Anima Eterna Brugge Collegium Vocale Gent - Jos van Immerseel, leiding | direction
←
→
Transcription du contenu de la page
Si votre navigateur ne rend pas la page correctement, lisez s'il vous plaît le contenu de la page ci-dessous
Anima Eterna Brugge Collegium Vocale Gent Jos van Immerseel, leiding | direction 25.02.2014 Henry Le Bœufzaal | Salle Henry Le Bœuf
Anima Eterna Brugge
Collegium Vocale Gent
Schola Cantorum Cantate Domino
Jos van Immerseel, leiding | direction
Yeree Suh, sopraan | soprano
Yves Saelens, tenor | ténor
Thomas Bauer, bariton | baryton
Carl Orff 1895-1982
Carmina Burana, cantiones profanae (1936)
concert zonder pauze | concert sans pause
21:15 – Einde van het concert | Fin du concert
Nederlandse teksten, p. 3
Textes français, p. 5
Biografieën | Biographies, p. 7
Gezongen teksten | Textes chantés, p. 18
OB8 Anima Eterna Brugge - Jos van Immerseel
1productie | production met de steun van | avec le soutien de
BO
ZAR
MU
SIC
Dankzij Kunst met Klasse! en met de steun van de Vlaamse Minister van Cultuur,
Jeugd, Sport en Brussel, krijgen leerlingen van de middelbare school de kans om
kennis te maken met de wereld van de klassieke muziek.
Grâce à notre formule Rencard avec l’art et avec le soutien du Vlaamse Minister
van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, des jeunes de l’enseignement secondaire se
familiarisent avec le monde de la musique classique.
Infos : www.bozar.be
Gelieve uit respect voor de artiesten en de muziek de stilte te bewaren. Schakel uw gsm-toestel
of elektronisch uurwerk uit en hoest niet onnodig. Het is verboden te fotograferen, te filmen
en opnames te maken.
Pour les artistes et la musique, merci de respecter le silence. Veillez à éteindre téléphones
portables, montres électroniques et à réprimer les toux. Il est interdit de photographier, filmer
et enregistrer.
2Toelichting
De Carmina Burana: hoe een meesterwerk ontstond
Dankzij een boekhandelaar in Würtzburg kreeg Carl Orff in 1934 een
bundel middeleeuwse gedichten in zijn bezit, getiteld Carmina Burana. In
1847 publiceerde Johann Andreas Schmeller, de bibliothecaris van het hof
van München, deze bloemlezing gebaseerd op een manuscript dat waar-
schijnlijk tussen 1220 en 1250 werd opgesteld in Stiermarken of in Zuid-
Tirol en in 1803 in het klooster van Benediktbeuern ontdekt werd. Het
was eveneens Schmeller die de bundel de naam Carmina Burana (Liederen
uit Beuern) gaf. Het thematisch geordende manuscript bevatte meer dan
200 liederen en gedichten in laat-Latijn, Middelhoogduits en oud-Frans,
evenals een aantal strofen die deze verschillende talen verenigen. Naast
religieuze scènes en aanvallen tegen de bedenkelijke zeden en de cor-
ruptie van de publieke machten en de clerus, zijn er ook teksten die met
verve en sensualiteit het plezier van het eten, drinken, spelen en liefheb-
ben beschrijven. Carl Orff bekende dat hij zich als inwoner van Beieren
enorm geraakt voelde door “de vloeiende ritmes en het karakter dat door
de gedichten werd opgeroepen, evenals door de rijke muzikaliteit en het
unieke bondige gebruik van de Latijnse taal.” Hij begon spontaan enkele
stukken op muziek te zetten. Archivaris Michael Hofmann hielp hem bij
de keuze en de studie van de documenten. “In enkele weken tijd was heel
mijn werk ‘speelbaar’, zodat ik begin mei mijn uitgever kon gaan zien. Als
basis voor mijn uitvoering had ik slechts een tekst die op de machine was
getypt. De muziek was in mijn hoofd zodanig afgewerkt en levendig, dat
ik geen nood had aan een partituur.”
Bij de première op 8 juni 1937 in de Opera van Frankfurt onder lei-
ding van Bertil Wetzelsberger kende de Carmina Burana een enorm suc-
ces. De deuren van de operahuizen stonden al snel open voor het werk,
net als die van de feestzalen van de universiteiten en scholen over de hele
wereld. Na de generale repetitie sprak Carl Orff de volgende, vaak geci-
teerde woorden tot zijn uitgever: “Al wat ik tot nu toe geschreven heb, en
dat u jammer genoeg gedrukt heeft, mag u vernietigen. Mijn volledige
werken beginnen met de Carmina Burana.” Een diepgaandere analyse van
de werken die Orff voor 1937 componeerde, onthult dat de componist
de stijl van de Carmina Burana met een opmerkelijke coherentie had uit-
gewerkt. De carrière van Orff begon in 1915, toen hij benoemd werd tot
kapelmeester van de Kammerspiele van München. Toen hij terugkeerde
3van de Eerste Wereldoorlog richtte hij samen met Dorothee Günther de
Güntherschule voor gymnastiek, dans en muziek op, en al snel was hij
gefascineerd door de elementaire krachten van het ritme. Geïnspireerd
door Bartók en Stravinski zocht hij naar een archaïsche en folkloristische
uitdrukkingswijze, vereenvoudigde hij zijn muziektaal en benaderde hij
de wereld van de magie en het rituele. Zijn adaptatie van oude sceni-
sche werken zoals Orfeo van Monteverdi en de zoektocht naar verbanden
tussen lichaamsbeweging en ritmische motoriek maken van de Carmina
Burana enerzijds een ‘schools’ werk met een pedagogische kijk, uitge-
voerd op oude instrumenten, en anderzijds een scenische vereniging van
muziek, woord en beweging.
Anders dan zijn tijdgenoten Prokofjev, Hindemith, Milhaud en Karl
Amadeus Hartmann hield Orff vast aan ‘achterhaalde’ stilistische midde-
len die zouden kunnen doen vermoeden dat hij een behoudsgezind com-
ponist was, niet meer dan een epigoon. In vergelijking met de muziek van
Debussy, het Italiaanse verismo of de ervaringen van Schoenberg, Berg
en Webern zijn er inderdaad elementen die een zeker conservatisme ver-
raden: de dominantie van de diatonische melodie en de heldere majeur-
mineur-harmonieën, het ontbreken van contrapunt en de beperking van
de strofische zang. Toch verbergen deze beperkingen een bewuste esthe-
tiek, die de muziek een rol toekent die ondergeschikt is aan het totale
kunstwerk. De manier waarop Orff omspringt met het traditionele or-
kest, is dan wel weer revolutionair: door de toevoeging van twee pianis-
ten en vijf percussionisten krijgt het orkest een metaalachtige, hamerende
klank. De gefragmenteerde klanken en de helderheid van de verschil-
lende delen vermengen zich met de romantische basis.
4clef d'écoute
Les Carmina Burana : genèse d’un chef-d’œuvre
Grâce à un bouquiniste de Würtzbourg, Carl Orff entra en 1934, en
possession d’un recueil de poèmes médiévaux, intitulé Carmina Burana.
