SAMUEL HASSELHORN, BARITON BARYTON 24 OCT. '18 - bozar

La page est créée Sandra Jacob
 
CONTINUER À LIRE
CENTRE FOR FINE ARTS
     BRUSSELS

                       SAMUEL
                       HASSELHORN,
                       BARITON · BARYTON
MUSIC

                       1ST LAUREATE QUEEN ELISABETH
                       COMPETITION 2018

                                    24 OCT. ’18
                                GROTE ZAAL HENRY LE BŒUF ·
                                GRANDE SALLE HENRY LE BŒUF

  PALEIS VOOR SCHONE KUNSTEN
  BRUSSEL
  PALAIS DES BEAUX-ARTS
  BRUXELLES
„Kennen Sie eine fröhliche Musik? Ich nicht.“

               “Kent u vrolijke muziek? Ik niet.”

    « Vous connaissez de la musique gaie, vous ? Moi pas. »

                        Franz Schubert

                 Programma ∙ Programme, p. 2
                       Toelichting, p. 4
                       Clé d’écoute, p. 8
                Biografieën · Biographies, p. 12
            Texte chantés · Gezongen teksten, p. 13

1
HUGO WOLF
              SAMUEL HASSELHORN,                    1860-1903
                   bariton · baryton                Heimweh
                                                    Nachtzauber
                 JUSTUS ZEYEN,                      Die Nacht
                                   piano            Der Freund
                                                    Seemanns Abschied

                                                    22:00
FRANZ SCHUBERT                                      einde van het concert · fin du concert
1797-1828
Sehnsucht
Im Frühling, D 882
Das Heimweh, D 456
Totengräbers Heimweh, D 842
Erlkönig, D 328
Litanei auf das Fest aller Seelen, D 343
Nachtstück, D 672

JOHANNES BRAHMS
1833-1897
Schwesterlein,
  uit · extr. 49 Deutsche Volkslieder, WoO 33/15
In stiller Nacht,
  uit · extr. 49 Deutsche Volkslieder, WoO 33/42
Wach auf mein Herzensschöne
Mein Mädel hat einen Rosenmund,
  uit · extr. 49 Deutsche Volkslieder, WoO 33/25

pauze · pause

ROBERT SCHUMANN
1810-1856
Tragödie 1 & 2
Dein Angesicht,
  uit · extr. Fünf Lieder und Gesänge, op. 127/2
Du bist wie eine Blume,
  uit · extr. Myrthen, op. 25/24
Mein Wagen rollet langsam,
  uit · extr. Vier Gesänge, op. 142
Abends am Strand,
  uit · extr. Romanzen und Balladen, I, op. 45/3
                                                    Partenaire Classicarte · Classicarte partner
Die beiden Grenadiere,
  uit · extr. Romanzen und Balladen, II, op. 49/1
Belsazar                                            Gelieve uit respect voor de artiesten en de muziek de stilte te bewaren. Schakel je gsm of elektronisch
                                                    uurwerk uit en hoest niet onnodig. Het is verboden te fotograferen, te filmen en opnames te maken.
                                                    Pour les artistes et la musique, merci de respecter le silence. Veillez à éteindre téléphones portables,
                                                    montres électroniques et à réprimer les toux. Il est interdit de photographier, filmer et enregistrer.

2                                                   3
TOELICHTING

                                                                                         op dezelfde melodie wordt gezongen           dat getuigt van een melancholische
                   REIS NAAR HET HART                                                    (“strofisch lied”). Het mijmerende Litanei   zachtheid, en het mysterieuze Mein
                                                                                         en Heimweh zijn coupletliederen. Voor        Wagen rollet langsam zouden
                   VAN HET DUITSE LIED                                                   Im Frühling koos Schubert dan weer           oorspronkelijk deel uitmaken van de
                                                                                         voor een strofische variatie, waarbij        bekende cyclus Dichterliebe, maar bij
 De Duitse bariton Samuel Hasselhorn heeft gegrasduind in de bloeiperiode van            de melodie bij elk couplet verandert.        publicatie besliste Schumann anders.
  het Duitse romantische lied en heeft een rijk programma samengesteld dat je            Opvallend is de intense overgang van              Net zoals Schubert wierp Schumann,
door de hele 19e eeuw leidt. De winnaar van de Koningin Elisabethwedstrijd 2018          majeur naar mineur die het verdriet om       naargelang zijn dramatische behoeften,
 laat je genieten van een aantal stukken waarmee hij ook in mei het publiek wist         het verloren geluk beklemtoont, terwijl      zich nu eens op als verteller en dan weer
 te verleiden: Erlkönig van Schubert, Tragödie I “Entflieh mit mir” en Die beiden        de zwierigheid van de zestiende noten        als vertolker van texturen. Dat komt
           Grenadiere van Schumann, en Seemanns Abschied van Wolf.                       dan weer de ongrijpbaarheid weergeeft        sterk tot uiting in het verontrustende
                                                                                         van de tijd die verstrijkt. Dramatischer     bijbelse verhaal Belsazar uit 1840.
                                                                                         wordt het in Totengräbers Heimweh,           Het aangrijpende verhaal van Tragödie
Mozart en Beethoven waren twee                     De geboorte van een genre             een krachtige dodenzang die niettemin        I/II, de revolutionaire trekjes van Die
van de drijvende krachten achter de                                                      vreedzaam eindigt (“vrienden, ik kom”,       beiden Grenadiere, en de markante
ontwikkeling van het lied. Maar Franz        De productieve Schubert heeft om en         zes keer herhaald).                          ritmisch-dynamische contrasten van
Schubert zette het genre pas echt op         bij de 660 Lieder geschreven, in een                                                     Abends am Strand, zijn typerend voor
de kaart toen hij de literaire en muzikale   hels componeertempo. Zijn Erlkönig                                                       een tweede fase in de liedercompositie
kunst met elkaar liet versmelten. Zo         gaat ook na de zoveelste beluistering           Sentimentele ontboezemingen              van Schumann. Vanaf 1849 bediende
werd het lied meer dan een eeuw lang         niet vervelen: de nachtelijke rit te                                                     hij zich van een meer chromatische
een van de dominante kunstvormen van         paard van de vader wordt belichaamd         Voor Robert Schumann was het een             harmonische taal, werden de texturen
de Oostenrijks-Duitse cultuurwereld.         door het galopperende ritme van de          jongensdroom om pianovirtuoos te wor-        ingewikkelder en ging hij zich onnatuur-
    In de literatuur bezielde een nieuwe     triolen in de linkerhand van de pianist,    den. Een blessure aan zijn vinger gooide     lijker uitdrukken. Die composities zijn
geest een hele generatie dichters            bovendien in octaven gespeeld. Het          echter roet in het eten en hij ging zich     lange tijd genegeerd, maar kunnen te-
waarvan Goethe de onmiskenbare               hoefgetrappel wordt enkel onderbroken       toeleggen op het componeren. Zijn lie-       genwoordig op een groeiende aandacht
vaandeldrager was. Niet alleen zijn          door de verleidelijke en kwaadwillige       der waren vernieuwend: in zijn partitu-      van critici en uitvoerders rekenen. De
verzen, maar ook die van Heine, Schiller     tussenkomsten van de Elfenkoning            ren is vaak een hoofdrol weggelegd voor      vele stukken hebben één constante: alle
en Rückert inspireerden componisten          (gekenmerkt door de overgang van            de piano. Het instrument begeleidt niet      teksten zijn van de hand van de grote
die de moderne publicaties en de             mineur naar majeur). De oplopende           langer alleen maar de zang, maar ver-        postromantische dichter en politieke
vertalingen van buitenlandse klassiekers     spanning hoor je ook in de geleidelijke     tolkt het gedicht. De zang en de piano       voorvechter Heinrich Heine.
gretig verslonden.                           stijging van de toonhoogte die de           brengen samen de melodie, en de vele
    De tegenstelling tussen de               verschillende protagonisten aanhouden.      voor- en naspelen van de piano vormen
individualiteit van de mens en externe       Wanneer de galop ten einde komt,            heuse expressieve solo’s.                             Landelijke melodieën
krachten - die van de natuur, maar           maakt de melodie plaats voor een sober          Een andere vernieuwing van
ook die van de geschiedenis en de            recitatief dat de dramatische val van de    Schumann was dat hij zijn stukken            Johannes Brahms was kind aan huis bij
samenleving - loopt als een rode draad       vader er nog aangrijpender op maakt.        graag onderbracht in verschillende           het echtpaar Schumann en had niets
door de uiteenlopende artistieke             Dit stuk dankt zijn iconische status aan    cycli, waarin een welbepaalde dichter of     dan bewondering voor de composities
veruitwendigingen van de romantiek.          zijn dramatische kernachtigheid en          een specifiek thema centraal staat. Die      van Robert, die hij als zijn geestelijke
De favoriete thema’s van de Duitstalige      coherente versmelting van de tekst met      cycli zijn vooral op tonaal vlak complex.    vader beschouwde. Hij heeft zich maar
dichters worden vanavond op                  de muziek.                                  Du bist wie eine Blume maakt deel            laat toegelegd op het lied en benaderde
verschillende manieren onder de loep             In dit werk zijn de verzen van Goethe   uit van Myrthen, een dichtbundel die         het genre eerder traditioneel, waarbij
genomen. Centraal daarbij staan de vier      getoonzet in een continue compositie        bestaat uit 26 Lieder en die hij op de       hij zich verzette tegen de Lisztiaanse
componisten die het repertoire van het       (“durchkomponiertes Lied”), terwijl         vooravond van zijn huwelijk aan Clara        muzikale vernieuwingen die toen in
lied hebben opgebouwd.                       bij andere werken elk tekstcouplet          heeft opgedragen. Dein Angesicht,            zwang waren. Brahms liet zich vooral

