées dans les chapitres correspondants.

                           1.1               Généralités
                           1.1.1             Définitions
                           Opérateur
                           Personne qui met les appareils décrits ici à la disposition d'utilisateurs à des
                           fins lucratives. L'opérateur est responsable du fonctionnement régulier de
                           l'appareil et du respect des intervalles de maintenance.

                           Utilisateur
                           Personne utilisant l'appareil dans un local commercial.

                           Personnel
                           Personnes chargées du fonctionnement, du nettoyage et des travaux géné-
                           raux de maintenance et instruisent les utilisateurs sur le fonctionnement des
                           appareils.

                           Électrotechnicien
                           Personne ayant suivi une formation professionnelle appropriée, disposant
                           des connaissances et de l'expérience requises des directives en vigueur,
                           de manière à pouvoir identifier et prévenir les risques pouvant émaner de
                           l'électricité.

                           Personnel technique formé et autorisé
                           Personnel technique d'une société tierce formé et autorisé pour les travaux
                           d'installation et de maintenance de certains appareils.

06/2019      1020270-00A                                                         Instructions de service – 5/30
Consignes de sécurité et avertissements

                                          1.1.2             Explication des symboles
                                          Dans la présente notice d'utilisation, nous utilisons les consignes de sécurité
                                          suivantes :

                                                           DANGER !
                                                            Nature et source du danger
                                                            Cette consigne de sécurité attire l'attention sur un risque
                                                            direct pour l'intégrité physique et la vie.

                                                           DANGER !
                                                            Nature et source du danger
                                                            Cette consigne de sécurité attire l'attention sur un risque
                                                            pour l'intégrité physique et la vie provoqué par l'électricité.

                                                            ATTENTION !
                                                            Nature et source du danger
                                                            Cette consigne de sécurité attire l'attention sur un risque de
                                                            dommage pour l'appareil, les matériaux et l'environnement.

                                                            REMARQUE :
                                                            Ce symbole ne désigne pas de consigne de sécurité, mais
                                                            des informations pour une meilleure compréhension des
                                                            opérations.

6/30
Consignes de sécurité et avertissements

                        1.2               Utilisation normale
                        Le capteur sert à analyser la sensibilité à la lumière et le bronzage actuels de
                        la peau de l'utilisateur avant l'utilisation d'un appareil de bronzage ou Beauty.
                        Le capteur ne doit être utilisé que sur la peau humaine.
                        Avant chaque séance de bronzage, il est nécessaire de réaliser une mesure
                        de valeur. La mesure se fait sur la partie la plus blanche de la peau qui doit
                        être exposée, p. ex. à l'intérieur de l'avant-bras.
                        Le capteur doit toujours être utilisé avec une minuterie. La durée de fonction-
                        nement de l’appareil doit être sécurisée par une minuterie conformément à
                        EN60335-2-27.

                        1.3               Erreurs d'utilisation prévisibles
                        Les utilisations suivantes du capteur sont strictement interdites :
                         Les mesures à des endroits inadaptés de la peau, voir 'Consignes de
                            sécurité pour l'utilisateur'.

                        1.4               Consignes de sécurité
                                          pour l'utilisateur
                        Il ne faut pas utiliser le capteur sur les parties du corps suivantes :
                         Grains de beauté, lentigos séniles et veines
                         Plaies, cicatrices et boutons
                         Rougeurs (rosacée, coup de soleil)
                         Tatouages
                         Peau poilue
                         Rides prononcées
                         Peau maquillée (maquillage, produits cosmétiques, autobronzant)
                         Peau humide, brillante ou qui transpire

                        Eviter les erreurs d'utilisation telles que :
                         Mise en place de travers du capteur
                         Pression trop importante du capteur lors de la mesure (modifie la circula-
                            tion sanguine de la peau dans la zone de la mesure)

06/2019   1020270-00A                                                        Instructions de service – 7/30
Consignes de sécurité et avertissements

                                          1.5               Consignes de sécurité générales et
                                                            avertissements
                                          1.5.1             Obligations de l'exploitant
                                          En votre qualité d'opérateur, vous êtes tenu de tenir à disposition des instruc-
                                          tions de service, de nettoyage et de maintenance claires et de garantir par
                                          des formations et des instructions le fonctionnement correct et normal ainsi
                                          que la manipulation normale de l'appareil.
                                          Vos instructions pour le fonctionnement doivent permettre le fonctionnement
                                          sans danger et la manipulation sans danger de l'appareil conformément aux
                                          prescriptions nationales d'hygiène du travail et de protection de l'environne-
                                          ment, et respecter les caractéristiques et les éléments pertinents de votre
                                          exploitation. A l'intérieur de l'Union Européenne s'applique la Directive UE
                                          89/391/CEE.

                                          1.5.2             Qualification du personnel
                                          En votre qualité d'opérateur, vous êtes tenu d'instruire votre personnel et
                                          d'attirer son attention sur les prescriptions légales et de prévention des acci-
                                          dents. Assurez-vous que votre personnel a compris la présente notice d'utili-
                                          sation et qu'il l'applique. C'est particulièrement le cas pour les points sui-
                                          vants :
                                           Les informations des rubriques 'Utilisation normale' et 'Erreurs d'utilisa-
                                                tion prévisibles'
                                           Les consignes de sécurité du chapitre Fonctionnement
                                           Les consignes d'utilisation
                                           Les consignes de nettoyage et de maintenance
                                          – Mettez la notice d'utilisation et les informations complémentaires du fa-
                                                bricant à la disposition des personnels, sur les postes de travail.
                                          – Vérifiez régulièrement que votre personnel applique les consignes de
                                                sécurité, est conscient des risques et applique les consignes d'utilisation.
                                          – Veillez à ce que les intervalles de nettoyage soient respectés, en particu-
                                                lier le nettoyage après chaque utilisation.
                                          – Assurez-vous que votre personnel conseille correctement vos clients, en
                                                particulier pour la durée des séances de bronzage, les risques potentiels
                                                et le fonctionnement de l'appareil.
                                          – Il est interdit aux personnes de moins de 18 ans d'utiliser l'appareil. Don-
                                                nez pour instruction à vos personnels de contrôler la carte d'identité en
                                                cas de doute.