C’est en 1847 que le bibliothécaire de la cour de Munich, Johann Andreas
Schmeller, avait publié cette anthologie qui se base sur un manuscrit pro-
bablement rédigé entre 1220 et 1250 en Styrie ou au Tyrol du Sud, et qui
fut découvert en 1803 au couvent de Benediktbeuern. C’est également
à Schmeller que l’on doit le titre du recueil, Carmina Burana (Chants de
Beuern). Le manuscrit contient, classés par ordre thématique, plus de 200
chansons et poèmes en bas latin, en moyen-haut-allemand et en vieux
français, ainsi qu’un certain nombre de strophes réunissant ces diffé-
rentes langues. À côté de scènes religieuses ainsi que d’attaques en règle
contre la décadence des mœurs et la corruption des pouvoirs publics et
du clergé, figurent des textes qui célèbrent avec verdeur et sensualité le
plaisir de manger, de boire, de jouer et d’aimer. Carl Orff avoua qu’en bon
Bavarois, il s’était senti si profondément touché par « le rythme entraînant
et le caractère imagé de ces poèmes, et tout autant [par] la musicalité riche
en voyelles et la concision unique de la langue latine » qu’il commença
spontanément à mettre en musique quelques pièces. Conseillé dans le
choix et l’étude des documents par l’archiviste Michael Hofmann, il ne
se contenta pas d’établir rapidement la structure du texte : « En quelques
semaines, toute mon œuvre fut “jouable”, de sorte qu’au début du mois de
juin, je pus me mettre en route pour aller voir mon éditeur. Je n’avais pour
base de mon exécution qu’un texte tapé à la machine. La musique était
tellement achevée et vivante en moi que je n’avais pas besoin du soutien
d’une partition. »
Lors de la création, le 8 juin 1937, à l’Opéra de Francfort sous la direc-
tion de Bertil Wetzelsberger, les Carmina Burana – Chansons profanes pour
solistes et chœur avec accompagnement instrumental et tableaux, puisque tel
était désormais le titre de cette œuvre, connurent un accueil triomphal et
franchirent rapidement les portes des opéras, des salles de concert ainsi
que des salles de fête des universités et des écoles du monde entier. Après
la répétition générale, Carl Orff alla trouver son éditeur pour lui faire
cet aveu, souvent cité : « Vous pouvez mettre au pilon tout ce que j’ai
5écrit jusqu’à présent et que vous avez malheureusement imprimé. Mes
œuvres complètes commencent avec Carmina Burana ». Une analyse plus
approfondie des œuvres qu’Orff composa avant 1937 révèle néanmoins
que le compositeur avait déjà travaillé à la stylistique des Carmina Burana
avec une cohérence remarquable. La carrière d’Orff a débuté en 1915,
date à laquelle il fut nommé maître de la chapelle des Kammerspiele de
Munich. À son retour de la Première Guerre mondiale, il se vit confier
des postes semblables à Mannheim et à Darmstadt. En 1924, il fonda avec
Dorothee Günther la « Güntherschule » [l’École Günther] de gymnas-
tique, danse et musique, et se laissa très tôt fasciner par les forces élé-
mentaires du rythme. En s’inspirant de Bartók et de Stravinsky, il recher-
cha l’expression archaïque et folklorique, simplifia son langage musical,
allant jusqu’à frôler les univers magique et cultuel. Les adaptations qu’il
effectua d’œuvres scéniques anciennes telles que l’Orfeo de Monteverdi,
et la quête de relations entre le mouvement corporel et la motricité ryth-
mique le conduisirent, dans les Carmina Burana, à la fois vers une « œuvre
scolaire » à visée pédagogique, interprétée sur des instruments anciens,
et vers une fusion scénique de la musique, du verbe et du geste.
Contrairement à ses contemporains Prokofiev, Hindemith, Milhaud
ou Karl Amadeus Hartmann, Orff resta attaché à des moyens stylistiques
apparemment dépassés, qui pouvaient le faire passer pour un composi-
teur rétrograde, un simple épigone. Face aux résultat d’un Debussy ou du
vérisme italien, et aux expériences d’un Schoenberg, d’un Berg ou d’un
Webern, la domination d’une mélodie diatonique et d’une harmonie ma-
jeur/mineur claire, l’utilisation de techniques d’ostinato, l’empreinte de
vastes surfaces sonores, le refus de tout contrepoint et la restriction au
chant strophique paraissent effectivement relever du plus strict conserva-
tisme. Cependant, cette réduction dissimule une esthétique intentionnelle,
qui n’accorde à la musique qu’une fonction « ancillaire » au sein d’une
œuvre d’art totale, et ne lui consent de légitimité véritable qu’en relation
avec l’espace et la représentation visuelle. Le traitement qu’Orff fait subir à
l’orchestre traditionnelle est par contre d’une nouveauté révolutionnaire :
complété par deux pianistes et cinq percussionnistes, il acquiert un timbre
métallique et martelant. Le son fragmenté et la parfaite limpidité de ses
diverses composantes s’y substituent au fondu romantique.
6Biografieën | Biographies
Jos van Immerseel, leiding | direction
NL
• Geboren in Antwerpen. Studeerde piano (E. Traey), orgel (F.
Peeters), klavecimbel (K. Gilbert), zang (L. Frateur) en orkestleiding (D.
Sternefeld). Autodidactische studie van organologie, retoriek en histo-
rische pianofortes. Diepgaande klavecimbelstudie bij K. Gilbert. • Won
in 1973 het allereerste klavecimbelconcours van Parijs. • Richtte in 1987
Anima Eterna Brugge op. • Was gastdirigent bij de Akademie fur Alte
Musik Berlin, de Wiener Akademie, het Budapest Festival Orchestra... •
Speelt kamermuziek met M. Seiler, Cl. Chevallier, S. Piau, Th. Bauer e.a. •
Bouwde een unieke verzameling historische klavieren uit. • Uitgebreide
discografie (meer dan 80 opnamen bij verschillende labels). • Leidt sinds
2002 de Collection Anima Eterna voor het Franse label Zig-Zag Territoires.
FR
• Né à Anvers. Études de piano (E. Traey), orgue (F. Peeters), clave-
cin (K. Gilbert), chant (L. Frateur) et direction d’orchestre (D. Sternefeld).
Études autodidactes d’organologie, de rhétorique et pianos-forte histo-
riques. Spécialisation en clavecin avec K. Gilbert. • Remporte en 1973
le premier concours de clavecin à Paris. • Fonde en 1987 Anima Eterna
Brugge. Dirige des formations renommées (Akademie für Alte Musik
Berlin, Wiener Akademie, Budapest Festival Orchestra…). • Chambriste
avec M. Seiler, Cl. Chevallier, S. Piau, Th. Bauer… • S’est constitué au
cours des années une collection unique de pianos historiques. • Plus de
80 enregistrements (e.a. Accent, Channel Classics et Sony). Dirige depuis
2002 la Collection Anima Eterna pour Zig-Zag Territoires.
7Jos van Immerseel © Alex Vanhee
Yves Saelens © Marc Vanappelghem
8Yeree Suh © Monika Schulz-Fieguth
Thomas E. Bauer © Marco Borggreve
9Yeree Suh, sopraan | soprano
• Studeerde aan de Seoul National University, de Universität
NL
der Künste Berlin en de Schola Cantorum Basiliensis. • Heeft bekend-
heid verworven in zowel oude muziek als in hedendaags repertoire. •
Debuteerde met René Jacobs in 2003. • Trad sindsdien op met dirigen-
ten als Andreas Spering, Andrea Marcon, Philippe Herreweghe en Ton
Koopman, en met orkesten als de Münchner Symphoniker, de Akademie
für Alte Musik Berlin en London Sinfonietta. • 2013-2014: Exsultate, Jubilate
van Mozart met het Württembergisches Kammerorchester Heilbronn,
Three Settings of Celan van Birtwistle met de LA Phil New Music Group…
• Discografie: is o.m. te horen in Dido and Æneas van Purcell, met de
Cappella Mediterranea o.l.v. Leonardo García Alarcón (2010, Ambronay
Éditions).