       4                                                                                        5
inspireren door folkloristische muziek en               Gesamktkunstlied                   tijd om en bij de 200 Lieder. Daarvoor
greep als belezen man ook graag terug                                                      liet hij zich inspireren door de teksten
naar de koorstijl en de oude muziek van      De esthetische keuzes die Hugo Wolf           van een enkele dichter die hij in bundels
Schütz, Lassus en Couperin, die in de        maakte, stonden op veel vlakken haaks         verzamelde (Mörike, Eichendorff en
vergetelheid was geraakt.                    op die van Brahms. Als vurig aanhanger        Goethe), of ging hij uit van een bepaalde
    Brahms koos er vaak voor om de           van Wagner leidde hij het lied binnen in      culturele invloedssfeer (Spanisches
teksten van minder bekende dichters          een uitgestrekt tonaal universum waarin       Liederbuch, Italienisches Liederbuch).
te toonzetten. Zo vertelde hij tegen een     onder andere de harmonieën van Der                 De stukken die vanavond op het
vriend dat hij de verzen van Goethe zo       Ring des Nibelungen weerklinken. De           programma staan, zijn Gedichte van
perfect vond dat welke muziek ook ze         versterking van de tonaliteit wordt er        Joseph von Eichendorff die Wolf in
onmogelijk beter kon maken. Net zoals        bewust vertraagd, vermeden of vervlakt.       de zomer van 1888 heeft getoonzet.
Mozart was hij de mening toegedaan           Waar Brahms Lieder und Gesänge                Nachtzauber beschrijft het water
dat de muziek ten dienste moest staan        componeerde, publiceerde Hugo Wolf            dat uit de bronnen naar stille meren
van de tekst. In zijn Lieder staat de        Gedichte: “gedichten” die hij op muziek       vloeit, de zoete eenzaamheid van de
vocale melodie, met opeenvolgende            heeft gezet. Die programmatische              nacht en de gekwelde zang van de
toontrappen en een horizontale struc-        terminologie getrouw streefde hij een         nachtegaal met een gebroken hart. De
tuur, centraal. Het klavier vervult vooral   “in bloed geschreven” kunst na en             aantrekkingskracht van de partituur
een begeleidende rol. De basisvorm is        probeerde hij in zijn compositie het          schuilt in de gepunteerde ritmische
een strofische A-B-A-structuur waarop        universum van de tekst over te brengen.       figuur die wordt herhaald en het
Brahms variaties aanbracht. Enige senti-          De vindingrijkheid van Wolf komt in      wachten weergeeft, in de zestiende
mentaliteit was Brahms niet vreemd. Zijn     de eerste plaats tot uiting in de virtuoze    noten die het deinen van het water
favoriete thema’s waren de nostalgie, de     pianopartij. Deze partituur doet denken       oproepen, in de tonale ambiguïteit
onbeantwoorde liefde en de natuur in al      aan de pianoreducties van de grote            die voortvloeit uit de wisseling van de
haar facetten.                               wagneriaanse werken, maar bevat ook           akkoorden, en in de fijne zanglijn die
    De stukken van vanavond maken            losstaande solopartijen voor piano. De        daalt als de avond valt. Humoristischer
deel uit van 49 Deutsche Volkslieder,        vocale partij leunt vaak aan tegen de         wordt het met Seemanns Abschied
waarin Brahms zijn oplossing naar            voordrachtkunst. Naar verluidt zou Wolf       waarin een zeeman afscheid neemt
voren schoof voor een van de                 het publiek ook vaak verrast hebben:          van zijn geliefde en zijn vorige leven
grootste bekommernissen van de               hij droeg zelf de verzen voor van achter      naar de duivel stuurt. Een zeemeermin
19e eeuw, namelijk het verlangen om          de piano voor hij de zanger zijn gang         als toekomstige echtgenote, een haai
de eenvoud van de volkse bezieling           liet gaan. Als dramaturg liet hij zich        met blikkerende tanden, de meeuwen
te laten weerklinken in de stedelijke        leiden door zijn intuïtie en besteedde hij    die hun schrille gekrijs laten horen:
muzikale praktijk. Hierna zou de volkse      bijzonder veel zorg aan de ontwikkeling       dat vrolijke tafereel is in zijn ogen
melodie Brahms’ ideaal en een van            van de figuren die de vertaling waren         een paradijs en hij wenst de rest van
zijn voornaamste creatieve bronnen           van de symboliek van het gedicht. Zelf        de mensheid naar de verdoemenis.
zijn. De zeven liedboeken uit 1894 zijn      beschouwde Wolf dat aspect als zijn           De melodie opent met een krachtig
Brahms’ bijdrage aan de Duitse muziek.       grootste bijdrage tot het genre. De critici   aangeslagen en snerpend akkoord dat
De harmonische aanpak is doorgaans           hebben ook zijn haast Debussiaanse            Bruckner liet opschrikken (“Duivel, waar
eenvoudig: de hoofdzakelijk diatonische      gevoeligheid wat betreft de plaatsing         haal je dat akkoord vandaan?”). De storm
vloeiende en expressieve melodieën           en de spatiëring van de akkoorden, en         aan vlugge noten en de chromatische
worden ondersteund door een solide           zijn meesterschap in de harmonische           ladders in de piano, maken dit lied er
bas. De tekst neemt de vorm aan van          chromatiek blootgelegd.                       alleen maar plezieriger op.
een coupletlied (Mein Mädel hat einen             Na een zoektocht naar een eigen
Rosenmund) of vertoont een strofische        taal begon Wolf in 1888 koortsachtig te                             Delphine Martens
variatie (Schwesterlein).                    componeren, en schreef hij in drie jaar

