#1 Vol. 14 - Belgian Association of Hospitals
←
→
Transcription du contenu de la page
Si votre navigateur ne rend pas la page correctement, lisez s'il vous plaît le contenu de la page ci-dessous
Officieel tijdschrift van de Belgische Vereniging der Ziekenhuizen / Revue officielle de l'Association Belge des Hôpitaux # 1 Vol. 14 janvier > mars 2016 januari > maart 2016 Trimestriel Driemaandelijks Prijs: 12,5 € - Afgiftekantoor: Brussel X - Hospitals.be - Goedkeuringsnummer: P910197 Un terrain pour un nouvel hôpital… Et puis? Het stigma van de psychiatrie bij verpleegkundigen Prix: 12,5 € - Bureau de dépôt: Bruxelles X - Hospitals.be - n° d'agréation: P910197
1 U vindt alle artikelen en meer op Retrouvez les articles et plus sur Revue officielle de l'Association Belge des Hôpitaux www.hospitals.be Officieel tijdschrift van de Belgische Vereniging der Ziekenhuizen # ISSN: 1379-7786 Membre de la Fédération internationale des Hôpitaux Vol. 14 Lid van de Internationale Federatie der Ziekenhuizen Membre de la Fédération de la Presse périodique de Belgique Lid van de Federatie van de Periodieke Pers van België ABH/BVZ janvier > mars 2016 / januari > maart 2016 L'Association Belge des Hôpitaux est une association sans but lucratif, conformément à la loi du 27 juin 1921. D'après ses statuts (art. 3): «L'Association a pour objet de contribuer au développe- ment et au progrès de la science hospitalière, et spécialement à l'étude des problèmes de gestion et d'organisation interne et externe des établissements de soins, notamment par la diffusion Voorwoord 04 05 de publications, l'organisation de réunions d'études et de conférences, etc. Elle peut représenter ses membres dans tous Édito groupements et/ou instances publiques et/ou privées concernées par le domaine médico-hospitalier, médico-social et sanitaire». Dirk Thielens De Belgische Vereniging der Ziekenhuizen is een vereniging zon- der winstoogmerk, volgens de wet van 27 juni 1921. Artikel 3 van haar statuten luidt: "Het doel van de Vereniging is het bijdragen tot de ontwikkeling en bevordering der ziekenhuiswetenschappen en in het bijzonder tot de studie van de interne en externe beheers- en organisatieproblemen in de gezondheidzorginstellingen, o.a. door het verspreiden van publicaties, het organiseren van studiedagen, conferenties, enz. Ze mag haar leden vertegenwoordigen in alle groeperingen en/of openbare en/of privé-instanties die zich bezi- ghouden met ziekenhuis-, medico-sociale en gezondheidstaken". Stigma, verpleegkunde 07 12 Président/Voorzitter: en psychiatrie Willy Heuschen, e-mail: willy@heuschen.be Secrétaire général/Secretaris-generaal: Charlotte Sercu Dirk Thielens, e-mail: dirk.thielens@iris-hopitaux.be Secrétariat/Secretariaat: Wat betekent het stigma voor verpleegkundigen Rue Dejoncker 46 Dejonckerstraat, Bruxelles 1060 Brussel actief in de geestelijke gezondheidszorg? Tel.: 02/543.78.19 – Internet: www.hospitals.be De link met een identiteitscrisis werd gelegd. Wat is de rol van het ziekenhuis hierbij? AVIS/BERICHT La reproduction, même partielle, des articles de la revue Hospitals.be est interdite sans autorisation préalable. Les articles publiés n'engagent que la responsabilité de leurs auteurs. Artikels uit dit tijdschrift mogen worden overgenomen na toestemming van de redactie; bronvermelding is verplicht. De auteurs zijn verantwoordelijk voor de inhoud van hun artikels. RÉDACTION/REDACTIE 16 24 Éditeur responsable/Verantwoordelijke uitgever: Willy Heuschen Rédacteur en chef/Hoofdredacteur: Daniel Désir, place Arthur Van Gehuchten 4 Arthur Van Gehuchtenplein Les défis du réseau CHC à Liège Bruxelles 1020 Brussel e-mail: daniel.desir@chu-brugmann.be Michelle Cooreman Rédactrice en chef adjointe/Adjunct-hoofdredactrice: Hildegard Hermans L’objectif: déménager en 2019 trois cliniques existantes, Coordination de la rédaction/Redactiecoördinatie: Saint-Joseph, l’Espérance et Saint-Vincent, vers un nouvel Michelle Cooreman hôpital, la Clinique du MontLégia. Le point de départ: Secrétariat de rédaction/Eindredactie: Claudine De Kock Comité de rédaction/Redactiecomité: le terrain d’un ancien charbonnage qu’il a fallu d'abord Guy Durant, Alain Esterzon, Françoise Weil, assainir. Johny Van der Straeten RÉALISATION ET PRODUCTION/ ONTWERP EN UITVOERING Rue Rodenbach 70 Rodenbachstraat, Bruxelles 1190 Brussel 28 37 Tel.: 02/640.49.13 – Fax: 02/640.97.56 e-mail: info@vivio.com – Internet: www.vivio.com Maquette: Marie Bourgois De lange weg naar een Mise en pages/Lay-out: Catherine Harmignies Photos/Foto's: CHC - AAH - Miysis, Frank Bahnmuller, Thinkstock kwaliteitslabel Photo de couverture/Coverfoto: Corbis Michelle Cooreman Impression/Druk: Artoos Een algemeen ziekenhuis, het az Sint-Blasius PUBLICITÉ/RECLAMEREGIE Dendermonde, en een universitair ziekenhuis, het Publiest Chaussée de Haecht 547 Haachtsesteenweg UZ Antwerpen, hebben de JCI-accreditatie binnengehaald. Bruxelles 1030 Brussel Over het waarom, het hoe en de voldoening. Tel.: 02/245.47.74 - Fax: 02/245.44.63 e-mail: paulmeyer@publiest.be ABONNEMENT Annuel/Jaarlijks: 50€ Étudiants/Studenten: 25€ Pensionnés/Gepensioneerden: 37€ e-mail: dirk.thielens@iris-hopitaux.be Hospitals.be / 2016 n°1 03
VOORWOORD BUDGET FINANCIËLE MIDDELEN Enveloppe A1. Samen naar een betere toekomst? De recentste berichten omtrent de overdracht van de compe- tenties van drie onderdelen A1-A3 van het budget financiële middelen (BFM) naar de gewesten/gemeenschappen in het kader van de zesde staatshervorming, zijn niet opbeurend. W at de acteurs van de sector gevreesd hebben, VOORSPELBARE SITUATIE is werkelijkheid geworden: er is een gigan- Zoals zo vaak, was de situatie die we vandaag tische kloof in de financiering tussen de kennen, voorspelbaar. Dirk Thielens toegekende enveloppes in het kader van In het verleden werden injecties in het budget om de tijde- de hervorming en de noodzakelijke financiële middelen, lijke verhoging van de A1-enveloppe te dekken, uitgevoerd Bestuurder van het alleen al voor het vereffenen van de bestaande A1-A3, en bij herzieningen. De timing van deze herzieningen werd IRIS-netwerk dan hebben we het nog niet over de lopende projecten of beheerd in functie van de budgettaire marges van de totale dirk.thielens de in de kalenders al geplande nieuwbouwprojecten. Het BFM-enveloppe, waarvan het deel A1 slechts ongeveer 10% @iris-hopitaux.be bedrag dat het vaakst de ronde doet, is van de grootorde uitmaakt. van 250 miljoen euro op 1 januari 2016, voor alle gewesten/ Door de A1-enveloppe 'uit' zijn budgettaire context te gemeenschappen samen. halen, onder andere om een 'belangrijke' staatshervorming te rechtvaardigen – evenals, we geven het toe, om de competenties coherenter te hergroeperen – is deze Het budgettaire evenwicht beheercapaciteit in de tijd en in functie van de bud- gettaire marges, onbestaande geworden. Nieuwe reguleringsmechanismen moeten dus bewaren en tegelijk worden opgezet. ruimte laten voor nieuwe OP ZOEK NAAR OPLOSSINGEN Jammer genoeg voegen de nieuwe bud- vastgoedinvesteringen gettaire boekhoudkundige regels van de Staat, conform de Europese regelgeving, een laagje com- plexiteit toe in het opzetten van deze oplossing. Het is niet alleen nodig om het budgettaire evenwicht te bewaren, maar de sector moet ook zijn toekomst wat vastgoed betreft met sereniteit tegemoet De pre-transfer enveloppes zijn alleen indicatief vermits de kunnen treden. 