• A étudié à l’Université nationale de Séoul, à l’Universität der
FR
Künste de Berlin et à la Schola Cantorum Basiliensis. • Tant réputée
pour la musique ancienne que pour le répertoire contemporain. • A fait
ses débuts avec René Jacobs en 2003. Prestations depuis avec des chefs
comme Andreas Spering, Andrea Marcon, Philippe Herreweghe ou Ton
Koopman et avec des orchestres tels que le Münchner Symphoniker,
l’Akademie für Alte Musik Berlin ou le London Sinfonietta. • 2013-2014 :
Exsultate, Jubilate de Mozart avec le Württembergisches Kammerorchester
Heilbronn, Three Settings of Celan de Birtwistle avec le LA Phil New Music
Group… • Discographie : figure notamment dans le Dido and Æneas de
Purcell, avec la Cappella Mediterranea s.l.d. Leonardo García Alarcón
(Ambronay Éditions).
10Yves Saelens, tenor | ténor
NL
• Belgische zanger. • Studeerde aan het conservatorium van Brussel.
Vervolmaakte zich aan het Juilliard Opera Center in New York. • Breed
operarepertoire, van Puccini tot Lehár, via Martín y Soler, Wagner, Britten,
Offenbach, Wagemans, Enescu... Voorkeur voor Mozart. • Recentelijk: ti-
telrol in Idomeneo van Mozart (Opéra de Tours) en deelname aan de pre-
mière van Andreas weent van Wagemans (Concertgebouw Amsterdam). •
Vertolkte Bachs Johannespassie met het Tampere Philharmonic Orchestra,
Haydns Die Jahreszeiten met het Octopus Ensemble, Schumanns Das
Paradies und die Peri met het Chœur Symphonique de Paris. • 2013-2014:
Wozzeck van Berg en Don Giovanni van Mozart in meerdere Franse ope-
rahuizen; The tempest van Thomas Adès aan de Oper Frankfurt; Bachs
Johannespassie met de Nederlandse Reisopera.
FR
• Chanteur belge. Études au conservatoire de Bruxelles.
Perfectionnement à la Juilliard Opera Center in New York. • Répertoire
d’opéra très large allant Puccini à Lehár, en passant par Martín y Soler,
Wagner, Britten, Offenbach, Wagemans, Enescu... Prédilection pour
Mozart. • Récemment : rôle-titre dans Idomeneo de Mozart à l’Opéra de
Tours et participation à la création de Andreas weent de Wagemans au
Concertgebouw d’Amsterdam. En concert : Passion selon saint Jean de Bach
avec Tampere Philharmonic Orchestra, Les saisons de Haydn avec l’Octo-
pus Ensemble, le Das Paradies und die Peri de Schumann avec le Chœur
Symphonique de Paris. • 2013-2014 : Wozzeck de Berg et Don Giovanni de
Mozart dans plusieurs maisons d’opéra française ; The tempest de Thomas
Adès à l’Opéra de Frankfort ; le Passion selon saint Jean de Bach avec le
Nederlandse Reisopera Enschede.
• www.yvessaelens.com
11Thomas Bauer, bariton | baryton
• Studies in München. Won talrijke prijzen, zoals de Schneider-
NL
Schott Musikpreis en de Aoyama Music Award in Kyoto. • Werkte
met dirigenten als Riccardo Chailly, Walter Weller, Roger Norrington,
Bernard Haitink, en met orkesten als het Boston Symphony Orchestra,
het Gewandhausorchestrer, het New Japan Philharmonic Orchestra...
• Veelvuldig bekroonde discografie. 2013: solocantates van Bach
(OehmsClassics). • Zijn recitaltoer met de trans-Siberische trein werd ver-
filmd in de documentaire Winterreise – Schubert in Siberia en meermaals
uitgezonden op tv. • 2013-2014: Brahms’ Ein Deutsches Requiem met het
Rotterdams Philharmonisch orkest, Schumanns Das Paradies und die Peri
met Sir J. E. Gardiner … • 2014-2015: de rol van Stolzius in Zimmermanns
Die Soldaten in het Teatro alla Scala Milano.
FR
• Études à Munich. Remporte de nombreux prix, comme le
Schneider-Schott Musikpreis ou l’Aoyama Music Award de Kyoto.
• A travaillé avec des chefs tels que Riccardo Chailly, Walter Weller,
Roger Norrington, Bernard Haitink, Nikolaus Harnoncourt, Philippe
Herreweghe, Jos van Immerseel, et avec des orchestres comme le Boston
Symphony Orchestra, le Gewandhausorchestrer de Leipzig, le New
Japan Philharmonic Orchestra... • Vaste discographie régulièrement
couronnée. 2013 : cantates en solo de Bach (OehmsClassics). • Sa tournée
de récitals avec le Train transsibérien a été filmée dans le documentaire
Winterreise – Schubert in Siberia et à plusieurs fois retransmise en télévi-
sion. • 2013-2014 : Ein Deutsches Requiem de Brahms avec le Rotterdams
Philharmonisch orkest, Das Paradies und die Peri de Schumann avec Sir
J. E. Gardiner … • 2014-2015 : le rôle de Stolzius dans Die Soldaten de
Zimmermann au Teatro alla Scala de Milan.
12Schola Cantorum Cantate Domino
NL
• Opgericht in 1959. Staat sinds 2008 o.l.v. David De Geest. • Bestaat
uit leerlingen en oud-leerlingen van het Sint-Maarteninstituut in Aalst. •
Uniek knapenkoor; verzorgde optredens o.l.v. Sir C. Davis, M.T. Thomas,
S. Ozawa, Vl. Ashkenazy, Cl. Abbado... • Talloze internationale concert-
reizen. • Repertoire van renaissance tot hedendaags. • Enkele hoogte-
punten: 50e verjaardagsconcert met het wereldvermaarde Dresdner
Kreuzchor (2009), het concert met The Choir of New College Oxford (2011),
het jubelconcert “Cantate Domino” in Aalst (2012). • Regelmatige samen-
werking met Elyma (G. Garrido); leidde tot de cd-opname Corpus Christi
à Cusco (2005, nominatie Diapason d’Or). Andere recente cd’s: Händels
Coronation Anthems en Vivaldi’s Gloria (2010), Mozarts Requiem (2011).
FR
• Fondé en 1959. Depuis 2008, sous la direction de David De Geest.
• Regroupe des élèves et anciens élèves du Sint-Maarteninstituut d’Alost.
• Chœur de garçons unique ; prestations sous la direction de Sir C. Davis,
M.T. Thomas, S. Ozawa, Vl. Ashkenazy, Cl. Abbado... • Nombreuses tour-
nées internationales. • Répertoire de la Renaissance à nos jours. • Quelques
moments forts : 50e concert anniversaire avec le très célèbre Dresdner
Kreuzchor (2009), le concert avec The Choir of New College Oxford (2011),
le concert jubilé « Cantate Domino » à Alost (2012). • Collaboration régu-
lière avec Elyma (G. Garrido) ; 2005 : CD Corpus Christi à Cusco (nomina-
tion Diapason d’Or). • Autres CD récents : Coronation Anthems de Händel
et le Gloria de Vivaldi (2010), le Requiem de Mozart (2011).
• www.cantatedomino.com
sopraan | soprano alt | alto
Artur Delclef Noah De Schryver
Pauwel Van Den Eeckhaut Thomas van Eeden
Jonathan Mavandalt Tjorven Laurent
Valentijn Delclef Sergio Ruysseveldt
Robbe De Cock Jonas Van den Spiegel
Lucas Van der Stuyft
Jelte Uyttersprot
Nicolas Degroote
Indy Sunaert
Gilles Vanden Bogaert
13Anima Eterna Brugge
• In 1987 opgericht door Jos van Immerseel. Uitgegroeid tot een vol-
NL
waardig symfonieorkest dat het klassieke, romantische en vroegmoderne
repertoire verkent. • Credo van het ensemble: het consequente gebruik
van een historisch instrumentarium, de permanente, bezielende leiding
door Van Immerseel, de projectmatige aanpak en het respect voor de in-
tenties van de componist. • Samenwerking met solisten als Cl. Chevallier,
M. Seiler, S. Istomin, S. Piau en Th. Bauer. • ‘Artistes associés’ aan de
Opéra de Dijon; sinds 2003 in residentie bij het Concertgebouw Brugge. •
Talrijke cd’s, sinds 2002 bij Zig-Zag Territoires (Collection Anima Eterna).