       6                                                                                          7
CLÉ D’ÉCOUTE

                                                                                          de manière strophique simple. Pour           textures en fonction des besoins
                  VOYAGE AU CŒUR DU                                                       Im Frühling, Schubert choisit une            dramatiques, notamment dans
                                                                                          écriture strophique variée, avec des         l’inquiétant récit biblique Belsazar,
                    LIED ALLEMAND                                                         modifications de la mélodie à chaque         écrit lui aussi en 1840. La poignante
                                                                                          nouvelle stance, notamment un intense        histoire évoquée dans Tragödie I/
  Le riche programme préparé par le baryton allemand Samuel Hasselhorn nous               passage du mode majeur au mineur             II, les accents révolutionnaires cités
 amène à traverser tout le XIXe siècle, période d’efflorescence du lied romantique        pour déplorer le bonheur envolé, tandis      dans Die beiden Grenadiere, ainsi que
  allemand. Nous retrouvons au programme de ce soir certaines des pièces avec             que les guirlandes de doubles croches        Abends am Strand avec ses contrastes
lesquelles le vainqueur du Concours Reine Elisabeth 2018 a su séduire le public en        évoquent la fluidité du temps qui            rythmiques et dynamiques frappants,
  mai dernier : Erlkönig de Schubert, Tragödie I « Entflieh mit mir » et Die beiden       passe. Plus dramatique, Totengräbers         se rattachent à une deuxième période
         Grenadiere de Schumann, ainsi que Seemanns Abschied de Wolf.                     Heimweh est un puissant chant de mort,       d’écriture de lieder, à partir de 1849.
                                                                                          se terminant cependant de manière            Le langage harmonique y est plus
                                                                                          paisible (« mes amis, je viens » répété      intensément chromatique, les textures
Si Mozart et Beethoven avaient déjà                  La naissance d’un genre              six fois).                                   intriquées, l’expression contournée. Ces
contribué au développement du lied,                                                                                                    compositions longtemps déconsidérées
c’est Franz Schubert qui lui donnera         Le prolifique Schubert est l’auteur                                                       suscitent aujourd’hui une attention
ses lettres de noblesse, par sa fusion       de près 660 lieder, composés à un                       L’effusion sentimentale           croissante auprès des critiques et des
accomplie de l’art littéraire et musical,    rythme effréné. On ne se lasse pas                                                        interprètes. Point commun entre ces
en faisant l’une des formes dominantes       de réécouter Erlkönig : la chevauchée        Robert Schumann se rêvait pianiste           nombreuses pièces : tous les textes
dans la sphère culturelle austro-            nocturne du père y est indiquée par          virtuose dans son jeune âge, avant           choisis ont été écrits par Heinrich Heine,
germanique pendant plus d’un siècle.         un rythme haletant de triolets de            de se tourner vers la composition            grand poète et contestataire politique
    En littérature, un grand souffle anime   croches, interrompu uniquement               suite à une blessure au doigt. Ses           post-romantique.
une nouvelle génération de poètes,           par les interventions séductrices et         lieder auront d’ailleurs ceci d’innovant
avec en premier lieu l’immense Goethe.       malveillantes du roi des aulnes (marqué      que le piano domine fréquemment
Ses vers et ceux de Heine, Schiller          par le passage du mode mineur au             l’écriture, interprétant le poème et ne se              Mélodies du pays
ou encore Rückert vont inspirer les          majeur). La tension croissante est aussi     contentant plus d’accompagner la voix.
compositeurs, qui dévorent avec avidité      rendue par l’élévation progressive           Chant et piano se partagent la mélodie,      Ami proche du couple Schumann,
les publications contemporaines ou les       de la tessiture chez les différents          et les nombreux préludes ou postludes        Johannes Brahms admire les
traductions des classiques étrangers.        protagonistes. Lorsque le galop              sont de vrais solos expressifs.              compositions de Robert, dont il se
    Sous des formes diverses, les            s’achève, la mélodie fait place à un sobre       Autre innovation, Schumann aime à        considère comme le fils spirituel. Il se
émanations artistiques du romantisme         récitatif, rendant la chute dramatique       regrouper ses pièces en cycles organisés     sait tard venu dans la sphère du lied, et
ont pour thème commun l’opposition de        plus saisissante encore. Cette pièce         autour d’un poète ou d’un thème, à la        se prononce en faveur d’une approche
l’individualité humaine à de puissantes      est emblématique par ses qualités            structuration complexe notamment sur         traditionnaliste du genre, s’opposant
forces extérieures : celles de la nature,    de concision dramatique et par la            le plan tonal. Du bist wie eine Blume est    aux innovations musicales lisztiennes
mais aussi de l’histoire, ou de la           cohérence fusionnelle du texte avec          issu de Myrthen, une gerbe poétique          en vogue. Il puise ainsi volontiers son
société. Les thèmes de prédilection          la musique.                                  de 26 lieder qu’il offre à Clara la veille   inspiration dans la musique folklorique.
des poètes germaniques sont explorés             Si les vers de Goethe sont ici mis       de leurs noces. Dein Angesicht, à la         Érudit, il aime aussi à citer le style
ce soir de diverses manières, marqués        en musique dans une composition              douceur mélancolique, et l’énigmatique       du choral et la musique ancienne de
de la griffe de quatre compositeurs          continue (« durchkomponiertes Lied »),       Mein Wagen rollet langsam devaient           Schütz, Lassus, ou Couperin, tombés
qui ont forgé le répertoire du lied,         pour d’autres pièces la même mélodie         faire partie initialement du célèbre cycle   dans l’oubli à cette époque.
laissant leur empreinte bien au-delà du      est réutilisée à chaque strophe (« lied      Dichterliebe (1840), mais sont omis              Brahms a souvent préféré mettre en
siècle romantique.                           strophique »). Le recueillement de           volontairement lors de la publication.       musique les textes de poètes mineurs,
                                             Litanei et le texte de Das Heimweh               Comme Schubert, Schumann                 expliquant à un ami qu’il trouvait les
                                             (« la nostalgie du foyer ») fonctionnent     sait se faire narrateur et jouer des         vers de Goethe si parfaits qu’aucune

       8                                                                                         9
musique ne pouvait les améliorer.            tonalité y est volontiers retardée, évitée   des sources s’écoulant vers des lacs
Comme Mozart, il considère que la            ou estompée. Si Brahms compose des           silencieux, la douce solitude de la nuit
musique doit être la servante obéissante     Lieder und Gesänge, lui publie des           et le chant douloureux du rossignol
du texte. Dans ses lieder, la mélodie        Gedichte : des « poèmes » mis en             blessé dans son amour. L’écriture
vocale, aux degrés conjoints et à la ligne   musique. Fidèle à cette terminologie         fascine par son motif rythmique pointé
horizontale, est prééminente, tandis que     programmatique, à la recherche d’un art      répété évoquant l’attente, le bercement
le clavier joue un rôle principalement       « écrit avec du sang », Wolf cherche à       aquatique des doubles croches,
accompagnateur. Le moule essentiel y         restituer dans sa composition l’univers      l’ambiguïté tonale obtenue par des
est une forme strophique et tripartite       du texte.                                    substitutions d’accords, ou encore la
ABA, sur laquelle il élabore une série de        L’inventivité de Wolf se matérialise     ligne fine du chant descendant tandis
variations. Pudiquement sentimental,         d’abord dans la virtuose partie pianis-      que monte la nuit. Dans un ton plus
ses thèmes de prédilection sont ceux de      tique. Cette écriture évoque les réduc-      humoristique, le marin de Seemanns
la nostalgie, de l’amour déçu ou encore      tions pour clavier des grandes œuvres        Abschied prend congé de sa belle et
de la nature sous tous ses aspects.          wagnériennes, mais contient aussi des        envoie au diable sa vie antérieure. Une
    Les pièces de ce soir sont issues        parties de piano solo indépendantes.         sirène pour future épouse, un requin
des 49 Deutsche Volkslieder. Brahms y        La partie vocale est souvent proche          claquant des dents, les mouettes
présente sa solution à l’une des grandes     du style déclamatoire ; l’on rapporte        lançant leurs cris : ce joyeux tableau lui
préoccupations du XIXe siècle, la volonté    même que Wolf surprenait le public en        semble un paradis et il voue au déluge
de verser dans la pratique musicale          déclamant lui-même les vers depuis           le reste de l’humanité ! La mélodie
urbaine la simplicité de l’inspiration po-   le piano avant de laisser s’exprimer le      s’ouvre sur un accord plaqué strident
pulaire. La mélodie populaire demeurera      chanteur. Dramaturge intuitif, il apporte    qui fit sursauter Bruckner (« Diable,
dès lors son idéal constant et constitue     un soin particulier au développement         d’où sortez-vous cet accord-là ? »).
l’une de ses principales sources créa-       de motifs traduisant les connotations        Le déferlement de notes rapides et
tives. Publiés en 1894, ses sept cahiers     symboliques du poème, un aspect              de chromatismes au piano ajoutent à
de chansons seront l’obole de Brahms         qu’il considère comme sa principale          l’esprit jouissif de ce lied.
à la musique allemande. Le traitement        contribution au genre. Les critiques
harmonique y est généralement simple :       ont aussi relevé sa sensibilité presque                              Delphine Martens
les mélodies fluides et expressives, prin-   debussienne quant au placement ou à
cipalement diatoniques, sont soutenues       l’espacement des accords, et ses talents
par une basse solide. Le texte est dé-       de coloriste harmonique.
veloppé sous forme strophique simple             Après de multiples recherches, Wolf
(Mein Mädel hat einen Rosenmund) ou          est pris d’une fièvre compositionnelle
variée (Schwesterlein).                      en 1888, et écrira près de 200 lieder
                                             sur une période de trois ans. Ceux-ci
                                             sont inspirés soit par les textes d’un
            Gesamktkunstlied                 seul poète, qu’il rassemble en recueils
                                             (« Poèmes » de Mörike, d’Eichendorff
Sur de nombreux plans, les options           ou de Goethe), soit par la référence à
esthétiques prises par Hugo Wolf sont à      un univers culturel choisi (Spanisches
l’opposé des choix brahmsiens. Fervent       Liederbuch, Italienisches Liederbuch).
admirateur de Wagner, il amène le lied           Les pièces au programme de ce
dans un univers tonal étendu, intégrant      soir sont des Gedichte de Joseph von
les harmonies entendues entre autres         Eichendorff, mis en musique au cours
dans la Tétralogie. L’affirmation de la      de l’été 1888. Nachtzauber dépeint

       10                                                                                        11
BIOGRAFIEËN · BIOGRAPHIES                                                                          GEZONGEN TEKSTEN · TEXTES CHANTÉS

                                                   kan je hem dit seizoen ook aan het werk     FRANZ SCHUBERT
                                                   horen in de Philharmonie Luxemburg,
                                                   het Theater an der Wien, DeSingel en de     SEHNSUCHT                                         Denn alles ist wie damals noch,
                                                   Camerata Musica in Cambridge. Tijdens       Johann Wolfgang von Goethe                        Die Blumen, das Gefild;
                                                   de concerten staan pianisten Malcolm                                                          Die Sonne scheint nicht minder hell,
                                                   Martineau, Graham Johnson en Justus         Nur wer die Sehnsucht kennt                       Nicht minder freundlich schwimmt im Quell
                                                   Zeyen aan zijn zijde.                       Weiß, was ich leide!                              Das blaue Himmelsbild.