'dotaties' die naar de gewesten/gemeenschappen werden Deze kwadratuur van de cirkel is een heuse uitdaging voor getransfereerd, een geheel vormen en bedoeld zijn om de politieke machthebbers. Ze moeten een evenwicht gebouwen en zwaar materiaal te financieren, maar ook rust- vinden, bij voorkeur in samenspraak met de sector, tussen huizen, kinderbijslag … herstructurering van het ziekenhuislandschap – waarvoor De verschillende kabinetten die deze bevoegdheden onder vaak nieuwe vastgoedinvesteringen nodig zijn –, de budget- hun hoede hebben, doen voorlopig hun best om de gemoe- taire orthodoxie en de impact van de gekozen oplossingen deren in de ziekenhuizen te bedaren en oplossingen te op het economische weefsel van hun gewest. vinden. Wordt vervolgd. 2016 n°1 / Hospitals.be 04
ÉDITO BUDGET DES MOYENS FINANCIERS Enveloppe A1. Tous ensemble vers un meilleur avenir? Les dernières nouvelles relatives à la reprise de la compétence sur les sous-parties A1-A3 du budget des moyens financiers (BMF) par les Régions/Communautés dans le cadre de la sixième Réforme de l’État ne sont guère réjouissantes. C e que les acteurs du secteur craignaient est À LA RECHERCHE DES devenu réalité, il y a un gouffre de financement SOLUTIONS entre les enveloppes octroyées dans le cadre de la Malheureusement, les règles de comptabilité Dirk Thielens réforme et les moyens nécessaires, ne fut-ce que budgétaire de l’État, en conformité avec les réglementa- pour liquider les A1-A3 existants, sans parler des projets tions européennes, ajoutent une couche de complexité à la Administrateur du en cours ou inscrits dans les différents calendriers de mise en place de cette solution. Il faut non seulement pré- Réseau Iris reconstruction. Le montant qui circule le plus souvent est server l’équilibre budgétaire, mais également permettre au dirk.thielens de l’ordre de 250 millions d’euros au premier janvier 2016, secteur d’entrevoir son futur immobilier avec sérénité. @iris-hopitaux.be toutes Régions/Communautés confondues. Les enveloppes pré-transfert ne sont qu’indica- tives puisque la «dotation» transférée aux Régions/ Communautés forme un tout et est destinée à finan- Préserver l’équilibre budgétaire tout en cer les constructions, équipements lourds , mais aussi les maisons de repos, allocations familiales… Les différents cabinets en charge de la problé- matique font donc de leur mieux pour calmer les inquiétudes des hôpitaux et trouver des solutions à permettant de nouveaux l’équation. investissements SITUATION PRÉVISIBLE Comme souvent, la situation que nous immobiliers connaissons maintenant était prévisible. Dans le passé, les injections de budget pour couvrir l’augmentation temporaire de l’enveloppe A1 se pratiquaient lors des révisions. Le timing de ces révisions était géré en fonction des marges budgé- taires de l’enveloppe totale du BMF, dont la partie A1 ne représente qu’environ 10%. Cette quadrature du cercle représente un sacré défi pour En «sortant» l’enveloppe A1 de son contexte budgétaire, nos pouvoirs politiques. Ils devront trouver un équilibre, de entre autres pour justifier d’une Réforme de l’État «impor- préférence en concertation avec le secteur, entre restructu- tante», ainsi que – admettons-le – d’une cohérence dans rations du paysage hospitalier, nécessitant souvent de nou- les compétences, cette capacité de gestion dans le temps et veaux investissements immobiliers, orthodoxie budgétaire en fonction des marges budgétaires est devenu inexistante. et impact des solutions choisies sur le tissu économique de Des nouveaux mécanismes de régulation doivent donc être leur Région. mis en place. Affaire à suivre. Hospitals.be / 2016 n°1 05
BUILDING TOGETHER RETAIL - HOUSING - INDUSTRIES - INTERIORS - CONFERENCE CENTERS - RESTAURANTS - LABORATORIES - INSTITUTIONS - OFFICES - EQUIPMENTS - URBANISM - HEALTH ASSAR ARCHITECTS Chaussée de La Hulpe 181/2 Terhulpsesteenweg - Bruxelles 1170 Brussel (BE) - T +32 (0)2 676 71 00 I L’ATELIER ARCHITECTS Rue Sainte-Marie 5/12 - 4000 Liège (BE) - T +32 (0)4 221 20 00 ASSAR UNIVERSUM ARCHITECTS 12 rue Jean Engling - 1466 Luxembourg (LU) - T +352-44 13 671 I ASSAR FRANCE ARCHITECTS T +33 (0)2 52 36 00 98 I architects@assar.com I www.assar.com
PSYCHIATRISCHE AFDELING ROL VAN HET ZIEKENHUISKADER Stigma, verpleegkunde en de psychiatrie In deze bijdrage wordt ingegaan op de betekenis van stigma voor verpleegkundigen die actief zijn binnen de geestelijke gezondheidszorg. Een recent gepu- bliceerde sociologische studie bracht stigma in verband met de identiteitscrisis van de psychiatrisch verpleegkunde. Dit onderzoek bespreekt de rol van de ziekenhuiscontext in de ambivalente houding tegenover stigma, gewrongen tussen de verpleging en de psychia- trie als medische discipline. Charlotte Sercu © V.R. Hospitals.be / 2016 n°1 007