Jongste opname: box van 6 cd’s met symfonieën, concerto’s en sonates
van Mozart (2013).
• Fondé en 1987 par Jos van Immerseel. Depuis, véritable orchestre
FR
symphonique qui explore tant le répertoire classique et romantique
que des œuvres du début de l’époque moderne. • Credo de l’ensemble :
l’usage conséquent des instruments d’époque, la direction permanente
de Jos van Immerseel, l’approche thématique et le respect des souhaits
du compositeur. • Collaboration avec des solistes comme Cl. Chevallier,
M. Seiler, S. Istomin, S. Piau et Th. Bauer. • ‘Artistes associés’ à l’Opéra
de Dijon ; depuis 2003 en résidence au Concertgebouw Brugge • Depuis
2002, nombreux enregistrements pour Zig-Zag Territoires (Collection
Anima Eterna). Tout récemment : un coffret de 6 CD avec des sympho-
nies, des concertos et des sonates de Mozart (2013).
• www.animaeterna.be
14eerste viool | premier violon Engelse hoorn | cor anglais
Alida Schat Stefaan Verdegem
Balázs Bozzai klarinet | clarinette
Karin Dean Lisa Shklyaver
Malina Mantcheva Phillipe Castejon
Femke Huizinga Lisa Klevit-Ziegler
Martin Reimann
fagot | basson
tweede viool | second violon
Jane Gower
Daniela Helm Györgyi Farkas
Barbara Erdner
John W. Meyer contrafagot | contre-basson
Paulien Kostense Lisa Goldberg
Erik Sieglerschmidt hoorn | cor
Joseph Tan Uli Hübner
altviool | alto Martin Mürner
Frans Vos Helen MacDougall
Martina Forni Jörg Schultess
Noah Mayer trompet | trompette
Yoshiko Morita Thibaud Robinne
Luc Gysbregts Sebastian Schärr
Manuel Visser Nicolas Isabelle
cello | violoncelle trombone
Ute Petersilge Timothy Dowling
Inka Döring Cas Gevers
Caroline Kang Gunter Carlier
Nicholas Selo
tuba
Regina Wilke
Stephen Wick
Verena Zauner
pauken | timbales
contrabas | contrebasse
Jan Huylebroeck
James Munro
Tom Devaere percussie | percussion
Mattias Frostenson Koen Plaetinck
Love Persson Christian Miglioranza
Barry Jurjus
fluit | flûte
Peter Hartman
Frank Theuns
Luk Artois
Georges Barthel
Anne Pustlauk celesta | célesta
Jan Lust
hobo | hautbois
Hans-Peter Westermann piano
Elisabeth Schollaert Leo van Doeselaar
Wyneke Jordans
15Collegium Vocale Gent
• In 1970 opgericht door Ph. Herreweghe. • Samenwerking sinds
NL
2009 met de Accademia Chigiana in Siena en oprichting van een bijbeho-
rend symfonisch koor. • Concerteert met het eigen orkest, het Orchestre
des Champs-Élysées, het Freiburger Barockorchester, de Akademie
für Alte Musik Berlin, maar ook met deFilharmonie, het Rotterdams
Filharmonisch Orkest, het Budapest Festival Orchestra en het Koninklijk
Concertgebouworkest... o.l.v. N. Harnoncourt, S. Kuijken, R. Jacobs, I.
Fischer e.a. • Uitgebreide discografie. 2013, voor het label Phi: Stabat Mater
van Dvořák (met deFilharmonie), Responsoria 1611 van C. Gesualdo en
Leipzig Cantatas (muziek van Bach). • Steun: de Vlaamse Gemeenschap,
de Provincie Oost-Vlaanderen en de Stad Gent. • Ambassadeur van de
Europese Unie.
• Fondé en 1970 par Ph. Herreweghe. • Collaboration avec l’Acca-
FR
demia Chigiana Siena depuis 2009, et fondation d’un chœur sympho-
nique conjoint. • Concerts avec son propre orchestre, avec l’Orchestre
des Champs-Élysées, le Freiburger Barockorchester, l’Akademie für
Alte Musik Berlin, mais aussi avec deFilharmonie, le Rotterdams
Filharmonisch Orkest, le Budapest Festival Orchestra ou le Koninklijk
Concertgebouworkest... A été dirigé par N. Harnoncourt, S. Kuijken, R.
Jacobs, I. Fischer… • Vaste discographie. 2013, chez Phi : Stabat Mater
de Dvořák (avec deFilharmonie), Responsoria 1611 de C. Gesualdo et
Leipzig Cantatas (musique de Bach). • Soutiens : Communauté flamande,
Province de Flandre orientale et ville de Gand. • Ambassadeur de l’Union
Européenne.
• www.collegiumvocale.com
16Coro I Coro II
sopraan I | soprano I sopraan I | soprano I
Emilie De Voght Katja Kunze
Chiyuki Okamura Stephanie Pfeffer
Elisabeth Rapp Marie Luise Werneburg
sopraan II | soprano II sopraan II | soprano II
Ulrike Barth Annelies Brants
Sylvie De Pauw Inge Clerix
Mette Rooseboom Hilde Van Ruymbeke
alt | alto alt | alto
Carla Babelegoto Cécile Pilorger
Sofia Gvirts Sandra Raoulx
Lucia Napoli Mieke Wouters
tenor I | ténor I tenor I | ténor I
Malcolm Bennett* Josef Pollinger
Dan Martin René Veen
tenor II | ténor II tenor II | ténor II
Tom Phillips* Florian Schmitt
bariton | baryton bariton | baryton
Philipp Kaven* Peter Pöppel
Julián Millán Robert van der Vinne
Kai-Rouven Seeger
bas | basse
Elias Benito* bas | basse
Philipp Brömsel* Jimmy Holliday
Georg Finger Erks Jan Dekker
Bart Vandewege
* + kleine solorollen | petits rôles solistes
17gezongen teksten | textes chantés
1. O Fortuna
O Fortuna,
velut luna
statu variabilis,
semper crescis
aut decrescis;
vita detestabilis
nunc obdurat
et tunc curat
ludo mentis aciem;
egestatem,
potestatem
dissolvit ut glaciem.
Sors immanis
et inanis,
rota tu volubilis,
status malus,
vana salus
semper dissolubilis,
obumbrata
et velata
mihi quoque niteris;
nunc per ludum
dorsum nudum
fero tui sceleris.
Sors salutis
et virtutis
mihi nunc contraria,
est affectus
et defectus
semper in angaria.
Hac in hora
sine mora
corde pulsum
18NL FR
1. O Fortuna 1. O Fortuna
koor chœur
O Fortuna O Fortuna,
zoals de maan comme la Lune
in veranderlijke gestalten, tu es variable,
neem je altijd toe toujours croissante
of af et décroissante ;
- een beklagenswaardig leven - la vie détestable
nu eens verhardt het d’abord oppresse
en dan weer verkwikt het et puis calme
de scherpte van de geest met z’n spel, comme le jeu s’empare de la raison,
armoede, pauvreté
macht, et pouvoir
zij lost ze op als ijs. elle les fait fondre comme glace.