                                  © Nikolaj Lund
                                                                                               Allein und abgetrennt
                                                   FR Le baryton allemand Samuel               Von aller Freude,                                 Es wandeln nur sich Will’ und Wahn,
                                                   Hasselhorn est détenteur de nombreux        Seh ich am Firmament                              Es wechseln Lust und Streit,
                                                   prix prestigieux. Cette année, en plus      Nach jener Seite.                                 Vorüber flieht der Liebe Glück,
                                                   du Premier prix au Concours Reine                                                             Und nur die Liebe bleibt zurück,
                                                   Elisabeth, il a reçu le prix Emmerich       Ach! der mich liebt und kennt,                    Die Lieb’ und ach, das Leid.
                                                   Smola ; précédemment, il a remporté le      Ist in der Weite.
                                                   Concours Das Lied à Heidelberg 2017,        Es schwindelt mir, es brennt                      O wär ich doch ein Vöglein nur
                                                   les Young Concert Artists Auditions         Mein Eingeweide.                                  Dort an dem Wiesenhang
                                                   à New York en 2015 et le Concours           Nur wer die Sehnsucht kennt                       Dann blieb ich auf den Zweigen hier,
       Samuel Hasselhorn,                          Schubert à Dortmund en 2013, sans           Weiß, was ich leide!                              Und säng ein süßes Lied von ihr,
          bariton · baryton                        oublier d’autres récompenses fameuses                                                         Den ganzen Sommer lang.
                                                   comme le deuxième prix à la Wigmore
NL De Duitse bariton Samuel Hasselhorn             Hall Song Competition 2015, le
sleepte al talrijke prestigieuze                   troisième prix au Concours Hugo Wolf        IM FRÜHLING
onderscheidingen in de wacht:                      à Stuttgart 2016 et le Prix de Lied au      Ernst Schulze                                     DAS HEIMWEH
naast de Eerste Prijs van de Koningin              Concours Nadia et Lili Boulanger 2013                                                         Karl Gottfried Theodor Winkler
Elisabethwedstrijd, ontving hij dit jaar           à Paris. La saison dernière, le baryton     Still sitz ich an des Hügels Hang,
de Emmerich Smola Award; eerder                    s’est produit dans des lieux et festivals   Der Himmel ist so klar,                           Oft in einsam stillen Stunden
won hij de Das Liedwedstrijd in                    tels que le Wigmore Hall, le Hessischen     Das Lüftchen spielt im grünen Tal,                Hab‘ ich ein Gefühl empfunden
Heidelberg (2017), de Young Concert                Rundfunk à Francfort et la Schubertiade     Wo ich, beim ersten Frühlingsstrahl               Unerklärbar, wunderbar,
Artists Auditions in New York (2015),              Vilabertran à Barcelone. Dernièrement,      Einst, ach, so glücklich war.                     Das wie Sehnsucht nach der Ferne,
de Schubert-competitie in Dortmund                 Hasselhorn a fait ses débuts au sein de                                                       Hoch hinauf in bessre Sterne,
(2013), de tweede prijs in de Wigmore              la compagnie du Wiener Staatsoper           Wo ich an ihrer Seite ging                        Wie ein leises Ahnen war.
Hall Song Competition (2015), de derde             dans le rôle d’Ottokar dans Der             So traulich und so nah,
prijs op de Hugo Wolf wedstrijd in                 Freischütz de Carl Maria von Weber,         Und tief im dunkelen Felsenquell                  Jetzt, wo von der Heimath Frieden
Stuttgart (2016) en de Lied Prize van het          un rôle qu’il incarnera à BOZAR, en         Den schönen Himmel blau und hell                  Ich so lang schon abgeschieden
Nadia et Lili Boulanger Concours (2013)            mars prochain, dans une production          Und sie im Himmel sah.                            Und in weiter Fremde bin,
in Parijs. Vorig seizoen stond de bariton          réunissant l’Insula Orchestra et le chœur                                                     Fühlt ein ähnlich heißes Sehnen
op de planken van de Wigmore Hall                  Accentus sous la baguette de Laurence       Sieh, wie der bunte Frühling schon                Unter sanften Wehmuthsthränen
en was hij te horen op de Hessischen               Equilbey. Outre BOZAR, les maisons          Aus Knosp’ und Blüte blickt!                      Tief bewegt mein inn‘rer Sinn.
Rundfunk in Frankfurt en op de                     de concert et d’opéra prestigieuses         Nicht alle Blüten sind mir gleich,
Schubertiade Vilabertran in Barcelona.             qui l’accueillent cette saison sont         Am liebsten pflückt’ ich von dem Zweig,
Onlangs maakte Hasselhorn zijn debuut              la Philharmonie Luxembourg, le              Von welchem sie gepflückt!
in het gezelschap van de Wiener                    Theater an der Wien, DeSingel et la
Staatsoper als Ottokar in Der Freischütz           Camerata Musica à Cambridge. Samuel
van Carl Maria von Weber, een rol die              Hasselhorn se produira à ces différentes
hij in maart herneemt in BOZAR, met                occasions aux côtés des pianistes
het Insula Orchestra en Accentus-koor,             Malcolm Martineau, Graham Johnson et
o.l.v. Laurence Equilbey. Naast BOZAR              Justus Zeyen.

       12                                                                                                      13
JOHANNES BRAHMS
TOTENGRÄBERS HEIMWEH                    ERLKÖNIG                                            LITANEI AUF DAS FEST ALLER SEELEN               SCHWESTERLEIN
Jakob Nikolaus Craigher de Jochelutta   Johann Wolfgang von Goethe                          Johann Georg Jacobi                             Anonym