PSYCHIATRISCHE AFDELING I n Vlaanderen nemen hulpverleners uit geestelijke gezondheidsvoorzieningen vaak het voortouw bij het opzetten van acties die het taboe rond psychische problemen moeten doorbreken. Wetenschappelijk onderzoek toont echter aan dat ook de hulpverlening niet vrij is van het op een stigmatiserende of Hulpverleners minderwaardige manier benaderen en behan- delen van mensen met psychische problemen. Hulpverleners profileren zich als voortrekkers van antistigma-initiatieven, maar houden er zelf stigmatiserende overtuigingen op na, zoals het kunnen er geloof dat mensen met psychische problemen gevaarlijk en onberekenbaar zijn of schuld treffen stigmatiserende overtuigingen op aan hun psychische toestand. Bovendien blijkt uit de literatuur dat hulpverleners zelf ook met stigma geconfronteerd worden wegens hun associatie met mensen die psychische problemen hebben1. In deze bijdrage wordt ingegaan op de beteke- na houden nis van stigma voor verpleegkundigen die actief zijn binnen de geestelijke gezondheidszorg. Een Charlotte Sercu recent gepubliceerde sociologische studie bracht stigma in verband met de identiteitscrisis van de Doctoraatsonderzoeker psychiatrisch verpleegkunde. Binnen deze crisis Onderzoeksgroep staat de ambivalente verhouding tussen de psy- HeDeRa chiatrische verpleegkunde en het psychiatrische, medisch geconfronteerd omdat ze worden geassocieerd met mensen Vakgroep Sociologie georiënteerde kader centraal. Dit onderzoek bespreekt die psychische problemen hebben1. Vooral psychiatrisch Universiteit Gent hoe de betekenis van stigma verweven zit in deze ambiguï- verpleegkundigen komen in aanraking met negatieve denk- charlotte.sercu teit en bespreekt de rol van specifieke ziekenhuiscontex- beelden zoals het idee dat ze neurotisch, lui of ondeskundig @ugent.be ten binnen deze dynamiek. Alvorens dit onderwerp uit te zijn. Het stigma draagt volgens onderzoek niet alleen bij diepen, wordt kort aangehaald wat onder de identiteits- aan de identiteitscrisis, maar beïnvloedt ook de zorgkwa- crisis van de psychiatrische verpleegkunde wordt verstaan liteit. Wetenschappelijk werk toont aan dat associatieve en wordt ingegaan op de complexiteit van de relatie tussen stigmaervaringen onder hulpverleners in de Belgische psychiatrie en stigma. geestelijke gezondheidszorg, emotionele uitputting in de hand werken en tevens zorgen voor een verminderde tevre- CRISIS BINNEN DE denheid over de behandeling bij zorggebruikers4. PSYCHIATRISCHE VERPLEEGKUNDE DE ETIKETTEERTHEORIE Sinds halfweg de jaren 1970 besteedt de weten- Het psychiatrische kader waar verpleegkundigen schappelijke wereld heel wat aandacht aan processen van zich op een zeer complexe manier toe verhouden, wordt in identiteitsvorming bij verpleegkundigen. Binnen de lite- sociaal wetenschappelijk onderzoek als mogelijke hefboom ratuur staat de blijvende zoektocht naar een eigen profes- voor de ontwikkeling van stigma geïdentificeerd5. Binnen sionele identiteit centraal. Het onderzoek komt vaak neer het onderzoekdomein houdt deze negatieve connotatie op het bestuderen van de complexe manier waarop de verband met de dominantie van de etiketteertheorie van verpleegkundigen zich verhouden tot het medisch georiën- Scheff (1999). Zijn theorie stelt dat iemand die psychi- teerde, psychiatrische zorgmodel. Waar verpleegkundigen sche problemen heeft en gelabeld wordt als 'psychiatrisch hun 'bevrijding' van het medische model uitschreeuwen, ziek', gedoemd is om een identiteit van chronisch zieke merken sommige onderzoekers op dat er in de praktijk te ontwikkelen. Dit omdat het etiket een negatieve stere- weinig veranderd is2. Verpleegkundigen argumenteren otiepe houding uitlokt die vervolgens bepaalt hoe we ons dat ze een meer empathische benadering voorstaan waarin gedragen tegenover de gestigmatiseerde persoon. Zo kan, samenwerking het medische paternalisme overstijgt. bij een persoon bij wie de diagnose van bipolaire stoornis Dit gegeven wordt door bepaalde wetenschappers echter werd gesteld, het cliché dat deze persoon onvoorspelbaar gezien als een manier om hun identiteit vorm te geven, is, ertoe leiden dat die persoon geen werk meer vindt en eerder dan dat men kan spreken van een vernieuwend zo verder de ziekterol wordt ingeduwd. Andere maatschap- verpleegkundig discours. Er is nog steeds sprake van een pelijke statussen en rollen, zoals die van ouder, partner of ambivalente verhouding tussen de verpleegkundigen en werknemer, verdwijnen naar de achtergrond en de ziekte- het dominante medisch georiënteerde kader waarbinnen rol komt meer centraal te staan. ze hun job uitoefenen. De discipline draagt haar geschie- Volgens de etiketteertheorie speelt hulpverlening, met de denis mee en onttrekt nog steeds betekenis aan het kader, diagnose als haar belangrijkste werkinstrument, derhalve terwijl men er zich ook tegen afzet in het streven naar een een cruciale rol in het stigmaproces. Vaak is het ogenblik eigen professionele identiteit. waarop een persoon hulp vraagt het moment waarop de psy- De vaagheid van de psychiatrische verpleegkunde als dis- chische problemen voor het eerst kenbaar worden gemaakt cipline gaat bovendien gepaard met een associatief stigma, aan de buitenwereld en is dit tevens het moment waarop hetgeen de identiteitscrisis nog versterkt3. Het gaat om het gedrag een etiket krijgt. Volgens Scheff (1999) speelt een associatief stigma waarmee hulpverleners worden de professionele hulpverlening dan ook een belangrijke 2016 n°1 / Hospitals.be 08
© V.R. Stigma speelt een rol in de keuze van verpleegkundigen om in rol in de creatie en het bestendigen van ziekteprocessen. de psychiatrie aan de slag ook duidelijk situeert binnen het team van hulpverleners. De dualiteit waarbinnen verpleegkundigen zich bevinden te gaan. In het andere ziekenhuis is de mate waarin de verpleegkun- met betrekking tot het psychiatrische kader, suggereert de dige rol formeel gekaderd wordt binnen de werksetting veel complexe verhouding van verpleegkundigen tot het psychi- beperkter, wat zich concreet vertaalt in meer diffuse inter- atrische stigma. In eigen onderzoek naar stigma binnen de professionele verhoudingen en een als dusdanig minder hulpverlening werd onder andere nagegaan hoe stigma’s concrete rolinvulling. mee vorm geven aan de wijze waarop verpleegkundigen hun job zien en invullen. STIGMA EN DE KEUZE VOOR PSYCHIATRIE VARIATIES IN ZORGVISIE EN Uit de studie bleek dat het psychiatrische stigma ORGANISATIESTRUCTUUR voor de meeste verpleegkundigen over de verschillende Dit onderzoek is gebaseerd op interviews met afdelingen heen een rol heeft gespeeld in hun keuze om in psychiatrisch verpleegkundigen (33) van telkens twee ver- de geestelijke gezondheidzorg aan de slag te gaan. Centraal schillende afdelingen in twee psychiatrische ziekenhuizen stond hun motivatie om op een respectvolle en niet stigma- in de Gentse regio. Tijdens de interviews werd gepeild naar tiserende manier om te gaan met mensen die met psychi- hun begrip van de psychische problemen van hun zorgge- sche problemen worden geconfronteerd. Twee derde van bruikers. Hierbij aansluitend werd nagegaan hoe ze hun job alle