Wreed Sort monstrueux
en ijdel lot, et vide,
jij wentelend rad, tu fais tourner la roue,
je bent kwaadwillend, tu es mauvais,
het geluk is vluchtig vaine bien-portance
en voorbijgaand, toujours divisible,
omfloerst ombragée
en verborgen et voilée
val je mij ook lastig; tu me tourmentes aussi ;
door je misdadig spel là par le jeu
loop ik nu mon dos nu
met een blote rug. j’apporte à ta vilenie.
Het lot dat voorspoed Le salut du Sort
en geluk brengt et son mérite
is nu ongunstig voor mij; est maintenant contre moi,
bestaat uit passie est poussé
en moedeloosheid et affaibli,
altijd in onzekerheid. toujours en esclavage.
Bespeel in dit uur Donc à cette heure
zonder uitstel sans délai
de snaren van de lier; pincez les cordes
19tangite;
quod per sortem
sternit fortem,
mecum omnes
plangite!
2. Fortune Plango Vulnera
Fortune plango vulnera
stillantibus ocellis,
qoud sua michi munera
subtrahit rebellis.
|: Verum est, quod legitur
fronte capillata,
sed plerumque sequitur
occasio calvata.:|
In Fortune solio
sederam elatus,
prosperitatis vario
flore coronatus;
|: quisquid enim florui
felix et beatus,
nunc a summo corrui
gloria privatus.:|
Fortune rota volvitur:
descendo minoratus;
alter in altum tolitur;
nimis exaltatus
|: rex sedet in vertice
caveat ruinam!
nam sub axe legimus
Hecubam reginam.:|
20NL FR
Klaagt allen met mij, vibrantes ;
omdat zij door het lot car le Sort
de sterke velt! étend l’homme fort,
pleurez
tous avec moi !
2. De Wonden Die Fortuna 2. Je pleure les blessures que
Sloeg Beklaag Ik Fortuna me fait
koor chœur
De wonden die Fortuna sloeg Je pleure les blessures que
beklaag ik Fortuna
met betraande ogen, me fait, les yeux en larmes,
omdat zij haar geschenken pour les présents qu’elle me fit
op perverse wijze aan mij onttrekt. elle s’éloigne méchamment.
Het is waar wat men leest, Il est vrai et écrit
dat zij een weelderige haardos heeft, que sa chevelure est fine,
maar als men zijn kans wil grijpen mais quand il échoit
is ze kaal. une occasion, la voilà chauve.
Op de troon van Fortuna Sur le trône de Fortuna
zat ik hoogverheven, je m’asseyais bien haut,
omkranst met verschillende couronné des fleurs
symbolen van voorspoed; variées de la prospérité ;
Ondanks alle voorspoed die ik si j’ai pu prospérer
heb gekend, zalig en gelukkig, heureux et comblé,
ben ik nu van de top neergestort, là du sommet je chois
en ben ik mijn glorie kwijt. privé de gloire.
Het rad van fortuin draait voort: La roue de Fortuna tourne :
ik daal vernederd neer, je descends, dégradé ;
terwijl een ander stijgt; un autre en hauteur est monté ;
al te verheven zit hij bien trop élevé
als een koning op de top - le roi s’assoit au sommet
laat hij oppassen voor z’n val! gare à la chute !
Want onder aan het rad lezen wij car sous la planche on lit
de naam van koningin Hecuba. Reine Hécube.
21Deel I
PRIMO VERE
3. Veris Leta Facies
Veris leta facies
mundo propinatur,
hiemalis acies
victa iam fugatur.
In vestitu vario
Phebus principatur,
nemorum dulcisono,
que cantu celebratur.
Ah!
Flore fusus gremio
Phebus novo more
risum dat, hoc vario
iam stipate flore.
Zephyrus nectareo
spirans in odore;
certatim pro bravio
curamus in amore.
Ah!
Cytharizat cantico
dulcis philomena,
flore rident vario
prata iam serena,
salit cetus avium
silve per amena,
chorus promit virginum
iam gaudia millena.
Ah!
22NL FR
Deel I Partie I
IN DE LENTE au printemps
3. Het vrolijke gezicht van 3. La joyeuse face
de Lente de Printemps
koor chœur
Het vrolijke gezicht van de lente La joyeuse face de Printemps
wendt zich tot de wereld, s’offre au monde,
de strenge winter l’hiver rigoureux,
is reeds verdwenen, overwonnen. vaincu, déjà fuit ;
Getooid in diverse kleuren parée d’habits colorés
regeert Phebus, Flora règne,
met lieflijk klinkend gezang la douce harmonie des bois
uit de wouden toegejuicht. chante ses louanges.
Ah! Ah !
Gelegen in de schoot van Flora Allongé sur les genoux de Flora
lacht Phebus opnieuw Phébus une fois encore
bedekt met bonte bloemen. fait un sourire, couvert
Zephyr’s adem geurt là de fleurs colorées
naar nectar; Zéphyre souffle un souffle
laten we ons haasten d’une senteur de nectar.
te strijden om de prijs van À qui mieux mieux pour le prix
de liefde. de l’amour nous courons.
Ah! Ah !
In harpklanken Dans les chants comme
zingt de zoete nachtegaal, les cythares
met bonte bloemen lachen la douce Philomèle,
reeds de vrolijke weiden, parés des fleurs colorées
zwermen vogels vliegen op les calmes prés se rient,
door de lieflijke bossen, un groupe d’oiseaux s’élève
het koor der maagden dans l’amène forêt,
belooft ons duizend vreugdes. le chœur des vierges promet
Ah! déjà un milliers de joies.
Ah !
234. Omnia Sol Temperat
Omnia sol temperat
purus et subtilis,
novo mundo reserat
faciem Aprilis;
ad Amorem properat
animus herilis,
et iocundis imperat
deus puerilis.
Rerum tanta novitas
in sollemni vere
et veris auctoritas
iubet nos gaudere;
vias prebet solitas,
et in tuo vere
fides est et probitas
tuum retinere.
Ama me fideliter!
Fidem meam nota:
de corde totaliter
et ex mente tota
sum presentialiter
absens in remota,
Quisquis amat taliter,
volvitur in rota.
24NL FR
4. De zon verwarmt alles 4. Le Soleil chauffe tout
bariton solo baryton solo
De zon verwarmt alles Le Soleil chauffe tout,
helder en subtiel, pur et léger,
opnieuw onthult zij de wereld encore une fois il révèle au
het gezicht van April; monde
de mannenziel wordt la face d’Avril,
aangemoedigd vers l’amour se presse
zich naar Amor te begeven l’esprit de l’homme
en alle vreugdes worden beheerst et les joies sont commandées
door de jonge god. par l’enfant-dieu.
Al deze vernieuwing Toute cette renaissance
in de feestelijke lente dans la fête solennelle du
en de kracht van de lente printemps
gebiedt ons vrolijk te zijn; et le pouvoir du printemps
ze wijst ons vertrouwde wegen, nous ordonnent de nous réjouir ;
en in de lente van jouw leven il nous montre des voies
is het familières,
juist en goed te behouden et en ton printemps
wat van jou is. cela est juste et bon
de garder ce qui est tien.
Hou echt van me! Aime-moi fidèlement !
Zie hoe trouw ik ben: Vois comme je suis fidèle :
met heel mijn hart de tout mon cœur
en heel mijn ziel et de toute mon âme,
ben ik bij je Je suis avec toi
zelfs als ik ver weg ben, même quand je suis loin ;
Wie op deze wijze liefheeft, qui que ce soit qui aime ainsi
draait mee op het rad. tournera sur la roue.
255. Ecce Gratum
Ecce gratum
et optatum
Ver reducit gaudia:
purpuratum
floret pratum,
Sol serenat omnia.
Iamiam cedant tristia!