O Menschheit, o Leben!                  Wer reitet so spät durch Nacht und Wind?            Ruhn in Frieden alle Seelen,                    Schwesterlein, Schwesterlein, wann gehn wir
Was soll’s, o was soll’s?!              Es ist der Vater mit seinem Kind;                   Die vollbracht ein banges Quälen,               nach Haus?
Grabe aus, scharre zu!                  Er hat den Knaben wohl in dem Arm,                  Die vollendet süßen Traum,                      „Morgen wenn die Hahnen krähn,
Tag und Nacht keine Ruh!                Er faßt ihn sicher, er hält ihn warm.               Lebenssatt, gebohren kaum,                      Wolln wir nach Hause gehn,
Das Treiben, das Drängen                                                                    Aus der Welt hinüber schieden;                  Brüderlein, Brüderlein, dann gehn wir nach
Wohin! o wohin?!                        „Mein Sohn, was birgst du so bang dein Gesicht?“    Alle Seelen ruhn in Frieden!                    Haus.“
»Ins Grab, tief hinab!«                 „Siehst, Vater, du den Erlkönig nicht?
                                        Den Erlenkönig mit Kron‘ und Schweif?“              Und die nie der Sonne lachten,                  Schwesterlein, Schwesterlein, wann gehn wir
O Schicksal, o traurige Pflicht         „Mein Sohn, es ist ein Nebelstreif.“                Unterm Mond auf Dornen wachten,                 nach Haus?
Ich trag‘s länger nicht!                                                                    Gott, im reinen Himmels-Licht,                  Morgen, wenn der Tag anbricht,
Wann wirst du mir schlagen,             „Du liebes Kind, komm, geh mit mir!                 Einst zu sehn von Angesicht:                    eh end‘t die Freude nicht,
O Stunde der Ruh?!                      Gar schöne Spiele spiel ich mit dir;                Alle, die von hinnen schieden,                  Brüderlein, Brüderlein, der fröhliche Braus.
O Tod! komm und drücke                  Manch bunte Blumen sind an dem Strand,              Alle Seelen ruhn in Frieden!
Die Augen mir zu!                       Meine Mutter hat manch gülden Gewand.“                                                              Schwesterlein, Schwesterlein, wohl ist es Zeit.
Im Leben, da ist’s ach so schwül!                                                                                                           „Mein Liebster tanzt mit mir,
Im Grabe, so friedlich, so kühl!        „Mein Vater, mein Vater, und hörest du nicht,                                                       Geh ich, tanzt er mit ihr,
Doch ach, wer legt mich hinein?         Was Erlenkönig mir leise verspricht?“               NACHTSTÜCK                                      Brüderlein, Brüderlein, laß du mich heut.“
Ich stehe allein! so ganz allein!!      „Sei ruhig, bleibe ruhig, mein Kind:                Johann Baptist Mayrhofer
                                        In dürren Blättern säuselt der Wind.“                                                               Schwesterlein, Schwesterlein, was bist du blaß?
Von allen verlassen                                                                         Wenn über Berge sich der Nebel breitet,         „Das macht der Morgenschein
Dem Tod nur verwandt,                   „Willst, feiner Knabe, du mit mir gehn?             Und Luna mit Gewölken kämpft,                   Auf meinen Wängelein,
Verweil‘ ich am Rande                   Meine Töchter sollen dich warten schön;             So nimmt der Alte seine Harfe, und schreitet,   Brüderlein, Brüderlein, die vom Taue naß.“
Das Kreuz in der Hand,                  Meine Töchter führen den nächtlichen Reihn          Und singt waldeinwärts und gedämpft:
Und starre mit sehnendem Blick,         Und wiegen und tanzen und singen dich ein.“                                                         Schwesterlein, Schwesterlein, du wankest
Hinab, ins tiefe Grab!                                                                      „Du heil‘ge Nacht!                              so matt?
                                        „Mein Vater, mein Vater, und siehst du nicht dort   Bald ist‘s vollbracht.                          „Suche die Kammertür,
O Heimath des Friedens,                 Erlkönigs Töchter am düstern Ort?“                  Bald schlaf ich ihn                             Suche mein Bettlein mir
Der Seligen Land!                       „Mein Sohn, mein Sohn, ich seh es genau:            Den langen Schlummer,                           Brüderlein, es wird fein unterm Rasen sein.“
An dich knüpft die Seele                Es scheinen die alten Weiden so grau.“              Der mich erlöst
Ein magisches Band.                                                                         Von allem Kummer.“
Du winkst mir von ferne                 „Ich liebe dich, mich reizt deine schöne Gestalt;
Du ewiges Licht:                        Und bist du nicht willig, so brauch ich Gewalt.“    Die grünen Bäume rauschen dann,
Es schwinden die Sterne                 „Mein Vater, mein Vater, jetzt faßt er mich an!     Schlaf süß du guter alter Mann;
Das Auge schon bricht!                  Erlkönig hat mir ein Leids getan!“                  Die Gräser lispeln wankend fort,
Ich sinke, ich sinke! Ihr Lieben                                                            Wir decken seinen Ruheort;
Ich komme!                              Dem Vater grauset‘s, er reitet geschwind,           Und mancher liebe Vogel ruft,
                                        Er hält in Armen das ächzende Kind,                 O laß ihn ruh‘n in Rasengruft!
                                        Erreicht den Hof mit Müh‘ und Not:
                                        In seinen Armen das Kind war tot.                   Der Alte horcht, der Alte schweigt
                                                                                            Der Tod hat sich zu ihm geneigt.

               14                                                                                         15
ROBERT SCHUMANN
IN STILLER NACHT                               Feinslieb nach deiner Zier,                 TRAGÖDIE 1                                 DU BIST WIE EINE BLUME
naar · d’après Friedrich Spee von Langenfeld   ob ich dich möcht ersehen,                  Heinrich Heine                             Heinrich Heine
                                               so würd erfreut das Herz in mir,
In stiller Nacht, zur ersten Wacht,            die Wahrheit muß ich g‘stehen.              Entflieh mit mir und sei mein Weib,        Du bist wie eine Blume
ein Stimm‘ begunnt zu klagen,                                                              Und ruh’ an meinem Herzen aus;             so hold und schön und rein;
der nächt‘ge Wind hat süß und lind             Selig ist Tag und Stunde,                   In weiter Ferne sei mein Herz              ich schau‘ dich an, und Wehmut
zu mir den Klang getragen.                     darin du bist gebor‘n,                      Dein Vaterland und Vaterhaus.              schleicht mir ins Herz hinein.
Von herben Leid und Traurigkeit                Gott grüß mir dein rot Munde,
ist mir das Herz zerflossen,                   den ich mir hab erkor‘n;                    Entfliehn wir nicht, so sterb’ ich hier    Mir ist, als ob ich die Hände
die Blümelein, mit Tränen rein                 kann mir kein Liebre werden,                Und du bist einsam und allein;             aufs Haupt dir legen sollt,
hab‘ ich sie all‘ begossen.                    schau daß mein Lieb nicht sei verlor‘n,     Und bleibst du auch im Vaterhaus,          betend, daß Gott dich erhalte
                                               du bist mein Trost auf Erden.               Wirst doch wie in der Fremde sein.         so rein und schön und hold.
Der schöne Mond will untergahn,
für Leid nicht mehr mag scheinen,
die Sterne lan ihr Glitzen stahn,
mit mir sie wollen weinen.                     MEIN MÄDEL HAT EINEN ROSENMUND              TRAGÖDIE 2                                 MEIN WAGEN ROLLET LANGSAM
Kein Vogelsang noch Freudenklang               Anonym                                      Heinrich Heine                             Heinrich Heine
man höret in den Lüften,
die wilden Tier‘ trauern auch mit mir          Mein Mädel hat einen Rosenmund,             Es fiel ein Reif in der Frühlingsnacht,    Mein Wagen rollet langsam
in Steinen und in Klüften.                     Und wer ihn küßt, der wird gesund;          Es fiel auf die zarten Blaublümelein:      Durch lustiges Waldesgrün,
                                               O du! o du! o du!                           Sie sind verwelket, verdorret.             Durch blumige Taler, die zaubrisch
                                               O du schwarzbraunes Mägdelein,                                                         Im Sonnenglanze blühn.
                                               Du la la la la!                             Ein Jüngling hatte ein Mädchen lieb;
WACH AUF MEIN HERZENSSCHÖNE                    Du läßt mir keine Ruh!                      Sie flohen heimlich von Hause fort,        Ich sitze und sinne und träume,
Anonym                                                                                     Es wußt’ weder Vater noch Mutter.          Und denk‘ an die Liebste mein;
                                               Die Wangen sind wie Morgenröt                                                          Da grüßen drei Schattengestalten
Wach auf mein Herzenschöne,                    Wie sie steht überm Winterschnee.           Sie sind gewandert hin und her,            Kopfnickend zum Wagen herein.
zart Allerliebste mein,                        O du, o du, o du!                           Sie haben gehabt weder Glück noch Stern,
ich hör ein süß Getöne                         O du, schwarzbraunes Mägdelein, du          Sie sind gestorben, verdorben.             Sie hüpfen und schneiden Gesichter,
von kleinen Waldvöglein,                       lalalalala!                                                                            So spöttisch und doch so scheu,
die hör ich so lieblich singen,                Du läßt mir keine Ruh!                                                                 Und quirlen wie Nebel zusammen,
ich mein, es woll des Tages Schein                                                                                                    Und kichern und huschen vorbei.
vom Orient her dringen.                        Dein Augen sind wie die Nacht so schwarz,   DEIN ANGESICHT
                                               Wenn nur zwei Sternlein funkeln drin;       Heinrich Heine
Ich hör die Hahnen krähen,                     O du! o du! o du!
und spür den Tag darbei,                       O du schwarzbraunes Mägdelein,              Dein Angesicht so lieb und schön,
die kühlen Winde wehen,                        Du la la la la!                             Das hab‘ ich jüngst im Traum gesehn,
die Sternlein leuchten frei.                   Du läßt mir keine Ruh!                      Es ist so mild und engelgleich,
Singt uns Frau Nachtigalle,                                                                Und doch so bleich, so schmerzenreich.
singt uns ein süße Melodei,                    Du Mädel bist wie der Himmel gut,
sie meld‘t den Tag mit Schalle.                Wenn er über uns blau sich wölben tut;      Und nur die Lippen, die sind rot;
                                               O du! o du! o du!                           Bald aber küßt sie bleich der Tod.
Du hast mein Herz umfangen                     O du schwarzbraunes Mägdelein,              Erlöschen wird das Himmelslicht,
in treu inbrünstger Lieb,                      Du la la la la!                             Das aus den frommen Augen bricht.
ich bin so oft gegangen                        Du läßt mir keine Ruh!