                                          1.5.3             Contenu de la livraison
                                          Vous trouverez les informations sur le contenu de la livraison dans le chapitre
                                          Description, page 15.

8/30
Consignes de sécurité et avertissements

                                1.5.4             Transport, montage et installation
                                L'appareil est livré par une entreprise spécialisée et installé par le SAV du
                                fabricant ou installé et monté par un SAV autorisé.
                                En votre qualité d'opérateur, vous êtes tenu d'équiper le lieu de l'implantation
                                avec les installations électriques, voir page 9.

                                Montage
                                                  DANGER !
                                                  Risque pour les personnes en cas de chute !
                                                  – Placer la station sur une surface plane et horizontale.

                                Lieu d'implantation
                                                                 ATTENTION !
                                                  Air salin ! Air chargé en substances polluantes !
                                                  Endommagements de l'appareil dus à la corrosion sur le
                                                  boîtier et les composants électriques.
                                                  – Dans la mesure du possible, ne pas installer l'appareil
                                                       dans une piscine.
                                                  – Ne pas exploiter l'appareil dans des lieux exposés à
                                                       des conditions environnantes agressives (p. ex. air à
                                                       teneur en chlore)
                                                  L'appareil peut être endommagé !
                                                  En cas de grandes différences de température entre le
                                                  transport et le lieu de montage, ne pas mettre l'appareil en
                                                  service immédiatement après installation.
                                                  – Patientez au moins 2 heures avant de raccorder l'appa-
                                                       reil à l'alimentation électrique.

                                Conditions ambiantes
                                   Température ambiante optimale : de +15 °C à +32 °C
                                   Température de stockage : de -15 °C à +60 °C
                                Il est interdit d'utiliser l'appareil à l'extérieur.
                                Aux altitudes supérieures à 2000 m au-dessus du niveau de la mer, il est
                                nécessaire de modifier l'équipement pour pouvoir garantir un fonctionnement
                                correct.
                                Par principe, l'appareil ne convient pas à une exploitation dans des équipe-
                                ments mobiles (bateaux, bus, trains). Une modification s'avère nécessaire
                                pour garantir une utilisation sans perturbation dans des équipements mobiles.
                                Avant de mettre l'appareil en service, veuillez impérativement contacter le
                    19144 / 0
                                service après-vente - voir page 2.

06/2019   1020270-00A                                                                Instructions de service – 9/30
Consignes de sécurité et avertissements

                                          1.5.5             Mise en service
                                          L'appareil est livré prêt à l'emploi.
                                          La première mise en service est effectuée par le SAV du fabricant ou par un
                                          SAV autorisé. L'appareil est remis prêt à fonctionner.
                                          Si l'appareil n'a pas été utilisé pendant une durée prolongée, il doit être con-
                                          trôlé par notre SAV ou par une entreprise spécialisée homologuée.
                                          L'appareil doit être commandé par une minuterie.
                                          Une minuterie doit être installée de manière à ce que, en cas de défaillance
                                          de la commande, l’appareil se déconnecte automatiquement au plus tard
                                          après 110 % du temps de fonctionnement choisi. La durée de fonctionnement
                                          de l’appareil doit être sécurisée par une minuterie conformément à
                                          EN 60335-2-27.

                                                            REMARQUE :
                                                            L'appareil doit impérativement être utilisé avec une minuterie
                                                            et son prise RS232 doit être raccordé à un conducteur de
                                                            protection.

                                          1.5.6             Fonctionnement et maintenance
                                          Le fonctionnement correct, la maintenance et l'entretien sont les conditions
                                          assurant l'intégrité physique et la sécurité des utilisateurs pendant le fonction-
                                          nement et pour garantir les fonctionnalités normales de l'appareil.
                                          Respectez les informations et les recommandations de la présente notice
                                          d'utilisation. Veillez à respecter les intervalles de contrôle, de maintenance et
                                          d'entretien.
                                          Il est interdit d'effectuer des conversions et des modifications arbitraires de
                                          l'appareil et de la commande. L'autorisation d'exploitation devient caduque en
                                          cas d'enfreinte !
                                          Afin d'éviter tout danger, vous ne devez pas utilisez l'appareil lorsque le câble
                                          est endommagé. Il faut changer immédiatement le câble s'il est endommagé.

                                          1.5.7             Mise hors service
                                          Pour mettre l'appareil hors service, temporairement ou définitivement, sec-
                                          tionnez l'alimentation électrique.
                                          Si vous mettez l'appareil hors service définitivement, respectez les prescrip-
                                          tions légales concernant la mise aux déchets.

                                          1.5.8             Stockage
                                          Stocker l'appareil au sec, dans un lieu non exposé aux fluctuations de tempé-
                                          rature. L'appareil refroidi peut être emballé sous un film pour le protéger des
                                          rayures.
                                             Température de stockage : de -15 °C à +60 °C

10/30
Vous pouvez aussi lire