Estas redit,
nunc recedit
Hyemis sevitia.
Ah!
Iam liquescit
et decrescit
grando nix etcetera;
bruma fugit,
et iam sugit
Ver Estatis ubera;
illi mens est misera,
qui nec vivit,
nec lascivit
sub Estatis dextera.
Ah!
Gloriantur
et laetantur
in melle dulcedinis
qui conantur,
ut utantur
premio Cupidinis;
simus jussu Cypridis
gloriantes
et laetantes
pares esse Paridis
Ah!
26NL FR
5. Kijk, de aangename lente 5. Voici l’agréable Printemps
koor chœur
Kijk, de aangename Voici l’agréable
en langverwachte et le souhaité
lente brengt weer vreugde: Printemps ramène la joie,
De weide vêtu de pourpre
kleurt purper, fleurit les prés,
de zon vrolijkt alles op. le Soleil rend tout serein.
Laat de treurigheid nu eindelijk la tristesse s’en va aussitôt !
wijken: Été revient,
De zomer nadert, nu wijkt là se retire
de grimmigheid van de winter. la rigueur de l’hiver.
Ah! Ah !
Nu reeds smelt Maintenant fondent
en verdwijnt et disparaissent
de hagel, de sneeuw enzovoort; glace, neige et le reste,
de winterkoude vlucht l’hiver fuit,
en reeds zuigt de lente aan de et déjà il tète,
borsten van de zomer. Printemps, à la mamelle d’Été ;
Wat een arme ziel is hij il est malheureux l’esprit
die niet leeft, qui ni ne vit
noch uitgelaten is onder de ni ne folâtre
heerschappij van de zomer. sous la main droite d’Été.
Ah! Ah !
Zij die proberen Ils se glorifient
de beloning van Cupido et se réjouissent
te bemachtigen dans une douceur de miel
genieten qu’ils se préparent
en verheugen zich pour se servir du
op zoete honing prix de Cupidon ;
Laten wij op bevel van Cypris sur l’ordre de Vénus
juichen glorifions-nous
van vreugde et réjouissons-nous
omdat wij gelijk aan Paris zijn. d’être les égaux de Pâris.
Ah! Ah!
276. Tanz
Uf Dem Anger
7. Floret Silva
Floret silva nobilis,
floribus, et foliis.
Ubi est antiquus
meus amicus?
Ah!
Hinc equitavit!
Eia, quis me amabit?
Ah!
Floret silva undique,
nah min gesellen ist mir we.
Gruonet der walt allenthalben,
wa ist min geselle alse lange?
Ah!
Der ist geriten hinnen,
owi, wer soll mich minnen?
Ah!
28NL FR
6. Dans 6. Danse
In de wei Dans le pré
instrumentaal Instrumental
7. Het edele woud staat 7. La noble forêt fleurit
in bloei chœur et petit chœur
koor en klein koor
Het edele woud staat in bloei La noble forêt fleurit
met bloemen en bladeren. de fleurs et de feuilles.
Waar is mijn Où donc est celui qui est
oude liefste vriend? mon amour ?
Ah! Ah !
Hij ging er op zijn paard vandoor! Il chevauchait !
Oh, wie zal mij liefhebben? Oh ! Qui donc m’aimera ?
Ah! Ah !
Overal loopt het bos uit, La forêt fleurit toute entière,
ik verlang hartstochtelijk naar Je me languis de mon amour.
mijn geliefde, La forêt verdit toute entière,
de bossen kleuren helemaal groen, pourquoi mon amour est-il
waar blijft mijn geliefde al die tijd? si long ?
Ah! Ah !
Hij ging er op zijn paard vandoor, Il était à cheval,
o wee, wie zal mij beminnen? Hélas ! Qui donc m’aimera ?
Ah! Ah !
298. Chramer, Gip Die Varwe Mir
Chramer, gip die varwe mir,
diu min wengel roete,
da mit ich die jungen man
an ir dank der minnenliebe noete.
Seht mich an,
jungen man!
lat mich iu gevallen!
Minnet, tugentliche man,
minnecliche frouwen!
minne tuot iu hoch gemuot
unde lat iuch in hohen eren
schouwen.
Seht mich an,
jungen man!
lat mich iu gevallen!
Wol dir Werlt, daz di bist
also freundenriche!
ich will dir sin undertan
durch din liebe immer sicherliche.
Seht mich an,
jungen man!
lat mich iu gevallen!
30NL FR
8. Kramer, geef me kleur 8. Gardien, donne-moi de
koor en klein koor la couleur
chœur et petit chœur
Kramer, geef me kleur, Gardien, donne-moi de la couleur
om mijn wangen rood te verven, pour rosir mes joues,
zodat de jongemannen ainsi pourrai-je faire que les
mij niet meer kunnen weerstaan. jeunes hommes
Kijk me aan, m’aiment contre leur volonté.
jongeman, Regardez-moi,
laat mij jou verleiden! jeunes hommes !
Laissez-moi vous plaire !
Bemin, deugdzame mannen, Hommes bons, amour,
beminnelijke vrouwen! femmes dignes d’amour !
liefde veredelt je geest L’amour ennoblit ton esprit
en geeft je eergevoel. et te donne de l’honneur.
Kijk me aan, Regardez-moi,
jongeman, jeunes hommes !
laat mij jou verleiden! Laissez-moi vous plaire !
Gegroet, wereld, Je te salue, monde,
zo rijk aan vreugde! si riche en joies !
ik wil je onderdanig zijn Je te serai obéissante
om de genoegens die je verschaft. par les plaisirs que tu offres.
Kijk me aan, Regardez-moi,
jongeman, jeunes hommes !
laat mij jou verleiden! Laissez-moi vous plaire !
319. Reie
- Swaz Hie Gat Umbe
Swaz hie gat umbe
daz sint alles megede,
die wellent an man
allen disen sumer gan!
Ah! Sla!
- Chume, Chume, Geselle Min!
Chume, chum, geselle min
ih enbite harte din,
ih enbite harte din,
chume, chum geselle min.
Suzer rosenvarwer munt,
chum un mache mich gesunt,
chum un mache mich gesunt,
suzer rosenvarwer munt.
Swaz hie gat umbe
daz sint alles megede,
die wellent an man
allen disen sumer gan!
Ah! Sla!
10. Were Diu Werlt Alle Min
Were diu werlt alle min
von deme mere unze an den Rin,
des wolt ich mich darben,
daz diu chünegin von Engellant,
lege an minen armen. Hei!
32NL FR
9. Reidans 9. Ronde
- Wat hier in de rondte danst - Swaz hie gat umbe
koor/klein koor chœur / petit chœur
Wat hier in de rondte danst Celles qui tournent
zijn allemaal meisjes, sont toutes vierges,
die willen zonder man elles veulent faire sans un homme
deze zomer doorbrengen! durant tout l’été.
Ah! Sla! Ah !
- Kom, kom, m’n liefje - Viens, viens, mon amour !
Kom, kom, m’n liefje Viens, viens, mon amour,
ik verlang naar je, Je te désire ardemment,
ik verlang naarje, Je te désire ardemment,
kom, kom m’n liefje. viens, viens, mon amour.
Zoete roosrode mond, Douces lèvres du rouge de la rose,
kom en maak me gezond, viens et rends-moi meilleur,
kom en maak me gezond, viens et rends-moi meilleur,
zoete roosrode mond. douces lèvres du rouge de la rose.
Wat hier in de rondte danst Celles qui tournent
zijn allemaal meisjes, sont toutes vierges,
die willen zonder man elles veulent faire sans un homme
deze zomer doorbrengen! durant tout l’été !
Ah! Sla! Ah !