              16                                                                                          17
ABENDS AM STRAND                          DIE BEIDEN GRENADIERE                            BELSAZAR
Heinrich Heine                            Heinrich Heine                                   Heinrich Heine

Wir saßen am Fischerhause,                Nach Frankreich zogen zwei Grenadier,            Die Mitternacht zog näher schon;                   Und sieh! und sieh! an weißer Wand
Und schauten nach der See;                Die waren in Rußland gefangen.                   In stummer Ruh lag Babylon.                        Da kam‘s hervor wie Menschenhand;
Die Abendnebel kamen,                     Und als sie kamen ins deutsche Quartier,
Und stiegen in die Höh.                   Sie ließen die Köpfe hangen.                     Nur oben in des Königs Schloß,                     Und schrieb, und schrieb an weißer Wand
                                                                                           Da flackert‘s, da lärmt des Königs Troß.           Buchstaben von Feuer, und schrieb und
Im Leuchtturm wurden die Lichter          Da hörten sie beide die traurige Mär:                                                               schwand.
Allmählich angesteckt,                    Daß Frankreich verloren gegangen,                Dort oben in dem Königsaal,
Und in der weiten Ferne                   Besiegt und geschlagen das tapfere Heer          Belsatzar hielt sein Königsmahl.                   Der König stieren Blicks da saß,
Ward noch ein Schiff entdeckt.            Und der Kaiser, der Kaiser gefangen.                                                                Mit schlotternden Knien und totenblaß.
                                                                                           Die Knechte saßen in schimmernden Reihn,
Wir sprachen von Sturm und Schiffbruch,   Da weinten zusammen die Grenadier                Und leerten die Becher mit funkelndem Wein.        Die Knechtenschar saß kalt durchgraut,
Vom Seemann, und wie er lebt,             Wohl ob der kläglichen Kunde.                                                                       Und saß gar still, gab keinen Laut.
Und zwischen Himmel und Wasser,           Der eine sprach: „Wie weh wird mir,              Es klirrten die Becher, es jauchzten die Knecht;
Und Angst und Freude schwebt.             Wie brennt meine alte Wunde!“                    So klang es dem störrigen Könige recht.            Die Magier kamen, doch keiner verstand
                                                                                                                                              Zu deuten die Flammenschrift an der Wand.
Wir sprachen von fernen Küsten,           Der andre sprach: „Das Lied ist aus,             Des Königs Wangen leuchten Glut;
Vom Süden und vom Nord,                   Auch ich möcht mit dir sterben,                  Im Wein erwuchs ihm kecker Mut.                    Belsazar ward aber in selbiger Nacht
Und von den seltsamen Menschen            Doch hab ich Weib und Kind zu Haus,                                                                 Von seinen Knechten umgebracht.
Und seltsamen Sitten dort.                Die ohne mich verderben.“                        Und blindlings reißt der Mut ihn fort;
                                                                                           Und er lästert die Gottheit mit sündigem Wort.
Am Ganges duftet‘s und leuchtet‘s,        „Was scheert mich Weib, was scheert mich Kind,
Und Riesenbäume blühn,                    Ich trage weit blesser Verlangen;                Und er brüstet sich frech und lästert wild;
Und schöne, stille Menschen               Laß sie betteln gehn, wenn sie hungrig sind      Die Knechtenschar ihm Beifall brüllt.
Vor Lotosblumen knien.                    Mein Kaiser, mein Kaiser gefangen!
                                                                                           Der König rief mit stolzem Blick;
In Lappland sind schmutzige Leute,        Gewähr mir, Bruder, eine Bitt:                   Der Diener eilt und kehrt zurück.
Plattköpfig, breitmäulig, klein;          Wenn ich jetzt sterben werde,
Sie kauern ums Feuer und backen           So nimm meine Leiche nach Frankreich mit,        Er trug viel gülden Gerät auf dem Haupt;
Sich Fische, und quäken und schrein.      Begrab‘ mich in Frankreichs Erde.                Das war aus dem Tempel Jehovas geraubt.

Die Mädchen horchten ernsthaft,           Das Ehrenkreuz am roten Band                     Und der König ergriff mit frevler Hand
Und endlich sprach niemand mehr;          Sollst du aufs Herz mir legen;                   Einen heiligen Becher, gefüllt bis am Rand.
Das Schiff war nicht mehr sichtbar,       Die Flinte gib mir in die Hand,
Es dunkelte gar zu sehr.                  Und gürt mir um den Degen.                       Und er leert ihn hastig bis auf den Grund
                                                                                           Und rufet laut mit schäumendem Mund:
                                          So will ich liegen und horchen still,
                                          Wie eine Schildwach, im Grabe,                   „Jehova! dir künd ich auf ewig Hohn
                                          Bis einst ich höre Kanonengebrüll,               Ich bin der König von Babylon!“
                                          Und wiehernder Rosse Getrabe.
                                                                                           Doch kaum das grause Wort verklang,
                                          Dann reitet mein Kaiser wohl über mein Grab,     Dem König ward‘s heimlich im Busen bang.
                                          Viel Schwerter klirren und blitzen;
                                          Dann steig ich gewaffnet hervor aus dem Grab     Das gellende Lachen verstummte zumal;
                                          Den Kaiser, den Kaiser zu schützen!“             Es wurde leichenstill im Saal.

              18                                                                                          19
HUGO WOLF
HEIMWEH                                     NACHTZAUBER                            DER FREUND                            SEEMANNS ABSCHIED
Eduard Mörike                               Josef Karl Benedikt von Eichendorff    Josef Karl Benedikt von Eichendorff   Josef Karl Benedikt von Eichendorff

Wer in die Fremde will wandern,             Hörst du nicht die Quellen gehen       Wer auf den Wogen schliefe,           Ade, mein Schatz, du mocht‘st mich nicht,
Der muß mit der Liebsten gehn,              zwischen Stein und Blumen weit         ein sanft gewiegtes Kind,             ich war dir zu geringe.
Es jubeln und lassen die andern             nach den stillen Waldesseen,           kennt nicht des Lebens Tiefe,         Einst wandelst du bei Mondenlicht
Den Fremden alleine stehn.                  wo die Marmorbilder stehen             vor süßem Träumen blind.              und hörst ein süßes Klingen:
                                            in der schönen Einsamkeit?                                                   Ein Meerweib singt, die Nacht ist lau,
Was wisset ihr, [dunkele] Wipfel,           Von den Bergen sacht hernieder,        Doch wen die Stürme fassen            die stillen Wolken wandern,
Von der alten, schönen Zeit?                weckend die uralten Lieder,            zu wildem Tanz und Fest,              da denk‘ an mich, ‚s ist meine Frau,
Ach, die Heimat hinter den Gipfeln,         steigt die wunderbare Nacht,           wen hoch auf dunklen Straßen          nun such‘ dir einen Andern!
Wie liegt sie von hier so weit?             und die Gründe glänzen wieder,         die falsche Welt verläßt:
                                            wie du‘s oft im Traum gedacht.                                               Ade, ihr Landsknecht, Musketier!
Am liebsten betracht ich die Sterne,                                               Der lernt sich wacker rühren,         wir zieh‘n auf wildem Roße,
Die schienen, wie ich ging zu ihr,          Kennst die Blume du, entsprossen       durch Nacht und Klippen hin           das bäumt und überschlägt sich schier
Die Nachtigall hör ich so gerne,            in dem mondbeglänzten Grund            lernt der das Steuer führen           vor manchem Felsenschloße.
Sie sang vor der Liebsten Tür.              Aus der Knospe, halb erschlossen,      mit sichrem, ernstem Sinn.            Der Wassermann bei Blitzesschein
                                            junge Glieder blühendsprossen,                                               taucht auf in dunklen Nächten,
Der Morgen, das ist meine Freude!           weiße Arme, roter Mund,                Der ist von echtem Kerne,             der Haifisch schnappt, die Möven schrei‘n,
Da steig ich in stiller Stund               und die Nachtigallen schlagen          erprobt zu Lust und Pein,             das ist ein lustig Fechten!
Auf den höchsten Berg in die Weite,         und rings hebt es an zu klagen,        der glaubt an Gott und Sterne,
Grüß dich, Deutschland, aus Herzensgrund!   ach, vor Liebe todeswund,              der soll mein Schiffmann sein!        Streckt nur auf eurer Bärenhaut
                                            von versunk‘nen schönen Tagen                                                daheim die faulen Glieder,
                                            komm, o komm zum stillen Grund!                                              Gott Vater aus dem Fenster schaut,
                                            Komm! Komm!                                                                  schickt seine Sündflut wieder!
                                                                                                                         Feldwebel, Reiter, Musketier,
                                                                                                                         sie müssen all‘ ersaufen,
                                                                                                                         derweil mit frischem Winde wir
                                            DIE NACHT                                                                    im Paradies einlaufen.
                                            Josef Karl Benedikt von Eichendorff

                                            Nacht ist wie ein stilles Meer,
                                            Lust und Leid und Liebesklagen
                                            Kommen so verworren her
                                            In dem linden Wellenschlagen.