verpleegkundigen linkten deze motivatie aan negatieve zien in relatie tot deze mensen. Op de afdelingen werden ervaringen met ziekenhuisverpleegkunde. Het gebrek aan telkens gedurende een achttal weken participerende tijd en het herleiden van mensen tot de techniciteit van observaties verricht, tijdens dewelke onder andere team- hun probleem, werden tegenover de humane en holistische vergaderingen, therapeutische activiteiten en maaltijden benadering van zorggebruikers binnen de psychiatrische werden bijgewoond. verpleegkunde geplaatst. In vergelijking met ziekenhuis- De geselecteerde ziekenhuizen verschillen sterk in hun verpleegkunde, werd de minder medische insteek in de visie op zorg. Daar waar in het ene ziekenhuis de werking psychiatrische verpleegkunde door de geïnterviewde als eerder op een medisch model is gebaseerd en er wordt mogelijkheid gezien om op een menselijkere manier met gewerkt met een duidelijk therapeutisch kader, opteert mensen om te gaan. Verder werd ook de aantrekkelijkheid het andere ziekenhuis eerder voor een sociaal verkla- aangehaald van het feit dat de minder sterke invloed van ringsmodel, waarbij de diagnostische categorisatie van het biomedische model leidde tot meer zeggingskracht en zorggebruikers deels werd vervangen door een focus op verantwoordelijkheid voor verpleegkundigen. Bovendien en identificatie van de minder gezonde mensen als sociaal werd niet enkel naar ziekenhuizen verwezen wanneer men gemarginaliseerde pechvogels. De verschillende visies op stigma als reden naar voor schoof voor hun keuze. Ook de zorg weerspiegelen zich bovendien in verschillen qua orga- manier waarop in de samenleving wordt omgegaan met nisatiestructuur. Het ziekenhuis met de meer therapeuti- mentale problemen bleek bepalend. Met name de moge- sche insteek voorziet in een duidelijk kader dat de rol van lijkheid om op de huidige stigmatiserende behandeling van verpleegkundige een duidelijke invulling geeft en die rol mensen in de maatschappij te reageren. Hospitals.be / 2016 n°1 09
PSYCHIATRISCHE AFDELING STREVEN NAAR GELIJKWAARDIGHEID De impact van dit stigma op de eigenlijke rol- perceptie van verpleegkundigen op het moment van het onderzoek verschilde wel sterk tussen de afdelingen. Het zie- kenhuis met de minder medische insteek, had veel mensen van onderaan de sociale ladder in haar gebruikerspopulatie. Hier bleek het counteren van het psychiatrische stigma de rolperceptie van verpleegkundigen in belangrijke mate mee vorm te geven. Het opheffen van de relationele asymmetrie tussen zorggebruiker en zorgverlener bleek hiervoor zeer belangrijk. Daarvoor werd medisch taalgebruik op de ene afdeling volledig afgezworen door verpleegkundigen. Er werd zeer sterk gereageerd op het gebruik van diagnoses door de dokter van de afdeling. Verpleegkundigen waren zeer bewust bezig met het vermijden van machtssituaties, omdat die volgens hen het respect en de aandacht voor de persoon in zijn totaliteit zouden ondermijnen. Het valorise- ren van mensen met psychische problemen stond als dusda- nig centraal in het begrip van hun rol. Op de andere afdeling van datzelfde psychiatrische ziekenhuis leek het erop dat verpleegkundigen vooral ingingen tegen het gebruik van diagnoses, omdat die een reflectie vormden van de interpro- fessionele hiërarchie of de dominante positie van de dokter binnen het team. De onvrede en frustraties omtrent deze hiërarchie bleken het argument mee te bepalen dat diagno- ses reducerend werken. Zodoende blijkt uit dit onderzoek dat de betekenis van stigma en het counteren ervan binnen de hulpverlening niet eenduidig kan worden gezien als een manier om mensen met psychische problemen te valori- seren. Het streven naar professionele zeggingskracht en zelfstandigheid lijkt aan te geven dat ook interprofessionele verhoudingen de betekenis van stigma voor verpleegkundi- gen tot stand brengen. BETEKENIS VAN EEN DUIDELIJK PROFESSIONEEL KADER De professionele identiteit van verpleegkundi- gen in het andere ziekenhuis werd vorm gegeven binnen de context van een duidelijk diagnostisch en therapeutisch kader. Opmerkelijk was dat verpleegkundigen zich hier niet verzetten tegen het gebruik van diagnoses en deze boven- dien omschreven als hulpmiddel om hun verpleegkundige taken te oriënteren en te structureren. Dit betekende niet dat alle verpleegkundigen in het ziekenhuis hun aspiratie om mensen met psychische problemen op een respectvolle manier te benaderen aan de kant zetten. Daar waar ze de ruimte hadden om aan de 'klinische realiteit' van de afde- ling voorbij te gaan, stelden ze menselijk contact centraal. Echter, op de afdeling waar verpleegkundigen therapeuti- sche activiteiten op zich namen, bleek hun rol zodanig door het zorgkader bepaald, dat stigma als bron van betekenisge- ving volledig naar de achtergrond verdween. Daarenboven bleek het kader ook dienst te doen als middel om emotioneel afstand te nemen van de zorggebruikers. Hier was sprake van een duidelijke breuk tussen de eigenlijke rolinvulling en de initiële motivatie van verpleegkundigen om op een © V.R. holistische, valoriserende manier met zorggebruikers om te Het stigma beïnvloedt ook de zorgkwaliteit. gaan. Zoals in eerder onderzoek werd aangegeven6 bleek het therapeutische kader niet enkel een articulatie van een een- duidige zorgorganisatie, maar diende het ook als kader om emotionele immuniteit te creëren in relatie tot de conflic- ten eigen aan het psychiatrische systeem, waaronder haar relatie tot het psychiatrische stigma. 2016 n°1 / Hospitals.be 10
U ondersteunt uw patiënten. Wie is er om u te ondersteunen? Maak samen met uw ING-bankier uw missie waar. Om het welzijn van uw patiënten te garanderen, is efficiëntie voor u een topprioriteit. Bij ING beseffen we dat. Daarom kunt u rekenen op een ING-bankier die uw behoeften begrijpt en financiële oplossingen aanreikt die u perfect ondersteunen in uw taak. Diensten die uw geldstromen optimaliseren en uw liquiditeitsbeheer en betalingen nog vlotter laten verlopen, bijvoorbeeld. Of elektronisch bankieren, speciaal afgestemd op uw situatie en organisatie. Zo maken we u het leven gemakkelijker. Maak gerust een afspraak met uw ING-bankier. ing.be/business ING België nv – Bank/Kredietgever – Vennootschapszetel: Marnixlaan 24, B-1000 Brussel – RPR Brussel – Btw: BE 0403.200.393 – BIC: BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789. Verantwoordelijke uitgever: Inge Ampe – Sint-Michielswarande 60, B-1040 Brussel.