10. Als heel de wereld van 10. Tout le monde était mien
mij was chœur
koor
Als heel de wereld van mij was Tout le monde était mien
van de zee tot aan de Rijn, de la mer jusques au Rhin,
zou ik er afstand van doen, je m’en priverais pour
als de koninging van Engeland, qu’ainsi la reine d’Angleterre
zou liggen in mijn armen. Hei! s’allongeât dans mes bras. Ah !
33Deel II
IN TABERNA
11. Estuans Interius
Estuans interius
ira vehementi
in amaritudine
loquor mee menti:
factus de materia,
cinis elementi
similis sum folio,
de qou ludunt venti.
Cum sit enim proprium
viro sapienti
supra petra ponere
sedem fundamenti,
stultus ego comparor
fluvio labenti,
sub eodem tramite
numquam permanenti.
Feror ego veluti
sine nauta navis,
ut per vias aeris
vaga fertur avis,
non me tenent vincula,
non me tenent clavis,
quero mihi similes,
et adiungor pravis.
34NL FR
Deel II Partie II
IN DE TAVEERNE à la taverne
11. Verscheurd door 11. Rongé intérieurement
innerlijke woede d’une violente colère
bariton solo baryton solo
Verscheurd door Rongé intérieurement
innerlijke woede d’une violente colère,
spreek ik vol bitterheid amèrement
tot mijn hart: à mon âme je parle :
uit stof ben ik geschapen, fait de matière,
uit de as van de elementen des cendres des éléments,
ik ben als een blad je suis semblable à une feuille,
waarmee de winden spelen. avec quoi jouent les vents.
Waar immers de wijze man Car que ce soit propre
gewoon is om à l’homme sage
op steen de poser sur la roche
zijn fundament te bouwen, le siège des fondations,
ben ik een dwaas die je suis le fou comparé
als een stromende rivier, au fleuve qui coule,
nooit zijn loop qui dans sa course folle
verandert. jamais ne change de route.
Ik word meegevoerd Je suis emporté tel
als een schip zonder stuurman, un navire sans matelot,
zoals vogels afdrijven et par la voie des airs
in de luchtlagen; tel qu’est porté l’oiseau flottant ;
ketenen noch sloten les chaînes ne peuvent me tenir,
houden me tegen, la clef ne peut me lier,
ik zoek mensen zoals ik, je cherche les gens comme moi
en voeg mij bij de stakkers. et rejoins les malheureux.
35Mihi cordis gravitas
res videtur gravis;
iocus est amabilis
dulciorque favis;
quisquid Venus imperat,
labor est suavis,
que numquam in cordibus
habitat ignavis.
Via lata gradior
more iuventutis
implicor et vititis
immemor virtutis,
voluptatis avidus
magis quam salutis,
mortuus in anima
curam gero cutis.
36NL FR
De zwaarte van mijn hart La lourdeur de mon cœur
schijnt een zware last te zijn; me semble un lourd fardeau ;
het is leuk grappen te maken plaisanter est plus aimable
en zoeter nog dan honing; et plus doux qu’un gâteau de miel ;
wat Venus ook beveelt, quoi que Vénus ordonne
‘t is een kleine moeite, la tâche est douce,
zij bewoont nooit elle n’habite jamais
een verdoofd hart. les cœurs paresseux.
Ik reis over de grote weg Sur la large voie je marche
zoals mijn jeugd dat wil au désir de la jeunesse
ik stort me in de misdaad je me plie ainsi qu’aux vices
houd me niet aan de moraal, oublieux de ma vertu,
begerig naar vleselijk genot je suis avide de plaisirs
meer dan naar verlossing, plus que pour mon salut,
mijn ziel is dood, mort dans mon âme,
dus zorg ik alleen nog voor mijn lijf. je porterai soin à la chair.
3712. Olim Lacus Colueram
Olim lacus colueram,
olim pulcher extiteram,
dum cignus ego fueram.
Miser, miser!
Modo niger
et ustus fortiter!
Girat, regirat garcifer;
me rogus urit fortiter:
propinat me nunc dapifer,
Miser, miser!
Modo niger
et ustus fortiter!
Nunc in scutella iaceo,
et volitare nequo
dentes frendentes video:
Miser, miser!
Modo niger
et ustus fortiter!
38NL FR
12. Ooit bewoonde ik meren 12. Jadis j’habitais sur un lac
(De gebraden zwaan) ténor solo et chœur d’hommes
tenor solo en mannenkoor
Ooit bewoonde ik meren, Jadis j’habitais sur un lac,
Ooit was ik mooi, jadis ma beauté exaltait
toen ik een zwaan was. lors que j’étais un cygne.
Ellendig, ellendig! O malheureux !
nu zwart Maintenant noir
en gaar gebraden! et brûlé fortement !
De kok draait me om en om, Le commis me tourne et retourne ;
het vuur braadt me lekker gaar, je brûle sacrement sur le bûcher ;
nu dient de waard me op. le cuistot maintenant me sert.
Ellendig, ellendig! O malheureux !
nu zwart Maintenant noir
en gaar gebraden! et brûlé fortement !
Nu lig ik op een schotel Maintenant je gis sur un plateau,
en kan ik niet meer vliegen, et je ne puis plus voler,
ik zie knarsende tanden. je vois d’impatientes dents :
Ellendig, ellendig! O malheureux !
nu zwart Maintenant noir
en gaar gebraden! et brûlé fortement !
3913. Ego Sum Abbas
Ego sum abbas Cucaniensis,
et consilium meum est
cum bibulis,
et in secta Decii voluntas
mea est
et qui mane me quesierit
in taberna,
post vesperam nudus
egredietur,
et sic denudatus veste clamabit:
Wafna! Wafna!
Quid fecisti sors turpissima?
Nostre vite gaudia
abstulisti omnia!
Ha! Ha!
14. In Taberna Quando Sumus
In taberna quando sumus,
non curamus quid sit humus,
sed ad ludum properamus,
cui semper insudamus.
Quid agatur in taberna,
ubi nummus est pincerna,
|: hoc est opus ut queratur,
si quid loquar, audiatur. :|
40NL FR
13. Ik ben de abt (van cucanië) 13. Je suis l’abbé de Cocagne
bariton solo en mannenkoor baryton solo et choeur d’hommes
Ik ben de abt van Cucanië Je suis l’abbé de Cocagne
en mijn vergadering houd ik met et mon assemblée est une
de drinkers, d’ivrognes,
en mijn roeping is gelegen in de et être dans l’ordre de Decius est
orde van de dobbelsteen, ma volonté,
en wie mij ‘s ochtends in de kroeg et qui me cherche dans la taverne
zal vinden au matin,
zal tegen de avond naakt naar après Vêpres il sortira nu,
buiten gaan et ainsi dénudé de ses habits il
en zo beroofd van zijn kleding zal criera :
hij schreeuwen:
Wafna! Wafna! Holà ! Holà !
Wat heb je gedaan, zeer Qu’as-tu fait, infâme Sort ?
schandelijk lot? La joie de notre vie
Je hebt alle vreugde tu as tout emporté !
van mijn leven ontnomen! Ah ! Ah !
Ha! Ha!
14. Wanneer wij in de 14. Quand nous sommes dans
taveerne zijn la taverne
mannenkoor chœur d’hommes
Wanneer wij in de taveerne zijn, Quand nous sommes dans
maken we la taverne,
ons geen zorgen dat wij slechts que nous importe de n’être
stof zijn, que poussière,
maar we storten ons direct op mais nous nous hâtons pour les jeux
het spel, qui nous mettent toujours
dat ons altijd hevig doet zweten. en sueur.
Wat in de taveerne gebeurt, Ce qui se passe dans la taverne,
waar geld de gastheer is, où l’argent est le roi,
dat is de moeite waard te vragen, ça vaut le coup de demander,
en hoor wat ik je zeg: et d’écouter ce que je dis
41Quidam ludunt, quidam bibunt,
quidam indiscrete vivunt.