                                            Wünsche wie die Wolken sind,
                                            Schiffen durch die stillen Räume,
                                            Wer erkennt im lauen Wind,
                                            Ob‘s Gedanken oder Träume?

                                            Schließ‘ ich nun auch Herz und Mund,
                                            Die so gern den Sternen klagen,
                                            Leise doch im Herzensgrund
                                            Bleibt das linde Wellenschlagen.

              20                                                                                 21
CONCERT IN AMUZ

                             Eva Zaïcik
                             & Taylor Consort
                             Héroïnes magiques

                             DONDERDAG 29 NOVEMBER 2018
                             21.00 UUR

INFO & TICKETS: WWW.AMUZ.BE | +32 (0)3 292 36 80 | DI & DO, 13.00-16.00 UUR
WIJ DANKEN ONZE BOZAR PATRONS VOOR HUN TROUWE STEUN                                          NOUS REMERCIONS NOS BOZAR PATRONS POUR LEUR SOUTIEN PRÉCIEUX

BOZAR PATRONS                                                                                     • De heer en Mevrouw Frank Monstrey-Noé • Madame Philippine de Montalembert • Baron et
                                                                                                  Baronne Dominique Moorkens • Madame Jean Moureau-Stoclet • Madame Nelson • De heer
Monsieur et Madame Charles Adriaenssen • Madame Geneviève Alsteens • Madame Marie-                en Mevrouw Robert van Oordt • Mevrouw Thérèse Opstal • Monsieur Laurent Pampfer • Comte
Louise Angenent • Monsieur et Madame Etienne d’Argembeau • Comtesse Bernard d’Aramon •            et Comtesse Baudouin du Parc Locmaria • Madame Jessica Parser • Madame Jean Pelfrene –
Comte Armand • Comte et Comtesse Christian d’Armand de Chateauvieux • Monsieur Laurent            Piqueray • Monsieur et Madame Dominique Peninon • Monsieur et Madame Olivier Périer •
Arnauts • Monsieur et Madame Laurent Badin • Baron en Barones Jean-Pierre de Bandt •              Monsieur Frédéric Peyré • Monsieur Gérard Philippson • Famille Philippson • Madame Florence
Monsieur Erard de Becker • Monsieur et Madame Roger Bégault • Madame Marie Bégault •              Pierre • Madame Marie-Caroline Plaquet • Madame Suzanne de Potter • Monsieur et Madame
Monsieur Jan Behlau • Monsieur Jean-François Bellis • Baron et Baronne Berghmans • Monsieur       André Querton • Madame Hermine Rédélé Siegrist • Monsieur et Madame Ramon Reyntiens •
Tony Bernard • Baron en Barones Luc Bertrand • De Heer Stefaan Bettens • De Heer en Mevrouw       Madame Olivia Nicole Robinet-Mahé • Madame Didier Rolin Jacquemyns • De heer en Mevrouw
Carl Bevernage • Madame Bia • Mevrouw Liliane Bienfet • Monsieur Philippe Bioul • Mevrouw         Anton van Rossum • Monsieur et Madame Bernard Ruiz Picasso • Monsieur et Madame Jean
Roger Blanpain • Madame Laurette Blondeel • Monsieur et Madame Mickey Boël • Comte et             Russotto • Monsieur et Madame Dominique de Saint-Rapt • Monsieur et Madame Frederic
Comtesse Boël • De heer en Mevrouw Michel Bonne • Monsieur Vincent Boone • Monsieur et            Samama • Monsieur Jean-Pierre Schaeken-Willemaers • Monsieur Grégoire Schöller • Monsieur
Madame Thierry Bouckaert • De Heer en Mevrouw Alfons Brenninkmeijer • Ambassadeur Dr.
                                                                                                  et Madame Philippe Schöller • Monsieur et Madame Hans C. Schwab • Chevalier Alec de Selliers
Günther Burghardt en Mevrouw Rita Burghardt-Byl • Mevrouw Helena Bussers • Baron Cardon
de Lichtbuer • Monsieur et Madame Michel Carlier • Monsieur et Madame Hervé de Carmoy •           de Moranville • Monsieur et Madame Tommaso Setari • Madame Gaëlle Siegrist Mendelssohn
Monsieur Robert Chatin • Prince et Princesse de Chimay • Monsieur et Madame Christian Chéruy      • Messieurs Bernard Slegten et Olivier Toegemann • Monsieur Patrick Solvay • Madame Mario
• Madame Marianne Claes • Monsieur Jim Cloos et Madame Véronique Arnault • Madame                 Spandre • Monsieur Eric Speeckaert • Vicomte Philippe de Spoelberch • Madame Irene Steels-
Jean de Cock de Rameyen • Monsieur Bernard de Cock de Rameyen • Monsieur et Madame                Wilsing • Stichting Liedts-Meesen • Monsieur et Madame Stoclet • Baron et Baronne Hugues van
Patrice Crouan • Prince Guillaume de Croÿ • De Heer en Mevrouw Géry Daeninck • Monsieur et        der Straten • Mevrouw Christiane Struyven • Monsieur Julien Struyven • De heer Coen Teulings
Madame Denis Dalibot • Monsieur et Madame Bernard Darty • Comte Davignon • De Heer en             • Monsieur Daniel Thierry • Monsieur et Madame Jean-Christophe Troussel • Madame Astrid
Mevrouw Philippe De Baere • Monsieur Pascal De Graer • De heer en Mevrouw Bert De Graeve •        Ullens de Schooten • Madame Brigitte Ullens de Schooten • Monsieur Marc Urban • Dr. Philippe
Mevrouw Brigitte De Groof • Baron Andreas De Leenheer • Monsieur Michel Delloye • Monsieur        Uytterhaegen • De heer Marc Vandecandelaere • De heer Alexander Vandenbergen • Mevrouw
et Madame Alain De Pauw • Monsieur Patrick Derom • De heer Eric Devos • Monsieur Amand-           Greet Van de Velde • De heer Jan Van Doninck • Madame Nadine van Havre • Madame Lizzie
Benoît D’Hondt • Monsieur Régis D’Hondt • Monsieur et Madame Thierry Dillard • Madame Iro         Van Nieuwenhuyse • De heer Johan Van Wassenhove • Baron et Baronne de Vaucleroy • De heer
Dimitriou • De heer en Mevrouw Pieter Dreesmann • M. Bruce Dresbach et Dr. Corinne Lewis          Eric Verbeeck • Monsieur et Madame Denis Vergé • Monsieur et Madame Bernard Vergnes •
• De Heer en Mevrouw Bernard Dubois • Madame Sylvie Dubois • Monsieur et Madame Pierre            Monsieur et Madame Alexis Verougstraete • Mevrouw Eddy Vermeersch • De heer en Mevrouw
Dumolard-Balthazard • Monsieur Paul Dupuy • Mr. Graham Edwards • Madame Dominique                 Axel Vervoordt • Monsieur Guy Vieillevigne • De heer en Mevrouw Karel Vinck • De Vrienden
Eickhoff • Baron et Baronne François van der Elst • Madame Marie-Laure Fleisch • Madame           van het Zoute - Les Amis du Zoute • Madame Gabriel Waucquez • Monsieur et Madame Peter
Jacques E. François • Madame Sophie de Galbert • De heer en Mevrouw Marnix Galle Sioen •          Wilhelm • Monsieur et Madame Luc Willame • Monsieur Robert Willocx • Monsieur et Madame
Monsieur Nikolay Gertchev • Monsieur Marc Ghysels • Monsieur et Madame Léo Goldschmidt            Antoine Winckler • Monsieur et Madame Bernard Woronoff • Chevalier Godefroid de Wouters
• De heer André Gordts • Comtesse Nadine le Grelle • Monsieur et Madame Pierre Guilbert •         d’Oplinter • Mr. Johan Ysewyn & Ms Georgia Brooks • Monsieur et Madame Jacques Zucker •
Madame Nathalie Guiot • Monsieur Paul Haine • Monsieur et Madame Bernard Hanotiau • De            Monsieur et Madame Yves Zurstrassen • Zita, Maison d’Art et d’Âme
Heer en Mevrouw Philippe Haspeslagh • Monsieur Thierry Hazevoets • De Heer en Mevrouw
Pieter Heering • Monsieur Jean-Pierre Hoa • De Heer Xavier Hufkens • Madame Christine Huvelin     Contact : 02 507 84 21 – patrons@bozar.be
• Mevrouw Bonno H. Hylkema • Monsieur † et Madame Fernand Jacquet • Monsieur Maxime
Jadot • Barones Janssen • Baron et Baronne Paul-Emmanuel Janssen • Monsieur et Madame
Mathieu Janssens van der Maelen • Madame Patricia de Jong • Madame Elisabeth Jongen • De          YOUNG PATRONS
heer en Mevrouw Martin Kallen • Monsieur et Madame Adnan Kandiyoti • Monsieur Claude
Kandiyoti • Monsieur Sam Kestens • Monsieur Peter Klein et Madame Susanne Hinrichs • Dr.
                                                                                                  Mademoiselle Nour Amrani • Monsieur Ludovic d’Auria • Mademoiselle Emilie de Bellefroid •
et Madame Klaus Körner • Monsieur Charles Kramarz • Madame Jean-Jacques Kreglinger •
Monsieur et Madame Charles Kriwin • Monsieur et Madame Antoine Labbé • Madame Marleen             Comte Xavier de Brouchoven de Bergeyck • Meneer Anthony Callaert • Mevrouw Valentine
Lammerant • Monsieur Christian Lamot • Mademoiselle Alexandra van Laethem • Madame                Deprez • Monsieur Olivier Gaillard • Monsieur et Madame François Gendebien • Monsieur
Brigitte de Laubarede • Chevalier et Madame Laurent Josi • Monsieur Pierre Lebeau • Monsieur et   Pierre-Edouard Labbé • Monsieur et Madame Alexandre Lattès • Comte et Comtesse Charles-
Madame François Legein • Monsieur et Madame Laurent Legein • Monsieur et Madame Charles-          Antoine de Liedekerke • Mrs Richard Llewellyn • Baronne Bénédicte del Marmol • Prince Félix
Henri Lehideux • Monsieur Mark Le Jeune • Monsieur et Madame Gérald Leprince Jungbluth •          de Merode • Monsieur et Madame Grégory Noyen • Monsieur Olivier Olbrechts • Monsieur
Madame Dominique Leroy • Madame Florence Lippens • Madame Daphné Lippitt • Monsieur et            Charles Poncelet • Madame Coralie Rutsaert • Prince Rahim Khan et Princesse Framboise
Madame Clive Llewellyn • Monsieur Manfred Loeb • Madame Marguerite de Longeville • Comte          Samii • Mademoiselle Marie-Antoinette Schoenmakers • Monsieur Jean-Charles Speeckaert
et Comtesse Jean-Baptiste de Looz-Corswarem • Monsieur et Madame Thierry Lorang • Madame          • Comtesse Laetitia d’Ursel • Comte Loïc d’Ursel • Monsieur Charles-Antoine Uyttenhove
Olga Machiels • De heer Peter Maenhout • Monsieur et Madame Jean-Pierre Mariën • Monsieur         • Mademoiselle Coralie van Caloen • Mevrouw Elise Van Craen • Mevrouw Julie Van Craen •
et Madame Jean-Pierre Marchant • Notaris Luc L. R. Marroyen • De heer en Mevrouw Frederic         Madame Charlotte Verraes • Monsieur et Madame Réginald Wauters •
Martens • Monsieur et Madame Yves-Loïc Martin • De heer en Mevrouw Paul Maselis • Monsieur
et Madame Dominique Mathieu-Defforey • Monsieur Etienne Mathy • Madame Luc Mikolajczak            Contact : 02 507 84 28 - youngpatrons@bozar.be