PSYCHIATRISCHE AFDELING NOOD AAN AANDACHT VOOR ORGANISATIESTRUCTUUR EN Stigmatisation, soins PERSOONLIJKE OVERTUIGINGEN infirmiers et psychiatrie Wat kunnen we uit bovenstaand onderzoek aflei- den? Vooreerst blijkt dat de betekenis van stigma voor de Le présent article traite de la signification de la stigmatisation psy- chiatrique pour les infirmiers qui travaillent dans le secteur des rolperceptie van verpleegkundigen sterk verbonden is soins de santé mentale. Une récente étude sociologique a pointé met hun streven naar een onafhankelijk beroep dat nabij- que le choix de travailler en psychiatrie est motivé chez la majorité heid, tijd en respect centraal stelt of anders gezegd met des infirmiers concernés par le désir de combattre la stigmatisation. hun aspiratie om zich te onttrekken aan het biomedi- sche kader. Verder blijkt de betekenis van stigma voor de Cette importance accordée à la stigmatisation chez les infirmiers est actuele rolperceptie van verpleegkundigen gelinkt te zijn fortement liée à leur attitude ambivalente envers le cadre psychia- aan de mate waarin de verpleegkundige rol formeel geka- trique. Il apparaît toutefois que la signification de la stigmatisation derd wordt binnen de werksetting. Bij afwezigheid van dans la perception du rôle actuel des infirmiers diffère selon le een duidelijk kader met concrete doelstellingen, blijkt het contexte. Cette variation est notamment liée au degré de formali- psychiatrische stigma als alternatief kader te functioneren. sation du rôle des infirmiers dans les différents hôpitaux. Là où le Hierbij vertaalt de betekenis van stigma zich in het expli- rôle de l’infirmier n’est pas clairement cadré, la stigmatisation fonc- ciete streven van verpleegkundigen naar gelijkwaardigheid tionne en tant que cadre alternatif. binnen de relatie met de zorggebruiker en naar zeggen- La présente étude indique qu’il est important de tenir compte de la schap in de relatie met de arts. In het eerste deel van deze stigmatisation dans l’analyse des perceptions de rôle des infirmiers. tekst werd kort verwezen naar het gebrek aan een duidelijk Elle pointe également la nécessité de s’intéresser à la manière dont professioneel kader voor de psychiatrisch verpleegkunde l’encadrement des prestataires contribue à déterminer la signi- en hoe verpleegkundigen zich in een poging tot identiteits- fication de la stigmatisation. Une constatation importante pour constructie gaan afzetten tegen het psychiatrische kader. des soins de santé mentale en transition où la socialisation des De vaagheid van de discipline en frustratie hieromtrent soins a aussi comme objectif de briser le tabou autour des troubles blijkt binnen deze setting vorm te geven aan de betekenis mentaux. van het psychiatrisch stigma. Wanneer er wel sprake was van een duidelijk therapeutisch kader bleek stigma minder betekenisvol te zijn voor de rolperceptie van verpleegkun- digen. Afhankelijk van de ruimte voor een persoonlijke aanpak, was er voor verpleegkundigen wel de mogelijkheid om bewust om te gaan met het stigma en met de mogelijke betekenissen van diagnoses en de eigen positie tegenover de zorggebruiker. BELANG VAN OMKADERING Uit deze bevindingen blijkt dat het van cruciaal belang is om zowel de cultuur van een samenleving met haar gedeelde waardeoordelen alsook de organisatiestructuur en de persoonlijke overtuigingen van verpleegkundigen over hun rol in rekening te brengen wanneer onderzoek wordt gedaan naar stigma bij verpleegkundigen. De onderzoeks- resultaten zijn gebaseerd op data die werden verzameld in specifieke centra en kunnen dus niet zomaar worden ver- algemeend voor alle settings van geestelijke gezondheid. Wel lijkt het belangrijk om in een veranderend geestelijk gezondheidslandschap in België, waar de vermaatschap- pelijking van de zorg en het doorbreken van het taboe een © V.R. belangrijk deel van uitmaken, stil te staan bij de betekenis van stigma voor hulpverleners. Binnen deze transities is er duidelijk aandacht nodig voor de manier waarop de omka- Binnen een duidelijk therapeutisch kader heeft stigma minder impact op de rolperceptie van verpleegkundigen. dering van hulpverleners deze mee vorm geeft. 1 Schulze B. (2007). Stigma and mental International Journal of Mental Psychiatric Nursing, 22(1), 20-26. Labeling Theory Approach to Mental health professionals: A review of the Health Nursing, 20, 337-344. 4 Verhaeghe M. & Bracke M. (2012). Disorders: An Empirical Assessment. evidence on an intricate relationship. 3 Halter M. J. (2002). Stigma in Associative stigma among mental American Sociological Review, 54(3), International Review of Psychiatry, psychiatric nursing. Perspectives in health professionals: implications for 400-423. 19, 137-155. Psychiatric Care, 38(1), 23-29. professional and service user well- 6 Handy J. A. (1991). The social context 2 Barker P. & Buchanan-Barker P. (2011). Halter, M.J. (2008). Perceived being. Journal of Health and Social of occupational stress in a caring Myth of mental health nursing characteristics of psychiatric nurses: Behaviour, 53(1), 17-32. profession. Social Science and and the challenge of recovery. Stigma by association. Archives of 5 Link B.G. et al. (1989). A Modified Medicine, 32(7), 819-830. 2016 n°1 / Hospitals.be 12
How do you turn billions of pieces of data into a mountain of hope? Dell secure cloud solutions help doctors accelerate information-driven healthcare. With high-powered computing and storage solutions, Dell is helping doctors around the world share information and collaborate on life-saving treatments in weeks instead of months. To see how we can help solve your most important business challenges, visit dell.be/healthcare.