Sed in ludo qui morantur,
ex his quidam denudantur
quidam ibi vestiuntur,
quidam saccis induuntur.
|: Ibi nullus timet mortem
sed pro Baccho mittunt sortem. :|
Primo pro nummata vini,
ex hac bibunt libertini;
semel bibunt pro captivis,
post hec bibunt ter pro vivis,
quater pro Christianis cunctis,
quinquis pro fidelibus defunctis,
sexies pro sororibus vanis,
septies pro militibus silvanis.
Octies pro fratribus perversis,
nonies pro monachis dispersis,
decies pro navigantibus,
undecies pro discortantibus,
duodecies pro penitentibus,
tredecies pro iter agentibus.
Tam pro papa quam pro rege
bibunt omnes sine lege.
Bibit hera, bibit herus,
bibit miles, bibit clerus,
bibit ille, bibit illa,
bibit servus cum ancilla,
bibit velox, bibit piger,
42NL FR
Sommigen spelen, anderen drinken, Certains jouent, certains boivent,
sommigen leven er op los. d’autres vivent sans pudeur.
Maar die zich in het spel begeven De ceux qui jouent,
worden soms volledig uitgekleed certains se retrouvent nus,
sommigen winnen hier hun kleren, certains sont rhabillés,
anderen gaan gekleed in zakken. d’autres sont mis en sac.
Hier vreest niemand voor de dood Personne ici ne craint la mort,
maar dobbelt men in de naam mais ils misent le sort pour
van Bacchus. Bacchus.
Op de wijnschenker drinkt Le premier est pour la tournée
het losbandige volk het eerst; puis les affranchis boivent,
dan eenmaal op de gevangenen, une autre fois pour les prisonniers,
dan driemaal op de levenden, une troisième pour les vivants,
viermaal op heel de une quatrième pour les Chrétiens,
Christenschaar, une cinquième pour les fidèles
vijfmaal op de in de Heer défunts,
gestorvenen, une sixième pour les sœurs légères,
zesmaal op de lichtzinnige zusters, une septième pour la troupe en
zevenmaal op de struikrovers. campagne.
Achtmaal op de verlopen broeders, Une huitième pour les frères pervertis,
negenmaal op de dwalende une neuvième pour les moines
monniken, dispersés,
tienmaal op de zeelieden, une dixième pour ceux qui naviguent,
elfmaal op de kibbelaars, une onzième pour les plaideurs,
twaalfmaal op de boetelingen, une douzième pour les pénitents,
dertienmaal op de reizigers. une treizième pour les voyageurs.
Op de paus en op de koning une pour le Pape et une pour le Roi,
drinken allen zonder mate. tous boivent sans loi.
De meesteres drinkt en de meester, La patronne boit, le patron boit,
de soldaat drinkt en de priester le soldat boit, le prêtre boit,
drinkt, celui-ci boit, celle-ci boit,
de man drinkt, de vrouw drinkt, l’esclave boit avec la servante,
de knecht drinkt met de meid, l’agile boit, le paresseux boit,
de snelle drinkt, de luie drinkt,
43bibit albus, bibit niger,
bibit constans, bibit vagus,
bibit rudis, bibit magus.
Bibit pauper et egrotus,
bibit exul et ignotus,
bibit puer, bibit canus,
bibit presul et decanus,
bibit soror, bibit frater,
bibit anus, bibit mater,
bibit iste, bibit ille,
bibunt centum, bibunt mille.
Parum sexcente nummate
durant, cum immoderate
bibunt omnes sine meta.
Quamvis bibant mente leta,
sic nos rodunt omnes gentes,
et sic erimus egentes.
Qui nos rodunt confundantur
et cum iustis non scribantur.
IO! IO! IO! IO! IO! IO! IO! IO!
44NL FR
de blanke drinkt, de zwarte drinkt, le blanc boit, le noir boit,
de gesettelde drinkt, de zwerver le pondéré boit, l’inconstant boit,
drinkt, le fou boit, le sage boit,
de domme drinkt, de wijze drinkt.
De arme drinkt en de zieke,
de banneling en de Le pauvre et le malade boivent,
vreemdeling drinkt, l’exilé et l’étranger boivent,
de jongeling drinkt, de l’enfant boit, le vieux boit,
grijsaard drinkt, l’évêque et le doyen boivent,
de bisschop drinkt, de deken drinkt, la sœur boit, le frère boit,
de zuster drinkt, de broeder drinkt, la vieille boit, la mère boit,
de oude vrouw drinkt, de celui-ci boit, celui-là boit,
moeder drinkt, cent boivent, mille boivent.
deze vrouw drinkt, die man drinkt,
er drinken er honderd, er drinken
er duizend.
Zeshonderd duiten zou
nauwelijks Six cent pièces filent
genoeg zijn als allen onbeteugeld vite, quand, sans retenue,
en zonder mate zouden drinken. tous boivent sans fin.
Hoeveel zij ook vrolijk drinken, Mais ils boivent l’esprit gai,
wij zijn degenen die iedereen ainsi nous sommes ceux que
beschimpt, tous méprisent,
en aldus worden wij berooid. et ainsi nous sommes sans le sou.
Die ons beschimpen mogen Ceux qui nous critiquent iront
vervloekt zijn au diable
en mogen hun namen niet et avec les justes ne seront pas
worden geschreven in het boek comptés.
der rechtvaardigen. Oh ! Oh ! Oh ! Oh ! Oh !
IO! IO! IO! IO! IO! IO! IO! IO!
45Deel III
COUR D’AMOURS
15. Amor Volat Undique
Amor volat undique;
captus est libidine.
Juvenes, iuvencule
coniuguntur merito.
Siqua sine socio,
caret omni gaudio;
tenet noctis infima
sub intimo
cordis in custodia:
fit res amarissima.
16. Dies, Nox Et Omnia
Dies, nox et omnia
michi sunt contraria,
virginum colloquia,
me fay planszer,
oy suvenz suspirer,
plu me fay temer.
O sodales, ludite,
vos qui scitis dicite,
michi mesto parcite,
grand ey dolur,
attamen consolite
per voster honur.
46NL FR
Deel III Partie III
DE HOF DER LIEFDE COUR D’AMOURS
15. Amor vliegt overal 15. Amour vole partout
sopraan solo en jongenskoor soprano solo et chœur de garçons
Amor vliegt overal; Amour vole partout,
overmand door hartstocht. saisi de désir.
Jongelingen en meisjes Jeunes hommes et jeunes femmes
verenigen zich zoals het hoort. sont unis équitablement.
Zij die zonder minnaar is La fille sans compagnon
mist alle pleziertjes; manque tous les plaisirs ;
ze houdt de donkere nacht elle tient la nuit la plus basse
verborgen profondément
in de diepte van haar hart: cachée dans son cœur :
het is een allerbitterst lot. c’est la plus grande amertume.
16. Dag, nacht en alles 16. Jour, nuit et tout
Bariton solo baryton solo
Dag en nacht en alles Jour, nuit et tout
is tegen mij, sont contre moi,
het geklets van de meisjes le caquetage des vierges
doet mij wenen, me fait pleurer,
en dikwijls zuchten, et souvent soupirer,
en nog meer vrezen. et surtout m’effraie.
O kameraden, jullie nemen me in O compagnons, raillez,
de maling, vous ne savez ce que vous dites,
jullie weten niet wat je zegt, épargnez le malheureux que
spaar me, treurig als ik ben, je suis,
groot is mijn smart, grande est ma douleur,
geef mij toch raad conseillez-moi au moins,
op uw woord van eer. sur votre honneur.
47Vous pouvez aussi lire