       24                                                                                                25
ONZE PARTNERS · NOS PARTENAIRES · OUR PARTNERS

Overheidssteun · Soutien public · Public partners                                                     Internationale partners · Partenaires internationaux · International partners
                                                                                                      European Concert Hall Organisation: Concertgebouw Amsterdam · Gesellschaft der Musikfreunde
                                                                                                      in Wien · Wiener Konzerthausgesellschaft · Cité de la Musique Paris · Barbican Centre London
                                                                                                      · Town Hall & Symphony Hall Birmingham · Kölner Philharmonie · The Athens Concert Hall
                                                                                                      Organization · Konserthuset Stockholm · Festspielhaus Baden-Baden · Théâtre des Champs-
                                                                                                      élysées Paris · Salle de concerts Grande-Duchesse Joséphine-Charlotte de Luxembourg · Paleis
                                                                                                      voor Schone Kunsten Brussel/Palais des Beaux-Arts de Bruxelles · The Sage Gateshead · Palace of
                                                                                                      Art Budapest · L’Auditori Barcelona · Elbphilharmonie Hamburg · Casa da Música Porto · Calouste
                                                                                                      Gulbenkian Foundation Lisboa · Palau de la Música Catalana Barcelona · Konzerthaus Dortmund
Federale Regering · Gouvernement Fédéral
Diensten van de Eerste Minister, Cel algemene beleidscoördinatie · Services du Premier Ministre,
Cellule de coordination générale de la politique • Diensten van de Vice-eersteminister en Minister
van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel · Services du Vice-Premier
Ministre et Ministre de l’Emploi, de l’Economie et des Consommateurs, chargé du Commerce
extérieur • Diensten van de Vice-eersteminister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken,     Institutionele partners · Partenaires institutionnels · Institutional partners
belast met Grote Steden en de Regie der gebouwen · Services du Vice-Premier Ministre et Ministre
de la Sécurité et de l’Intérieur, chargé des Grandes Villes et de la Régie des bâtiments • Diensten
van de Vice-eersteminister en Minister van Ontwikkelingssamenwerking, Digitale Agenda,
Telecommunicatie en Post · Services du Vice-Premier Ministre et Ministre de la Coopération au         Structurele partners · Partenaires structurels · Structural partners
développement, de l’Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste • Diensten van
de Vice-eersteminister en Minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris
en de Federale Culturele Instellingen · Services du Vice-Premier Ministre et Ministre des Affaires
étrangères et européennes, chargé de Beliris et des Institutions culturelles fédérales • Diensten     Bevoorrechte partners · Partenaires privilégiés · Privileged partners
van de Minister van Begroting, belast met de Nationale Loterij · Services du Ministre du Budget,      BOZAR                                               EXPO                         MUSIC
chargé de la Loterie nationale • Diensten van de Minister van Financiën · Services du Ministre
des Finances

Vlaamse Gemeenschap                                                                                   Stichtingen · Fondations · Foundations
Kabinet van de Minister-president en Minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed ·
Kabinet van de Minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel

Communauté Française
Cabinet du Ministre-Président · Cabinet de la Vice-Présidente et Ministre de l’Education, de la
Petite enfance, des Crèches et de la Culture · Cabinet du Ministre de l’Aide à la jeunesse, des       Media partners · Partenaires médias
Maisons de justice et de la Promotion de Bruxelles

Deutschsprachige Gemeinschaft Belgiens
Kabinett des Ministerpräsidenten

Région Wallonne                                                                                       Promotiepartners · Partenaires promotionnels · Promotional partners
Cabinet du Ministre-Président

Brussels Hoofdstedelijk Gewest · Région de Bruxelles-Capitale
Kabinet van de Minister-President · Cabinet du Ministre-Président • Kabinet van de Minister van       Officiële leverancier · Fournisseur officiel · Official supplier
Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking · Cabinet du Ministre
des Finances, du Budget, des Relations extérieures et de la Coopération au Développement

Vlaamse Gemeenschapscommissie                                                                         Corporate Patrons
Commission Communautaire Française                                                                    EDMOND DE ROTHSCHILD (EUROPE) ∙ LHOIST ∙ LINKLATERS ∙ PUILAETCO DEWAAY PRIVATE
Stad Brussel · Ville de Bruxelles                                                                     BANKERS S.A. ∙ SOCIÉTÉ FÉDÉRALE DE PARTICIPATIONS ET D’INVESTISSEMENTS S.A. ∙ FEDERALE
                                                                                                      PARTICIPATIE EN INVESTERINGSMAATSCHAPPIJ NV
                                                                                                      Contact : 02 507 84 45 – patrons@bozar.be

        26                                                                                                    27
Vous pouvez aussi lire