HErvorming van HEt ziEkEnHuislandscHap En dE ziEkEnHuisfinanciEring Een overzicht van de dynamieken die het Volgens het kabinet van de minister D e ziekenhuishervorming enthousiasmeert enerzijds en de gebruikte methode (oproep voor projecten) wordt breed van Sociale Zaken en Volksgezondheid, gedragen. De deelnemers formuleren anderzijds enkele kritische zullen de hervorming van het opmerkingen. De sector is bereid tot innovatie, tot verandering in de manier van werken, maar niet tegen elke prijs. “Vorige echelonneringen ziekenhuislandschap en de -financiering zijn altijd uitgedraaid op langdurige onderhandelingen op federaal of eerder een evolutief dan een revolutionair regionaal niveau en op een toename van het aantal referentiecentra, in tegenstrijd met wat was gepland. Het grote verschil met de vorige karakter hebben. Overleg met de hervormingen, en dat is tevens het interessantste deel, is dat het ziekenhuisactoren moet in die geest worden ziekenhuis buiten zijn muren zal moeten treden”, begint Dirk Thielens. aangevat. In een rondetafelgesprek wordt Volgens François Burhin, “ligt er veel vastberadenheid in het discours, maar het budget voor de gezondheidszorg in 2016 blijkt de richting naar de verlangens en verwachtingen van deze hervorming nog niet ingeslagen te hebben. Het accent ligt op gepeild van enkele ziekenhuisdirecties kwaliteit met een financiële stimulans om deze kwaliteit te realiseren, wat wel tot resultaten zou kunnen leiden.” over de voorgestelde hervorming. Michel Dorigatti weet niet zeker “of de infrastructuren die actueel worden opgezet buiten het ziekenhuis voldoende beschikbaar en gewapend zullen zijn om alle ambulante of pseudo-autonome patiënten op te vangen.” Een ander punt moet evenwel ook worden benadrukt: “Hoe zal de kwaliteit, waarvoor een financiële stimulans wordt beloofd, worden gemeten? Dat is erg subjectief. Hoe zal de tevredenheid van de patiënt worden vertaald in de mate van objectivering van kwaliteit?” Complexiteit van het probleem D e hervorming betreft zowel het ziekenhuislandschap als de financiering ervan. Dat maakt haar dubbel zo ingewikkeld. Daniel Désir maakt zich namelijk zorgen over het feit dat de hervormingen niet eerst zullen worden getest. “Er broeden wel pilootprojecten, maar fundamenteel, in ons klein hypercomplex België, wil men zowel de vereenvoudiging van de structuren aanpakken, als de beheersing van kwaliteit en ziekenhuisverblijven, een bezorgdheid die sterk economisch gebonden is, en dus hoort tot de ziekenhuisfinanciering. De vereenvoudiging van de structuren komt in feite neer op het einde van de Marnixlaan 24 | 1000 Brussel ‘competitie’ tussen twee federale administraties die lang concurrenten +32 2 547 65 49 waren, Volksgezondheid en RIZIV. De competitie tussen de federale en
ziekenhuis gaan hervormen de regionale architecten, die niet noodzakelijk dezelfde taal grootte. Sommige willen zelfs groter worden, met meer publireportage spreken, laat men voor het ogenblik nog in het ongewisse. Wat ziekenhuisbedden, terwijl het voorstel een tegenovergestelde naar kwaliteit toe voor ons allen het belangrijkste is, is niet dynamiek inhoudt. “De meeste huidige constructies de efficiëntie van het ziekenhuisverblijf, maar de efficiëntie werden 10 jaar geleden ontworpen, gelet op de duur van de van de interventie. De indicatoren om deze kwaliteit te voorbereidingen. Vastgoed vertegenwoordigt echter slechts meten zijn waarschijnlijk wel klaar voor zorgcategorieën een klein aandeel in de algehele uitbatingskosten van een met weinig variabiliteit (appendectomie, vaginale bevalling, ziekenhuis. Bovendien zijn de constructies vaak moduleerbaar. heupprothese…). Van zodra we echter met meer complexe De grootste kosten voor het ziekenhuis gaan naar medico- comorbiditeiten te maken hebben, wordt meten heel wat technisch materiaal, het operatiekwartier en het personeel. Als moeilijker.” we het hebben over ‘middle care’ structuren, is het vrij logisch Een laatste grote uitdaging: vergeleken met de landen van hen onder te brengen in vleugels van bestaande ziekenhuizen, de Europese Unie en met de andere geïndustrialiseerde met bestaande kamers, eventueel lichtjes aangepast, maar landen, bevindt België zich in een kwalitatief gunstige omkaderd door minder verzorgend personeel.” positie wat patiënttevredenheid betreft (weinig wachtlijsten, De ziekenhuissector is een belangrijke motor voor de vergemakkelijkte toegang, geen geneeskunde met twee economie. Hij vertegenwoordigt 7% van de werknemers en is snelheden). We gebruiken echter weinig efficiënte de grootste werkgever in tal van middelgrote steden over het infrastructuren met een te groot aantal bedden en te lange hele land. Door de perimeter van het ziekenhuis extra muros ziekenhuisverblijven. Economische druk om de middelen te uit te breiden, zal de hervorming noodgedwongen leiden tot transfereren zal onvermijdelijk volgen. tewerkstelling van meer vrije beroepen en zelfstandigen. Rollen vooR het ziekenhuis expeRtise veRsus toegankelijkheid E chelonnering zoals geconcipieerd door de minister, bestaat uit het ontwerpen van een piramidale structuur met basisziekenhuizen, referentieziekenhuizen en universitaire B ij het opzetten van netwerken spelen twee dynamieken: echelonnering en toegankelijkheid. Voor een aantal specialiteiten speelt eerder het ene dan het andere aspect. ziekenhuizen. In tegenstelling tot wat elders in Europa gebeurt, Bijvoorbeeld voor disciplines als geriatrie en materniteit is moeten de basisziekenhuizen op het Belgische echelon onder nabijheid belangrijker. Netwerken die echelonnering op het elkaar zelf bepalen waar zich de referentiecentra bevinden. voorplan plaatsen, richten zich meer op expertise en minder op Zonder stimulans, noch normen druist dit sympathieke idee in toegankelijkheid. tegen de diagnostische en therapeutische vrijheid (die door de Een risico dat vaak wordt aangehaald in verband met artsensyndicaten al 50 jaar worden opgehemeld om de burger echelonnering, is dat een universitair ziekenhuis ook een te beschermen). “Het zal een vrij robuuste evolutie moeten zijn basisziekenhuis is. Het probleem wordt nog complexer om dat dogma te veranderen”, benadrukt Daniel Désir. met drie niveaus. Referentiecentra zijn noodzakelijkerwijs Een financiering die sterk berust op betaling per prestatie en basisziekenhuizen die bovendien doorverwezen patiënten per volume, leidt niet natuurlijkerwijze tot een dynamiek met aantrekken die van verder komen dan de lokale rekrutering. echelonnering. Dit voorbeeld illustreert hoe ingewikkeld het systeem is, “Integendeel”, reageert Dirk Thielens. “Als we tot een schema weet Daniel Désir. “Volgens de logica van een universitair georganiseerd per echelonnering willen komen, zullen we ziekenhuis is het onontbeerlijk dat alle studenten die het de waarde van een arts moeten bepalen. Deze problematiek beroep leren, geconfronteerd worden met de verscheidenheid moet integraal deel uit maken van de vergelijking, maar wordt aan ziekten. In de optimale situatie verzorgt een universitair momenteel niet aangesneden.” ziekenhuis mensen uit de onmiddellijke omgeving, maar sluit Het ‘pay for performance’ lokt geen enthousiasme uit bij alle het met verderaf gelegen instellingen overeenkomsten af deelnemers. Welke gegevens moeten worden opgehaald voor gespecialiseerde diensten. De internationale literatuur om een kwaliteitsvolle prestatie te bepalen? Meten blijft heeft het over een verhouding 85% gemeenschapszorg voor zeer subjectief. En dan is er nog het risico dat kwalitatief 15% referentiezorg. Het Hôpital des Quinze-Vingts (Parijs), minder gunstige resultaten niet altijd volledig zullen worden een nationale instelling voor oogheelkunde, bekommert zich gerapporteerd. alleen om doorverwezen gevallen, maar het wordt dan ook Specifieke financieringen (voor innovatie, universitaire gesubsidieerd als referentiecentrum, met een zeer specifiek opdrachten, zwaar materiaal, spoedgevallen) moeten worden lastenboek en een concentratie aan middelen om de rol aangewend voor hun respectievelijke doelen, en instellingen van nationaal referentiecentrum te vervullen. Het is niet nu in bepaalde regio’s blijven vragende partij voor sociale regionalisering de klok slaat dat de oprichting van nationale financieringen, bijvoorbeeld Epicura in de Borinage. referentiecentra in ons land van een leien dakje zal lopen.” Het principe van de zuivere echelonnering vereist een veel infRastRuctuuR van de toekomst meer dirigistische benadering, die moeilijk te lijmen valt met de vrije keuze van de patiënt, terwijl een essentieel deel van de W e hebben geen kaart van het toekomstige ziekenhuislandschap. Vandaag worden tal van ziekenhuizen herbouwd of gebouwd in dezelfde financiering gaat naar zorgvolumes om het ziekenhuis te laten voortbestaan. Deelnemers aan het rondetafelgesprek ING Dirk Thielens François Burhin Michel DorigaTTi Prof. Daniel Désir Francis De Drée bestuurder van het Iris-netwerk algemeen directeur van het financieel directeur van Vivalia hoofdredacteur van het algemeen directeur van Centre Hospitalier Epicura magazine hospitals.be het CHU Brugmann Moderator
HÔPITAL EN MOUVEMENT LES ALÉAS PRÉPARATOIRES DE LA NOUVELLE CLINIQUE DU MONTLÉGIA Les défis du réseau CHC à Liège © CHC - AAH - Miysis 2016 n°1 / Hospitals.be 16
Le Centre Hospitalier Chrétien D ans son historique, qui est à consulter sur www.chc.be, on apprend que le CHC est issu de la (CHC) est un réseau de 6 cli- fusion successive de plusieurs cliniques, la der- niques (1.045 lits), 8 maisons nière étape étant la fusion entre les Cliniques Saint-Joseph et le CHVE, un Centre Hospitalier qui de repos et de soins (686 lits), regroupe les cliniques Saint-Vincent (Rocourt) et Sainte- Élisabeth (Heusy). C’était en 2001. Les Cliniques Saint- 9 polycliniques, une maison Joseph (au pluriel) résultaient de la fusion de la Clinique de soins psychiatriques et une Saint-Joseph (Liège), de la Clinique Sainte-Élisabeth (Liège), de la Clinique de l’Espérance (Montegnée), de la crèche, tous situés dans la pro- Clinique Notre-Dame Waremme et de la Clinique Notre- vince de Liège (à l’exception Dame à Hermalle-sous-Argenteau. Le chef de projet pour la construction de la nouvelle cli- d’une maison de repos située nique, Isabelle François, a rejoint le CHC en 2008. Si elle en province de Namur). Après n’a donc pas vécu cette historique, elle explique néanmoins ce qui lie les institutions: «Le point commun que nous mûre réflexion, le conseil mettons en filigrane de toutes nos actions et de tous nos d’administration a donné son projets est "le patient est au centre de nos préoccupations". À la création du CHC, le conseil d’administration et tous les accord pour la construction membres de la direction ont réfléchi à la valeur commune à d’un hôpital en remplacement toutes les institutions et ont rédigé la "charte des valeurs", qui nous guide dans tout ce que nous réalisons et tourne de trois cliniques existantes: principalement autour de l’humain.» en 2019 Saint-Joseph, l’Espé- rance et Saint-Vincent plieront UNE A.S.B.L., DEUX NUMÉROS D’AGRÉMENT bagages pour occuper la nou- Le mot «chrétien» dans la dénomination CHC velle Clinique du MontLégia. fait référence au fait que deux congrégations religieuses La préparation est fastidieuse sont à l’origine de presque toutes les institutions et il y a encore des religieuses dans le conseil d’administration et et pas toujours prévisible… l’assemblée générale. Avec les années, une culture CHC est née et a fait l’objet Michelle Cooreman Isabelle François d’un gigantesque travail auprès des membres des dif- Chef de projet férentes cliniques. Désormais, la gestion commune est de la Clinique prise en charge par une seule A.S.B.L., avec deux numéros du MontLégia d’agrément (A152 et A158): les Cliniques Saint-Joseph CHC qui regroupent quatre sites (Saint-Joseph, l’Espérance, isabelle.francois@chc.be Notre-Dame de Waremme et Notre-Dame de Hermalle) et www.chc.be puis le CHVE qui chapeaute les Cliniques Sainte-Élisabeth et Saint-Vincent. Donc, au sens de la loi sur les hôpitaux, ce sont deux hôpitaux, avec deux conseils médicaux… De plus, actuellement, au sein du même numéro d’agrément plusieurs services d’urgence sont opérationnels: le CHVE a un service d’urgence à Sainte-Élisabeth, les Cliniques Saint-Joseph ont un service d’urgence à Saint-Joseph, à l’Espérance, à Notre-Dame de Hermalle et à Notre-Dame de Waremme. Cette situation a été «à l’origine de la réflexion du conseil d’administration et de la direction par rapport au rôle et à la contribution des différents sites au sein du réseau, la philo- sophie générale du CHC étant d’être vraiment un réseau de soins. Où que l’on soit dans sa vie et dans son processus de soins, la prise en charge peut être réalisée par un des mail- lons de la chaîne CHC: de l’accouchement à la maternité, la prise en charge en néonatalogie, la pédiatrie, la maman éventuellement en chirurgie, ou au centre de maternité intensive, jusqu’aux personnes âgées nécessitant une prise en charge dans une maison de repos, ou des soins ambula- toires dans une des cliniques, ou encore des bébés pris en charge dans la crèche.» Hospitals.be / 2016 n°1 17
HÔPITAL EN MOUVEMENT © CHC - AAH - Miysis © CHC - AAH - Miysis Au-dessus de l'entrée principale, sera installé un amphithéâtre de 300 places. LA MEILLEURE SOLUTION DEUXIÈME CHANTIER Lors de cette réflexion stratégique à long terme, En parallèle à la construction de la nouvelle cli- appelée projet Azimut, plusieurs options entraient en com- nique, des engagements ont déjà été pris pour déterminer pétition. Par exemple, fallait-il garder plusieurs services la destination des bâtiments sur les sites délaissés après le d’urgence à quelques kilomètres de distance? La meilleure déménagement. «Nous voulions éviter à tout prix de nous solution était-elle de spécialiser chacun des sites et donc trouver dans la même situation que l’ancien Hôpital de de les garder tous les trois? Ou d’en rassembler deux et de Bavière, dans le centre-ville, qui a déménagé en partie vers garder l’activité de deux sites en un? Pouvait-on garder la le CHU Sart Tilman et en partie vers le CHR de la Citadelle, clinique Saint-Joseph au même endroit mais l’agrandir et et qui, 30 ans plus tard, est devenu un chancre urbain fermer les deux autres sites? Et, enfin, la dernière option: avec un bâtiment qui continue à se dégrader, entouré pourquoi ne pas construire un tout nouvel hôpital sur un d’habitations.» autre terrain? Pour des raisons qualitatives, mais aussi éco- Pour la reconversion des bâtiments actuels des Cliniques nomiques, le conseil d’administration a pris la décision de Saint-Joseph, Saint-Vincent et l’Espérance, une fois le construire un nouvel hôpital. déménagement vers la Clinique du MontLégia réalisé, la Du point de vue des patients, outre la proximité de l’un SPI (l’agence pour le développement économique de la ou l’autre site, la réputation régionale du site joue certai- province de Liège) a fait une première étude d’orientation, nement un rôle. «Aujourd’hui, le phare de la Clinique de un pré-projet en quelque sorte, en cohérence avec l’envi- l’Espérance est la pédiatrie, pour la Clinique Saint-Vincent ronnement et les autres projets des villes concernées. Des c’est la maternité, la Clinique Saint-Joseph est plutôt un demandes de certificats d’urbanisme ont été introduites et hôpital général pour de la chirurgie, de la radiologie, de obtenues par partie de bâtiments. Un ensemble cohérent l’oncologie… Certaines connotations ne sont pas unique- avec une rénovation extérieure permet d’avoir une idée de ment reconnues au centre de Liège. Un cas difficile pédia- ce que cela pourrait devenir: des espaces verts, une maison trique, même de Waremme, ira à l’Espérance, bien que de repos, un petit hôtel ou une auberge de jeunesse, du pour une suture de plaie le patient restera à la Clinique de logement… «Nous n’allons pas reconvertir les bâtiments Waremme. La maternité de Rocourt est reconnue au-delà nous-mêmes, mais les vendre. L’avantage pour l’investis- de la région, avec un important service de néonatalogie. seur est qu’il a en main un pré-permis. Il doit encore intro- Cependant, en rassemblant sur un même site la maternité, duire une demande spécifique d’urbanisme mais au moins la néonatalogie et la pédiatrie, il est clair que des synergies il sait, qu’en suivant cette orientation, il n’y a aucune raison supplémentaires peuvent se créer… De plus, le terrain où que la Ville refuse son permis. Ce qui s’est passé à Bavière. est construit la nouvelle Clinique du MontLégia, est tout C’est notre deuxième chantier, qui exige aussi du boulot, proche des sites existants.» mais nous tient vraiment à cœur…» 2016 n°1 / Hospitals.be 18
HÔPITAL EN MOUVEMENT UN ANCIEN CHARBONNAGE Le terrain où est construite actuellement la nou- velle clinique est un ancien charbonnage qui a été exploité par la suite par une société spécialisée dans le traitement des déchets de construction. Elle a remblayé En rassemblant sur un même le terrain et l’a utilisé comme zone de tri. Elle n’était pas propriétaire du terrain mais loca- taire, le propriétaire étant la société immo- bilière Patience et Beaujonc qui est le nom de l’ancien charbonnage. Après des études préli- site certains services, des minaires, entre autres sur la stabilité du sol et la pollution, le CHC a acquis le terrain. «Comme synergies supplémentaires peuvent se créer il se trouvait dans une zone d’aménagement communal concerté (ZACC), nous avons dû entreprendre des démarches de demandes urbanistiques et environnementales afin de pouvoir introduire une demande de permis de bâtir. Avec tous les acteurs, entre autres la Ville et la Région, nous avons réfléchi à la des- tination du terrain. L’objectif du CHC était d’y construire un hôpital sur une surface de 10-12 hectares (zone d’intérêt commun). Sur ce qui reste des 35 hectares, la Ville souhaite en complément une zone d’activité écono- mique et des zones d’habitat, qui seront développées par des promoteurs.» Dans la zone d’activité économique sont prévues des PME à vocation santé. Le CHC va y construire un bâtiment pour abriter les bureaux qui s’occupent de toutes les activités du groupe CHC. «Aujourd’hui, la direction générale, la direc- tion financière, la comptabilité, les ressources humaines, © CHC - AAH - Miysis pour l’ensemble de tous les sites du CHC, sont logés à Saint- Joseph. Puisque nous quittons le bâtiment, la direction a souhaité faire la distinction entre le groupe CHC et les ser- vices de la Clinique du MontLégia en les installant dans des bâtiments différents.» Ni les patients ambulants La deuxième phase a été l’introduction d’une demande ni les visiteurs n'auront de permis de bâtir pour l’hôpital, plus pour une nouvelle de longues distances à parcourir. sortie d’autoroute, qui permet d’accéder non seulement à côté nord de l’autoroute pour mieux maîtriser la construc- l’hôpital mais aussi à la zone d’activité économique. Pour la tion d’un pont au-dessus de l’autoroute. Maintenant, sortie d’autoroute, il faut collaborer avec la Région et pour nous nous en servons aussi pour reloger les crapauds.» En les routes sur Liège avec les services publics de Wallonie. quelque sorte un troisième chantier parallèle à celui de Un travail de longue haleine avec des enquêtes publiques, l’hôpital… des réunions d’information avec les riverains, une étude d’incidence sur l’environnement. C’est d’ailleurs pendant l’étude des incidences sur l’environnement que le départe- 2.400 PIEUX ment Nature et Forêts a constaté la présence de crapauds Par rapport à l’historique du site, un projet d’as- calamites sur le terrain. sainissement a été nécessaire. Il a été réalisé en commun avec la phase de terrassement. En effet, pour construire l’hôpital une partie des terres devait être enlevée, tandis ESPÈCE PROTÉGÉE que pour réaliser la bretelle d’autoroute, il fallait amener Les crapauds calamites sont une espèce proté- des terres. Une cartographie détaillée de la qualité des gée. «Au début, nous n’avions pas bien realisé l’impact que terres aux différents endroits a permis de quasiment tout cela allait avoir. En résumé: puisque nous démolissons leur garder sur le site: la terre non polluée a été enlevée d’un côté habitat existant, nous avons dû – pour obtenir notre permis et réutilisée pour constituer les talus de protection sonore de bâtir – demander une dérogation à la loi concernant la de l’autoroute ou de remblais pour les futures rampes conservation de la nature. Elle nous a été accordée à condi- de sortie d’autoroute. Les terres polluées ont été empor- tion de mettre en œuvre une zone de compensation, c’est- tées au centre de traitement (6.000 m3 environ). Plus de à-dire de reconstituer ailleurs sur un terrain proche un 160.000 m3 de terre ont ainsi été déplacés à la pelleteuse. environnement qui convienne aux crapauds. Ce nouveau Avec une sortie d’autoroute, il faut aussi pouvoir remonter parc à crapauds devait avoir au minimum 4 hectares dont sur l’autoroute dans l’autre sens. Un pont est donc néces- 1,5 de plans d’eau. Il a été trouvé de l’autre côté, côté nord, saire. Les bretelles d’accès côté clinique au sud de l’auto- de l’autoroute A602 (par rapport à l’hôpital qui est côté route A602 et celle au nord de l’autoroute sont déjà visibles sud). Avant l’autoroute, le charbonnage s’étendait aussi par quand on circule sur l’autoroute Bruxelles-Liège entre les là. L’autoroute a été construite au travers de l’ancien char- sorties Ans et Burenville et utilisées pour la construction de bonnage. «Nous avions aussi acheté un morceau de terrain la clinique. Le pont sera réalisé en avril 2016. 2016 n°1 / Hospitals.be 20
Vous pouvez aussi lire